dE RATEl gAET     september 2017

Op 16 augustus bereikte ons het droeve bericht dat onze vicevoorzitter Bert van Soest die morgen was overleden. Alhoewel wij allemaal wisten hoe ziek Bert was, en hoe hij op bewonderenswaardige wijze vocht tegen het onvermijdbare, kwam het bericht toch aan als een harde klap van werkelijkheid. Een sterke en plezierige hoeksteen van ons bestuur is niet meer. Op zijn begrafenis op 21 augustus waren velen van ons aanwezig om afscheid van hem te nemen en hem de welverdiende laatste eer te bewijzen. 
Voor een ‘in memoriam’ zie verderop in deze Ratel. Een droevige afsluiting van ons voorjaars- en zomerseizoen.
Dat seizoen begon met de halfjaarlijkse fi etstocht “Sporen uit het Verleden” op 22 april met een mooie opkomst, net als bij de wandeling over landgoed Oud Naarden van 12 mei. De jaarvergadering van 16 mei was zeer goed bezocht en we pasten nog net in de Brassershoeve. Vermoedelijk werd die opkomst niet veroorzaakt door het formele deel maar door de zeer gewaardeerde diapresentatie van Jan Rebel over de Naarder Eng en Oud Naarden met leuke weetjes voor iedereen en heel veel herkenningspunten voor de oudgedienden onder ons. Onze inbreng bij de Erfgooiersdag op 26 mei was dit jaar beperkt tot openstelling van de toren van de Oude Kerk burgemeesters van Huizen voorbereid dat in het najaar gaat uitkomen. Op onze ledenavond van 19 september zult u hierover meer horen. En natuurlijk was er de organisatie van vele andere activiteiten, zowel de “gewone” activiteiten (zie de agenda) als die waar de Historische Kring bij betrokken is op langere termijn. Bij voorbeeld de invulling van de digitaliseringsslag die we willen maken, intensivering van samenwerking met het Huizer Museum en hernieuwde aandacht voor Monumenten in samenhang met de Gemeente.
En natuurlijk de nieuwe Ratel die met veel inspanning van onze trouwe redactie weer vóór u ligt, met vele boeiende onderwerpen. 
Op 31 oktober 2017 vindt een bijzondere bijeenkomst plaats in het kader van ‘500 jaar Reformatie’. De HKH organiseert dan een tweetal lezingen in de Oude Kerk: Ruud Hehenkamp spreekt over ‘De Reformatie in Huizen’ en Albert Scheer over ‘Gereformeerden en Doopsgezinden’. De avond begint om 20.00 uur en de toegang is gratis.
Graag tot ziens bij een van onze activiteiten. Met vriendelijke groet, namens het bestuur,
Ewoud Doyer, voorzitter

voor de  Erfgooiersstichting, de Vrienden van het Oude Dorp en onszelf. Net als vorig jaar was het zo warm, dat de bezoekersaantallen van de hele dag tegenvielen.


Bedroefd hebben wij afgelopen woensdag 16 augustus kennis genomen van het overlijden van ons zeer gewaardeerde mede-bestuurslid
Sijbertus Hendrikus van Soest
Bert

Jarenlang was hij eerst een zeer belangstellend lid van de Historische Kring Huizen, daarna steeds actiever in allerlei rollen waarvan de laatste 3 jaar ook als bestuurslid en vicevoorzitter. Het was voor ons allemaal een verpletterend bericht ruim 2 jaar geleden dat hij ernstig ziek was. Tot het echt niet meer ging, heeft hij zich voor ons en de Historie van “zijn” Huizen ingezet.
Wij zijn hem dankbaar voor zijn inbreng, kennis, wijsheid en vermogen om een prettige sfeer te creëren en zullen dit alles zeer missen.
Wij wensen zijn familie veel sterkte toe om dit verlies te verwerken.
     Bestuur en leden van de
     Historische Kring Huizen
Huizen, augustus 2017 Advertentie in Huizer Courant van donderdag 24 augustus 2017


iN MEMORiAM BERT VAN SOEST
Onderstaande tekst is tijdens de begrafenis van Bert van Soest op 21 augustus 2017 uitgesproken door Ewoud Doyer.
Mijn naam is Ewoud Doyer. Ik ben voorzitter van de Historische Kring Huizen kortweg meestal HKH genoemd. En zo heb ik Bert leren kennen: Hij was één jaar vóór mij bestuurslid geworden van de Historische Kring en hij heeft mij als vicevoorzitter intensief bijgestaan en was mijn steun en toeverlaat.
Bert had zijn leven lang al een liefde voor, en betrokkenheid bij, “zijn” Huizen en de bijbehorende historie. Daar wist hij heel veel van en vertelde er graag over, liefst in zijn zo geliefde Huizer dialect. Zijn ogen konden dan zo prachtig twinkelen. En door zijn feilloze geheugen was hij op latere leeftijd ook een wandelende encyclopedie over de jongere Huizer historie van de afgelopen 70 jaar, vooral ook omdat hij daar met veel plezier zo intensief middenin had geleefd.
Via zijn belangstelling voor oude foto’s en door zijn betrokkenheid bij de Oude Kerk en de openstelling daarvan samen met de HKH onder andere tijdens Huizerdagen, kwam Bert steeds vaker in contact met de Historische Kring. Hij manifesteerde zich eerst als lid, daarna toen hij daar tijd voor kreeg als bewerker van ons fotoarchief en later ook als actief lid van de projectgroep Huizer Woordenboek. En hij raakte zó intensief betrokken bij de HKH dat hij uiteindelijk ook ja zei tegen een bestuursfunctie, die hij ruim 3 jaar met veel inzet vervulde.
Bert had veel invloed, alhoewel, typerend voor hem, hij het liefst op de achtergrond bleef en zijn invloed vaak niet zo zichtbaar was. Op een hele prettige manier kon hij schijnbaar tegenstrijdige meningen bij elkaar brengen, of negatieve emoties over hoe iets ging naar een positieve beleving ombuigen. Heerlijk om zo iemand erbij te hebben.
De constatering dat hij longkanker had, nu ruim 2 jaar geleden, was voor hem en zijn gezin een mokerslag. Hij kende de lage statistische kans van genezen maar ging vol goede moed en vertrouwen in zijn geloof aan de slag om te genezen. Of om het ziekteproces in ieder geval te remmen. En hij communiceerde daar op zijn zo typerende manier heel nuchter over. 
Geleidelijk aan moest hij noodgedwongen zijn vele activiteiten in kerkbestuur en andere bezigheden afbouwen. Voor ons, als medebestuurs- leden van de Historische Kring, was het hartverwarmend dat hij ervoor koos zijn beperkte be-
AgENdA 2017
schikbare tijd en inzet, naast uiteraard aan zijn zo geliefde gezin, grotendeels aan de HKH toe te bedelen; zoals hij zelf zei: omdat die Huizer historie hem zo lief was. 
Zo hebben wij tot een paar maanden geleden mogen genieten en profiteren van Berts inbreng en positieve kijk op dingen. Toen ging ook dat niet meer, en moest hij zich helemaal terugtrekken in zijn zo liefdevolle en zorgzame gezinsomgeving. Totdat hij uiteindelijk afgelopen woensdag vol vertrouwen in een goed einde overleed. 
2 september          Presentatie Klederdrachtgroep op Urk, Klederdrachtendag.
9 september              31e Huizerdag; Open Monumentendag;           presentatie Klederdrachtgroep in Elburg, Botterdagen. 
16 september 10.00 uur     Havenfestival Huizen rond de Oude Haven en in het           Nautisch Kwartier. Presentatie Klederdrachtgroep en kraam HKH.
19 september  20.00 uur  Ledenavond in de Brassershoeve, Waterstraat 2.
          Presentatie over de verbouwing van Schipperstraat 5,           voorheen bakkerij en ooit Bakkerij Museum, door de huidige bewoner.           Na de pauze beelden van Oud Huizen door Pieter van der Poel.
23 september 15.00 uur  Rondleiding Oude Begraafplaats in samenwerking met het
       Huizer Museum en de stichting ‘Vrienden van het Oude Dorp’.           Verzamelen bij de ingang aan de Ceintuurbaan.
7 oktober     10.00 uur   Fietstocht ‘Sporen uit het verleden’. Start bij de Botterwerf.  
28 oktober - 3 november  Week van de Erfgooier met een Pop-up museum in het Hart                      van Huizen. (Zie website www.week-van-de-erfgooier.nl)
31 oktober      20.00 uur  De Reformatie in Huizen. Een tweetal lezingen in de Oude Kerk.                 De toegang is gratis. Ruud Hehenkamp spreekt over ‘De Reformatie in           Huizen’ en Albert Scheer over ‘Gereformeerden en Doopsgezinden’. 
1, 15, 29 november  
     19.30 uur  Leergang Gooi-o-logie met als thema Boeren, Burgers en Buitenlui           tussen Vecht en Eem. Voor informatie zie onder St. Tussen Vecht en Eem            hieronder.
21 november    20.00 uur   Ledenavond in de Brassershoeve, Waterstraat 2.
          ‘Geologie in Huizen’. Een presentatie verzorgd door Kees Boerhout.
Voor de wandelingen en fietstochten s.v.p. aanmelden bij Jan Rebel via het e-mailadres Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefoon 035-5260580. Wij zijn heel dankbaar dat wij Bert in ons midden hebben mogen hebben en leven van harte mee met zijn gezin en overige familieleden in het gemis nu hij er niet meer is. 

VAN dE REdAcTiE
We beginnen deze Ratel met het ‘in memoriam’ voor Bert van Soest, onze vicevoorzitter, die op 16 augustus 2017 overleed. Als redactie zullen wij hem ook erg missen, we konden altijd een beroep op hem doen voor mooie foto’s als illustratie bij artikelen in de Ratel. 
De berichten van de Stichting Huizer Botters en de Stichting Tussen Vecht en Eem worden gevolgd door een lijstje van schenkingen in het tweede kwartaal van 2017. In de rubriek Van de Dialectwerkgroep vertelt Gerrit Jongerden in het Huizers over zijn ervaring met pannenkoeken eten in Friesland. In het derde deel van de Historie van de Boerenleenbank in Huizen besteden we ditmaal aandacht aan de eerste secretaris en kassier Dirk Dolman. 
Tijdens de herdenking op 4 mei heeft het Huizer 4-mei comité de laatste jaren een ‘gezicht’ gegeven aan mensen die op de plaquettes bij het monument op het Prins Bernhardplein genoemd worden. In de Ratel van mei mochten we het ‘gezicht van Gerrit Jan Rebel’ publiceren, nu het persoonlijke verhaal van Jakob Veerman en Henk Teeuwissen, welke eveneens op 4 mei 2017 werden voorgelezen.
De jeugdherinneringen van Gré van de KampJongerden zijn voorzien van veel prachtige foto’s. Hartelijk dank voor dit boeiende verhaal. 
Harmen Kos stuurde ons enkele aanvullingen op het verhaal over het Pand Kos in de Ratel van februari 2017, die niet meer in de Ratel van mei 2017 geplaatst konden worden. Hartelijk dank ook voor deze waardevolle bijdrage. 
Twee heel verschillende tekeningen van de Oude Kerk uit onze collectie vormen een fraai contrast. We sluiten af met een collage van advertenties uit gidsen die de Gemeente Huizen publiceerde in de jaren 1920 en 1930.
Veel leesplezier gewenst, 
Wendy van Noppen en Janny Stevens

STicHTiNg HUiZER BOTTERS  
Het havenfestival Huizen biedt op 16 september 2017 vanaf 10.00 uur tal van activiteiten in de Oude Haven van Huizen en het Nautisch Kwartier onder het thema “Veiligheid op en in het water”. Er zullen weer veel oude botters en andere historische schepen te bewonderen zijn, evenals 
STicHTiNg TUSSEN VEcHT EN EEM 
Thema-leergang Gooi-o-logie najaar 2017:
Burgers, Boeren en Buitenlui tussen Vecht & Eem
Het najaar van 2017 staat regionaal-historisch gezien in het teken van Boeren, Burgers en Buitenlui (het thema van de Open Monumentendag van 9 september), en van de Week van de Erfgooier (28 oktober - 3 november). Eeuwenlang werd het Gooi vormgegeven door de Erfgooiers. Met de modernisering van de regio vanaf ca. 1874 kwamen er heel andere bevolkingsgroepen wonen (ondernemers, arbeiders, middenstanders, sleepboten, de marine, reddingsboten, de tientallen botters waarmee tripjes gemaakt worden. Verder zijn er kinderspelen, een kunstmarkt, Shantykoren, oude ambachten en klederdrachten. Dit jaar is tevens het terrein van de rioolwater- zuivering van Waternet geopend. 
forenzen) en werd het Gooi ook een geliefd recreatiegebied, vooral voor Amsterdammers. Via interessante inleidingen bieden we inzicht in de socio-culturele en landschappelijke gevolgen van deze veranderingen. De leergang wordt aangeboden via de Volksuniversiteit Het Gooi.
Data: woensdagavonden: 1, 15 en 29 november 2017, van 19.30 tot uiterlijk 22.00 uur. Docenten: Anton Kos, Henk Michielse, Gerard Hoogendijk, Jaap Vlaanderen en Hetty Laverman. Excursie: 13 december: Avondbezoek aan het archief in Naarden, i.h.b. het erfgooiers-archief m.m.v. de archivaris Niels van Driel en Anton Kos.
Plaats De leergang vindt plaats in Infoschuur ‘t Gooi, Naarderweg 103 A, 1217 GL Hilversum (aan de weg tussen station Bussum-Zuid en station Hilversum Mediapark) Deelnemersbijdrage: € 60, inclusief (digitaal) lesmateriaal. Aanmelden via de website  www. volksuniversiteithetgooi.nl Uw betaling wordt geïnd via automatische incasso.


VAN dE diAlEcT wERkgROEp
klaas Schipper Nadere informatie kan gevraagd worden via mw. Hetty Laverman, tel. 06-23618314 of bij de Volksuniversiteit Het Gooi 035-5312939

Dee mol hem ik Gerrit Jongerden zoëvéër ëkregen dat-tie een stukkien ëschreven het in 't Huizer dialect. Want ik vijn wel dat t'r in ellëke ofl evering van “De Ratel” een aindjen dialect in mót staen. Nou is Gerrit nijt de man dee vurran staet  as 't óp verhalen ankómt. Wat dat betreft vijn ik Gerrit een bietjen te bedeesd. Mar dat is nerrëges vur nódig, want dee man is een echte werreld burrëger. Hij het letterlijk over de héële werreld ëzwurven. Hij het mijn daer welderies wat over verteld, dus ik wist dat-tie vuul had mieëmaakt. 
VAN dE diAlEcT wERkgROEp - VERVOlg
dagen laeter lag t'r toch een aindjen pampier in de bus mót een verhaal van Gerrit d'r óp. Ik zal pramberen óm nog meer stukkies bij Gerrit los te peuteren, want dee man het zoëvuul mieëmaakt in z'n leven, dat daer héël wat “Ratels” mie ëvuld kannen wurren. Hierónger 't stukkien van Gerrit. Vuul plezier d'r mie.       
            
     Klaas van IJs van Jaap en Jannemeut van IJzuk.

pANgkOOk ETEN iN FRiESlANgd iN 1962 - HiSTORiScH! Anëzien ik deur ómstangdigheden wainig tijd had óm een stukkien te schrijven docht ik, ik vraag Gerrit of tie nijt een stukkien wul schrijven over wat-tie allemol nijt mieëmaakt het in z'n leven. Nou, Gerrit had niks mieëmaakt. Mar een paar gerrit Jongerden
Is 1962 wel historisch? Nou, vur mijn wel en 't is echt ëbeurd. Hoo kwam ik in Frieslangd terecht? Dat gung zoë: ik werkten bij de Textielfabriek óp de haven. Dee hadden van een Duise verzekering een partij van een paar hongderd tón waterbeschadigde kunstzije-gaeres ëkocht óp strengen. D'r was een barre wateroverlast ëweest in de haven van Hamburg, too dee gaeres daer laggen te wachten óp verscheping. De Textielfabriek liet ze óphalen óm ze te laeten droëgen bij een gras-droëgerij in 't darpie Westergeest, nijt veer van Dokkum of. 't Was maert dus nog gien gras te droëgen. As 't dan ëdroëgd was, zou ëkeken wurren, wat nog vur verkoëp geschikt was. 't Wazzen verschaien soorten en mijn vul de eer te beurt óm daer te kijken wat nog bruikbaar was en wat nijt en d'r vur te zorgen dat de óngerschaien soorten ampart in balen ëperst wurden. Ik wurden  óngerëbrocht in hotel De Roskam in Buitenpost, een paar kilometer van Westergeest of. Andries van Maria van Lamb van Ed brocht m'n daer naer too want zelf had ik gien auto; 'k was pas twee-en-twijntig. Hij was too die tijd m'n chef en 'k bewaar enkelt mar goeëie herinneringen an Andries: 'n prettige, vrindelijke en wijze man. Afijn, vur we de boel in Westergeest gungen bekijken, gungen we eerst naer Buitenpost óm 'n happien te eten en te zien waar ik zou slaepen. Ervaring mót buiten de deur eten had ik héëlemol nijt, behalve dat ik mót m'n vrinden een keer in De Stad bij een Chinees ëweest was. Andries bestelden 'biefstuk van de haas'. Ik dee net asof ik dat oëk wel kenden mar 'k wist héël nijt wat dat was. Ik was altijd al gek óp 'n andjen knijnvlais as vader een knijn ëslacht had en docht dat 't wel zoë'n bietjen 't zelfde was mar dat was 't nijt! 'k Zal mar gien uitleg geven. Andries gung 's aauwus op 't darp an. Ik bleef een paar weken in Buitenpost/ Westergeest; zaeterdag gung ik mót 't spoor naer huis too óm dan maandag héël vroog weer óp Frieslangd an te gaen. Nou veun ik biefstuk van de haas mót spinazie en aerëpels best lekker dus ik vreug dat de volgende dag mar weer en de dag daeróp weer, enz.! Nae een weekie, denk ik, zai de ober, dat ik oëk best wat aarst móg kiezen mar ja, wat dan? Wist ik vuul wat dat allemol betekerden óp dee menukaert dus ik zai dat ik dee 'haas' zoë lekker veun en d r daeróm mar bij bleef. Nou, zia dee man, da's goeëd mar je zouwen bij vurbéëld oëk welderies pangkook kannen bestellen. Dat mót je dan 's marrëges vur je weggaenen ópgeven dan kan ik d'r rekering mie houwen. De man had al lang deur, dat ik de éënvoud in aigen persoën was en docht, dat ik pangkook wel zou kennen. Nou, dat was oëk zoë en een paar dagen veder docht ik, 'k mós toch mar ies pangkook pramberen en 'k zai dat teugen die man. 'Wat had u gedacht', vreug dee? Hij bedoelden meschien wat vur soort. Mar ik, dee enkelt mar éën soort pangkook van m'n moeder kenden, zai: 'nou, een stuk of vier, vijf'. De man vul ómtrent achterover van verbazing en zai, dat ik mar beter mót éën pangkook kón beginnen. Mar, zai ik, vier of vijf eet ik d'r altijd wel óp hoor. Of d'r in 1962 al pangkookrestaurants bestungen weet ik nijt mar een 'echte' pangkook had ik dus nog nooit ëzien. De man zai niks meer and wat ie ëdocht het weet ik nijt mar ómdat ik een vrij normaal vurkómmen had, wist ie nijt hoo die 't had. 's Aauwus kwam, zoë je begrijpen, de aap uit de mouwe en ómdat ik de héële dag óp m'n béënen ëstaen had en too nog een hëël andjen mós fietsen, hem ik 't vur mekaar ëkregen aarhallëve pangkook weg te werken mar too kón ik gien pap meer zeggen. 
Zoë leerden ik 'n lessien in Frieslangd!
      
HiSTORiE VAN dE BOERENlEENBANk iN HUiZEN (deel 3) 
Zoals in de Ratels van februari en mei 2017 al is gemeld, hebben de Historische Kring Huizen en het Huizer Museum recent een aantal zeer interessante schenkingen mogen ontvangen van de Rabobank Huizen. Het originele notulenboek van de vergaderingen van deze coöperatieve bank bevat de verslagen vanaf de Eerste Algemeene Vergadering op vrijdag 24 maart 1905, met de hand geschreven in het fraaie handschrift van de eerste secretaris D. Dolman. Wie was Dirk Dolman? Hieronder volgt informatie over zijn persoon.       
               Redactie

diRk dOlMAN  
Sandra Schotz-Bunschoten Gerrit van Jan van Goësen van Geb      juli 2017 Dirk Dolman werd geboren op 19-08-1863 in Loosdrecht als zoon van Dirk Dolman en Trijntje Hennipman. Op 9-6-1894 trouwt hij in Loosdrecht met Maria Susanna Engelberts (26-05-1855 - 0211-1924). Hij overleed in Huizen op 30-08-1926.
Dirk Dolman werd begraven op de Oude Begraaf-

dE BOERENlEENBANk iN HUiZEN iN dE HERiNNERiNg VAN TiJMEN kOS (1897-1973) Verder werkte hij mee aan verschillende 'corporaties van algemeen nut', zoals bij voorbeeld de Vereeniging Koninginnedag en de Advies-Commissie voor het Christelijke Fanfarecorps. 

In 1993 kreeg het Bestuur van de Historische Kring Huizen een drietal teksten van de hand van de heer T. Kos over de geschiedenis van Huizen en zijn persoonlijke herinneringen: 'Het dorp Huizen in vroeger tijden', ' Het boerenbedrijf in Huizen' en 'Familieverhalen, Ooitjen en Grôvader'. 
Tijmen Jacobz. Kos werd op 18 augustus 1897 geboren in Huizen en overleed op 16 december 1973 in Hilversum. Hij werd onderwijzer en was in 1922 verbonden aan de Eben-Haezerschool onder schoolhoofd K.L. Braber. Later was hij tot ongeveer 1960 hoofdonderwijzer van de Melanchtonschool in Amsterdam. Onderstaand gedeelte over de Boerenleenbank geeft een goed beeld van de eerste jaren van de bank in Huizen, de tijd waarin de heer Dolman kassier en secretaris van het bestuur was. 
Redactie.
OVERgENOMEN UiT HET BERicHTENBlAd VAN dE HiSTORiScHE kRiNg HUiZEN,  16E JAARgANg NR. 2, JUli 1995. 
BOERENlEENBANk
T.Kos
Bij de bevolking van Huizen was vroeger weinig geld in omloop. Daar het geldverkeer uiterst gering was, kon een handelsbank gemist worden. Bovendien had de gewone man een zeker wantrouwen tegen banken en bankiers. Smalend merkte Ooitjen (Grootmoeder) op: 'Bankier, bankroetier!'. En daarmee konden de bankiers het doen... Haar kabinet achtte zij nog altijd een veiliger bewaarplaats voor haar spaarcentjes. Ook Tijmen-om, de grootste landbouwer in die dagen, had het niet op banken begrepen. Hij had een kluis gemaakt in de kelder van zijn boerderij. De vloer van de kelder was geplaveid met tegels, de zogenaamde estriken. Eén van de estriken zat los en kon dus worden opgetild. Daaronder was de geheime bewaarplaats van zijn geld, dat uit louter muntstukken bestond. Tijmen-om sprak nooit over munten maar over duiten. Dat het geld daar renteloos was opgeborgen, deerde de man niet. Hij vond het veilig en sliep er gerust bij. Maar de meeste boeren hadden geen spaarduitjes ter beschikking. Zij leefden van de ene dag in de andere en voelden op gezette tijden hoe moeilijk het was om dwingende schulden, zoals pacht van hooiland, op tijd te betalen. Bij de verpachtingen moesten de pachters borgen stellen en de ene boer werd borg  voor de andere, maar beiden waren vaak niet kredietwaardig. Ook bij aankoop van vee, nodig om de melkproductie op peil te houden, ontbrak dikwijls het geld en moest er links en rechts geleend worden.
 
In Duitsland eerst en daarna in het oosten van ons land, kwamen aan het einde van de vorige (= 19e Red.) eeuw boerenleenbanken. De stichter van deze banken was een Duitse burgemeester, Raiffeisen geheten. Hij was burgemeester van een klein boerendorp. Naar hem werden dáár en ook hier te lande de banken Raiffeisenbanken genoemd. Het doel van deze banken was sociaal gericht. De banken kregen spaargelden van de bevolking en vergoedden hiervoor een lage rente. De verkregen gelden werden aan de boeren tegen een iets hogere rente uitgeleend. Van de bescheiden winst die de bank maakte werden de kantoor- en administratiekosten betaald. Het in Utrecht gevestigde hoofdkantoor hield toezicht op de dorpsbanken en verleende op zijn beurt kredieten aan de afzonderlijke banken, zodat een vlot geldverkeer gewaarborgd was.
 
Initiatiefnemers voor het oprichten van de Boerenleenbank in Huizen waren Anthonie Vos en Gerrit-Jan Rebel. Met veel moeite en overredingskracht gelukte het hun om de stichting van de bank in de beginjaren van deze (= 20e Red.) eeuw tot stand te brengen. Het waren mannen met doorzettingsvermogen, die een praktische kijk op het boerenbedrijf hadden. Dat bleek al bij de benoeming van een kassier van de nieuwe bank, nl. de onderwijzer Dirk 
    Dolman, wiens taak het zou zijn vorm te geven aan het nieuwe instituut. Dolman was zelf een boerenzoon uit Loosdrecht. Hij was een onderwijzer van formaat, een echte opvoeder van de jeugd en gezien bij oud en jong in ons dorp. Maar diep in zijn hart was nog een grote plaats overgebleven voor het boerenbedrijf. En na schooltijd kon je hem vaak vinden in de boerderij van de oude Gerrit-Jan Vos, waar zo veel 
hem herinnerde aan zijn eigen ouderlijk huis.
 
    In de bijkeuken van de onderwijzerswoning aan de tegenwoordige Lindenlaan, tegenover het nu verdwenen hotel Promenade, begon de Boerenleenbank de werkzaamheden. Op vrijdagavonden was het kantoor geopend en konden de spaarders en leners terecht. Jongens, die hier een spaarbankboekje hadden, brachten hun kwartje of gulden spaargeld en de kassier schreef het bij op hun boekje. Met zwierige halen schreef Dolman zijn handtekening in het boekje. En wij, jongens, verbaasden ons over die prachtige handtekening!
 
OVERgENOMEN UiT HET BERicHTENBlAd VAN dE HiSTORiScHE kRiNg HUiZEN  - VERVOlg Als de boeren een geldsom wilden lenen, moesten zij dit eerst aanvragen aan het Bestuur van de bank, dat op zijn beurt advies vroeg aan de Commissie van Bijstand, bestaande uit eenvoudige boeren die de kredietwaardigheid van de aanvrager konden beoordelen. Later verhuisde Dolman naar een nieuwgebouwd pand aan de Kerkstraat met een heus kantoor. De bank groeide uit tot een dorpsbank, waar ook middenstanders terecht konden. Toen de heer Dolman overleed, liet hij een bloeiend bedrijf na, dat hij met behulp van een wakker bestuur had opgebouwd. Voor de verdere uitbouw hebben zijn opvolgers gezorgd en na 70 jaar is de Boerenleenbank, nu Rabobank geheten, een machtige handelsbank geworden met fi lialen in onze gemeente. En dat alles is gegroeid uit een nietig begin. Van deze plaats nog eens hulde aan de mannen van het eerste uur: Anthonie Vos, Gerrit-Jan Rebel en Dirk Dolman.

HERdENkiNg Op 4 MEi 2017 (VERVOlg)     Einde citaat.

Tijdens de herdenking op 4 mei heeft het Huizer 4-mei comité de laatste jaren een 'gezicht' gegeven aan mensen die op de plaquettes bij het monument op het Prins Bernhardplein genoemd worden. In de Ratel van mei mochten we het 'gezicht van Gerrit Jan Rebel' publiceren, nu het persoonlijke verhaal van Jakob Veerman en Henk Teeuwissen, welke eveneens op 4 mei 2017 werden voorgelezen. 
      
Redactie. 'Gezicht' van Jakob Veerman
Op 4 mei 2017 voorgelezen door zijn kleindochter Annemarie Hagedoorn

Jakob Veerman is mijn opa. Ik ken hem alleen uit de overlevering. En ook mijn moeder heeft hem eigenlijk nooit gekend. Ze was 9 maanden oud toen haar vader op de eerste dag van de oorlog om het leven kwam. Hij was pas 34 jaar oud.  
Voor zover ik weet, leeft er niemand meer die mijn opa echt heeft gekend. Daarom is het best lastig om een persoonlijk verhaal over hem te vertellen. Iets wat ik hem van harte gun. Want als we de weinige verhalen aan elkaar rijgen, komt er toch een heel bijzonder persoon naar voren: een vrolijke man, die op feestjes op de tafel danste. Een man die leraar wilde worden; een jonge vader die trots achter de kinderwagen door het dorp liep, met daarin zijn jongste dochtertje, mijn moeder. Het moet een man zijn geweest die alles in het leven met hart en ziel deed.
We wisten allemaal dat mijn oma mijn opa altijd verschrikkelijk heeft gemist. De man van de foto op haar schoorsteenmantel. Maar praten erover deed ze weinig. Ze maakte er gewoon het beste van, het was niet anders. Z? knap als je je realiseert dat ze al op de eerste oorlogsdag alleen achterbleef met drie kleine kinderen.
Een paar dingen uit die tijd weten we zeker. Zo is mijn opa in augustus 1939 opgeroepen voor de grote mobilisatie. Hij wordt ingedeeld bij de Huzaren van het Depot Cavalerie. De paarden brigade. En hij wordt gelegerd in de Nieuwe Alexander Kazerne in Scheveningen.
Dan wordt het 10 mei 1940. In de vroege ochtend vallen Duitse troepen Nederland binnen. Een deel van hen gaat naar Den Haag om de drie vlieg-
HERdENkiNg Op 4 MEi 2017  - VERVOlg
velden in te nemen en de koninklijke familie gevangen te nemen. En om te voorkomen dat de Nederlandse soldaten uitrukken, gooit even na vier uur een Duitse bommenwerper een aantal bommen op zijn Kazerne in Scheveningen.
De gevolgen zijn verschrikkelijk. Naast tientallen gewonden, komen 65 soldaten om  het leven. Als de bommen vallen liggen ze te slapen op de hooizolders boven de paardenstallen. Ze hebben geen enkele kans.  Mijn opa is een van de slachtoffers. Waarschijnlijk heeft hij niet eens geweten dat het oorlog is.
 
Jaren na de oorlog komt mijn moeder een soldaat tegen die mijn opa in de kazerne had meegemaakt.  „Jakob was een gelovig man”, vertelde hij. „En als hij voor het slapen gaan wilde bidden, dan riep ie: ‘Koppen dicht, want IK WIL BIDDEN’. En hoewel we met 30 man op die zolder lagen, geloof me, dan was het stil doodstil. Zo’n man was het.”  
Mijn oma is 84 jaar geworden. Ze is nooit hertrouwd. Een lieve oma die heel veel moeite had met alle onrecht, oorlog en geweld in de wereld. Ondanks haar persoonlijk leed sprak ze nooit een kwaad woord over de Duitsers zelf. Zo had ze het vaak over een jonge Duitse soldaat die in de oorlog voor haar deur stond. Ze had medelijden met hem: „Die stakkerd is ver van huis, hij is er ook maar op uit gestuurd.” Sterk. Vergevingsgezind echt een voorbeeld. Nog steeds.

Een tijdje geleden kreeg ik van mijn moeder Susan Veerman-Koeman een doosje met herinneringen aan mijn oudoom Hendrik –roepnaam Henk- Teeuwissen. Er zaten foto’s in, een militaire identiteitspenning, een oorkonde waarmee hij postuum geëerd werd voor zijn inzet in de oorlog en nog wat dingen. De geschiedenis van mijn oudoom heeft mijn moeder en haar zussen altijd enorm geïntrigeerd. En dat is eigenlijk op mij overgegaan.
 
Oom Henk is in Huizen geboren in 1912 als zoon van Dirk Teeuwissen en Truitje Slokker. Hij heeft twee oudere zussen en onder zich nog een zus en broer. Vader Dirk is van boeren-komaf en verdient zijn geld met de verkoop van melk en kaas. Henk komt na de lagere school en 1 jaar Handelsavondschool ook in deze handel terecht. Maar dat bevalt hem niet. Hij droomt ervan om dominee te worden. Maar daar wil zijn vader niets van weten: ‘We hebben meer kinderen, die hebben niet gestudeerd, dus jij ook niet’.
 
Vier tantes van Henk hebben een winkel in kruidenierswaren in het dorp, zijn redelijk welgesteld en willen de studie voor Henk wel betalen. Want een dominee uit de familie op de kansel, dat zou toch mooi zijn. Helaas, …ook dat vinden opa en opoe niet goed. Misschien zijn ze bang dat Henk door de tantes ingepalmd zal worden en dat zij hem kwijt raken. Hoe dan ook, het gebeurt niet.
 
In 1931 is Henk gekeurd voor militaire dienst en wordt ‘gewoon soldaat’ bij de infanterie, waar in die tijd de basisopleiding een half jaar duurt. Weer thuis pakt hij zijn gewone leventje weer op en houdt dat vol tot eind november 1936. Dan vraagt hij nog eens aan zijn vader of hij theologie mag gaan studeren, maar weer krijgt hij nul op rekest. Hierna wil Henk meer van de wereld zien en overweegt een vrijwillig dienstverband in het leger. Zijn Huizer vrienden Jan Boerhout en Gert-Jan van den Born voelen ook wel voor zo’n 


Kaaphoornstroom 20, Tel. (035) 526 23 15
Beursweg 16, Tel. (035) 525 38 32
HUIZEN
Donderdag op de markt in Bussum, Wilhelminaplantsoen.
Zaterdag op de markt in Huizen, Oude Raadhuisplein.
Guido SterkJ u w e l i e r

Oude Raadhuisplein 3  -  Huizen

Accountancy 
Fiscale dienstverlening
HRM
Corporate Consultancy www.schuiteman.com    
avontuur en ze tekenen bij de Koloniale Reserve. Met de boot vertrekken ze gedrieën naar Java, waar Henk kanonnier 2e klasse wordt in Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, het KNIL.
 
Zijn contract loopt af in november 1941. Maar dan is het in Nederland allang oorlog en ook in Indië zijn de troepen van het KNIL in staat van paraatheid gebracht. Oom Henk is inmiddels Wachtmeester der Artillerie en in maart 1942 zit hij midden in de strijd met de Japanners. De batterij waar hij dient, is gelegen bij de Tjiater-pas, de toegang tot de hoogvlakte van Bandung.
 
De slag om de Tjiater-pas is het laatste gevecht van het KNIL in Indië en het luidt ook de val van Java in. Waarschijnlijk op 7 maart wordt oom Henk ’s ochtends wakker met een vreemd voorgevoel. Hij kleedt zich extra netjes aan en meldt zijn makkers: ‘Jongens, dit is mijn laatste dag. Ik ben er straks niet meer.’ Hij gaat naar zijn kanon, komt even achter de beschutting tevoorschijn en de eerste kogel van de Japanners van die dag treft hem vol in de borst.
 
UiT HET lEVENSVERHAAl VAN gRÉ VAN dE kAMp-JONgERdEN Na de oorlog bezoeken zijn dienstmakkers mijn overgrootouders. Zij vertellen dat Henk niet op slag dood is maar nog twee dagen heeft geleefd. Zijn laatste woorden zijn een Bijbelcitaat: ‘Dood waar is uw prikkel?  Hel waar is uw overwinning?’ Zo sterft op 9 maart 1942 ver van huis een diepgelovig man nog maar 29 jaar jong. Oom Henk ligt begraven op het ereveld Pandu in Bandung op West-Java.

 (29 mei 1927)
Dochter van Jan Jongerden, geboren op 29 november 1895 (overleden 4 januari 1977) en Jannetje van der Poel, geboren 5 oktober 1895 (overleden 26 maart 1991). Ik ben de oudste van de vijf kinderen Jongerden, hier op een foto van enkele jaren geleden:

van rechts naar links:
Gré van de Kamp-Jongerden  van 29 mei 1927
Elbert Jongerden van 30 mei 1929
Goos Jongerden van 13 augustus 1930
Greetje Verwelius-Jongerden  van 27 november 1932 Gerrit Jongerden van 17 april 1939.
 
Ik werd Geertje genoemd naar vaders moeder die op 31 maart 1925 op 59-jarige leeftijd overleed. Nu ik dit zeg in augustus 2017 leven we alle vijf nog. Moeder had tussen mij en Elbert een miskraam van een tweeling. Ik weet het wel maar er werd nooit over gesproken.
De grootouders van mijn vaders kant waren: Gosen Jongerden, geboren op 29 augustus 1867 en overleden 31 maart 1957. En: Geertje Veerman, geboren 28 oktober 1866 en overleden 31 maart 1925. Inderdaad, op dezelfde dag, zij het met 32 jaar verschil.
 
In dat gezin Jongerden werden 12 kinderen geboren en hierbij een kopie van een bladzij uit hun trouwboekje waaruit blijkt dat drie jongetjes overleden vóór ze de leeftijd van 1 jaar hadden bereikt. Och, zegt men wel eens, dat kwam vroeger

in vrijwel elk gezin voor. Het zij zo, maar het leed was toch onbeschrijfelijk. De oudste foto van opa Jongerden is van 1908/1909 voor een schelf tenen bij zijn mandenmakerij. Hij had namelijk een mandenmakerij. De volwassen staande man is Gosen van Geb, de naam waaronder hij in 't dorp bekend was. De jongen van 12 à 13 jaar, staande tweede van links met de hand aan de broek, is vader Jan Jongerden. Hij was toen 'sneujooëntjen' - snoeijongen, leerjongen in een mandemakerij - bij z'n vader. De kleine jongen naast hem is Gijsbert Honing. Bijnaam Gijs Poppie, bijnaam die hij van z'n vader Dirk erfde. Bij ons thuis werden geen bijnamen/scheldnamen gebruikt. Als ze niet beledigend zijn of op lichaamsgebreken duiden, zal ik ze misschien wel noemen. Ik schrijf ook niet in 't Huizers, op een enkel woord na dan. Zo gebruik ik voor 'tante' het Huizer woord 'meutje' want tante schrijven als het om een meutje gaat, gaat te ver! De twee jongens die hier broederlijk naast elkaar staan, werden later zwagers want ze trouwden allebei een dochter van Geertje van Elbert. Zelf hadden we geen bijnaam, noch van vaders kant noch van moeders kant. Opoe Jongerden was ergens nog een Fréët maar de kinderen kregen die naam niet mee en ik ben nog nooit een Fréët genoemd. Wij kenden dus de bijnamen/scheldnamen niet of nauwelijks. Naast ons woonde b.v. Jan Honing, bijgenaamd Jan Loef. Hij woonde bij z'n dochter Gerre in en omdat hij (weduwnaar) op leeftijd was 
                 weeg. Zo rond 1930 was het ook met opa's mandenmakerij vrijwel afgelopen, al bleef hij nog een aantal jaren nog zo'n beetje alleen bezig. Toen de mandenmakerij defi nitief tot het verleden behoorde, bleef het huis met bijbehorende grote schuur nog lang in het bezit van de vroegere mandenmakers; opa bezat het hele zaakje niet alleen. Opa hield er vele jaren nog wat kippen, konijnen en duiven. Zodoende liep hij dagelijks twee keer heen en weer van Elleboogstraat 1 naar Visserstraat 27 om die te verzorgen. Dat duurde tot begin vijftiger jaren. 
De laatste jaren waren er zorgen om die wandelingen want hij moest vier keer de Havenstraat oversteken waar toen al aardig wat (tweerichtings-)verkeer was terwijl opa steeds slechter zag. Hij gaf dat echter niet toe. Er werd gezegd dat hij de hem bezoekende kinderen/kleinkinderen de laatste jaren herkende aan de stem. Op de Elleboogstraat woonde hij met de twee dochters die ongehuwd zijn gebleven: meutje Grietje en meutje Geertje. Een anekdote: opa was altijd getuige bij huwelijken van kleinkinderen en zo ook toen ik in november 1954 trouwde. Bij het tekenen van de trouwakte zetten de vaders en moeders van beide kanten allemaal hun bril op maar opa deed dat niet. Had hij wel een bril? Bode Kees Visser, een oom van ons van 
meutje Anne (1893). Zij was in haar eerste jaren  Opa met dochters Gerritje (r) en Geertje (l)
Nog een foto van opa op ca. 70-jarige leeftijd met dochters Gerritje en Geertje. Ook een foto van opoe Jongerden. Wij hebben haar natuurlijk niet gekend omdat ze in 1925 overleed maar ook moeder heeft haar niet gekend omdat ze pas in de zomer van 1925 verkering kregen. 
Over de grootouders van moeders kant zal ik niet veel vertellen omdat dat via een ander familielid van moeders kant (hopelijk!) nog wel eens aan de orde komt. De grootouders van die kant waren: Elbert van der Poel, geboren 2 december 1868, overleden 12 januari 1951. Geertje Heinen,  geboren 29 maart 1870, overleden 3 januari 1954. In het gezin Van der Poel werden negen kinderen geboren en er waren geen sterfgevallen van zuigelingen zoals in het gezin van vader. Moeder was de derde in de rij na ome Jan (1892) en netje is geen blijvertje. Echter, ze is er overheen gegroeid en van alle kinderen met bijna 95 ½ jaar het oudst geworden! Hierbij een soort statiefoto van opa en opoe Van der Poel op ca. 50-jarige leeftijd.

In april 1902, toen moeder zes jaar was, ging ze naar school. Andere oudere kinderen kwamen haar halen met de mededeling aan opoe dat Jannetje naar school moest omdat ze andere kinderen van die leeftijd ook al zagen gaan. Jannetje stond juist in de keuken op een stoof de vaten te wassen en zo raakt opoe deze hulp in de huishouding kwijt. Foto's van een heel jonge moeder hebben we niet. Wel was ze ooit eens model voor een schilder in Laren samen met meutje Jans, waarschijnlijk rond 1905 maar dat schilderij hebben we nooit gezien. In Blaricum was ze een poos zoiets als 'hoofd van de huishouding' in een grote villa iets voorbij het Huizerhoogt. Dat was 't Witzand met wat bijgebouwen. De villa is verbrand; een straatje met die naam bestaat nog. Het was een sanatorium geweest en gekocht door een Amsterdammer, eigenaar van een fabriek van bleekwater en ze waren verbluffend rijk. Ze had het er nog regel-

  matig over maar toch is ze daar weggegaan en heeft later vooral in Bussum gewerkt. De oudste foto die we van haar hebben is er een waarop ze bij een spinnewiel zit en mogelijk 16 à 17 jaar is. In Bussum werkte ze o.a. bij een familie Evers en meneer Evers had als hobby fotografi e. Zodoende is er zelfs een foto van de huwelijksdag: 25 juli 1926 vóór woning A 276, nu Koningin Julianastraat 58. De huisnummers van de wijken A, B etc. waren toen al vervangen door straten, maar dit is het bewijs dat ze in de Julianastraat nog niet zo ver waren. Vader en moeder waren beiden al 30 jaar toen ze trouwden maar ze hadden allebei eerder een 'verloofde' (dat woord was toen in Huizen nog niet in zwang) verloren aan tbc. Ook dat was 'normaal' in die tijd.


Moeder ca. 1912    Trouwfoto van vader en moeder

Aan zee, vader 2e van links

Een foto uit het begin van de vorige eeuw aan zee met 14 kinderen. Staande helemaal links is vader. Foto genomen door een toerist die dus toen hier ook wel kwamen. Folklore genoeg maar Volendam of Marken zijn we niet geworden. Een wel bekende kaart uit 1906/1907 'Aanvoer van bot'. Niet algemeen bekend is, dat de kleine jongen die uiterst links staat, mijn vader Jan Jongerden is. Ze woonden op de haven. Wat moest vader doen toen de mandenmakerij op z'n einde liep? Tientallen mandenmakers in Huizen waren binnen enkele jaren hun werk kwijt om van andere beroepen maar niet te spreken. Hij deed van alles. Een foto op een boot van eind jaren twintig. Losten ze een turfschip?

Zittend helemaal links achteraan Geb Jongerden, vaders enige broer en daarnaast vader. Zittend 
rechts vooraan met kom in de linkerhand is Arie van Stein, vooral bekend als jager
Vader heeft nog een blauwe maandag als kaasventer in Duitsland gewerkt. Dat was in 1929. Waarschijnlijk om 'iets' te krijgen waarmee de de grens over kon, werd hij lid van 'De Maastrichtse Kettinggangers'. Hierbij een kopie van vóór- en achterkant van de Carte d'Identité. De handelsgeest van Lambert Westland, de grondlegger van het Westland-kaas-imperium, ontbrak echter bij vader. Dit hoewel 'Lampie van meutje Lammertjen' een volle neef van hem was. Het venten was dus geen succes. Hij werkte ook nog bij de werkverschaffi ng en een groot deel van de oorlog bij de gemeente als torenwachter. Na de oorlog een korte periode bij de gasfabriek. 
Hier een vrij unieke foto van die gasfabriek. In het boek 'De visserij in Huizen' van Drs. A.E. van der Hulst staat op pagina 11 zo ongeveer als een gotspe over de toestand in Huizen rond 1930 over de zondagsrust: 'Men ging soms zelfs zo ver ont-

slag te nemen bij een bedrijf omdat men daar op zondag zou moeten gaan werken!' Nu, we hoeven niet ver te zoeken om er een voorbeeld van te vinden want vader nam om die reden ontslag bij de gasfabriek. Hij werkte daarna tot z'n 65-ste bij de Textielfabriek. 
Hij was op meer gebieden principieel. Toen hij nog geen 20 jaar was, had hij al veel ellende gezien die drankmisbruik te weeg bracht. Ook Gosen van Geb, hoewel geen notoire dronkaard, lustte zijn 'slukkie' wel. 
Vader zei: 'ik begon het ook al lekker te vinden maar heb toen besloten er defi nitief mee te stoppen en werd lid van een vereniging tegen drankmisbruik.' Eind jaren dertig werd die vereniging hier echter weer opgeheven bij gebrek aan leden (!). Vader was penningmeester en had op dat moment nog fl . 12,00 in kas. Hij bewaarde dat op een speciale bankrekening en toen er in de jaren vijftig hier weer een dergelijke vereniging werd opgericht, gaf hij het geld terug en dat was door rente opgelopen tot ruim fl . 30,00. Tekenend voor Jan van Gosen.
 
Hoe verging het mij in mijn jeugd in een doorsnee orthodox Huizer gezin? Ik ben geboren in het stukje Visserstraat dat nu Vletstraat heet. Welk huis weet ik niet. We verhuisden al gauw naar Veldweg 7, naast Eerste Woningbouwstraat 31. Een huis van de Woningbouwvereniging dus. Wat de huur toen was weet ik niet maar hierbij een wat onduidelijk bewijs van betaling toen de weekhuur fl . 3,55 was! Mijn eerste herinnering was de kleuterschool aan de Schoolstraat. Ik vond het vreselijk en voelde me opgesloten. Het ergste was dat mijn vriendin Beppie Grolle uit de Eerste Woningbouw-
straat, met wie ik altijd speelde, niet op de kleuterschool zat. Zij was een nakomertje en haar moeder hield haar thuis. Ik stond bij het hek van de school op de speelplaats en Beppie stond buiten, aan de andere kant. Zo hadden we contact.
Huizen had in 1927 nog geen 8.000 inwoners. Met de komende afsluiting van de Zuiderzee was het een erg onzekere tijd. Ik herinner me van de mandenmakerij dat het daar een vieze boel was. Schoongemaakt werd er nooit en de vloer was er uitgehaald. De mandenmakers zaten op een iets schuin naar voren afl opende plank van ca. 1 meter breed en 2 meter lang. Die lagen gewoon in het zand. Er hing ook een ondefi nieerbare vreemde lucht. Al met al geen prettige herinnering aan de mandenmakerij. De grote schuur naast 't huis was mogelijk vooral voor opslag van gemaakte manden. Naast de schuur was het 'teejegat' (tenengat) van ca. 2½ bij 3½ meter, gemetseld en ca. 2 meter diep, voor een groot deel met water gevuld. De wilgentenen die meestal uit het gebied van de grote rivieren kwamen, lagen daar ongeveer twee weken te weken, onder water gehouden door zware keien. Dan waren ze geschikt om manden te vlechten. Als kind moest je uit de buurt blijven want als er geen of weinig tenen in lagen, maar er wel water in stond, kon je verdrinken als je erin viel. De eerste foto van mij is gemaakt achter Elleboogstraat 1, waar opa Jongerden woonde. In kleur zelfs. Er was een familielid die foto's maakte en in 
Hilversum werden ze inge-
kleurd. De klederdracht droeg ik tot en met mijn vijfde jaar. Het zat wat strak en voelde onprettig. Ik was blij dat ik er vanaf was. 
Toen ik 6 jaar was ging ik naar school. De Prinses Julianaschool aan de Driftweg. In de eerste klas had ik juffrouw Nijland, een lief mens. Juffrouw Van Deventer was van de tweede klas, soms ook van de derde klas of een deel ervan. Ik denk dat ze beter een ander beroep had kunnen kiezen want over haar functioneren als schooljuffrouw heb ik van niemand ooit iets positiefs gehoord. Ik had als kind en nog veel later regelmatig een oorontsteking. Toen ik daardoor weer eens enige tijd niet op school was geweest, was ik zeker wat achter geraakt en tijdens de les had ik een of ander streepje niet goed gezet en moest nablijven. Ik deed het nog niet goed en juffrouw Van Deventer was niet tevreden en ik kreeg een fl inke draai om m'n oren. Dit op mijn ontstoken oor en zelfs zo hard, dat er weer 'vuil' uit kwam. Het deed vreselijk zeer. Ik heb er thuis niets over gezegd en dat spijt me nu, 80 jaar later, nog steeds! Pas veel later hoorde ik dat juffrouw Van Deventer ook goede kanten had. Ze heeft arme mensen fi nancieel bijgestaan. In de oorlog was ze een belangrijke pion in het Huizer verzet zoals ik las in de boeken 'Huizen in Verdrukking en Verzet 1940-1945' van Jady Snel. Na juffrouw Van Deventer kwam meester Pot, een lieve man. Tot slot meester Vos. Toen moest ik van school af, ik was nog 13. Meester Vos is nog bij ons thuis geweest om over verder leren te praten maar daar was geen sprake van en ik moest aan het werk. Dat kon gewoon niet anders.
Ik werkte aanvankelijk als hulp in de huishouding bij Joodse mensen in Bussum op de Tesselschadelaan. Eens at ik m'n sneetje brood op dat ik van huis had meegekregen met wat worst er op. Een familielid die op bezoek was, dacht dat het varkensworst was en, menend dat ik ook Joods was, werd ze kwaad. 'Wat eet jij daar?', zei ze bestraffend. Omdat ik geen Jood was, mocht het toch. Het was oorlog en al gauw moest ik er weg want van de Duitsers mochten bij Joodse mensen alleen Joden werken. De hele familie ging naar Amsterdam, daar werden de Joden uit de omgeving bij elkaar gebracht. Ik kreeg wat boeken mee om ze te bewaren tot ze terug kwamen. Ik heb ze 31 jaar bewaard en toen weggedaan. Natuurlijk dacht ik, dat ze omgebracht waren maar tot mijn stomme verbazing en vreugde hoorde ik enkele jaren geleden dat ze onderdoken en de oorlog overleefden. Zonder het te weten, kwam ik in Huizen bij NSB-ers te werken. Toen ik dat door had, ben ik meteen weggegaan. Vader was - zoals gezegd - in de oorlog torenwachter op de toren van de Oude Kerk, z'n broer Geb ook. Ze moesten eventuele vreemde voorvallen in 't dorp bij de politie melden. Ook moesten ze overkomende vliegtuigen tellen.
 
De kerk en het geloof speelden een grote rol bij ons thuis. De Oude Kerk misschien wel in 't bijzonder. We werden er alle vijf gedoopt, kregen er catechisatie en legden er alle vijf belijdenis van het geloof af. Drie van ons trouwden er ook en de andere twee in de Nieuwe Kerk. Op het leven van mensen van mijn leeftijd heeft de oorlog onmiskenbaar een stempel gedrukt. Er is al heel veel over geschreven maar ieders verhaal is weer anders. In januari 1945 werden tientallen kinderen uit Huizen naar Drenthe gebracht om daar wat bij te komen van de ellende en het gebrek aan eten hier. Je moest een bepaald gewicht (niet) hebben en de leeftijd - meen ik - tussen 7 en 14 jaar. Daarbij onze Goos en Greetje. Moeder en ik brachten ze weg in 't donker. Ze gingen op een vrachtwagen zonder verlichting op weg. Wat ze daar allemaal beleefden hoort u mogelijk nog wel eens. Na 4 maanden werden ze door vader en neef Harmen opgehaald op fi etsen zonder luchtbanden. Twee dagen heen en twee dagen terug. 
Het moment van de bevrijding vergeet ik natuurlijk nooit meer. Vanuit de Veldweg keek ik de Eerste Woningbouwstraat in en zag allemaal vlaggen. Ik durfde het dorp niet in want ik had weer een oorontsteking.
 
Het was 1946. Ik had een vriendin en we gingen altijd samen op stap. 't Stappen was toen wel iets anders dan tegenwoordig! Op een keer kon ze niet en ik ging toen maar alleen op stap. Hoewel ik al 17 jaar was, zei ik dat thuis toch maar niet. Ik liep richting Blaricum. Een jongen riep: 'Hier heb ik een goeie man voor je'. Het was een groepje jongens uit Eemnes en 'de goeie man' was Kees van de Kamp. Inderdaad kregen we verkering! Na een jaar verkering moest hij naar Indië om pas in april 1950 terug te komen, bijna drie jaar later. Van de brieven over en weer, zou je een hele grote stapel kunnen maken. Ik heb wel eens gehoord, dat 't merendeel van de verkeringen uitraakte als de jongens in Indië waren. Kees z'n vader was varkenshandelaar en had een auto. Op de dag dat de boot uit Indië bij de sluizen van IJmuiden werd verwacht, gingen we daar met de auto naar toe. Hoe moest Kees mij nu herkennen in de ongetwijfeld vele honderden mensen die op de kade stonden? Het idee: moeder liep uiteraard in Huizer kleren en ik zette een witte muts van moeder op en dat werkte prima! In 1954 trouwden we en in 1998 overleed Kees.
 
Tenslotte wil ik nog graag laten weten dat, hoewel er van vaders en van moeders kant negen kinderen waren, waarvan 16 getrouwd, er nooit familieruzie is geweest. Ze waren simpelweg allen erg op elkaar gesteld, om het zwak uit te drukken. Een geweldige familie.
 Gré van de Kamp-Jongerden  augustus 2017
Twee heel verschillende tekeningen van de Oude kerk in Huizen
J.C. Greive (1837-1891) was een Amsterdamse kunstschilder, illustrator en grafi cus. Zijn tekening Het dorp Huizen is van 1864. (Mededeelingen van het Museum voor het Gooi en Omstreken, 1943.)
Aanvullingen op het verhaal over het pand kos B. (Bob) Brobbel (1945) maakte deze ingekleurde litho De Nederlands Hervormde Kerk (Oude Kerk), Kerkstraat, Huizen ruim een eeuw later. (Collectie Historische Kring Huizen.)

(de Ratel van februari 2017, blz. 9 - 12)
Volgens het document over de Historie van Twee Huizer Panden: 'Kos' en 'Koperslager' was er na het overlijden van het kinderloze echtpaar Dirk Klaasz. Hage en Hillegonda Deetman een grote boedelscheiding. Het echtpaar was namelijk eigenaar van verschillende goederen, waaronder het zogenaamde Pand Kos. Er ontstond toen een grote wisseling van eigenaren en huurders, waar verschillende families bij betrokken waren.
 
Pieter Janz. Boor (1805-1870) visventer en grutter, gehuwd met Lijsje Hendriks Kos (1817-1865) koopt het zogenaamde pand Kos in 1861. Hun adres was toen Achterbaan 72. Lijsje Kos was een dochter van Hendrik Jacobz. Kos (1788-1850) en Neeltje Dirks Gooijer (1787-1849). Pieter Boor en Lijsje Kos waren kinderloos. Hierdoor kwam het pand door vererving in de familie Kos. Tussentijds is het pand nog bewoond geweest door Maria Anna (Mie) Rebel (1825-1895) de moeder van: Jacob Lambertz. Kos (1867-!929), grutter (alias: Jaap van Mie), gehuwd met Aartje Jacobs Vos, (1870 -1944), dochter van Jacob Aartz. Vos en Hendrikje Dirkse Visser. Het woonadres van famile Kos was toen: Sektie C 237 (Kerkstraat). Deze Jacob Kos stond in 1913 met telefoonnummer 15 in het Telefoonboek van Huizen. Er stonden toen totaal 19 nummers in dit boek! Door mij gelezen in het Telefoonmuseum te Leeuwarden. Dit kleine museum is in het centrum van Leeuwarden. Een zoon van Jacob Lambertz. Kos: 
Jacob Jacobz. Kos (1894 -1980), grutter, handelaar in bakkersmeel,(alias: Jaap de grutter), gehuwd met Annetje Kerkmeester, nam het bedrijf van zijn vader over en heeft dit samen met zijn broer Dirk voortgezet. Zijn enige zoon Jacob (Jaap) Jacobz. Kos (1931-2002), werkte een aantal jaren bij zijn vader, maar begon later een winkel in meelproducten en dierenvoeding.
Jacob Lambertz. Kos, was een broer van Hendrik Lambertz. Kos (1860 -1947), grutter, (alias: Hein de Grutter). Zijn woonadres was: Hellingstraat hoek Visserstraat. Dit huis is gebouwd door: Wijgert Kooij.
Hendrik en Jacob Kos, waren zoons van: Lambert Hendrikz. Kos (1825 – 1877), visser, later Beurtschipper op Amsterdam, gehuwd met Maria (Mie) Anna Rebel (1825-1895).
Hun woonadres was: Sektie C 233, nu Havenstraat – Melkweg – Langestraat, later het Expeditiebedrijf Vos.
De boerderij, meelmalerij met rosmolen, het zogenaamde Pand Kos is ongeveer 100 jaar bewoond geweesd, door een opvolgende famile Kos. 
 
 Harmen Kos
 
Opmerking: De vrouw van Jaap Kos (1931-2002) is om privacy reden niet vermeld, zij leeft nog!