DE RATEL GAET     Met dit septembernummer van de Ratel start een nieuw, bijzonder seizoen voor onze vereniging. Bijna dertig jaar geleden werd de Historische Kring Huizen namelijk opgericht en aan dit jubileum willen we op 19 september tijdens de Huizer Botterdag op zaterdag 19 september a.s. aandacht besteden. Graag nodigen wij die dag alle leden uit bij onze kraam bij de Oude Haven langs te komen. Verderop in dit blad vindt u enkele historische gegevens uit het eerste begin van de Kring.
September is normaal al een drukke maand, maar dit jaar is het dubbelop. Te beginnen met de Huizer Dag/Open Monumentendag en de beklimming van de toren van de Oude Kerk - de Klederdrachtgroep zal in de kerk aanwezig zijn. En een paar dagen later al, op dinsdag 15 september, gaat de groep op uitnodiging van de provincie Noord-Holland samen met de Klepperman van Elleven uit Laren naar Den Haag voor Prinsjesdag! Een eervolle uitnodiging en een bijzondere gelegenheid om Huizen te vertegenwoordigen. De week wordt op zaterdag 19 september besloten met de Huizer Botterdag in en om de Oude Haven. Naast tal van botteractiviteiten zullen ruim 100 leden van klederdrachtgroepen uit plaatsen rond de Zuiderzee onze gast zijn en presentaties verzorgen op twee podia, één bij de Botterwerf en één bij de Haven van Huizen.
Op 26 september gaat de Klederdrachtgroep nog naar Rijssen. Met presentaties in juli en augustus in Spakenburg, Schagen, Barneveld (twee dagen tijdens de vierdaagse beurs 'Naar Buiten', de andere twee dagen nam Nunspeet voor zijn rekening) en een openluchtmuseum in Warffum kijken we terug op een drukke tijd van succesvolle presentaties en goede contacten met allerlei groepen in het land. Het is dan ook goed om 19 september zoveel van hen in Huizen terug te zien.
Dan wijs ik graag op de deelname van onze Huizer botter HZ 108 aan de feestelijkheden ter gelegenheid van 400 jaar betrekkingen met New York. Verderop in dit blad vindt u een samenvatting van het programma waar schippers Andries Honing en Martin Kerkhof met hun bemanning aan meedoen. Alle activiteiten zijn op internet te volgen.
Onze eerstvolgende ledenavond is op 24 november a.s. in de Boerderij en zal gaan over P.C. Hooft, baljuw van het Gooi, dichter en beroemd bewoner van het Muiderslot.
Graag tot ziens bij deze activiteiten. Met vriendelijke groeten namens het bestuur,
B.J. van Geenen, voorzitter

12 september 2009 Huizer Dag en Open Monumentendag 19 september 2009 Botterdag met aandacht voor het 30-jarig bestaan van de Historische Kring Huizen 24 november 2009 400 jaar P.C. Hooft, dichter en baljuw van het Gooi,
Freek Schlingmann houdt een voordracht met dia's getiteld: "De grote verschillen tussen de steden en dorpen in 't Gooi en Vechtstreek hebben het Hooft erg moeilijk gemaakt". In de Boerderij, Hellingstraat 9. 26 januari 2010 Pilgrimfathers uit Engeland naar Nederland en later naar Amerika 18 mei 2010 Jaarvergadering.     DE RATEL / SEPTEMBER 2009    3
nVAN DE REDACTIE Deze keer een nummer vol afwisseling. De Dialectwerkgroep komt met een onbekend verhaal in het Huizers van Henk Rebel, mw. Lies Schaap en haar broer Dick Schaap doken in het verleden naar aanleiding van straatnamen, Janny Rebel, Willemien van Wessel en Metha van der Hulst legden in verslag en foto's de jaarlijkse excursie van de Kring vast, (ditmaal naar Amsterdam), en Harmen Kos gaat verder met zijn Gooise geschiedenis. Met herinneringen aan de oprichting van de Historische Kring Huizen in 1979, informatie over de deelname van de Huizer botter HZ 108 aan de feestelijkheden in New York (1609 — 2009), en een kleine puzzel is deze Ratel weer vol.
    Veel leesplezier gewenst.    Wendy van Noppen
P&HISTORISCHE KRING HUIZEN BESTAAT 30 JAAR Op 9 juni 1979 hield de Stichting Tussen Vecht en Eem opnieuw een 'open jaardag' in Huizen met een programma van lezingen, een historische wandeling, een tentoonstelling in het oude gemeentehuis, enz. Sinds de oprichting van TVE in 1970, werd de jaarvergadering van TVE namelijk gebruikt om telkens één van de Gooise gemeenten in het bijzonder te belichten. In Huizen was dat het geval geweest in 1974 en nu dan in 1979. TVE hield tevens een enquête onder de bezoekers om de belangstelling te peilen voor een historische kring. Al diegenen die zich aangemeld hadden werden uitgenodigd voor een bijeenkomst. Al op 18 juni 1979 kwamen een dertigtal mensen in de Boerderij bij elkaar en gaven 21 personen zich op als serieuze belangstellenden om onder auspiciën van TVE een Huizer Historische Kring te starten - zie pagina 5, een waarlijk historisch document! Uiteindelijk vond op 8 oktober 1979 de oprichting plaats — zie het verslag van die bijeenkomst op pagina 6, ook een echt historisch document!
Dertig jaar is een hele tijd en het is goed om stil te staan bij wat er bereikt is, en wat in de toekomst kan gebeuren om het verleden op een goede manier in ere te houden.
Wendy van Noppen
DE RATEL/ SEPTEMBER 2009


Huizen, 15 oktober, 1979.
HISTORISCHE KRING HUIZEN
Geachte belangstellende .
De oprichting van de Historische Kring Huizen werd op 8 oktober jl . een feit.
Ols voorlopig Dagel ijks Bestuur werd benoemd:
    C.O. Lindhout    - Voorzitter, voor een periode van 1 jaar
    H. Vos    Penningmeester
    Mevr. G. E. v. Noppen    - 1e sekretaresse
    Mevr. C. Brouwer    - 2e sekretaresse
Sekretariaatsadres: Mevr. C. Brouwer, Want 37, 1276 HC Huizen, tel . 56151.
Ter ondersteuning van het Dagel ijks Bestuur werd benoemd een Algemeen Bestuur, bestaande uit: De HH. F. Majoor, M. P. Rooth, Mej. G. E.E. v. Noppen, Mevr. Mr. J.M.I. Koster, Mevr. T. Rooth
In de twee helft van januari 1980 zal een kennismakingsbijeenkomst worden georganiseerd, gecombineerd met een lezing. T.z.t. • zult U daarvoor een uitnodiging ontvangen.
Gezien Uw belangstelling hebben wij U zonder tegenbericht voorlopig als lid genoteerd. De feitelijke inschrijving zal op de kennismakingsbijeenkomst geschieden.
Om alvast een begin te maken met de registratie en bibiografie van Huizen, zou het Bestuur het op prijs stellen indien U ons nu reeds een opgave zou willen verstrekken van de in Uw bezit zijnde boeken en andere geschriften over Huizen en andere zaken als b.v. verzamel_ing oude ansichtkaarten e.d. die van belang zijn voor de historie van Huizen (gaarne met vemelding van schrijver, titel boek, hoofdstukken en blz. numers) . Uw reakties gaarne aan het sekretariaat.
Mocht U het Bestuur met raad en daad terzijde willen staan: gaarne even een telefoontje naar Mevr. Brouwer.
Wanneer -U in Uw kennissen- of vriendenkring belangstellenden voor onze vereniging hebt, kunnen zij zich opgeven aan het sekretariaat. Zij ontvangen dan
t.z.t. ook een uitnodiging voor de kennismakingsbijeenkomst.
Tot ziens op de kenni smakingsbijeenkomst .
Namens de Historische Kring Huizen
    C     t, voorzitter.

   VRIENDSCHAP HOLLAND-AMERIKA 1609 - 2009 bOTTER HZ 108, JANUS KOK, NAAR NEW YORK OOAAR 
Dit jaar wordt gevierd dat in16()9 de Engelsman Henry Hudson, in opdracht van de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), op zoek ging naar een kortere route naar Azië. Met het schip 'de Halve Maen' vertrok hij in april 1609 vanuit Amsterdam. Via de baai van Delaware en de kust van New Jersey stuitte hij op de rivier die nu zijn naam draagt, en kwam, onbedoeld, in september op het eiland 'Manna Hatta' aan. Op dit eiland werd vervolgens een Nederlandse handelspost gesticht: 'Nieuw Amsterdam'. Dergelijke handelsposten leidden uiteindelijk tot de stichting van de kolonie 'Nieuw Nederland' in 1624. Nieuw Nederland strekte zich uit van wat we nu kennen als Albany en New York in het noorden, Delaware in het zuiden, tot Connecticut in het oosten: een enorm groot gebied dat, in de huidige situatie, vijf Amerikaanse Staten omvat.
In het herdenkingsprogramma heeft een vloot van traditionele schepen, waaronder onze eigen HZ 108 een belangrijke rol. Half augustus worden de deelnemende schepen in Harlingen aan boord geladen van een zeeschip en 30 of 31 augustus in New York verwacht. Op 8 september verzamelen alle schepen zich om naar Governors Island te varen. Op 11 september volgt een zeilwedstrijd rondom het Vrijheidsbeeld en Governors Island samen met Amerikaanse replica's. Aan de wal zijn talloze evenementen over de relatie tussen Nederland en de USA en de geschiedenis van Nieuw Amsterdam/New York, waaronder op 13 september vindt admiraalzeilen plaats, waarbij Prins Willem-Alexander op het fregat Tromp de groet zal afnemen.
Tenslotte zeilen de Hollandse schepen vanaf Manhattan naar Albany, in een herhaling van de reis van Henry Hudson. Aan de oevers van de rivier de Hudson ligt een tiental historische havenplaatsen die opgericht zijn door Nederlandse emigranten in de 17de eeuw. Op 19 september zal de intocht in Albany zijn. Behalve in de pers is op de website van de Stichting ter Promotie van het Traditionele Schip (wwvv.SPTS.nl) en op wv/w.huizerbotters.nl de reis en het programma aan feestelijkheden te volgen.
Wendy van Noppen
*VANOE.DIALECTWERKGROEP
Op de jaarvergadering werd na de pauze een tekst voorgelezen 'In de wachtkamer van de dokter'. Deze kopie was in het bezit van de heer en mevrouw Koeman en bij iedereen bekend als het geestelijk eigendom van Henk Rebel (Haindruk van het Noorderainde). De bedoeling was deze tekst in deze Ratel te publiceren. Helaas waren de heer en mevrouw Koeman achteraf niet bereid de tekst af te staan. Dit is vooral jammer voor Haindruk daar hij graag zijn eigen tekst in de Ratel had willen lezen, te meer omdat hij zijn oorspronkelijke tekst kwijt is geraakt. Gelukkig vond ik een ander stuk van de hand van Haindruk. Het onderstaande verhaal is in 1988 geschreven en kon daardoor niet meer gepubliceerd worden in zijn boek. De tekst heeft waarschijnlijk een keer in de Balascoop gestaan (het personeelsblad van de Balamundi waar Haindruk werkte).
Ineke van Herwerden

BEELDEN UIT M'N KIJERJAREN
't Zal over 'n jaar of wat al seuvetig jaar ëliejen wezen, dat ik, samen mét Moeder, vur 't eerst mét de Gooische stoëmtrem mie rnôg, vrÔrn en tôm, naer Bussum too. lk denk, dat ik zoë Ôm en de bij dree of vier jaar was. Dat was 'n héële belevenis, want waar kwam je in dee dagen. Je keken je aigen stikbeduusd as je 'n auto zaggen. Daer in Bussum daer wooënden m'n oëme Klaas. En, oëme Klaas dat was 'n begrip in de femilie. Hij had as bijnaam Klaas Houtjen.
Van mijn was 't feitelijk 'n oud-oëme, want 't was 'n jongere breur van m'n Opoe van Amstel. Ze neumden d'r in het darp altijd Geertjen van Na van Geb, en ze wooënden an de eerste Wooëningbouwstraet, Wijk A252.
Mar, Ôm (3p oëme Klaas vrôrn te kommen, dat was 'n rizzeluite en 'n gerizzeleveerde man. Hij was altijd Ôpëdaen en vrindelijk, zat vél grappen, en was nooit uit de rais uit. Tenminsten, ik heb t'm nooit nijt aarst annëtruffen, oëk in latere tijen nijt. Hij was boëmkweker, en was ëtrouwd mét Aevemeut. Too ze trouwden mét mekaar, binnen ze in Bussum gaen wooënen, en het ze mét dezelfde gang d'r Huizere goeëd ovvëtrukken, en buitekleren annëtrukken. Aevemeut had één breur, dat was Piet Slakkie, en dee was ëtrouwd mét Aal Pappie. En dan had Aevemeut nog 'n zuster, dee heetten Land. lk veun dat alzeleven zoën rare naam, mar Moeder het too uitëlegen, dat ze feitelijk Elandia heetten, dee naam kwam meer vur in 't darp. Of ze ëtrouwd was, of dat ze oud-jông-maid was, dat heugt m'n gien meer.
Mar wanneer je oëk bij oëme Klaas en Aevemeut kwammen, je wurden d'r altijd mét eupen narmen ôntvungen. We kwammen daer vroger vuul, want, zoë as oëme Klaas was, zoë was oëk Aevemeut. De koffiepot stung altijd te dansen 6p 't lichie, en je wazzen d'r altijd wellekôm. Ze hadden dree jônges, Geb en Joop en Meep, en twee maiden, Geertjen en Dientjen. De jônges wazzen alle dree ëtrouwd, en de maiden nijt. Ze wazzen allebai 'n paar jaar ouwer as ik. En as ik daer dan kwam mét Moeder (Onze Japie gung overdag al naer de groëte schooël) dan deejen we buiten 6p de werf allerhangde spelletjies. Ze wooënden in dee dagen in 'n oud huis an de Noorderweg. Dat huis is later ovvëbreuken.
Mar, (3p 'n keer wazzen we daer weer buiten, we deejen klessie, geloëf ik, of vrômverschietjen, too ik overwaks naer 't huissie too mos. lk vreug an die maiden: 'waar is hier 't huissie?' Mar, ze keken m'n stikbeduusd an. 'Hier is (3ns huis toch!' 'Ja, mar ik-ik mét naer 't huissie too!' Mar neejen hoor, ze verstungen d'r gien snars van. Ten lange lesten zai ik: 'Ja, marre, ik, ik mét kakken ...' Nou too is 't pas tot hullie deurëdrungen. 'Zeg dan, ik mét naer de plee too!' Mar ja, wist ik vuul, wat plee was. En too hemmen die maiden m'n zoë uitëlacht, dat was héël Ônnoëzel. lk heb m'n aigen too zoë ëschaamd, dat ik m'n aigen nijt verstaenbaar kôn maken, dat is zuiver waar. Mar ja, vroger kÔn je nijt aarst, as Huizers praten, vur dat je naer de groëte schooël too gungen. En (3p z'n 'steeds' praten, dat wurden je vroger thuis nijt bij ëbrocht.
En, ik weet oëk nog wel, dat ik vur 't eerst mét 't spoor miegung naer Uitert too, naer 't gasthuis, want daer had ik al 'n paar mol 'n euperasie Ôngergaen. En, too ik dan in dat spoor zat, too zag ik in 'n wailangd 'n héële dot schaepen loëpen. En too zai ik: 'Kijk, Moeder, daer loëpen allemol gaiten!' Mar Moeder zai: 'Taatjen, dat binnen gien gaiten, mar dat binnen allemol schaepen, mar, je motten 'n bietjen zachiester praten, want de are minsen in 't spoor zitten je allemol uit te lachen.' En too hem ik m'n aigen weer ëschaamd.
Mar, zoë klain as ik too nog was, hem ik m'n aigen vurëneumen, dat, as ik later groët ëwurren was, en ëtrouwd was, en we zouwen dan kijer krijgen, dan zou ik ze allereerst Hollangs leren praten, want Huizers praten leren ze buiten wel van are kijer. lk weet wel, dat 't gien schangde is, Ôm Huizers te praten, want ik knaauw zelf oëk graeg, mar teugenover buiteminsen je je aigen, oëk as kijnd zijnde, toch verstaenbaar kannen maken. En ik heb dat later in de praktijk ëbrocht oëk.
'k Weet nog as de dag van gisteren, too ik in 't begin van de vijftiger jaren, 'n paar mol achter mekaar 'n Huizer verhaal vur de radio vurëdreugen heb, (ik was in 'n oud Huizer visserspak en Hantjen had 'n oorijzer op) dat Johan Bodegraven nae ofloëp an m'n vreug, of we teugen Onze kijer oëk Huizers sprakken, too zai ik: 'Neejen, nooit, alléënig as ik nijdig wur, dan bin ik welders uit m'n rol évullen, mar aarst nooit!'
Nou, en too je dan later vur 't eerst naar de groëte schooël toogungen, dat was in mijn geval de 'Reejebotschooël' an de Méëntweg, too leerden ik vur 't eerst Nederlangs praten, en too kôn je je aigen zachiesan oëk verstaenbaar maken teugenover buitenminsen. Mar vroger was 't nijt aarst, vur dat je (3p de groëte schooël zatten, kÔn je alléënig mar Huizere taal uitslaen, zoë was dat en nijt aarst.
Mar, Ôm noggeries 6p oëme Klaas vrôrn te kômmen, d'r kÔn gien feessie of bruiloft wezen in de femilie, of oëme Klaas was van de partij, en Aevemeut kwam d'r dan altijd as 'n hongd achteran. En, (3p alle bruiloften dee die dan 'n veurdracht, en as kijnd zijnde, hung je an z'n lippen.
Bij meutjen Tooëntjen, z'n are zuster, dee mét oëme Dirk ëtrouwd was, kwam die oëk bij allemol, as d'r wat an de hangd was. Hij misten zelden of ooit. En altijd wist tie wel vur gezellighaid te zorgen, en 't was t'm nooit te vuul, Ôm naer 't darp te kômmen, want hij was arg femilieziek.
En weet je, waar ze oëk altijd anwezig wazzen, dat was bij 'n begrafenis. Zoë veer kÔn 't gien femilie wezen, al zat 't nog zô'n ainde weg in de pallemetasie, azzen ze 't wisten, oëme Klaas en Aevemeut Ontbrakken nooit. 't Is noggëries ëbeurd, dat t'r 'n anëtrouwde neef begreuven wier, 't was in een héële groëte boerderij, en d'r wazzen wel 'n paar hôngderd minsen anwezig, zoë as dat vroger toogung. De thee was al rôngd êgaen, en 't wachten was op de domenee, dee dan 'n anspraek zou houwen. En daer gaet de buitendeur Ôppe, en verschijnt d'r in de deureupening 'n héële lange man, rnôt'n hoëge hoed (3p z'n hoëfd.
En dat was oëme Klaas. Hij môs bôkken Ôm deur de deur deur te kômmen. En too zai 'n oud Huizer mins, dat was Raijertjen: 'Bel heden, daer hij je Klaas Houtjen oëk nog, ik docht dat dee man allang uit de tijd was!' En dat hoorden Jaauwuk, en dee zait too: 'Nou, uit de tijd dat is tie al lang, mar dat houdt ie nog bij!' Nou, dat sleug in as 'n bÔrn. De minsen wouwen nijt lachen, mar de meesten hadden d'r wel meute mie. Too effies later oëme Klaas en Aevemeut kwanig 6p d'r gat zatten, docht Jaauwuk: 'Zô'n gebbetjen d'r tussendeur is toch nijt 'onaardig'. Nou zat vlak vur Jaauwuk 'n man, die had as bijnaam 'de Muis'. Too zait ie teugen die man: 'Kréëlus, taatjen, kan je nijt 'n aindjen naar vurren too mét je stooël, want ik ben bange, dat ik voort deimie (3p je start trap!'
Nou, too kregen de meeste minsen 't zoë benaauwd, ze zatten mét d'r zaddook vur d'r rnôngd. Mar deur de familie wurden 't nijt in dank ovvëneumen en ze wazzen d'r danig deur an de kurf ësteuten. En mét dezelde gang kÔrnt de domenee binnen. lk kan 't m'n aigen nog gooëd heugen, want ik was d'r zelf bij. Moeder zou mie ëgaen hemmen, mar ze was nijt arg peuter in d'r lijf, en ze had oëk gien gestreken rouwmus leggen. En too zait ze: 'Taatjen, jij motten mar mie gaen, want gien één van onze maiden kan d'r mie!' Mar, ik zai: 'Ja, mar ik heb die man kwanig ëkend!' Mar ik kreeg as angtwoord: 'Dat hindert nijt, mar dan is de femilie evëgoeëd vurteugenwoordigd, want, d'r wurdt (3p ëkeken, as t'r van onze kangt gien mins mie gaet!' En zoë dooënde was ik daer anwezig, as jooëntjen van twalef, dartien jaar, 'n zwart stroppie Ôm en 'n rouwbangde Ôm m'n narm. lk heb too samen ëleupen mét oëme Klaas, want Aevemeut leup bij de vrouwluien, want mannen en minsen leupen altijd ampart, twee an twee.
En al die dingen van vroger kannen je soms zoëmar vur de geest kômmen, en dat kan 'n mins welderies verdrietig maken, as die daer allemol an vrôrn denkt, vurral nou je ouwer wurren. En al dee minsen, dee je zoë goeëd ëkend hemmen, en dee allemol allang ovveraisd binnen. En al dee gezellige huissies, waar je zoë graeg naer too gungen. Mar, an de are kangt is 't oëk weer zoë: "n Mins mét d'r oëk weer nijt te lang bij stille staen, want dan zou die al die mooie dingen dee die nog over ëhouwen het, over de kop zien'. En, 't is zoë gelegen: hoo groëter verliezen 'n mens in z'n leven ëliejen het, zoëvuul te meer waardeert ie, wat ie nog over ëhouwen het. En as 'n mins z'n oëgen daer nou mar vur ôpgaen maggen, vur al de zegeningen, dee die nog Ôm z'n héëne ziet, dan is tie 'n gelukkig en 'n tevreejen mins, en oëk 'n dankbaar mins! Zoë is dat, en nijt aarst!
Haindruk van 't Noorderainde december f988

In De Huizer Courant van 5 februari 2009 stond op, de steeds weer de aandacht trekkende, fotopagina van oud Huizen, onder andere een foto van het huis van Piet Prins. Dit huis werd volgens het onderschrift aan de linkerkant (westzijde) ooit bewoond door Piet Prins, terwijl in het rechter gedeelte (oostzijde) in die tijd een familie De Graaf woonde. We spreken nu over het einde van de negentiende eeuw, meer dan honderd jaar geleden.

Een voormalig bewoonster van de Piet Prinsstraat vroeg zich af hoe toch die naam Piet Prinsstraat was ontstaan. Of eigenlijk: "Wie was Piet Prins?"
Dat de straat waar dit huis aan stond deze naam kreeg, laat zich wel verklaren. Lange tijd was het huis van Prins het laatste huis van het dorp aan de noordkant. In de volksmond was het dan ook: "Daar ginder, helemaal voorbij Piet Prins". En Haindruk van 't Noorderainde zegt ergens in zijn lange gedicht over 'De Haeringtijd' : "...'t was in het Noorden, bij Piet Prins .
In het boekje "Huizen, hoo 't vroger was" schrijft Klaas van Aaltjen Wouda (K. Wouda), in een boeiend hoofdstuk over de naamgeving van vele straten (± 1924) in het dorp:
"Piet Prinsstraat - verschaien jaren ëlieën wooënden in 't leste huisien van 't darp een zekere Piet Prins, dee daer een boerderijtjen had. Volgens zeggen kôn die zoë harde schraewen, dat je dum an de are kangt van 't darp kônnen horen."
Wat dat laatste betreft: zou het waar zijn? Hoe dan ook, de Piet Prinsstraat is jarenlang ook de laatste straat van het dorp geweest. Later kwam er een nog noordelijker straat achter te liggen, namelijk. de Prinses Irenestraat.

Kaart van een deel van Huizen, waarin de huisnummering van wijk A is aangegeven, anno 1880
(kadaster-kaart ca. f885). Let wel: links is het noorden. In het huisje van Piet Prins staat het nummer 1. (kadaster sectie C 2186)

Het bedoelde huis van Piet Prins stond feitelijk met zijn noordgevel aan de latere Prinses Irenestraat. Het huis is afgebroken. Op de plaats ervan staat nu een nieuw dubbel huis, naast Prinses Irenestraat 40. De foto toont de zuidgevel. Deze was bereikbaar via een doodlopend zijpad van de Piet Prinsstraat.
Nu we de plaats, waar dit huis stond, hebben bepaald, komt de vraag aan de beurt: "wie was Piet Prins?" Over een ander lid van de familie Prins in Huizen hebben we al eerder in De Ratel kunnen lezen. Te weten over Jacob Prins (1793 —1873), de eerste havenmeester van Huizen, en over " zijn aantekeningen
Deze Jacob Prins was de vader van Piet Prins. Uit de doopboeken van Huizen blijkt dat de familie Prins oorspronkelijk uit Zaandam kwam. Zij behoorde tot de doopsgezinde gemeente.
Jacob Hendriksen Prins is de eerste die in deze doopboeken van Huizen wordt vermeld. Hij huwde kerkelijk op 10 mei 1760 met Marretje Klaassen Volkerden. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, van wie er één slechts vier maanden oud werd. De andere kinderen waren: o Klaas o Jacob o Hendrik
    Pieter (geboren 22 oktober 1768 te Huizen, overleden 2 maart 1796 te Huizen)     Jan
Pieter trouwde met Marretje Cornelis Groen ('van gereformeerde ouders', zo wordt vermeld in het lidmatenboek der doopsgezinde Gemeente Huizen). Ervan uitgaande dat Marretje ongeveer even oud was als Pieter (haar geboortedatum staat niet vermeld) is de veronderstelling toch wel gerechtvaardigd dat zij - toen zij al op 7 augustus 1792 overleed - ongeveer 24 jaar was!
De ervaring met notities over geboorte- en sterfdata heeft mij geleerd dat vele vrouwen jong stierven. Dikwijls naar aanleiding van een bevalling of kraambed. C)ôk in dit geval, waag ik dan te denken. Pieter en Marretje hadden op 7 april 1792 een dochter gekregen: Aaltje Prins. Dit kindje sterft ook; op 24 oktober 1792, ruim een half jaar oud... , moederloos.
Pieter trouwt dan een tweede maal, op 28 april 1793. Nu met Aaltje van 't Land (1767 — 1853). Zij krijgen een zoon Jacob, op 14 december 1793. Vader Pieter Prins wordt in Huizen "Mennist" genoemd. Hij behoort immers tot de doopsgezinde gemeente in Huizen. Hun zoontje Jacob wordt na zijn geboorte niet gedoopt. In plaats van kinderen te laten dopen, zoals dat, toen en nu nog, bij de meeste andere kerken gebruikelijk is, kennen doopsgezinden slechts de (volwassenen)doop op vrijwillige basis.
Enkele jaren daarna, voltrekt zich opnieuw een drama. Pieter sterft op 2 maart 1796, 27 jaar oud. Hoe dat gebeurde weten we niet. Was hij visser geworden? Is hij verdronken? Of had zijn sterven een andere oorzaak? Zijn zoon Jacob vermeldt later in zijn aantekenboekje dit feit als eerste aantekening. Hij schrijft 28 jaar, maar dat moest Pieter nog worden.

De jonge Jacob is twee jaar als zijn vader sterft. Moeder Aaltje is gereformeerd en als haar man is overleden laat zij Jacob op paaszondag 16 april 1797 alsnog — gereformeerd - dopen.
Zij trouwt vijf jaar na Pieters dood ook voor een tweede keer. Met Cornelis Visser. Jacob (1793 - 1870) wordt visser en later havenmeester.

Hij trouwt op 18 mei 1822 met Willempje Gooijer.
Jacob en Willempje krijgen zeven kinderen.
Lijsje (1823 - 1865) Aaltje (1825 -1910)
Pieter (1826 - 1906) Gerritje (1829 - 1902)
Marretje (1831 - 1904) Dirk (1834 - 1893)
    Cornelis    (1838 - 1863)
Jacob Prins (f793 - 1870)
Het derde kind is dus Pieter Prins, oftewel de Piet Prins, om wie dit hele verhaal begon. Deze Piet trouwde met Geertje Westland. Zij kregen vijf kinderen.
Piet Prins was ook een visserman, zoals zoveel Huizer mannen. Hij voer op de HZ 187. Van zijn vader werd ooit een foto gemaakt, maar van Piet en ook van zijn broer Dirk (mijn overgrootvader) zijn er geen foto's. Jammer.

Jan Kos en
Lijsje Kos-Prins
Piet en Geertjes kinderen waren:
    Willempje (1856 - 1942)     Jannetje (1859 - 1933)     Jaapje    
• Jacob
• Lijsje (1867 - 1872)
(1872 - 1954) Van haar en haar man, Jan Kos, werd in de Huizer Courant van 29 januari 2009 een foto afgedrukt, als grootmoeder en grootvader van Miny Knigge-Dukel.
Piet Prins kreeg dus maar één zoon - ook een Jacob - die slechts vier jaar werd.
Zo had ook hij geen stamhouder. Evenmin als zijn broer Dirk, die wel zoons kreeg, maar die vervolgens niet trouwden. Ook van de andere nazaten van de genoemde Jacob Hendriksen Prins uit Zaandam zijn er uiteindelijk geen mannelijke nakomelingen overgebleven.
De naam Prins is zodoende in Huizen uitgestorven. Maar bleef wel bewaard in de naam van de straat die werd genoemd naar Piet Prins.
Ede, juli 2009
Lies Schaap
1 "HUIZEN zoë as 't nooit meer wurdt" en "De aauwud vur Kursaauwud"
1 De Ratel, Jaargang 2004, nrs. 2,3 en 4. Dick Schaap  www.van-kampen.org/pdf/huizen_dg.pdf
    \WATAWAS     PORCELEINE POT?
Bij het doen van historisch onderzoek brengt het zoeken van een antwoord op een vraag vaak weer vele nieuwe vragen naar voren. Toen mijn zus en ik naar het antwoord zochten op de vraag 'Wie was Piet Prins en waarom werd er naar hem een straat genoemd? ' kwamen we vanzelf op de achterliggende vraag: 'Hoe kwamen de straten in het oude dorp aan hun naam?
Naamgeving
Het antwoord op deze vraag vonden we in een stukje geschiedenis van Huizen uit de jaren twintig van de vorige eeuw, toen de gemeenteraad besloot om de straten en wegen namen te geven. Voordien waren er geen officiële straatnamen in Huizen en werd een adres aangegeven met het nummer van de wijk (A, B, enz.) gevolgd door een volgnummer. Een nieuw huis kreeg dan gewoon het volgende in die wijk nog niet gebruikte nummer. Een gevolg was dat je aan de huisnummers niet kon zien waar het betreffende huis precies stond binnen die wijk. Toen het dorp omstreeks 1920 werd uitgebreid met een nieuwe wijk, de zgn. "Huizen van Kooij' (Wijgert Kooijlaan en omgeving) kwam dan ook de vraag op of in Huizen ook niet beter kon worden overgegaan naar het systeem van straatnamen en nummers. Een systeem dat in andere gemeente al veel eerder gangbaar was.
Deze geschiedenis is in 1977 uitvoerig uit de doeken gedaan door de heer K. Wouda, voormalig gemeentesecretaris, in het boekje 'Huizen, hoo 't vrooger was'. Op de pagina's 80 tot met 89 vinden we alles over deze naamgeving, compleet met een lijst van ongeveer 70 straatnamen en wat er over de naamgeving daarvan bekend is. Het zou waardevol zijn, dat de inhoud van dit boekje, geschreven in Huizer dialect, breder bekend werd. lk bepaal mij in dit artikeltje tot enkele hoofdzaken.
Er waren voor die tijd al wel enkele straatnamen, maar die waren officieel niet in gebruik. Bij deze groep behoren namen als de Baan (Voorbaan), 't Hulletje (Hulweg), Speklaan (Lindenlaan), Kerkstraat, Havenstraat en Zeeweg.
De lijst
In oktober 1922 besprak de gemeenteraad een voorstel van B. en VV. voor het geven van namen aan 47 straten, wegen en lanen. In deze lijst vinden we bestaande straatnamen zoals Wijgert Kooijlaan, Tulpstraat, Langestraat, Keucheniusstraat, Taandersstraat, Grenspad enz. In het voorstel is wel nauwkeurig aangegeven waar de betreffende straat liep ( zie hieronder bij enkele voorbeelden), maar jammer genoeg niet waarom die straat zo zou worden genoemd. Soms is het duidelijk, zoals bij het Grenspad, waar de gemeenten Huizen en Naarden aan elkaar grenzen. Of zoals in het geval van de Piet Prinsstraat, als de de naam te verklaren is vanuit een stukje Huizer geschiedenis.
14    DE RATEL / SEPTEMBER 2009 De namen van de wethouders
In deze lijst vinden we ook enkele onbekende straatnamen. Die hebben het niet gehaald. In de gemeenteraad, in de pers en in het dorp ontstond namelijk een discussie over deze namen. Ten eerste werden enkele voormalige Huizer wethouders niet vernoemd. Voorgesteld was
'Den weg die bij Jan Ga/et uit de Voorbaan loopt langs de Wed. Jacob Visser Fzn. tot L.A.
Barment/o 'WETHOUDER C. C. REBEL STRAAT" te noemen.
Den weg, die bij LambeH Veerman Czn. uit de Voorbaan loopt langs de boerderij van Jacob Rebel Azn. tot de Achterbaan bij Cornelis Gooijer Hzn. 'WETHOUDER HENDRIK SCHAAP STRAAT ' te noemen.
Den weg vanaf Harmen Moll, langs de schilderswerkplaats van Tijmen Moll, de boerderij van Jan Rebel Janszn., Gerrit Brasser, Willem Schaap Janszn., H. Kos Lzn. (noordzijde), Lucas Kruijmeli de Oostermeent tot de Havenstraat 'WETHOUDER HENDRIK KRUIJMERSTRAAT' te noemen'.
Het ging hier om drie zeer bekende wethouders: Kees Rebel was drie maal wethouder in de periode van 1887 tot 1917, Hendrik Schaap was wethouder van 1872 tot 1897 en Hendrik Kruijmer was het van 1853 tot 1861.
In de notulen van de gemeenteraadsvergadering van 25 oktober 1922 lezen we dat een raadslid hierover zegt:
'Aangezien er behalve de wethouders naar wie B. en W. voorstellen straten te noemen nog meer wethouders zijn geweest, is het beter hee/emaa/ geen namen van wethouders te nemen. Dan voorkomt men 't begaan van een onrechtvaardigheid tegenover de families die hier nog wonen'.
Dus beter niemand vernoemen, dan enkele! Om geen schele ogen te krijgen.
Daarom werden de drie voorgestelde straatnamen veranderd in respectievelijk Waterstraat, Boerensteeg en Hellingstraat.
Protest
Twee andere voorgestelde namen hebben het ook niet gehaald, om verschillende redenen. In de notulen van de gemeenteraadsvergadering van 5 september 1922 lezen we de naam Halteweg wordt veranderd in Ceintuurbaan. De halte was natuurlijk de halte 'Huizen' van de Gooische Stoomtram.
Verder werd er in deze vergadering gesproken over een andere voorgestelde naam, de Porceleine Potstraat. Een groep bewoners van deze straat had namelijk een brief geschreven aan de gemeenteraad met de volgende tekst:
'Ondergetekenden, allen inwoners dezer gemeente, woonende aan den weg vanaf wed. E. Visser tot G. Amsing geven met verschuldigde eerbied te kennen:
Dat zij zich verplicht achten Uw college meê te deelen hoe zij met verontwaardiging kennis hebben genomen van het voorste/ van B. en W. om bovengenoemde weg te noemen met een naam die herinnert aan schrikkelijke toneelen die reeds in het vergeetboek waren opgeborgen. Toestanden zoo ergerlijk en min, dat het beter is deze dingen niet aan de vergetelheid te ontrukken. Zij begrijpen niet dat B en W zich niet schamen voor zulke straatnaamuitvindingen. En wij verzoeken U beleefd doch dringend ons protest te steunen, opdat het dorp van dat fraais verschoond blijve, en het daarheen geleid worde dat onze straat een andere naam gegeven worde.
Wij zouden voor willen stellen "Prins Hendrikstraat', maar laten dat verder over aan Uw wijs beleid.
Hoopend dat U ons verzoek zult billeken en inwilligen verblijven wij met Hoogachting:'
Hier volgen de handtekeningen van 23 bewoners.
In de raad werd hierover het volgende gezegd:
'De heer Niermeijer zag voor de Porceleine Potstraat een andere naam gegeven... De voorgestelde naam brengt de oud-Huizers nu niet juist de prettigste herinneringen in 't geheugen naar hij meent'.
Als het namenvoorstel op de volgende vergadering weer aan de orde komt is de bekritiseerde naam vervangen. Niet door de voorgestelde Prins Hendrikstraat, maar door Vinkenstraat. Waarom? Ook hier weten we niets over het waarom van deze keuze.
Maar deze naam haalt het ook niet en wordt door de raad veranderd in Kronenburgerstraat. Het motief hiervoor werd nu wel genoemd: Kronenburg was een vanouds bekende groep huizen aan de zuidoostkant van het dorp.
Vragen
Het is deze discussie die bij mij de volgende vragen oproept:
Eerste vraag: Wat was de Porceleine Pot? Was het een huis? Vergelijk 'De Vijfhoek', 'Kronenburg' en 'De Koelemoes'. Laatstgenoemd huis lag aan de noordkant van het Oude Raadhuisplein.
Tweede vraag: Wat waren dit voor toestanden waaraan de toenmalige bewoners van deze straat niet herinnerd wilden worden?
Wie antwoorden weet, kan deze het beste doorgeven aan de redactie van 'De Ratel'.
Leersum, juli 2009    Dick Schaap
 Voor dit artikeltje is gebruik gemaakt van het gemeentearchief van Huizen in het Streekarchief te Naarden, en van de boekjes "Huizen, hoo 't vroger was' (1977) en 'Waar het hart der gemeente klopt' (1940).
BINNENSTAD OP ZATERDAG 6 JUNI 2009 P*MSTERDAMSE 
het jaarlijks uitje voor de leden van de Historische Kring Huizen
Op zaterdag 6 juni ontmoeten een twintigtal Kringleden elkaar op het Centraal Station in het sfeervolle eersteklas restaurant. Met onze gidsen Martin Ribbens en Martin Dôbelman genieten wij van koffie en bijzonder lekker gebak. Gevoed en gelaafd beginnen wij in twee groepen aan een ruim twee uur durende wandeling. Zie ook het kaartje op pagina 17.
Op perron 2a/2b worden wij gewezen op het fraaie met goudverf bedekte smeedwerk dat zich boven de Koninklijke wachtkamer bevindt. Het geeft het gebouw een vorstelijk allure. Na een korte bezichtiging van de Sint Nicolaaskerk aan de overzijde van het Centraal Station gaan wij richting de Zeedijk.
Alle hoofden gaan regelmatig omhoog om de oude gevels en de vele gevelstenen te bekijken. De gevelstenen hebben veelal Bijbelse voorstellingen, maar ook handel, scheepvaart en familiewapens staan hier al eeuwen afgebeeld. Tot onze grote verrassing zien wij verderop een melkmeisje op een uithangbord en in een gevelsteen. Dit spreekt ons Huizers aan, omdat het melkmeisje zich in het hart van de Huizer vlag bevindt. Het mag duidelijk zijn dat het bijbehorende restaurant de naam "Het Melkmeisje" draagt. Wellicht aardig om te vermelden dat in vroeger tijden uithangborden en gevelstenen aangaven om het ambacht van de bewoner te herkennen. Dit heeft geduurd tot 1795 toen Napoleon huisnummers invoerde. In een vlot tempo lopen wij nu naar het Waaggebouw. Diverse torenspitsen zien wij al van ver en dichtbij
16    DE RATEL / SEPTEMBER 2009
gekomen zijn wij onder de indruk van monumentale details. Hier werd dus het gewicht van verhandelde koopwaar gecontroleerd. We vervolgen onze weg langs de kramen op de Nieuw Markt en door onze gids worden wij steeds geattendeerd om even naar links en rechts te kijken en opnieuw zien wij wetenswaardigheden die door velen van ons nooit eerder zijn opgemerkt.
1 . De Koninklijke Wachtkamer, 1e klasse restaurant, Centraal Station, Amsterdam
2. Het hekwerk van de Koninklijke Wachtkamer gezien vanaf het perron.
3. Het Centraal Station vanaf het Stationsplein.
4. Gevels.
5. Uithangbord Het Melkmeisje.
6. De Waag.
7. De tuin van hotel Krasnapolsky.
8. Het interieur van Krasnapolsky.
9. De Beurs van Berlage met toren.
10. Muurschildering in het Beursgebouw.
11 . Gids, deur en gevelsteen.
12. De andere groep.
1 3 Raam en tulpen.
14. Gevelsteen met schepen.
15. Gevels en rondvaartboot.


(JQebAunanl
Wij komen aan bij ons volgende object Krasnapolsky: groot-groter-groots! De joodse oprichter A.W. Krasnapolsky heeft in 1866 in een eenvoudig café hotelkamers aangebracht en zo is Krasnapolsky als grand hotel ontstaan. Hier gaan wij naar binnen en vrijwel direct komen wij onder de indruk van prachtige ruimten en schitterende zalen waar het goed toeven is. Heel mooi om dat vanaf een balustrade te bekijken. De binnentuin van het hotel is een eiland van rust, fraai aangelegd en een verademing in de drukke binnenstad.
Buiten gekomen worden wij weer opgenomen in het stadsgewoel en zijn op weg naar het Beursgebouw, ontworpen door de architect Hendrik P. Berlage. Het is één van zijn beroemdste werken (1898-1903). Hier kwamen kooplieden, makelaars en bankiers samen om koersen, prijzen en premies tot stand te brengen. Voor ons geen zorg over geld en goederen; wij gaan genieten van een heerlijke lunch in een fraai Jugendstil interieur. Mooi en boeiend zijn de kleurrijke taferelen aangebracht op de muren om ons heen.
Eenmaal weer buiten wandelen we via het oude Stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal, richting Rembrandthuis. Ondertussen wijst de gids ons opnieuw op diverse prachtige gevels, die elk hun eigen verhaal hebben.
Bij het Rembrandthuis op de Jodenbreestraat komen de twee groepen weer bij elkaar. In hartje Amsterdam bedankt Ria onze twee enthousiaste gidsen voor hun uitstekende rondleiding. Al met al een zeer geslaagde dag, dankzij het initiatief en de organisatie van Ria en de gidsen Martin en Martin, die op 7 oktober 2008 ook al een prachtige ledenavond verzorgden met hun voordracht "Rembrandt spiegelt zich aan Amsterdam".
                          Verslag: Janny Rebe/-Gooijer Foto's: Metha van der Hulst en Willemien van Wesse/-Van As
     VAN GOOILAND, MET GEDEELTEN WAARIN LAMBERT LUSTICH VOORKOMT
(vervolg)
Harmen Kos
Over de twee kloosters in Gooiland
Volgens overleveringen hebben er twee kloosters in Gooiland bestaan, één in de omgeving van Oud-Naarden, de andere in de stad Naarden. Omstreeks 1420 bouwden twee monniken van het Tertiarissenklooster Sint Paulus uit Amsterdam, tussen de puinhopen van het stadje Oud Naarden, twee hutten en een kleine kapel. En later werd met de hulp van andere monniken het klooster Oud Naarden gesticht. Dit klooster kreeg in 1442 schaarrechten voor het laten weiden van hun vee op de meent. Er was ook een kleine visserij met haventje. Vroeger vertelde men in Huizen dat de monniken van Oud-Naarden over een pad — op enkele plaatsen nog aanwezig in de Naardereng — naar de Sint Thomaskapel in Huizen liepen. Dit is later de Oude Kerk geworden. In 1453 doet het stadsbestuur van Naarden melding aan de prior van Windesheim over de bezittingen van het klooster Oud Naarden, in onderstaande volgorde vermeld:
• Een hoeve, Oud Naarden
• Weiland 21 morgen, bouwland 34 morgen     Koeien 33, paarden 30
• Visserij, met een kleine opbrengst.  Een Oliemolen
20    DE RATEL / SEPTEMBER 2009
• Een lakenweverij
• De jaaropbrengst van landerijen was 130 Rijnlandse guldens     De jaaropbrengst van de lakenbereiding was 100 Rijnlandse guldens     De Oliemolen had 25 Rijnlandse gulden opgebracht.
Incidenten en vernielingen
In 1504 werd het klooster van Oud Naarden door hertog Karel van Gelre bezet. En in 1541 is er een flinke brand geweest. Na afloop van een schuttersfeest in de stad Naarden trok men in een dolle bui naar het klooster. Daar werd de poort ingeramd, men deed zich tegoed aan eten en drinken -- vooral drinken — en door dronkkenmansgedrag ontstond er brand en kreeg het klooster flinke brandschade. In 1572 bezochten de geuzen het klooster en werden er vernielingen aangericht. Door een besluit van de Staten van Holland in1579 werd het klooster met kapel opgeheven, en raakte al snel in verval. De prior Adrianus Wijnter deed de kloostergoederen over aan de stad Naarden, de gelden moesten aan de armen gegeven, en er moest een Weeshuis worden gesticht. Pater Wijnter overleed in 1587 en is begraven in het koor van de Grote Kerk van Naarden.
Een Franciscanessen klooster stond in de stad Naarden — Kloosterstraat — en was in 1418 gesticht. Er was een priester-conpessor, Laurens Gijsbertzoon, die in 1473 is overleden. Op 12 oktober 1579 is ook dat klooster gesloten, en zijn de bezittingen aan de stad Naarden overgedaan. Pater Adriaan Wynter heeft hier in 1580 de sluiting verricht, en met de gelden een kas voor de armen gevormd.
De Tolkwestie te Muiden in de 19e eeuw
Het tolprivilege van de stadjes Naarden en Muiden verleend door Albrecht van Beieren op 1 mei 1403 en door Philips van Bourgondië in 1501 opnieuw bekrachtigd, werd in de 19e eeuw een probleem. In een octrooi van 1634 van de Staten van Holland was dit opnieuw vastgesteld. In 1810 toen ons grondgebied door keizer Napoleon bij Frankrijk werd ingelijfd, droeg Muiden de tolrechten over aan het Hoogheemraadschap. Dit om financiële redenen, er moest een nieuwe Vechtbrug worden gebouwd, en de gemeentelijke financiën waren slecht. De stad zat totaal aan de grond. Met de overdracht van de tolrechten raakte Muiden wel een bron van inkomsten kwijt. Volgens een besluit van koning Willem I van 1826 moest iedere passant — voetganger, fietser en voerman — tolgeld betalen. De inwoners van Muiden werden later vrijgesteld van betaling. In 1909 was als tolgaarder in functie George Kâuderer. De Muidertol bracht in die tijd minimaal f 26.000,00 per jaar op, maar was een doorn in het oog van de vele passanten. Ook de bekende erfgooier Floris Vos, eigenaar van de modelboerderij Oud-Bussum had last van de tolgeldheffing. Zijn melkauto's die dagelijks naar Amsterdam reden om daar melk af te leveren, moesten noodzakelijk de tol tweemaal passeren. Dit kostte Floris Vos jaarlijks in flink bedrag aan tolgeld. Hij organiseerde een protesttocht naar Muiden. In samenwerking met de bekende Clinge Doorenbos, de heren Goedhart en Zegers van de ANWB, ging op zondag 9 september 1928 een colonne van 700 auto's naar Muiden. Floris Vos die voorop reed probeerde met zijn auto de slagboom te forceren, maar werd door de tolbewaarder en politie tot stoppen gemaand. Er werd toen door Floris Vos een protestbrief afgegeven en er werd een procesverbaal opgemaakt. Na een slepende rechtsprocedure werd uiteindelijk de tolheffing op geheven.
Wordt vervolgd
DE RATEL/ SEPTEMBER 2009