RATEL     De 'Ratel' is een uitgave van de Historische Kring Huizen. Het blad verschijnt vier keer per jaar in de maanden februari, mei, september en december. De inhoud valt onder verantwoordelijkheid van de redactie, behoudens bestuursmededelingen.

Als u deze Ratel ontvangt, zijn de vakanties voor de meeste van ons weer voorbij. De Historische Kring Huizen maakt zich ook weer op voor het nieuwe seizoen 2004-2005. Het wordt een druk seizoen! Allereerst de feestweek in september met op 1 1 september de Huizer Dag en Open Monumentendag, waar de Kring prominent aanwezig is met onder andere beklimming van de toren en rondleidingen in de Oude Kerk. De Klederdrachtgroep zal aanwezig zijn bij de activiteiten op het Oude Raadhuisplein en een presentatie geven op het Plein 2000 bij de Graaf Wichman. In de daaropvolgende week zal de Klederdrachtgroep drie bejaardenhuizen bezoeken. De feestweek wordt afgesloten met de Havendag op 18 september met de viering van het 150-jarig bestaan van de haven van Huizen. Die dag zal de Klederdrachtgroep vele collega's in klederdracht ontvangen, vooral uit de plaatsen rond de voormalige Zuiderzee.
Bij de voorbereidingen van de Havendag zijn vele leden van onze kring actief betrokken. lk memoreer in het bijzonder de komende jubileumtentoonstelling in het Huizer Museum Het Schoutenhuis. Het boek dat hoort bij de tentoonstelling is gezamenlijk voorbereid door Museum en de werkgroep Visserij van de Historische Kring en geeft een fraai overzicht van de geschiedenis van Huizen als thuisbasis voor visserij, eerst lang zonder en sinds 1854 mét een eigen haven. Kijkt u naar dit boekje uit! Zie blz. 18 van dit blad voor verdere informatie over het boekje én de kalender 2()05 die Gerrit Jongerden maakte met historische foto's van de haven.
Uitnodiging
En dan volgt op 2 oktober 2004 het 25-jarig jubileum van de Historische Kring in de Boerderij aan de Hellingstraat 9. Op deze dag geven alle werkgroepen van de Kring een presentatie en/of expositie van hun werkzaamheden. Met onze leden en belangstellenden hopen wij er, in alle bescheidenheid, een gedenkwaardige dag van te maken. Van 1 0 to 17 uur bent u van harte welkom; het officiële gedeelte van het programma vindt plaats tussen 14 en 14.30 uur.
Terugkijkend op gebeurtenissen in de afgelopen maanden, wil ik op deze plek niet onvermeld laten de eervolle benoeming tot ereburger van Huizen van de heer H. Rebel. Lang voordat er sprake was van een Historische Kring was hij met zijn gezin al actief bezig de Huizer klederdracht en dialect in brede kring bekend te maken. Wij zijn Henk Rebel dankbaar dat hij zijn kennis en ervaring ingebracht heeft in onze kring en feliciteren hem met de eervolle benoeming. Een titel om trots op te zijn! Rest mij nog om u uit te nodigen om de komende activiteiten te bezoeken.
Namens het bestuur,
B.J. van Geenen, voorzitter

Ook de redactie van de Ratel kijkt uit naar onze jubileummanifestatie. Op 2 oktober a.s. zal de 'geschiedenis' van ons blad te zien zijn. Overigens zijn van veel vroegere nummers van het Berichtenblad en de Ratel exemplaren verkrijgbaar. De nummers tot en met 1999 kosten 1 euro, de latere nummers 2,50 euro.
Als voorbereiding op de Open Monumentendag en Huizer Dag op 1 1 september a.s. vindt u in dit nummer een artikel van de heer Harmen Kos over ons belangrijke monument: de Oude Kerk van Huizen. Dan is er zowel het tweede deel van het verhaal van de heer Dick Schaap over zijn voorouder Jacob Prins, als een stuk eigen herinnering aan zijn geboortehuis. Verder ziet u enkele belangrijke aanvullingen op de lijst van scheepsongevallen van mei jl., wordt de dialectopgave herhaald en is er weer een puzzel.
Veel leesplezier gewenst namens de redactie, Wendy van Noppen.

AGENDA
1 1 september 2004 Open Monumentendag en Huizer Dag
18 september 2004 viering 150 jaar haven van Huizen
2 oktober 2004    van 10 tot 17 uur: jubileummanifestatie 25 jaar Historische Kring Huizen in de
Boerderij, Hellingstraat 9
14 december 2004 afsluiting havenjubileum in de Boerderij
15 maart 2005    Zestig jaar bevrijding door Jady Snel
17 mei 2005    jaarvergadering
DE OUDE KERK VAN HUIZEN
Harmen Kos
Voor de bekende Huizer historieschrijver Lambert Rijckz. Lustich (1654-1727), stond het vast dat Huizen al heel vroeg een kapel heeft gehad. Al in de 10e eeuw stond, nog altijd volgens Lustich, dat kapelletje op het Huizereind. Hij baseerde dit op feiten, want er waren op het Huizerend door de vader van Jan Klaasz. de Post een aantal kerkelijke zaken gevonden. In de jaren tussen 1633 -1665 en ook nog in 1700, vond men daar heiligenbeelden en andere bij eredienst gebruikelijke zaken. Ook de mooie piëta, nu in de rooms-katholieke kerk van Blaricum, werd aan de Huizer Koedijk gevonden. En er werden ook doodsbeenderen gevonden en gegevens van begravingen in dat oude kapelletje. Het kapelletje zou gewijd zijn geweest aan Sint Thomas.
Ook over de Oude Kerk schreef Lustich. Uit zijn aantekeningen is op te merken dat het bouwjaar omstreeks 1380 met zijn geweest, gelijktijdig met de Grote Kerk van Naarden. Een gegeven dat volgens Lustich aannemelijk is omdat het muurwerk van beide kerken even oud moet ijn. De toren die zo markant het dorpsbeeld van Huizen beheerst, is van latere tijd. Deze is voltooid in het jaar 1409, dit bleek uit een opschrift op een van de luidklokken, waarop stond: MCCCCIX AVE MARIA = Gracia - Plena Domineus Tecum, dat is 1409, Weest gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u.
Jaren later werd het koor aan de kerk gebouwd. Bij de vernieuwing van een van de koorgewelven werd een ingemetseld plankje gevonden, waarop het jaartal 1404 stond vermeld. In Lustich's tijd, was het koorgewelf geheel beschilderd. In het oosten had het gewelf een beschildering van het 'Laatste Oordeel': Christus zittende op een regenboog, met aan zijn linkerzijde de satan, die met grote klauwen slaande veel mensen onder zich hield. Rechts beeldde de schildering de apostelen uit, waarbij Petrus werd voorgesteld met een haan en een bos sleutels. Verder zag men op het koorgewelf die op bazuinen bliezen.
De Oude Kerk was evenals de vroegere kapel aan Sint Thomas gewijd. In oude tijden klonk in het dorp vaak het gezegde:"loopt voor Thomas, loopt voor de kerk". Een wiegeliedje uit de oudheid zong: "Bom, Bam, de groote klok tot Haarlem". Dit was een herinnering aan de Spaanse tijd, want in 1575 werd de grote luidklok door de Spanjaarden uit de toren geroofd en naar Haarlem vervoerd. Dit had Lambert Rijckz. Lustich weer van zijn grootvader Lambert Rijckz. Lustich (1555-1626), naar wie hij vernoemd was. Die had de moord van de Spanjaarden op de burgers van Naarden meegemaakt.
Aan de zuidzijde van de toren kon (en kan) men via een eikenhouten spiltrap een hoge kamer vinden, ook weer volgens Lustich. De hoge kamer werd in de volksmond 'De Broodkamer' genoemd. Elke vrijdag werd daar, door de diaconie, brood aan de armen uitgedeeld.
Er is veel gebeurd met de Oude Kerk. In 1577 stortte tijdens een zware storm een gedeelte van het kerkdak in. Het heeft een lange tijd geduurd - tot 1636 - voordat het dak weer hersteld was. Waar en hoe men in die tijd kerkte en begroef is niet duidelijk, Lustich schrijft er niets over! Na 1589 werden er voor het eerst protestantse erediensten in de Oude Kerk gehouden. Protestants omdat de registers van dopen, trouwen en begraven (DTB's), vanaf 1675 tot 181 1, de Gereformeerde Kerck tot Huysen aangeven. De Nederlandse Hervormde Kerk is pas vanaf 1816. In 1595 na de Reformatie - kreeg Huizen de eerste predikant, Hillebrandus Cunaeus gekomen van Oude Niedorp, deze werd gedimiteerd. Reeds voor de ambtsperiode van zijn opvolger Ds. Ribbius (1606-1616) scheidde Blaricum zich in 1603 als kerkelijke gemeente van Huizen af en sloot zich aan bij Laren. In 1616 kwam Gosewinus Theodorie uit Waverveen naar Huizen; dit was een zeer geliefde predikant. Maar vanwege een verschil van mening met de secretaris van Huizen is hij in 1620 weer vertrokken naar Waverveen. Op 1 1 januari 1621 werd Luderius Hondius als proponent bevestigd die na drie jaar weer vertrok. Hij werd opgevolgd door Johannes Peet die vijf jaren diende in Huizen, daar overleed en er werd begraven. De gegevens over predikanten en kerkelijke zaken zijn beschreven in het boekje: De geschiedenis van de hervormde gemeente van Huizen, door L. Westland Jzn.
In het jaar 1636 schonk de Crailooêr David Verweel aan de kerkelijke gemeente de 'Predikstoel'. Een prachtige preekstoel, versierd met eikenhout snijwerk. De zware koperen lezenaar, behorend bij de preekstoel, draagt de kanselbijbel. Als versiering van de lezenaar diende het wapen van Amsterdam, omdat Huizen vroeger tot de classis van Amsterdam behoorde. In de kroon boven de drie Andreaskruisen van Amsterdam, is op kunstige wijze het Huizer wapen (melkmeisje) aangebracht. Een oud verhaal wil dat Amsterdam de lezenaar eens opeiste, omdat het wapen van de Amstelstad er in verwerkt was. Maar omdat ook het Huizer melkmeisje er op aangebracht was, werd het eigendomsrecht erkend en bleef de lezenaar in Huizen.
Ook het mooie 'doophek' werd voor de preekstoel gezet. Koperen bogen en prachtig snijwerk, van de balusters versieren dat 'doophek'. In 1636 werden er ook vier koperen kronen voor in de kerk aangeschaft. Eén er van was geschonken door Johannes Philippy Bevers, een geboren Huizer, dit blijkt uit een inscriptie op één van de kronen. Toen het rampjaar 1672 in Nederland woedde, werden de koperen kronen uit vrees voor de Franse benden tijdelijk begraven. Voor de herstelwerkzaamheden aan het dak was in 1636 een flink bedrag nodig geweest, zodat de Huizer Kerkelanden bij Loosdrecht verkocht moesten worden. Er werd hier bovenop nog een bedrag opgenomen om de f 12.000, - die nodig waren voor het herstel op te brengen. De Kerkelanden bracht f 6.600, - op, maar een lening van f 6.000, - was nog nodig.

De kerk van Huizen in de zeventiende eeltll'. (Rijksdienst voor Kunsthistorische Docunwntatie, Den Haag).
Eén van de bouwvakkers kreeg bij deze kerkrestauratie een bijnaam. Omdat Willem Keel een balk doorzaagde en daarbij haastig een half pintje brandewijn dronk, en hierbij de uitspraak deed: "Dat was een hartige teug", kreeg hij de bijnaam 'Willem De hartige Teug'.
De kerk had ook nog inkomsten uit bijenvolken die neerstreken op de heide bij Huizen. In 1636 was dat een halve stuiver van elke 'stok' bijen die neerstreek. Dit was echter lang niet genoeg om de schulden af te lossen. Deze waren in 1656 al opgelopen tot f 10.000, -. Het kerkbestuur kreeg toen 'octrooy', voor een omslag over de ingezetenen, maar dat was nog onvoldoende om de schulden te voldoen. Ook de verkoop van een perceel grond, in 1682 aan de Heer Enting, gaf geen oplossing om dit financiële probleem op te lossen. In het begin van de 18e eeuw werd toestemming gekregen om door middel van een loterij eindelijk uit de schulden te komen. pe restantschuld vanwege de restauratie van het kerkdak bedroeg op dat moment nog f 9.000, -. De loterij gaf toen de oplossing, na de laatste afrekening waren de schulden betaald en de kerkkas was met f 7.500, - toegenomen.
Er volgden nog een aantal verbouwingen - welke niet altijd verbeteringen waren. In 1731 werd de preekstoel verplaatst, vanuit het midden van de kerk naar het koor. Zo werd de 'gehoorplaats' groter. Zeven jaar later werden aan de noord- en zuidkant de zijbeuken aangebouwd, zodat er een kruisvormig grondvlak ontstond. Hiermee werd wel het interieur vergroot, maar de buitenzijde zwaar verminkt. Bij de diverse verbouwingen ging er veel verloren, zoals de hoge bank waarin de heren van Crailoo een zitplaats hadden tijdens de kerkdienst.
De 'pronkbanken' in het oostelijke deel van de kerk bleven bestaan. In sierlijke letters werd boven deze banken uitgesneden: 'Lieft God Bovenal Math. 22. en U Naesten als U Selven, Anno 1638 en Geloof, Hoop en Liefde' (uit 1 Kor: 13). In die tijd waren de zitplaatsen particulier eigendom. leder jaar op nieuwjaarsdag werden deze zitplaatsen bij opbod verhuurd of verkocht. Verkoop of verhuur vond in de kerk plaats. In de 20ste eeuw is dit gebruik afgeschaft.
Op twee grote wandborden zien de kerkgangers de Tien Geboden en de namen van de predikanten die in Huizen hebben gediend. Vroeger gingen de voeten van de kerkgangers over de

De kerk l'an Hilizen in 1782 (H. Taveniel; Rijksarchief Haarlent).
grafstenen in kerkvloer, want vele burgers uit Huizen zijn tot 1829 in de Oude Kerk begraven. Toen werd door de overheid het begraven in de kerk verboden.
Vanuit de toren galmden en klepten de klokken over het vissersdorp aan de Zuiderzee. Op de kleinste klok werd ooit het opschrift geplaatst: 'Dit is de gift van Gijsbertgen Hendrickx, ter eere van dees kerck 1659'. Bij kerkdiensten en begrafenissen klepte de klok van Gijsbertgen over het dorp en riep tot bezinning en inkeer. Vanuit de toren, die in drie verdiepingen is opgebouwd, galmden de klokkenklanken. Gegevens van de Koninklijke Oudheidkundige Bond geven aan dat de balustrade in de 17e eeuw werd aangebracht. De benedenverdieping van de toren is door een kruisgewelf gedekt, waarin twee openingen waardoor klokkentouwen hingen. Nu wordt alles elektronisch geregeld!
Door verbouwingen is ook de toren van binnen veranderd. Bij een van de verbouwingen voor vervanging van de oude houten uurwerkkast voor een elektrisch aangedreven uurwerk, kwam een deur te voorschijn waarop een fraai uitgesneden zeilschip en het jaartal 1722. Ook in de toren zijn door verbouwing de cellen en de ketenen voor het vastklinken van de gevangenen verwijderd. Het brandspuithok waarin de brandspuit stond is verdwenen door de slopershamers. De oude brandspuit is in 1723 op het Oude-Kerkhof beproefd, met goed gevolg. De spuit staat als herinnering in de brandweerkazerne.
De stoere Oude Kerk staat er nog en zal er hopelijk nog jaren staan. Dat het in de begintijd een rooms-katholieke kerk was is nog te zien aan de vrouwenreliëfs onder de korbelen (steunbalken) in de noorder- en zuidermuur. Helaas, achter de muur van 1775 rond het vroegere kerkhof werd in het begin van de 20e eeuw nog eens een verminking van de kerk gemaakt. Een ronde uitbouw aan de zuidkant verknoeide daar het exterieur. Maar er werden ook goede voorzieningen gedaan. Een orgel met 19 stemmen werd in 1912 door de firma Dekker uit Goes geplaatst. En in 1956 is een centrale voetverwarming aangebracht om tijdens de kerkdiensten de kerkgangers niet te laten verkleumen.
Bronnen:
• Verzameling aantekeningen van Lambert Rijckz. Lustich, aanwinsten Rijksarchief NoordHolland, Haarlem, RANH.
• Protokollen (1675-1795), notulen van de kerkenraad, (oud schrift), Rijksarchief Noord-Holland, Haarlem.
• L. Westland Jzn, De geschiedenis van de Hervormde Gemeente van Huizen.  J. Veerman, persoonlijke mededelingen, 2003
iVAN DE DIALECTWERKGROEP
Op de woorden uit de vorige Ratel is slechts één inzending binnen gekomen van een Kenner van het Huizer Dialect. We hebben er daarom voor gekozen dezelfde woorden nog een keer te herhalen, want wij willen graag steeds nieuwe Eervolle vermeldingen, zodat wij de groep Kenners van het Huizer Dialect kunnen uitbreiden.
De woorden waarvan de betekenis gevraagd wordt, zijn:  wéél  ammar  ôpëprongd  dessel  roëker
Wij rekenen op een heleboel inzendingen zodat we weer kunnen loten. Bent u trouw lezer van de Ratel en heeft u nog nooit geprobeerd om het dialect te 'vertalen', waagt u dan nu eens een poging!

Verder zijn er opmerkingen binnen gekomen op de vertaling van een van de vorige woorden. Het woordje oêta was in de vorige Ratel vertaald met opoe of grootmoeder. Men vertelde mij dat dit niet klopte. Oëta zou grootvader betekenen en oëtjen is dan grootmoeder of opoe.
Navraag bij diverse dialectkenners leverde echter wel verschillende antwoorden op.
Sommige Huizers vertelden dat ze nog nooit van oêta gehoord hadden en dat grootvader vertaald zou moeten worden met tetta. Ook binnen een groep dialectsprekers kunnen variaties bestaan. ' Tetta' is in ieder geval al heel oud, getuige een ansichtkaart die Gerrit Jongerden liet zien uit 1920 waar Tetta op staat. Misschien dat oéta later ontstaan is?
Blijft u hier maar op reageren. lk verzamel alle reacties en misschien wordt het op een gegeven moment duidelijk hoe het precies zit. Op dit moment is de conclusie dat er voor grootvader twee woprden zijn (tetta en oëta) en dat oëtjen grootmoeder betekent.
Het zinnetje uit de vorige Ratel: 'Oêta is snobbig, ze kan het kwanig berappen„ ze is horewoest' klopt dus niet. Dit moet zijn: hij is horewoest.
Ineke van Herwerden
  HAINDRUK VAN 'T NOORDERAINDE iEREBURGER VAN HUIZEN
In de Huizer Courant van 6 mei 2004 troffen de lezers de kop aan: "Ereburger Haindruk van 't Noorderainde: Pionier in behoud Huizer cultuurhistorie". En dat was de spijker op zijn kop. Lang voordat de Historische Kring werd opgericht was Henk Rebel met zijn gezin al bezig met het in brede kring tonen van de Huizer klederdracht en bij de start van de Klederdracht-groep van de Historische Kring 25 jaar geleden was hij met zijn vrouw voor hen een onschatbare vraagbaak en stimulans.
In zijn verhalen en gedichten is veel over de historie van Huizen vastgelegd. Vanaf de oprichting van de Huizer dialect werkgroep in 1972 was Henk Rebel een gewaardeerd en actief lid. Hij werkte mee aan de publicaties in dialect Huizen hoo 't vroger was en Huizen zoë as't nooit meer wurdt. Al voor die tijd publiceerde Henk Rebel verhalen in dialect: van 1957 tot 1978 in de Balascoop, het personeelsblad van Balamundi waar hij werkte. In 1980 zijn deze verhalen, omgezet in de schrijfwijze van het dialect zoals dat door de dialectwerkgroep was vastgelegd, verschenen in de publicatie De aauwud vur Kursaauwud. In 1999 verscheen nog van zijn hand Zwart op wit, een gedichtenbundel over leven en dood. Deze laatste bundel was niet in dialect geschreven.
Haindruk werkte ook mee aan verschillende onderzoeken die door de vroegere Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen, het tegenwoordige RJ. Meertensinstituut, werden uitgevoerd. Zo is zijn stem op vele bandopnames verschenen en onlangs nog werd er een onderzoek gedaan naar de grammatica van Nederlandse dialecten waar Haindruk aan meewerkte. In Huizen hebben diverse instellingen een Huizer naam gegeven aan hun gebouw. Ook hieraan heeft Henk Rebel altijd een creatieve bijdrage geleverd. Henk Rebel is nog steeds lid van de dialectwerkgroep die intussen ondergebracht is bij de Historische Kring Huizen. Bij elke vraag over dialect wordt hij geraadpleegd.
De Kring wenst Haindruk• van 't Noorderainde geluk met de eervolle benoeming tot ereburger van Huizen. Zijn belang voor de cultuurgeschiedenis van Huizen is groot!
Wendy van Noppen en Ineke van Herwerden
hiJACOB PRINS EN ZIJN 'AANTEKENINGEN'
deel 2
Dick Schaap
Sinds lange tijd is mijn familie in het bezit van een oud boekje, waarover heel wat te vertellen is. Het is een onooglijk schriftje, gekaft in een oude krant. Eigenlijk is het niet meer dan de afgeknipte helften van bladzijden van een kasboek uit de achttiende eeuw, te weten uit 1761. De twintig bladen van dit boekje (12 x 15 cm) zijn beschreven met pen door de Huizer Jacob Prins in de periode 1823 tot 1866. Hieronder volgt het tweede deel van deze aantekeningen.
Jacob Prins als havenmeester
Eén keer ondertekent Prins een stukje in zijn aantekeningen met 'J prins Havenmeester'. Dit stukje geeft drie feiten weer die de start van de Huizer haven vormden, namelijk de eerste overwintering van de schuiten in de eigen haven, de eerste vis die werd afgeslagen en het eerste vrachtschip dat werd geladen:
een aantekening wanneer De schuijten voor het eerst in de haven zijn over gewinteH in het jaar 1853 en in het Jaar 1854 zijn zij daar uijt gezij/t en den 24 Januarij is de eerste haring in de haven afgeslagen voor 77 stuijvers van Jan dirk smit en den 15 februarij is er een schip met koren geladen van dirk brasser bestemt naar hooren
J. Prins
Haven meester
Heb ik het mis als ik in deze woorden de voldoening van Prins hoor doorklinken? Veel jaren waren voorbijgegaan met plannen en voorbereidingen voor een eigen haven, nu was het eindelijk zo ver. En hij was de havenmeester van de nieuwe haven! Let wel de haven was op de vermelde data nog niet officieel geopend. Dat gebeurde op 7 oktober 1854. Maar uit deze aantekeningen blijkt dat de haven al eerder functioneerde. In deze aantekening vermeldt Prins ook de allereerste keer dat er in Huizen vis werd afgeslagen.
In dit artikel zal ik niet uitgebreid ingaan op de geschiedenis van de totstandkoming van de Huizer Haven. Die is al meerdere malen uitgebreid beschreven 10 . Hier alleen enkele feiten betreffende de persoon van de eerste havenmeester. In het kort vijf zaken:
1 . In de vergadering van het Huizer Havenbestuurll van 10 februari 1 854 12 te Amsterdam werd een voorstel geformuleerd aan het gemeentebestuur om een havenmeester te benoemen uit het volgende tweetal: Willem Koeman en Jacob Prins 13.
Voor onze familie is dit overigens wel een heel opmerkelijk feit, want deze twee Huizer vissers waren alle twee ... onze betovergrootvaders! Hun kleinkinderen trouwden met elkaar. Dit waren onze grootouders.

In diezelfde vergadering werd overlegd over de capaciteiten die de toekomstige havenmeester zou moeten bezitten: "dat het bekend zijn met de vaart eene hoofdvereischte "is, terwijl tot de boekhouding en het schrijfwerk de gelegenheid zoude bestaan assistentie "te vinden; dat hierop zelfs eenigermate moest gerekend worden daar beide vereischten "zich moeilijk zouden vereenigen in eenen persoon". Het havenbestuur biedt daarom de havenmeester de mogelijkheid om een assistent te zoeken. Later is deze plaats ingenomen door A. Egas, de man die Jacob Prins in 1870 opvolgde.
Het havenbestuur stelde voor aan het gemeentebestuur om de benoeming te doen voor een periode van drie jaar. In de brief die het havenbestuur aan het gemeentebestuur hierover schreef op 28 februari werd het volgende argument hiervoor gegeven: "om bij gebrekkige waarneming welke ook het gevolg zou kunnen zijn van opkomende "ligchaamsgebreken, in een betere waarneming te kunnen voorzien, zonder tot ontzetting "de toevlugt te moeten nemen". Heel begrijpelijk, want de twee kandidaten waren zeker voor die tijd al oude mannen. Koeman was 66 jaar en Prins 60 jaar! De havenmeester zou moeten wonen aan de haven, voorlopig in de directiekeet van het havenbouwproject . Later werd hiervoor een speciaal huis gebouwd, het havenhuis, dat op verschillende afbeeldingen te zien is. Het was een hoog huis met bomen ervoor. Het stond tussen de hangen van Kruimer en de visafslag (situatie omstreeks 191 zie foto op blz. 1 1). Daar staat nu het pand Havenstraat 98.
De havenmeester zou 'voor eigen rekening geen vaart of vischvangst mogen uitoefenen'.
Ook werd bepaald dat de havenmeester een traktement zou krijgen van f. 325 per jaar. Hij hoefde geen huur te betalen, maar als hij een assistent zou aanstellen, dan moest hij die van zijn salaris f.75 per jaar geven.

Jacob Prins vvoonde bij/aan de Vissers/raat, vemnoedelijk in he/ hilis rech/s ach/er op dit schilderij.
2. In de vergadering van het gemeentebestuur van 7 maart 1854 14 werd over dit tweetal gestemd. Bij de eerste stemronde kregen beide kandidaten drie stemmen. Volgens de gemeentewet werd er daarop geloot tussen de twee mannen en werd Jacob Prins benoemd tot havenmeester.

3. Het gemeentebestuur stelde op 26 april 1854 15 de 'Verordening op het havenen in en bij de haven van Huizen' vast, tegelijk de 'Instructie voor den havenmeester'. Het voert hier te ver om dit stuk uitvoerig te citeren, maar het geeft een nauwkeurig beeld van de werkzaamheden van Jacob Prins vanaf 1854 16 .

Drie jaar na de start van zijn werkzaamheden werd Jacob Prins nog een keer vermeld in een brief van het havenbestuur aan het gemeentebestuur. lk citeer: "Daar de redenen van benoeming voor slechts drie jaren gelegen waren in het "wenschelijke om een proef te nemen, ten aanzien van de geschiktheid des persoons, en "deze proef nu is genomen en vooral ten aanzien van een capitaal punt, de invoering met "beleid en (nauw-) gezetheid tevens van het Havengeld, onverbeterlijk is uitgevallen, "hebben wij de eer UedAchtbare voor te stellen de continuatie van den havenmeester tot "opzegging toe".
Met andere woorden: Prins had het heel goed gedaan. Ook blijkt uit dit citaat hoe gevoelig de nieuwe situatie lag. Voor de opening van de haven behoefden de vissers vanzelfsprekend geen havengeld te betalen. Maar daarna wel en betaling zal vast wel eens moeilijk zijn geweest, zo groot waren de verdiensten niet . Prins heeft de invoering van deze maatregel kennelijk goed geleid.
4. Per 1 mei 1870 werd aan Jacob Prins ontslag verleend en werd A. Egas als zijn opvolger benoemd. Prins was toen al enige tijd ziek en is op 9 november van dit jaar in de leeftijd van 76 jaar overleden 17 .
De nieuwe haven
De havenmeester moest de havengelden invorderen. In de al eerder genoemde registers van havengelden staat Jacob Prins zelf ook vermeld, vanaf het eerste register (1854) 18 .
Hij wordt aangeslagen voor twee schepen in de klasse A (schepen tot 40 ton). Vanaf 1861 wordt voor Jacob Prins en voor Pieter Jac.zn. Prins ieder één schip genoemd. In 1862 wordt ook het schip van Dirk Jac.zn. Prins vermeld. In de volgende registers wordt Jacob vermeld tot 1864, Pieter tot 1868 en Dirk tot 1893 19

Het laatste stukje uit de 'Aantekeningen' gaat over de eerste scheepswerf in Huizen:
Huijsen 1859 Heeft De Heer Boele van Amsterdam een niewe werf Aan Gelegen van 6 Bedden en ook een huijs met een loos en heeft daar 3 Botters op Gemaakt Door de Mesters knegt Gerret kater van Monnikendam de zoon van C kater een voor Corneles van As een voor Jacob prins een voor Jacob H zeman
Voor de havenmeester een belangrijk feit: de aanleg van een echte scheepswerf in Huizen. Voordien moesten Huizers voor het hellingen naar Muiden (werf Pauw) en/of voor de bouw van een nieuwe botter naar Monnikendam (werf Kater). En bij de eerste vissers die een botter bestelden bij de nieuwe werfbaas was ook Jacob Prins zelf. Zijn twee zoons, Piet en Dirk voeren sindsdien op een eigen schuit. Op de vlootlijst van 1886 worden hun botternummers vermeld, resp. de HZ 2 (Dirk) en de HZ 187 (Piet)20 .
Opmerkelijk is dat Prins hier spreekt over 'botters'. In die tijd sprak de gemeente over 'botschuiten' en de Huizers hadden het over 'bosschuiten'.
Leersum, najaar 2003.
Dick Schaap (Dirk van Lammert van Klaas van Lammert van Troel)
(wordt vervolgd)

Foto ± 1940. Links Hendrik Prins, Illidden Cornelis Prins. Rechts? Misschien vveten onze lezers li'ie de derde persoon is?
Noten (deel 2)
Waarom men in Huizen een haven wilde en wat daaraan voorafging, Huizen 1948. En: A. Kruining-Teeuwissen en G.E.E. van Noppen, De Huizer haven, Huizen 1998. Een derde publicatie ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de haven is in voorbereiding.

Dit bestuur heeft van 1853 tot 1890 de aanleg en bedrijfsvoering van de Huizer haven geregeld. Het was samengesteld uit vier vertegenwoordigers van de aandeelhouders, twee van het gemeentebestuur en een secretaris, de heer Albertus Perk, notaris te Hilversum.
12 Nieuw Archief Huizen (NAH) Het NAH is een onderdeel van het Streekarchief Muiden, Bussum en Huizen te Naarden NAH nr. 1531.
13 Dit volgens artikel 25 van de verordening op de havengelden. Zie notulen gemeentebestuur
Huizen
(NAH nr. 315).
14 NAH nr. 315. 15 Idem.
16 Voor de volledige tekst: Kruijning c.s. De Huizer haven, pag. 8 -13.
17 Notulen Havenbestuur van 23 april 1870 (NAH nr. 1531).
NAH nr. 928.
19 Dirk Prins is overleden als gevolg van een hartaanval op de Noordzee op 30 mei 1893. 20 P. Dorleijn, Van gaand en staand want, dl. 3, Weesp, 1983, bl. 120 en 121 .
{SCHEEPSONGEVALLEN IN HUIZEN AANVULLINGEN OP LIJST SCHEEPSONGEVALLEN IN HUIZEN
Klaas Westland
Als een gesprek stilvalt, wordt wel eens gezegd: 'de dominee komt voorbij'. Dit gezegde komt voort uit de Nederlandse vissersdorpen. Wanneer de dominee zijn doodstijding moest brengen, verstomde vanzelfsprekend het rumoer op de straten en in de stegen. In het feestgedruis rondom het 1 50-jarig jubileum van de Oude Haven op 18 september a.s. besteden we enige aandacht aan een periode waarin Huizen nog doordrenkt was van water en vis en waarbij ook menselijk leed was te betreuren.
De voorlopige lijst van scheepsrampen die werd samengesteld door de werkgroep Visserij van de Historische Kring Huizen is met hulp van mevrouw Hogenbirk, Gerrit Jongerden, Harmen Kos, Lies Schaap, Jady Snel en Piet Wiersma aangevuld met onderstaande gegevens. De lijst is echter nog lang niet volledig en daarvoor roepen wij opnieuw de hulp van onze lezers in, want er moeten zich meer scheepsrampen afgespeeld hebben en visterminsen op zee zijn gebleven. Onder andere bestaat er een verhaal over een Gooier botter die nabij Harderwijk is vergaan en waarbij de schipper later in een kuul werd gevonden; over dit verhaal ontbreken nog steeds gegevens.
Aanvullingen op de lijst van scheepsongeva//en in de Ratel van mei 2004
Huizer botter    (HU?)    19 augustus 1845
Dirk Evert Janz. Van der Roest (22.01.1818 - 19.08.1845): verdronken op de Zuiderzee tijdens het botvissen op 27-jarige leeftijd. Was getrouwd met Jannetje Klaassen Kos.
Huizer Noorseeschuit    26 april 1847
Hendrik Bout, 42 jaar oud, buitengaats op de Noordzee verdronken tijdens het beugen op schelvis om 13.00 uur. Aangifte gedaan door twee Huizer vissermannen Cornelis Visser en Klaas van As.

Huizer botter    29 mei 1860
Elbert Molenaar, oud 45 jaar, levenloos aan boord van zijn schuit gevonden. De botter lag vastgelopen op de Top, een zandbank voor de kust van Genemuiden.
Huizer botter    4 december 1863
Jan Sijbrandse de Groot, 65 jaar oud, verdronken op de Zuiderzee om vijf uur in de ochtend ten oosten van de Huizer haven in een zware storm. Jan was getrouwd met Anna Maria van
Wessel.
Huizer botter    31 augustus 1875
Andries Honing (geboren 23 november 1852) overboord geslagen bij Muiden en verdronken, Andries was toen 23 jaar oud.
Huizer bôsschuit    29 mei 1880
De vissersknecht Willem Willemsz Bos, bijgenaamd Jakob Bos, verdronk op 29 mei
1880 's ochtends om 05.00 uur op de Zuiderzee. Hij liet de weduwe Jannetje Baas en vijf kinderen na.
Huizer Botter    30 juli 1888
Op zaterdag 30 juli is Tijmen Westland, oud 36 jaar, in de Zuiderzee verdronken. Het gemeentebestuur loofde een premie uit van fl. 25,00 aan degene die het lichaam in Huizen aangebracht heeft. Uit de advertentie blijkt dat hij gekleed was als volgt: nieuwe blauwe kiel, Engelschleren broek, blauwe verstelde onderbroek )gemerkt met een T in de band), laarzen tot de knieën en in het hemdsboord twee gouden knopen onder de kin.
HZ 2    30 mei 1893
In de nabijheid van de buitenhaven van Ijmuiden verdrinkt Dirk Prins (18.01.1834-30.05.1893). Volgens de overlevering is hij overboord geslagen/gevallen bij het ontsteken van de lantaarn. Zijn zoon Hendrik Prins heeft geprobeerd hem met een pikhaak uit het water te trekken, althans hem zich daaraan vast te laten houden, wat niet gelukte. Dirk Prins heeft vervolgens waarschijnlijk in het water een hartstilstand gekregen. Zijn lichaam werd per schip overgebracht naar Huizen en is daar begraven op het "Oude Kerkhof" aan het Prins Bernhardplein.
Huizer botter    medio 1915
Willem Schaap, bijgenaamd Willem van Jan van Gerret de Kat, een broer van Piet
Katjen. Tijdens de haringcampagne met reepnetten botste in volle zee de haringvlet tegen de schuit, waarbij Willem overboord sloeg. Willem droeg het zware, oliepak en kon mede hierdoor niet zwemmen. Zijn laatste woorden waren: 'Help breur, ik verzuip .
De vraag is wie kan nog iets toevoegen aan deze vermeldingen? Kent iemand het verhaal achter deze rampen? Graag contact opnemen met Jan Veerman (alleen 's-avonds: telefoon 06-22365356), Klaas Westland (telefoon 035-5242006) of met de redactie (e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).
WLVANL%OSSTRAAT 2: DE GESCHIEDENIS VAN EEN HUIS
Dick Schaap
Bij het huis op de hoek van de Meentweg en de J.L. van Osstraat verrees in het voorjaar 2004 een groot bord. Daarop staat dat dit huis gerenoveerd wordt. De verbouwing loopt tot september 2004. Tijdens deze periode is onderzoek gedaan naar de geschiedenis van dit pand met het ernaast gelegen pakhuis.
In 1871 koopt Lambert Jacobszoon Schaap (1829 - 191()) voor 1 10 gulden een stuk bouwland in het midden van het dorp Huizen.
Het terrein is groot 2.018 m2 en grenst ten noorden aan de Meentweg, ten oosten aan een ongeplaveide steeg zonder naam, ten zuiden aan het erf van de familie Tijmen Vos en ten westen aan de straat die later Koningin Wilhelminastraat heet. Lambert koopt het terrein van de familie Teeuwissen, de voorouders van de huidige eigenaar van een rioolreinigingsbedrijf in Huizen. Kort daarop laat Lambert het terrein ophogen en bouwt hij er een woonhuis op met daaraan vast een wasschuur en een pakhuis. Het pakhuis wordt waarschijnlijk eerst ook gebruikt als bergruimte/stal voor een kar en paarden. Onder het huis komt een kelder, evenals onder het pakhuis.
Ergens tussen 1871 en 1910 wordt er tussen het huis en het pakhuis een verbindingsruimte gebouwd. Dit gedeelte wordt als winkel gebruikt. Lambert verkoopt daar allerlei huishoudelijke zaken, van gerookte haring en petroleum tot bijbelse wandplaten toe. Het huis wordt genummerd D46. Als hij zijn huis bouwt is Lambert 42 jaar. Hij is getrouwd met Marretje Bout. Het echtpaar krijgt vijf kinderen: Geesje, Jacob, Klaas, Hendrik en Aaltje. Na het overlijden van Lambert in 1910 worden huis en erf gescheiden in twee percelen.
Het oostelijke deel blijft genummerd D 46 en komt in eigendom aan Lamberts zoon Klaas (1867 - 1945). Klaas gaat daar wonen met zijn vrouw Geertruida Manten. Het echtpaar heeft twee kinderen: Lambert en Marretje. Klaas is eerst vishandelaar en later kaashandelaar.
Het westelijke deel krijgt als nieuw nummer D46a en wordt eigendom van de jongste dochter van Lambert: Aaltje. Zij is getrouwd met de visroker en vishandelaar Hendrik Bout. Aaltje en Hendrik laten hun nieuwe huis vergroten en verfraaien. Bij de omnummering van de adressen in Huizen in 1929 krijgt dit pand als adres Koningin Wilhelminastraat 1. Later wordt er een scheidingsmuur gebouwd tussen de twee erven.
Klaas laat op zijn erf een houten wasschuur bouwen met een poort ernaast, waardoor een binnentuin ontstaat aan de zuidzijde van het huis. In de schuur komen een stenen wasfornuis en een kookplaats. Voor de schuur staat een houten waterpomp. In de oostelijke voorkamer wordt in augustus/september 1910 een grote vaste kast gebouwd.


Dit werk wordt gedaan door de firma Cornelis Dirkszoon Brasser. Bij het wegbreken van de oude hangkast in 2004 komen op de muur zijn handtekening en die van zijn zwager Cornelis Vos te voorschijn (zie de foto op blz. 15). De gang wordt verfraaid met tweedehands marmeren plavuizen, die Klaas koopt van een sloop te Amsterdam.
Het pakhuis wordt geheel gebruikt voor de opslag van kaas. Aan de zuidzijde van het erf komen schuren voor honden en voor karren. Klaas vent met een hondenkar. Er staat een grote kippenren. De oostkant is geheel groentetuin.

Mijn ouders, Lanibert Schaap en Heintje Koentan. Zij zitten in de binnentuin, voor het raaili van de kanter (1945).
Op zolder laat Klaas omstreeks 1920 een kamertje met dakkapel bouwen voor zoon Lambert. In 1929 krijgt dit pand het adres Meentweg 2.
In 1932 verkoopt Klaas het huis aan zijn zoon Lambert. Hij leefde van 1907 tot 1994 en was kaasgrossier. Hij trouwde in 1933 met Heintje Koeman. In het huis werden vier kinderen geboren: Klaas, Truida, Dirk en Lijsje. Vanaf 1940 woont ook Heintjes zuster Aaltje bij dit gezin in.
Lambert laat omstreeks 1935 op het zuidelijke deel van zijn erf een houten garage bouwen voor zijn bestelauto. Binnen worden ook enkele zaken verbouwd: op zolder een tweede slaapkamer met dakkapel aan de noordkant. De twee bedsteden in de woonkamer beneden worden verwijderd. Aan de zuidkant van de woonkamer wordt een erker gebouwd. Achter in de gang komt een modern toilet. De winkel wordt verbouwd tot kantoor.
Omstreeks 1955 worden de buitendeuren van het kaaspakhuis veranderd: de grote dubbele deuren worden verwijderd en vervangen door een kleine deur; de kleine staldeur wordt dicht-

Het huis 111e/ het kaaspakhllis, gezien vanafde Meennveg.
V.l.n.l: Illijn vadel; Illijn zus Truida, Illijn broer Klaas en Illijzelf(1952).
gemetseld. In diezelfde tijd worden op de grote zolder van het huis nog drie slaapkamers gebouwd en een eenvoudige badkamer.
Lambert Schaap laat in 1957 een nieuw huis bouwen aan de Botterwijnseweg. Hij verkoopt zijn oude huis met erf aan de tuinman Aart Rebel. Rebel bouwt in de tuin een grote opslagruimte voor zijn auto's en gereedschappen. In de jaren zestig van de vorige eeuw krijgt de steeg tussen de Meentweg en de E. Ludenstraat een eigen naam: J.L. van Osstraat. De woning krijgt huisnummer 2.
Tot 2004 bewoont de familie Rebel het huis, de laatste jaren zoon Kees met zijn gezin. Hij vervangt opnieuw de ingang van het pakhuis door een grote dubbele deur. Afgezien van de deuren van het pakhuis zien huis en pakhuis er begin 2004 aan de wegzijde nog precies zo uit als in 1871 .
Leersum, juli 2004
Dick Schaap

De oplossing van het vorige kruiswoordraadsel is: Horizontaal: 3 achter; 6 téëltjen; 7 deel; 9 tranen; 1 1 koffie; 12 bij; 15 boenen; 17 snede; 18 ouder; 19 forel; 20 in; 21 goud; 22 zwaluw. Verticaal: 1 waien; 2 feest; 4 roer; 5 stel; 6 tandbeen; 8 loef; 10 beleerd; 1 1 koe; 13 tevoren; 14 wereld; 15 blond; 16 nieuw.
De nieuwe opgave is een doorloper. Veel puzzelplezier gewenst, M. Versteeg.
Horizontaal: 1 stekelig dier; huisdier; 2 werkelijk, aanwijzend voornaamwoord; 3 zwarte kleverige stof, viering van een heuglijk feit; 4. ieder, beneden; 5 inkomen, honingdrank; 6 kwaad, water in Friesland, decimeter (afk.); 7 daar, Nieuwe Testament (afk.), proza (oud-Noors); 8 hemellichaam, getroffen; 9 anti, paling; 10 ingenieur (afk.), jong gesneden stier of bul, ten bedrage van, Japans bordspel; 1 1 plaats in Gelderland, ter attentie van (afk.), voorzetsel; 12 rivier in Nederland, Friese jongensnaam.
Verticaal:
1 woerd, bedstee
 (Huizer dialect), groot water bij Amsterdam;
2 kleur, lichaamsdeel, voorzetsel, dominus (afk.);
3 azijn (Huizer dialect), wang, ik (Latijn), bouwland;
4 moed, hectogram, boordsel, voorzetsel;
5 hectoliter (afk.), voeg woord, plas, achter, reeds;
6 lyrisch gedicht, rivier in Schotland, handeling, vader (verkorting);
7 uitholling in een wand, en dergelijke (afk.), de dato (afk.), soort grond, ezels geluid;
8 lidwoord, deelteken, kluit.

Boekje
In 2004 bestaat de Oude Haven van Huizen 150 jaar. Deze haven is belangrijk voor Huizen en haar ingezetenen. Zo heeft bijvoorbeeld menigeen zijn eigen herinneringen aan de haven. Voor de één was dat een zondagse wandeling over de oude pier met zijn gaten, onkruid en kromme bomen. Voor de ander was dat de hellingproef tijdens autorijles op de schuine spoelhelling. Of een clandestiene oversteek met het pontje naar de werf van Kok. Maar het beeld van de haven als vissershaven komt toch het meest naar voren. Omdat zonder de visserij de Oude Haven nooit tot fland was gekomen, krijgt de visserij vanuit Huizen extra aandacht. Deze uitgave is een gezamenlijke productie van Het Huizer Museum Het Schoutenhuis en de Historische Kring Huizen en begeleidt de tentoonstelling over hetzelfde onderwerp in het Museum.
In het gedeelte van het boekje over de visserij door Klaas Westland wordt ingegaan op de ontwikkelingsgeschiedenis en scheepstypen. Ter wille van ruimtegebrek blijven een aantal aspecten buiten beschouwing; de scheepswerven en bokkinghangen worden dan ook slechts summier behandeld.
In het gedeelte over de haven van Anetta van der Hulst komen de plannen voor de aanleg van de haven en de opening in 1854 aan de orde, maar ook de verdere ontwikkeling van de haven. De tijd dat de haven werd bestuurd door het Havenbestuur (1853-1899) wordt meer uitgediept. Over deze periode zijn veel interessante gegevens gevonden in het gemeentearchief van Huizen. Na het verdwijnen van de visserij werd industrie belangrijk voor de haven en vanaf de zeventiger jaren van de twintigste eeuw komt de nadruk te liggen op recreatie: de haven werd ingericht als jachthaven.
Titel    De Huizer Haven 150 jaar
Auteurs    • Anetta van der Hulst en Klaas Westland
Vormgeving en lay-out    Ad Klaassen
Uitgegeven door Het Huizer Museum Het Schoutenhuis en de Historische Kring Huizen .
Aantal bladzijden rond 130, met veel foto's uit archief Huizer Museum en Historische Kring en van particulieren. prijs    : € 9,50
Kalender 2005
Naast het boekje verschijnt ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de haven een kalender 2005, samengesteld door Gerrit Jongerden in samenwerking met de Historische Kring. Historische foto's: 3 in kleur, 10 zwart/wit. Prijs € 5.00.
Verkrijbaar bij: G. Jongerden (tel. 035-5256979), het Huizer Museum Het Schoutenhuis, het Klederdrachtmuseum, de Historische Kring Huizen (Huizerdag, Havendag, jubileum).