De Ratel december 1980

HUIZER KRING BERICHTEN 1980 nr. 14
BESTUURSMEDEDELINGEN

Ledenavonden
Op dinsdag 25 november a.s. : zie bijgaande convocatie.
Op donderdag 22 januari a.s. in de Boerderij , aanvang 20000 uur , zal de Heer Arie de Koning uit Hoofddorp een inleiding houden over de Hollandse molens.
WERKGROEPEN
— Hui zer Verhalen, kon takt persoon Mevro AO Kruijning, I)riftweg 151, telefo 51+776
— Archeologie/Geologie, kontaktpersoon Mevr. C. Brouwer, Want 37, telef. 56151
 Flora en Fauna, kontaktpersoon Mevr. Ge Marmelstein, Biggekruid telef. 58134
 Prenten en kaarten enz. , kontaktpersoorr Hr. No P. Rooth, Punter 13, telefo overdag 035

-- Hui zer Klederdracht, kontaktpersoon Mevr. van Geenen, Lijzij teler. 52807
 Visserij en haven — nog open
    — Oude ambachten    nog open
DE HUIZER WASSCHUURTJES
 U kent ze natuurlijk wel, die aardige houten miniatunrhuisjes, die zo hier en daar nog in de tuinen •van het oude dorp zijn te vinden.  Hoeveel zijn er nog ? Waarvoor worden ze nu gebruikt ? 110e staan ze erbij Het is wel zeker dat deze typische gebouwtjes ook in aantal achter uit— gaan.
Zijn er leden die er zin in hebben om na te gaan wat er no o• van over is en daarover verder gegevens te verzamelen ?
DE GOOTSE TRAM, WAGENMR. 25
In de Gooi— en Eemlander van woensdag 29 oktober. hebt U kunnen lezen, hoe twee Huizers al jarenlang meewerken om een oude tramwaüen van de Gooi se tram geheel te restaureren. Deze wagen gaat volgend jaar Neer rijden en wel op de stoomtramlijn Hoorn—MedenbIik. Nu staat er nog een wagen op herstel te wachten, wagennuramer 25. Dit salonrij tuig, ge—    bouwd in G3r1itz voor f.  werd in 1901+ in dienst gesteld. Omdat de vaste herstel groep aanvul Ling behoeft worden nieuwe rnede— werkers graag welkom geheten. U kunt daarover inlichtingen vragen bij de Heer H. van der Hulst, te lef. 51922.
NOGMAALS HOENGDESLAGER
Hieronder volgt een reaktie van de Heer M. Heijder op het stukje over een Hoengdeslager van J. v. do B. in Hui zer Kring Berichten 1980 nr. 3, daar volgens de Heer Heij:hr dit stukje een enkele aan— vulling vereist.
Hondenslagers kwamen niet alleen voor in de (katholieke) kerken. J. v.d. Bo zal bedoelen in de kerken van v06r de alteratie. Na de alteratie veranderde er voor de honden niet zoveel. De kerk was van iedereen, men liep er wat rond, maakte een . praatje met de doodgraver tijdens zijn werkzaamheden en het was heel niet vreemd dat er een straathond binnenliep, zoals     op schilderijen uit die tijd ook kunnen zien. De kerkdeuren konden nog de gehele dag open staan, zonder dat men bevreesd behoefde te zijn dat dieven zich aan het kerkinterieur zouden vergrijpen.
T n Amsterdara was er nog geen beursgebouwe Men kwam bijeen in de openlucht. In 158 1% dus zes jaar na de alteratie in die stad, was het de makelaars al vergund     bij slecht weer in het kerkkantoor van de Oude Kerk t 'versarnelinge te maecken 't , In 1586 werd de toen leegstaande St. Olof s Kapel bij slecht weer ter beschikking gesteld van de kooplieden om er Beurs te houden en na 1602 mochten zij dat doen in de Oude Kerk.
Bij een memorie van kerkmeesteren der Oude Kerk van 1? december 1602 werden de twee hondeslagers gelast, een van beiden, zich tijdens beurstijd in de kerk te bevinden.
Krachtens een besluit van de Dora tse Synode van 1578, werd er slechts voor en na de kerkdienst op het orgel gespeeld. De psalmen zong men zonder begeleiding. De stadsorganist,en moesten dagelijks een aantal orgelconcerten geven en van 1577 tot 1621 was het de beroemde Sweelïncko die in de Oude Kerk het orgel bespeelde.
Een tijdgenoot vertelde daarvan. I 'Daar (in de Oude Kerk) wordt elke avond op het orgel gespeeld; dan gaan de lieden daarbinnen heen en weer wandelen, in het bijzonder de kooplieden, wanneer zij zaken te doen hebben". (Er was ook t s avonds Beurs) .
I-het ging er dus in de kerk gemoedelijk toe.
      Onze bij bel vaste voorouders wisten echter heel goed, dat Jezus de  wisselaars uit de tempel dreef en het derhalve in strijd was met de godsdienstige opvattingen, dat er in de kerk werd gehandeld, doch eerst in 161 L kreeg Amsterdam een eigen beursgebouw en kwam aan het beurshouden in • de kerk een einde.
x    De Heer J 0 H. van den Born schrijft ons:
in het begin van de 19e eeuw is ons land tijdelijk bezet geweesyv doop de Fransen — Napoleontische periode.
De invloed van Frankrijk op ons taalgebruik is nù nog merkbaar en zelfs verbasterd terug te vinden in ons àialekt.
Als kind zag ik elke zondag een klein mannetje (Lamb(ert) van Et) ter kerke gaan, het zwarte pak. aan en om zijn hals een gebreide zwarte sjaal, die zelfs zijn neus bedekte. Mijn vader vertelde me: T ' Als L. van E. zijn sjaal afdoet, wordt het zomer t ' .
Naam van de sjaal: kassiene.
    Oorsprong: (se) cacher    (zich) verbergen.
    1e nez    de neus
        H ierdoor is het verbasterde kassiene verduidelijkt.
    TWEE ONDERZOEKEN     HUIZEN, door C. R. van Kooij
Als geinteresseerde bewoner van Huizen ben ik een kleine twee jaar geleden begonnen met een tweetal onderzoeken. Het ene onder— zoek betreft de inventarisatie en beschrijving van het boerderijen— bestand in Huizen, het andere het opzoeken en het vastleggen van gevel tekens en daklijsten in ons dorp.
Ik zal eerst kort de opzet, uitwerking en voorlopige resultaten van het boerderijenonderzoek weergeven. In het tweede onderdeel zal ik iets weergeven van voorlopige bevindingen in het gevelteken— en daklijstenonderzoek.
Landel•ijk is er een toenemende aandacht te konstateren voor het onderwerp boerderij behoud. Sinds 196 LE bestaat de Stichting Histor isch Boerderij —onderzoek te Arnhem (SH BO) en nog niet zolang ge— leden is de M Werkgroep Boerderij behoud t ' van de Stichting Nationale Contactcommissie Monumenten bescherming opgericht.
In de Gemeente Huizen staan een onbekend aantal boerderijen. Nergens in gemeentelüjke en andere archieven blijkt vastgelegd te zijn hoeveel er zijn en waar ze staan e Daar kwam ik achter toen ik als start van het onderzoek een bezoek bracht aan de Dienst Openbare Werken en aan een aantal afdelingen van de Gemeente Huizen. Hoog tijd om dat eens te gaan vastleggen.
Een bezoek aan de SHBO in Arnhem leverde een lijst op van 9 boerderijen.
Die gegevens komen uit een archief waarbij de fotoos in sommige geval — Ien vergezeld gaan van een min of meer uitgebreide beschrijving. Toen ik deze 9 't boerderij en 'l in het dorp ging bekijken, bleken er 2 al niet meer te bestaan en van de andere 7 zijn er 2 naar 'mijn mening geen boerderij. Het blijkt trouwens niet zo gemakkelijk om aan te geven wat een boerderij is en wat niet.
 Het derde or i enterende bezoek heb ik gebracht aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist. In het foto—archief aldaar heb ik 12 fotoos van boerderijen in Huizen aangetroffen. Alle zo omstreeks 1955 gemaakt. Van de 12 vastgelegde boerderijen blijken er nog maar 9 te bestaan. Weer een duidelijke aanwijzing dat het zeer noodzake— lijk is alles wat er aan boerderij bezit in Huizen is, vast te gaan leggen.
Daar ben ik dan ook mee begonnen. Vele fietstochten in het dorp Leverden tot nu toe op een overzicht van 120 gebouwen die, zo op het eerste gezicht, als boerderij zijn aan te merken. Zoals ik hier— boven al opmerkte is het nog niet zo eenvoudig om het onderscheid te maken tussen een boerderij en een gebouw dat doet denken aan een boer— der ij naar die funk tie nooit heeft gehad. Het is met name nogal moei — lijk precies aan te geven wat het verschil is tussen een vissershuis dat nÒÒit, en een vissershuis dat later (na de afsluiting van de Zuiderzee) wè1 de funk tie van een boerderij heeft vervuld.
In de literatuur over Gooi se boerderijen worden een aantal • ken— merken genoemd waaraan "de" Gooise boerderij zou moeten voldoen. Het gaat mij te ver die hier uitgebreid uit te werken. De situering van verhoogde hooi deuren meestal aan de linker kant van het gebouw èn de
1-1. — 14
aanwezigheid van een wolfseind (een knik in het; dak boven de voorgevel) worden over het. algemeen gezien als typische ken— merken van een Gooise hoeve. In Huizen zijn er naar mijn scha t— ting 16 van die typische Gooi se boerenhuizen te vinden 0 Dit duidt erop dat er veel meer boerderijen zijn die niet aan die typische kenmerken voldoen. Ts het desalniettemin mogelijk een typische Hui zer boerderij te beschrijven ?
Volgens de SHBO moet na een diepgaand onderzoek zijn aan te tonen dat er in Huizen, en wellicht ook in andere dorpen van het Gooi, meerdere typen boerderijen zijn te vinden die niet voldoen aan het t.ot nu toe als t l typisch Gooi s" beschreven model. De meerderheid van de literatnur waaraan ik het Gooi se model ontleen is al erg oud (+ 19 11-5 ) . Dro AeC.J0 de Vrankrijker noemt in zijn, hierna te noemen, artikel uit L962 in het tijdschrift t 'l\loord Holland tl , het zogenaamde tt Huizer type tl o
Het Gooi se model wordt gezien als een vorm die afgeleid is van het hallehuis zoals die ook iirr de kop van Overijssel is te vin— den (b.v. in Staphorst en in Rouveen) .
Ik ben pas aan het begin van een beschrijving van het bestand in Huizen. T n dit artikel heb ik nog maar zeer gedeeltelijk aan kil A— nen geven wat ik al aan materiaal heb verzameld. De door mij ge-vonden t l boerderijen" moeten stuk voor stuk onderzocht worden naar uiterlijke en naar inwendige kenmerken. De meeste wil ik vastleggen in een fotoreportage. Enkele ga ik beschrijven met behulp van de door de SII'BC) gebruikte standaardformulieren. Wat ik in ieder geval wil bevorderen is dat er van de boerderijen die histor isch gezien de moeite waard zijn, (naar mijn schatting zeker de helft) zoveel moge]lijk op de monumentenlijst komen. Tot nu toe staan er in Huizen maar 10 boerderijen op de zé lijst. Deze Rijksmonumentenlijst t,e1t in het geheel 22 gebouwen. De Gemeente Huizen heeft mijns inziens de plic.ht om zoveel mogelijk, aan wat nu nog aan historisch interessante panden aanwezig is, op een monumentenlijst vast te leggen.
De direkte aanleiding voor luet tweede onderzoek was het gegeven dat ik rondfietsend in Huizen op zoek naar boerderijen, steeds weer bij zondere gevel versieringen waarnam. In de bibliografie over boerderijen van de SHBO, trof ik bovendien de vermelding aan van een artikel over gevel versieringen in het Gooi van de hand van hoe kan het ook anders Dr. A.C. J. de Vrank? ijker.
Tn dit artikel uit 1962 vermeldt de auteur naast de typische ken— merken van een Huizer boerderij, het feit dat met name in Huizen een grote verscheidenheid aan soorten windveren wordt gevondene Windveren zijn planken die evenwijdig aan de gevel' tegen de onder — kant fan de daklijst lopen. In Huizen zijn veel verschillende ver— sierde windveren te vinden.
Andere gevel versieringen die ik inventariseer, zijn makelaars en spitsen. Fuen makelaar is als het, ware als li piek t ' in de konstruktie die om de daklijst gemaakt' is opgenomen. De t ' spits 't niet. In Oost Nederland noemt men die Tt spits tt overigens ti gevelteken t 'o In de buurt
Ll.
van Ootmarsum en in Denenkarnp heb ik een zeer grote variatie van dit soort tekens aangetroffen op boerderijen e Variaties die in die streek en in de aangrenzende streek in Duitsland zijn te vinden, zijn vastgelegd en uitgetekend in geschriften van de Heer J. Janse
Dro De Vrankrijker wijst er in zijn artikel op, dat er in
Huizen een grote variatie aan makelaars en spitsen is te vinden. De Hui zer exemplaren wijken af van die in Laren en Blaricum 0 De verschillen in de vorm zijn te verklaren vanuit de differen— tiatie in confessionele achtergrond. T n 1947 zijn de meeste van de toen aanwezige gevel tekens door De Vrankrijker vastgelegd.
 t 'Huizen spant echter de kroono Het is trouwens opvallend dat men daar meer gevoel van zuiverheid en vervolmaking van de vorm vindt dan elders in het Gooi. De Hui zer bezat kennelijk een beter ontwikkelde kijk op Ile t lijnenp»pel, hij heeft liefde voor de vorm en het talent om te tekenen", aldus de auteur.
Ik ga ervan uit dat veel van wat er in L9 1E7 bestond aan gevelver— sier ingen (daklijsten, makelaars en spitsen) , nu niet meer bestaat. Wat mij betreft is het zoals bij het eerste (en veel tijdrovender) onderzoek: het is van zeer groot belang dat alles wat er nu nog te vinden is, vastgelegd wordt en wordt beschreven.
Nieuws van de werkgroep archeologie/geologie
Op zaterdag oktober jl. kwarn de werkgroep voor het eerst bijeen en wel voor een excursie 001. vo de Heer Gijs Vlamings, bestuurslid van de afdeling l<aerdincklant van de Archeologiscue Isierkgemeenschap voor Nederland ( A':ilt) .
De voet/ fietstocht ging naar het terrein gelegen nabij de kalkzand— steenfabriek Rijsbergen, een zeer interessant geologisch gebied, zoals wij reeds in ons Berichtenblad no. 2 vermeldden.
      De Heer Vlamings gaf onderweg een boeiende uiteenzetting over het     ontstaan van stuwwallen zoals de Warande bergen en wees op de aan— wezige dek zanden gelegèn ter rechterzijde van de nieuwe randweg richting Blaricum. Op de Warandebergen aangekornen vertelde de Heer Vlamings welke gesteenten op dit terrein konden worden aangetroffen en de herkomst ervan. Hierdoor nieuwsgierig geworden ging de groep enthousiast op zoek en na verloop van tijd had eenieder een bonte verzameling stenen vergaard. De vondsten werden door de Heer Vlamings gedetermineerd 0 Een link werd gelegd tussen de gesteentekennis en het gebruik ervan door prehistorische bewoners van het Gooi. Zij ge— bruikten vuursteen voor het vervaardigen van werktuigen. Dergelijke werktuicen zijn te bezichtigen in De Vaart, -Hilversum. 
Het was voor alle deelnemers een zeer leerzame exkursie.
De volcende aktiviteit van de werkgroep zal zijn een exkursie naar het Geologisch Museum Hofland te Laren, waarbij we een deskundige rondleiding zullen krijgen.
Datum: Zaterdag 22 november a o so 10.00 uur, Zevenend 8 Laren 0 Eigen vervoer.
Alle leden van de Historische Kring die hiervoor belangstelling hebben zijn welkome f11 s IJ van plan bent aan de excursie deel te nemen wilt U zich dan even telefonisch opgeven bij Mevr. Brouwer, telefo 56151 ?
    Deelname voor volwassenen f0 2    p.p. ; kinderen van 6—12 f0 0,75 pope