voor ons worden ingeleid door de heer C. de Jong, architect in Midden—Beemster. De heer de Jong heeft een rijke ervaring met het behouden en de restauratie van bouwwerken van verschillende aard, die een historische waarde bezitten. Zo is hij jarenlang betrokken geweest bij de bouw van het historische buitenmuseum bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen . Voorts zal de heer G. van de Pol, architect te Huizen, die op dit terrein ook geen onbekende is, de avond afsluiten met een blik op de mogelijkheden en moeilijkheden in ons eigen dorp. Wij moeten ons er hierbij wel van bewust zijn dat wij te maken hebben met een steeds afnemend bezit aan bouwkundige schoonheid, die van historische waarde is. Wanneer er zo wordt gesproken over historische waarde is een belangrijke en vaak beslissende vraag: wat is het ons werkelijk waard, wat doet het ons nog? Dus ook: wat is het de gemeenschap nog waard? Hoe zwaar of hoe licht tillen wij aan het teloor gaan van oude schoonheid, die echt is? 0f stellen wij ons ook tevreden met een beetje namaak, dat er ook wat op lijkt? Wij vragen u om daarover eens na te denken en op 26 november te zeggen wat u ervan vindt. Eén ding staat daarbij vast: wat blijft er nog over van het historisch gezicht van het oude dorp Huizen als er alleen maar vanaf gaat en het verder wordt aangetast. Is het nu geen tijd dat er duidelijkheid komt over de vraag hoe het dorp er in historisch opzicht over tien, maar ook over vijftig jaar uit zal zien? Graag tot ziens op 26 november in de Groen van Prinsterermavo . Het Bestuur nr. -2- f 'Un kook 6p je narrn l ' Wat m 'n m'n In6&1e leven is bij—ôbleven, is, dat vroger, as 'n k Iain kijnd jarig was, dat cl 'r dan 'n bolle kook 6p z 'n linker narm ëbeunden wurden. En dan gang dat klaine kijnd, môt dee kook 6p z t n narrepien, alle meutjies langust, en dan mÔggen de meutjies allemol un dun plakkien van dee kook ofsnijen. En, dan kreeg dat kijnd un paar verjaardagscenten, of een vieruitstuk, vur cl 'r lui spaarpot. As ze dan alle meutjies ovveleupen hadden, dan hadden ze bij mekaar sôms un mooie grijpstuiver evungen, en as ut arg mie j evullen was, dan kôn ut welderies wezen, dat te ze wel un schelling bij mekaar 6ppehaa1d hadden. Zô'n kijnd was dan de k/ning te rijk, môt je denken. En gr06s dat ten ze dan wazzen, daer kan je teugeswoordig gien vurstelling meer van maken. Weken en dagen kônnen ze cl 'r nijt van slaepen, en van zéeningachtighaid pisten ze sôms snaks in cl 'r beddetjen. Marre ze mos ten wel maken, dat ten ze weer thuis wazzen, vur dat ten de schooëlen uit wazzen. Want, parte keren leupen d 'r van die bat traven Ônger, dee, azzen ze zô t n k Iain kijnd teugenkwammen, mot za 'n kook 6p cl t r narrepie, dan wurden de kook gauw ovveneumen deur dee smeerlappen van jÔnges. En, dan gông zô t n kijnd, harde krij tende, 6p huis an. Zoë ging dat vrooger too. En, vurral Ômdat ik dat zelf as kijnd allemol mi ej emaakt heb in ans ouwe darp, is dat m 'n h661e leven bijjebleven, nijt teugens taende ik as jooëntjen al uit Huizen vertrukken bin! Mijndert van Hain Stappien en Lam van Baerentjen BÔkken Dordrecht, 1985 (Dit stukje kregen we via de heer H. Rebel in Huizen; helaas is de schrijver van dit verhaaltje op 21 juni j . 1. overleden. ) -3- Over onderwijs in vroeger tijden Op 2 1 mei j . 1. werd de laatste ledenavond van het seizoen 1984/85 gehouden met als onderwerp: ' 'Het onderwijs in vroeger tijden". Er was voor deze avond veel werk verzet: van verschillende scholen had de Historische Kring oud schoolmeubilair, oude leerboekjes , lees— en rekenme thoden zowel in bruikleen als in eigendom mogen ontvangen! Bovendien hadden enkele leden in hun bezit zijnde oude reken— — , geschiedenis— en aardrijkskunde— boekjes ter inzage neergelegd. Ons lid, de heer M. Heijder, nam ons mee op een reis door de eeuwen, van het vroegste onderwijs tot aan dat van deze tijden toe. Onvoorstelbaar wat er allemaal ten goede is veranderd. Van kloosterscholen tot onze zo zeer gedif— ferentieerde onderwijsinrichtingen thans, van leren om de wil van hen die boven je gesteld zijn te kunnen lezen tot het leren om je te kunnen ont— plooien tot een volwaardig en nuttig mens in de maatschappij , is ook een weg geweest van licht tot licht. De heer Heijder besprak met name de ont— wikkeling van de armenscholen in Amsterdam als voorbeeld van de ontwikkeling van openbaar onderwijs. Na de lezing vertoonde 'onze' heer Beekman dia's met beelden van de Hui zer onderwijshis tori e: oude schoolgebouwen, klassefoto's, etc. Deze dia's en alle tentoongestelde materialen riepen een bonte verscheidenheid aan her— inneringen op bij de aanwezigen. Kortom: een leerzame avond ! Het aan de Historische Kring geschonken schoolmeubilair bepaalde ons eens te meer bij het gemis aan een 'eigen' onderkomen, waar deze en andere (vorige) schenkingen op verantwoorde wijze zouden kunnen worden bewaard en tentoonges tel d. De meisjes drinken thee, De kat gaat mee, De jongens kopen brokken De hond blijft thuis, En de meisjes eten mee. Piep, zei de muis in 't voorhuis. Eén, twee, in de maat, Anders wordt de meester kwaad. nr 0 1 Op jacht naar 'Vossen' — 17 september 1985 Op 1 7 september gaf de heer Breukelaar ons een boeiend verslag van het speurwerk van de werkgroep die de stambomen van de familie Vos tracht te completeren. Dit werd aanschouwelijk gemaakt met meterslange ( ! ) overzichten, waarop ter plaatse nog vele gegevens werden ingevuld met behulp van de aanwezigen; ook werden vele gegevens ervan overgenomen. Naast de ervaringen met het familie—onderzoek van de familie Vos vertelde hr. Breukelaar nog enkele wat minder voor de hand liggende problemen die men bij onderzoek naar voorouders tegen kan komen: b.v. wanneer de familienaam van de vrouw wordt aangenomen door haar man, waardoor een bepaalde lijn soms niet meer te vervolgen valt. Aan het eind van de avond werden alle aanwezige Vossen—van—zichzelf voor de krant op de foto gezet! Als klein vervolg op deze avond nemen wij gaarne het volgende persbericht over : t 'Een steeds grotere groep mensen houdt zich bezig met het uitzoeken van de familiestamboom. (Beginnende) genealogen komen soms niet veel verder dan het noteren van reeksen namen en data, maar velen krijgen echt de smaak te pakken en bouwen een boeiende familiegeschiedenis op. Om een familiegeschiedenis te kunnen schrijven, moet men op de hoogte zijn van het materiaal dat bij archiefdiensten ligt opgeslagen en moet men weten hoe dit materiaal te gebruiken. De 'Handleiding voor genealogisch onder— zoek in Nederland' door J.C. Okkema is vooral geschreven voor hen die voor het eerst in een studiezaal van een archiefdienst komen, om te voor— k6men dat zij in de rij stebrijberg van stukken blijven steken. Er wordt een praktisch antwoord gegeven op de vele vragen waarmee hij bij zijn onderzoek te maken kan krij gen. Het gaat om: Handleiding voor genealogisch onderzoek door J.C. Okkema, uitgegeven bij Fibula van Dishoecko Het is een paperback van 128 pagina's en rijk geïllustreerd. Prijs f 24,50. Ook de t 'Gids voor de Nederlandse archieven" door W. J. Formsma en F. C. J. Keetelaar en de t 'Handleiding voor de beoefening van lokale en regionale geschiedenis" door W. Jappe Alberts en A.G. van der Steur van dezelfde uitgever zijn nog verkrij gbaar. Prijs resp. f 27,35 en f 32,50. Bovendien is sinds kort de uitbreiding van het Gemeentearchief van de gemeente Amsterdam gerealiseerd aan de Amsteldijk: een waar luilekkerland voor (familie) onderzoekers! Op 9 november 1985 is (was) er open huis. I N G E Z O N D E N B R I E F . An alle minsen dee de brieven van Jannetjen en mijn bewaren. Boven de leste brief (no. 4) van Jannet jen stung Ermelo, da t s goôd, mar 1925 daer klopt gien snars van. 'k Het m'n ai gen al ovvevreugen waar ze cl t r gedachten het zitten. Zou ze soms an de scharrel wezen! Nijt dat ik ter onger m'n klavieren wul houwen, heêlegaar nijt, mar 't let me wèl verwonderd. enne. Oome Lammert ôk. As ze mot Kersawud een paar dagen komt dan vraagt ik 't er wel, zoô langst m 'n neus weg. Dat is me wel toovertrouwd. Vervangen 1925 mar vast in 1923 en dan beloof ik dat, as ik wat weet, jelui derekt op de hoôgte stel enne . mongkie dicht hî! Allemol een poes van Meutjen Aartj en. -5- Huizen de 19e december 1923. Waarde nicht Jannet jen , Hartelijk bedankt maid vur je brief, dee we een paar weken êleeien mochten krijgen van je. 't Is altijd weer een weldaad om een brief te ontvangen van onze nicht uit Ermelo. Ja, Janne kijnd, we binnen arg op je êsteld en dat zal je wel êmurken hemmen an ons. Je hooven je dan ôk nooit en te nimmer alleênig te veûlen want dan binnen wij d 'r ôk nog! Hou dat goôd en vur altijd vast want een mins weet mar nooit waar die in z 'n leven vur komt te staen. Zoô. . . da t s dat.' M'n tukkie hem ik mar oppeschort tot margen want nou wul ik je brief effen beanqtwoordenr aarst komt tie vuus te Iaat an. Daerbij komt nog dat de dagen amar korter wurren, de lamp vrooq an mot en dat ik voortdeimi mot schiemerdonker, wel effen m 'n oôgen zal verschieten. Dat is goekoôper, zie je .' We zitten in de donkere dagen vur kersawud en dat houdt in dat ik Oôme Lammert vuul meer om me heêne het as in de zoemer. s Marges in bedde, tuilen we nog een half uurtjen langer uit en 's awus duiken we d 'r weer vroôg in. Dat scheêlt weer een paar blokken hout. Nee jen, echt, we binnen nijt krenterig mar we houwen wel van uitkijken. . . en dagen tellen.' Een mins weet mar nooit wat ter op kan doôn. A1 mot al hemmen we een leventjen as een puus zoô saampies en dat is wel een biet jen te zien an ons. Ja, wat wul je! Nijt vuul doôn en wel een mannetjen bij de koffie. We greuen de panne uit, zou Oôme zeggen. Nijt dat ik Ioôp te piepen mar toch bin ik blij as de dagen weer wat langer wurren. Ik weet wat je wullen zeggen'. "As de dagen lengen gaet de wijnter strengen " za it een oud spreekwoord. 'k Hoop en ik wens dat ut spreekwoord dee keer nijt op gaet. D I r wurd al genog kouwe êlieën deur de minsen en ik het. ter altijd arg mie te doôn .l T n alle gevallen staen de feestdagen vur de deur en dee wul j ij in ons midden deur brengen. Kijnd, kijnd, wat doô je ons daer een plezier mie. 0 1 cheere maid, ik was ter gewoôn een biet jen k Iain onger too ik 't las, daer.' Je binnen hartelijk welkom en we za 11 en zorgen dat je dee dagen nijt orrjqornrnen van honger, daer kan je van op an Eerlijk êzaid geeft et nijt hoo Iaat je kommen want we binnen toch thuis. Mar. . . mochten we effen weg wezen. . . een mins weet mar nooit. . . dan kan je d 'r altijd in want de achterdeur staet los. (Wel je beênen qoôd vegen as 't hal lef kan) . En wat t t eten betreft, dat red ôk wel. Mochten we tekort kornmen dan bakken we gauw een pangkookie en dan hoof jij nijt van de graet of te vallen. Want ra i zen maakt hongerig, dat hemmen we ongerlesten zelf ongerveunden . "t Dee ons goôd de groeten van van Lookeren te krijgen . Wens um wederkerig goôie kersawudagen en al wat wenselijk is vur 1924. D'r staet je weer heêl wat te wachten, Jannet jen, de komende tijd! Coba in de kraem. 't Ts te hopen dat ze een paar weken lekker kan uitrusten, daer zal ze wel an too wezen, de ziel. Want bij jouw zal ze ôk n ij t stulle êzeten hemmen. 1 In zo'n kast van een huis is heêl wat te verhapstukken, as je 't mijn vraaen. Veder wul ik me d 'r nijt mie bemeujen mar Janne kijnd, qae nooit en te nimmer tussen een huwelijk zitten. Je hemmen ut n ij t arg op die lapswans van d'r begrepen, mar hou goôd in de smiezen dat ze êtrouwd binnen. Enne. . . wie weet zit ter an Coba ôk wel een stek ie los want. . . waar twee kijven hemmen twee schuld. Zoô eênvoudig Ia it dat.' Jij hemmen daer misschien nijt zoô goôd zicht op. Wat dat betreft is mijn kijk op dat alles heêlaarst. Ik bedoel mar. Nou effen over heêl wat aarst. Je schreven in je laeste brief dat van Lookeren een automobiel wul koôpen . E qat, Janne. Zunde dat ik et zeg, mar lieve hart, zou je dat wel aoôd êhoord hemmen? Welk verstandig mins koôpt nou zo'n ding? Gien enkele toch zeker. Ik kan me gewoôn nijt in denken dat jouw meneer daer an beginnen zal. De eêne of aare het z 'n kop gek êmaakt netuurlijk, mar geloôf me 't zakt vanzelf weer in de kousen. Let op mijn woorden'. 't Zou trouwes zuiver waeqhalzerij wezen en spotten mot je leven . Krek.' Afijn we hemmen ut ter nog wel over as je hier binnen. Een mins kan n ij t alles over z 'n kanqt laeten gaen t k Docht dat je wat zaâjen .l Mar alloe Jannet jen, vurloôpig schuiven we 't allemol effen op zije, want we hemmen wel wat aarst te doôn, docht ik zoô. Zelf mot ik m t n hakken anhallen want aarst komt m 'n brief ie n ij t op tijd klaer. Vur donker brengt Oôme um op posketoor dan hem je um zeker op tijd. Hij mot toch effen naer de barbier dan kan dat gelijk op. Veder gaet hier alles z'n ouwe gangetjen. T k schreef dreffen dat we nijt vuul deejen mar dat is de halve waarhaid. Een mins blij ft pielen en d'r is altijd wel iets wat nog ongerhangden êneurnen mot wurren . Je snappen soms zelf nijt dat twee minsen zoô t n zeutjen kannen maken. Daer is Oôme dan de argste van, zoô êzait . Dus Jannet jen, lieve hart, dat was 't wat ik je effen wou laeten weten. In alle gevallen weet je nou dat je welkom binnen en dat is vur ut oôgenblik ut belangrijkste enne. . . je kannen d'r altijd in. Want as je buiten motten staen blaauwbekken dat is ôk gien pret jen. Breng de hartelijke groeten over an meneer van Lookeren, mar vergeet daerbij Freek en Coba nijt want dat zou snobbig wezen. Laet je n ij t opheujen, doô rustig an en kijk goôd uit je doppen . Teves de complementen van Oôme Lammert. Die poes op z 'n hoofd houdt tie nog te goôd, za i t ie .' Meutjen Aart jen. ' tl s zoô zeutjies an uitte lekt dat jij in Ermelo in goeie doôn binnen. Van weêl zouwen ze dat nou hemmen.' Oôme en ik hemmen d 'r nijt over êkikt, daer kan je van op an. Wij zwijgen as I t graf. (eigen spelling van de auteur) DE TOREN VAN ONZE OUDE KERK Het was een goede gedachte van de Historische Kring om belangstellenden, die de oude kerk in ons dorp alleen maar van de buitenkant bekijken, op 19 oktober j . 1. in de gelegenheid te stellen de kerk eens van binnen te bezien, een en ander toegelicht door mevrouw A. Kruyning—Teeuwissen en de heer H. Rebel. Geen pracht en praal, geen gebrandschilderde ramen, alles eenvoudig, zoals dat eeuwenlang bij de Hui zer bevolking heeft gepast. De fraaie preekstoel en het mooie doophek vormden onmiskenbaar het pièce de résistance, het koperwerk voor deze gelegenheid (?) — fraai gepoetst. Een niet minder goede gedachte was het om nu eens de mogelijkheid te bieden de aan de kerk gebouwde toren te beklimmen en ons dorp vanaf de torentrans te bewonderen. Behalve het mooie uitzicht over het IJselmeer aan de ene zijde, leek het wel of Huizen aan de andere zijde uitsluitend uit bossen bestaat. Het stratenpatroon was bijna niet te ontwaren, met uitzondering natuurlijk van de dorpskern, aan de voet van de oude toren, en de opbouw van het nieuwe gemeentehuis, iets verder weg. Een oplettende bezoeker zal het misschien zijn opgevallen, dat er bij de ingang van de toren een bord hangt, waarop staat dat de gemeente zich niet aansprakelijk stelt voor ongevallen bij het beklimmen van de toren. Waarom de gemeente en niet het kerkbestuur? Het kerkbestuur zal toch wel de bouw van de toren hebben betaald en nu heeft de gemeente toestemming moeten geven aan de Historische Kring om de toren door zijn leden en belangstellenden te laten beklimmen. Hoe zit dat nu? Daarvoor moeten we ver in het verleden terug. Aanvankelijk behoorden de torens natuurlijk bij de kerken en waren volledig eigendom van de respec— tievelijke kerkbesturen. Bij de komst van de Fransen in ons land, in 1 795 veranderde er veel. Belangrijk was onder andere de scheiding tussen kerk en staat met vérstrekkende gevolgen. In 1798 kwam de eerste Staatsregeling ' 'voor het Bataaf sche Volk t l , wat we tegenwoordig noemen de Grondwet, en in artikel 6 van de Additioneele Art i— kelen (toegevoegde artikelen) staat in de laatste alinea: 'De torens aan de Kerkgebouwen gehegt, benevens de Klokken, met derzelver huisingen, worden verklaard, eigendommen te zijn en te blijven der Burger— lijke Gemeenten, staande ten allen tijde onder derzelver beheer ing en onderhoud. Sinds die tijd waren derhalve alle torens bij Sinds die tijd waren derhalve alle torens bij kerken eigendom van de gemeenten. Deze maatregel heeft waarschijnlijk te maken met het feit, dat op de toren uitgezien kan worden naar mogelijke vij anden en om een wachtman te laten uitzien naar eventuele brand of ander onraad in de gemeente. Klokken gaven de tijd aan — horloges waren er alleen voor rijke mensen — en waarschuwden de bevolking bij onraad. Dichtte Guido Gezelle niet: "Maar eer hij stap van stede zet, zo bidt hij nog zijn klokgebed' t , terwijl op de oude klok Roeland te Gent stond: ' 'Mijn naam is Roeland, als ik kleppe is er brand, als ik luide storm in Vlaanderland 't . Misschien minder doeltreffend, maar wel aangenamer dan die schrikaanj agende, gillende sirenes van thans. Achteraf bezien, van de Constitutioneel e Vergadering uit 1798, een heel verstandig besluit om de torens naar de gemeente over te hevelen. Zij vormen een belangrijk aspect in het stads— en dorpsbeeld. De torenklokken die, zoals de poëten zeggen, hun kwinkelende klanken over de mensheid uitgieten en de luidklokken, zij geven op een heel bij zondere wijze het ritme van het leven aan. -8- Kerkbesturen verkeren bijna altijd in geldnood en wat zou er van de prachtige torens in ons land terecht zijn gekomen wanneer die niet aan de zorgen van de gemeenten waren overgedragen? Men denke het zich eens in wat er bij voorbeeld in Amsterdam aan technische kennis nodig is om die rijk versierde torens en die melodieuze carillons te onder— houden en welke bedragen dat vordert. Maar, merkwaardig, wanneer er geld aan de gemeenteraad gevraagd wordt voor het onderhoud van de torens, zal geen politicus, van welke signatuur ook, zijn of haar stem daartegen verheffen, dat zijn meestal hamerstukken. Vermeldenswaard is overigens ook nog dat de torens een belangrijke rol spelen als vaste meetpunten bij het in kaart brengen van ons land. Zo hebben de Fransen ons ook hiermee nog wel wat goeds gebracht. M. Heijder oktober 1 985 ENKELE HISTORISCHE GEGEVENS VAN DE OUDE KERK TE HUIZEN Naar men zegt heeft er in de 10e eeuw op de plaats waar nu de Oude Kerk staat een kapel gestaan, gewijd aan St. Thomas. Ook de kerk die omstreeks 1380 werd gebouwd was gewijd aan St. Thomas. De eerste vermeldingen van het dorp Huizen staan in 1382 opgetekend; een jaar later werd de parochie zelfstandig verklaard en waarschijnlijk is in deze tijd ook de kerk met het koor en de toren verfraaid. Toen in 1566 de Beeldenstorm de (Roomse) kerken teisterde, heeft waarschijnlijk het interieur van de kerk veranderingen ondergaan. De kopjes bezijden het orgel front in de huidige kerk zijn nog stille getuigen van het verleden. Ook de uit de Hui zer kerk afkomstige piëta (nu te zien in de Blaricumse R. K. kerk) stamt uit dat verre verleden. Dit beeldje werd rond 1800 gevonden langs de oude Koedijk. Nog enkele jaartallen: in 1577 werd het schip van de kerk door een windhoos verwoest; pas in 1637 kon de kerk weer in gebruik worden genomen. De houten wandborden herinneren daaraan. — in 1636 schenkt Philippus Bevers één van de vier koperen kroonluchters aan de kerk. — in 1731 werd de preekstoel verplaatst naar het koor, waar hij nu nog staat. — in 1738 kon men gaan spreken van een 'kruiskerk' door de uitbouw van twee zijbeuken. In 1908 ging deze fraaie bouwstijl weer verloren door het aan— bouwen van twee zijbeuken aan de zuidzijde van de kerk. Het aantal zitplaatsen wordt dan uitgebreid tot ruim 1400! — in 1912 werd een nieuw orgel geplaatst, waarvan het front nog aanwezig is; in 1980 werd het orgelwerk zelf geheel vernieuwd . Mocht iemand van onze lezers (nog) meer gegevens hebben over kerk of toren, dan houden wij ons gaarne aanbevolen. 1 Een leeuwenpaal weer terug Vroeger stonden bij de grensafscheiding van Gooiland en Eemland — de Gooyers— gracht — op bepaalde afstanden stenen palen, leeuwenpalen genaamd naar de op deze palen aangebrachte wapenschilden. Bij de aanleg van de A2 7 is een aantal jaren geleden zo'n paal verdwenen, bij de grens van de huidige Bijvanck. (Wist u dat zo'n honderdvijftig jaar geleden deze naam reeds als Bijvang werd geschreven?) Op het door verkeerslichten beveiligde kruispunt op de toegang naar de A2 7 dus niet op het kruispunt van de A2 7 zelf staat nu weer zo 'n leeuwenpaal. Niet meer verloren in het open land, zoals vroeger, maar door een viertal houten palen enigszins beschermd tegen de mogelijke bokkesprongen van de vele auto's, die er nu als nijdige muggen langszwermen! Lindhout Wat doet de Historische Kring Huizen? — Het organiseren van avonden over historische onderwerpen. — Het oprichten en stimuleren van werkgroepen op historisch terrein: klederdracht visserij — haven — oude boerderijen en woonhuizen dia lekt documentatie en archief — oude namen etc. — Het organiseren van wandelingen door het oude dorp en omgeving. — Het uitgeven van een berichtenblad vier à vijf keer per jaar. Dat wist u, als lezer van ons Berichtenblad, natuurlijk allemaal al. Maar misschien zijn er onder uw familieleden en kennissen mensen die nog géén lezer van ons Blad (en dus ook geen lid van de Historische Kring) zijn, die dat wel zouden willen worden? Steun de Historische Kring Huizen door leden op te geven: De jaarlijkse contributie bedraagt f 15,— per jaar (echtparen f 20,—) en jeugdleden f 10,—. Postgironummer: Historische Kring Huizen, 1643357 .