De Ratel mei 2019


DE RATEL GAET     MEI 2019

Dit voorjaar begon voor de HKH met onze jaarvergadering/ledenavond van 7 maart met ca. 75 deelnemers in ’t Visnet. Ons jaarverslag geeft aan dat onze activiteiten nog steeds groeien en dat onze financiën kerngezond blijven. Jammer genoeg trad Jan Rebel af als secretaris, omdat hij, gegeven het trieste overlijden van Truus, weinig energie meer denkt te hebben voor bestuurlijke zaken. Hij blijft tot onze blijdschap wel actief binnen de HKH en ondersteunt Klaas Schipper in zijn rol van waarnemend secretaris zolang we geen opvolger hebben gevonden. Jan werd in woord en met gepaste geschenken bedankt voor zijn enorme en trouwe inzet in het HKH-bestuur. Gijs Schaap werd benoemd tot nieuw algemeen bestuurslid; wij zijn erg blij met zijn inzet en initiatieven!  Klaas Schipper en ikzelf traden formeel na 4 jaar af, maar stelden ons herkiesbaar en werden zowaar herkozen. 
Na de jaarvergadering hield Ineke Westdorp een boeiend verhaal over haar maquette van trapgevel-boerderij Voorbaan 76 en de bijbehorende geschiedenis van gebouw, eigenaren en bewoners en werd de maquette formeel openbaar gemaakt. Deze verhuisde daarna ruim 2 weken naar het Huizer Museum en vervolgens ruim 5 weken naar de Bibliotheek, waar een gestage stroom van belangstellenden de maquette, het informatie-boekwerk en de digitale slide-show hebben bewonderd. Ineke herhaalde haar presentatie nog eens in de bibliotheek. Vanaf midden mei tot eind juni zal de maquette op een mooie plaats in het Gemeentehuis te bezichtigen zijn.  Op 16 maart bezochten een aantal leden van de HKH de dialecten-middag van de werkgroep Dialecten in Noord-Holland (DINH) op Texel, de eerste na de middag waar de HKH aan meewerkte in Huizen in maart 2017. De deelnemers waren enthousiast over deze inspirerende en boeiende bijeenkomst! 
Archief Historische Kring Huizen
Ons archief is op de zaterdagochtend van 11 tot 13 uur regelmatig geopend, en wel op: 25 mei, 8 en 22 juni 2019.  
N.B. de entree van ons archief is aan de linker kant van het gebouw en niet via de receptie van het Huizer Museum. Jan Rebel organiseerde op 13 april de jaarlijkse Historische Fietstocht Oostermeent en op 26 april de al vaker gehouden rondleiding Oud Naarden. Bij de fietstocht waren door slecht weer slechts weinig deelnemers, maar de tocht werd door de weer-trotseerders zeer gewaardeerd. De rondleiding was, mede door het mooie weer, juist erg goed bezocht en was opnieuw een succes. De “RABO-oortjes” bleken opnieuw goed werk te doen, vooral effectief bij grotere groepen. Op 29 april hielden wij onze jaarlijkse “actieveleden” avond in de Brassershoeve, de opvolger van onze vroegere jaarlijkse werkgroep-overleg. In een zeer positieve sfeer gaven de deelnemers inzage in hun activiteiten en wensen daaromheen. Dit leidde tot een gezonde discussie over onze succesnummers en hoe dingen beter zouden kunnen. Hieruit kwamen veel goede suggesties voor verbetering. 
En op het moment van schrijven van deze Ratel Gaet kijken we uit naar de ledenavond van 9 mei, waarin een lezing van Janine van der Hulst-Veerman over de post, posterijen en postkantoren in Huizen, gevolgd door een aantal oude foto’s van gebouwen in de buurt van de postkantoren door Pieter van der Poel. En op 18 mei is er weer een fietstocht “villawijken rondom Huizen” die ongetwijfeld weer in de smaak zal vallen.
De vorderingen van de plannen voor de Jubileum viering in november rond het thema “Historisch Lief en Leed in Huizen” vorderen gestaag; daarover in de ledenvergadering van 9 mei meer. Leden die graag een steentje bijdragen in voorbereiding en/of uitvoering blijven zeer gewenst! Als u hierover twijfelt, aarzel niet vragen te stellen, wij beantwoorden ze graag.
Rest mij nog  u weer veel leesplezier toe te wensen met deze nieuwe Ratel met het zo mooie nieuwe voorblad en vol met allerlei boeiende thema’s
Met vriendelijke groet
Ewoud Doyer, voorzitter.
Erfgooiersdag
Vrijdag 31 mei staat de Historische Kring met een kraam op de Erfgooiersdag. We kunnen nog wel wat mensen gebruiken om te kraam te bemannen. Al is het maar voor een uurtje. Aanmelden kan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefoonnummer 035-5260580.
Hulp foto’s digitaliseren
Om de foto’s te digitaliseren en te organiseren voor het digitale archief zoeken we mensen die het leuk vinden om oude foto’s in te scannen en deze vervolgens te organiseren in een daarvoor speciaal ingericht digitaal archief. Bel om u aan te melden of voor meer informatie op maandag tussen 9.15-14.00 uur (m.u.v. de eerste maandag van de maand) naar het archief op 035-5250223 of kom gewoon even langs op Achterbaan 82. De ingang bevindt zich aan de linkerkant van het museumgebouw. 
HET JAARLIJKSE UITJE VAN DE HISTORISCHE KRING HUIZEN op zaterdag 31 augustus 2019
Deze keer blijven we dicht bij huis: we gaan naar Maarssen. We starten de dag in het Vechtstreekmuseum. Naast de permanente tentoonstelling ‘De Vecht, ons pronkstuk’ is er een tijdelijke tentoonstelling over molens in de Vechtstreek. De gids die ons rondleidt zal de nodige tekst en uitleg geven. 
Natuurlijk zijn we begonnen met koffie/thee met gebak en na de rondleiding gebruiken we de lunch, bestaande uit een kop soep, assortiment luxe broodjes, melk, koffie of thee en keuze uit verschillende soorten fruit. Daarna is het tijd om het museum te verlaten, want om 14.00 uur begint onze rondvaart over de Vecht - deze gaat 3 uur in beslag nemen. Zodra we aan boord zijn, gooit de matroos de trossen los voor de mooie vaartocht. De kapitein vertelt allerlei interessante feiten over de bezienswaardigheden langs de Vecht. Om 17.00 uur meren wij weer aan. De consumpties aan boord zijn wel voor eigen rekening.
Kosten voor dit dagje uit zijn E 41,50 p.p., met Museumjaarkaart E 36,50 p.p. Inlichtingen bij Ria Westland-Rebel, tel. 06-14497120. VAN DE REDACTIE 
Allereerst beginnen we met een rectificatie en met excuses aan mevrouw G. Schram-Rebel. 
In de vorige Ratel met het artikel over ‘Een zangeres’ staat in de tweede alinea de zin ‘Ze was 17 jaar toen haar moeder overleed […]’ Moeder moet hier uiteraard grootmoeder zijn, zoals ook verder in het artikel te lezen is. 
We ontvingen van de werkgroep Dialect van Klaas Schipper een boeiend verhaal over de klokken van de Nieuwe Kerk met aansluitend een naar het Huizers vertaald gedicht over deze klokken. De originele versie is in het ABN geschreven door de schoonvader van de buurvrouw van Klaas Schipper, Aartje, met de naam Gijs Vos. Hartelijk dank aan de buurvrouw van Klaas en aan Klaas Schipper zelf. 
Gerrit Jongerden doet verslag van de Noord-Hollandse Dialectenmiddag op Texel van 16 maart. 
In de serie Nieuwsgolf, Philips in Huizen, gaat het over het functioneel gebruik van kleuren bij het streven naar beperking van bedrijfsongevallen. In die tijd (1954) was men dus ook al bezig met veilig werken.
In dit meinummer besteden we aandacht aan twee Huizers die hun leven verloren tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, te weten Jan de Groot en Willem Verweerdt. Zij zijn bij de 4 mei herdenking herdacht. Het zijn twee zeer indrukwekkende verhalen en we zijn het 4 mei Comité Huizen zeer erkentelijk dat we deze verslagen mogen publiceren. 
Een ander indrukwekkend en spannend verhaal, is het verhaal van Pia van der Molen. Zij vertelt in het artikel met de titel ‘Het luik in de keuken’ hoe een ernstig ongeluk tijdens de bezetting  haar vader uit de handen van de Duitsers redde. Hartelijk dank voor het willen delen van dit fascinerende verhaal. 
Deel 3 over de postverzorging van Huizen komt wederom van ondergetekende. In dit artikel wordt ingegaan op de invloed van de komst van de telegraaf, een petitie door 36 Huizer kooplieden en de zoektocht naar de plek van het hulppostkantoor. Ook wordt er dieper ingegaan op het leven van Brievengaarder Frederik Willem Brug en lezen we over de ontwikkelingen van het Oude Postkantoor aan de Kerkstraat.
En als laatste weer enkele krantenknipsels uit 1920-1930. 
Veel leesplezier gewenst,
Janine van der Hulst-Veerman, Wendy van Noppen en Janny Stevens.
Inleverdata kopij voor de volgende Ratels:  15 augustus, 15 november 2019.

SCHENKINGEN in de afgelopen periode 2019
In de afgelopen maanden ontvingen wij van:
• De heer M. Papelard: archief inzake het terughalen van de Gooische Moordenaar
• De heer H. de Sain: boekje tramlijnen
• Mevrouw E. Kos: 2 theelepeltjes, één van 
“Voor  Anker” en één van de Thomaskerk
• Fam Bunschoten: schoteltje met het wapen van Bad Vilbel erop en diverse geboorte- en overlijdingskaarten
• Mevrouw T. Grolle: manicureset, een relatiegeschenk van Vlaanderen en Westland
• Via K. Schipper: een luciferdoosje van Hotel Newport
• Mevrouw Bunschoten: een luciferdoosje en pennen van de ABN AMRO Bank.
 
Wij zijn als Historische Kring Huizen ontzettend blij met al deze schenkingen. Hartelijk dank hiervoor. 
Het komt regelmatig voor dat wij boeken over Huizen krijgen die al in het archief aanwezig zijn. Mocht u op zoek zijn naar bij voorbeeld ‘Huizen zo”e as ‘t nooit meer wurdt’ neemt u dan gerust contact met ons op.  
      
Werkgroep Archief
VAN DE WERKGROEP HUIZER DIALECT     Klaas Schipper
Dee mol wul ik ‘t hemmen over de klokken van de Nijwe Kerk. Nou zallen juilie zeggen, de klokken van de Nijwe Kerk? Wat mot ik daer mie? Nou, dat zal ik jelui uitduien. Too ik in 1973 samen mót m’n mins en m’n oudste zøn óp ‘t Grenspad kwam wooënen, wooënden Gijs Vos in ‘t huis bezijëst. An de are kangt wooënden too Kees Voogd, mar daer kwam in, ik docht 1975, Cor Vos wooënen. En Cor was een zøn van Gijs. Cor is zoë’n dartig jaar ëliejen uit de tijd uit ëgaen, mar z’n mins wooënt daer nog ammar.
Too ik Aartje, want zoë heet m’n buurvrouw, zag óp een verjaring, kwam ‘t gesprek óp een nijw of aar Huizer (volks)lied. Too zai ze teugen mijn, m’n schooënvader het ók nog welderies een liedjen ëschreven over ‘t darp. Oë ja, zai ik. Ja, zai ze. En starker nog, ik het nog een book van m’n schooënvader dee dee vol ëschreven het mót allerlai gedichten. Ik zal ‘m welderies ópzeuken en dan kij-je dee wat mijn betreft rustig bekijken. En een week later kwam ze mót dat book andragen. Ik wist nijt wat ik zag. Dat had ik nou nooit achter dee man ëzocht. 139 gedichten, as ik goeëd ëteld het. Hij maakten gedichten over ‘t køningshuis, over pallemetasie, jubilea en ók dus over de klokken van de Nijwe Kerk. Hij het ‘t ëschreven vanof 1934 tot en met 1972. Verschaien gedichten hemmen oëk in ‘t Huizer blaadjen ëstaen. ’t Éënige jammere vijn ik dattie bijkangs alles in ‘t Nederlangs ëschreven het, óp 4 riegels nae.
‘t Hóngderdste gedicht gaet over de klokken van de Nijwe Kerk. Daeruit maak ik óp dat de klokken in de oorlog deur de móffen d’r uit ëhaald binnen, want nae de oorlog is t’r een inzamelingsactie ëweest. En vollëges mijn het de Balatum ók nog 2 klokken ëschunken. Dat staet in letters óp de klokken. Dat weet ik ómdat ik in de jaren zestig samen mót een collega de elektrieke bedraeing van de klokken het vervungen. Too werkten ik bij Harrie Zwart en dee dee al de elektrieke klussen in de Nijwe Kerk. De koster was Meep van ónze Lijssie, dee wooënden in ‘t huissien achter de Nijwe Kerk mót z’n mins. ‘t Was een leuke klus en de koffie was goeëd. 
As we een bietjen pech ëhad hadden, had de toren d’r gien meer ëstaen. We mosten per klok, as de bedraeing was vernijwd de andrijving zoë ofstellen dat de klok héën en weer slingerden zoë dattie netjies luidden. Mar bij de vierde klok, de groëste, d’r hangen d’r vier, wisten we óngerhangd wel hoo of dat mós. Dus dan had je wel effetjies de tijd óm effies te klessen. En dat mót je nou nooit dooën as je an ‘t werk binnen. Je letten dan gien meer óp. Wij zitten dus te klessen en inéënen een enorme drøn. We schrukken óns te pletter, wat gebeurt t’r nou. De stukken beton vleugen óns óm de oren. Deur dat gemaek hadden we helemól gien arg meer in dee klok ëhad. En dee góng ammar harder slingeren. Totdat tie zoë harde góng dat tie teugen de zoldering anvleug en dee was van beton. De héële toren dreunden d’r van. Gauw de stroëm d’r of en nae nog een paar mól teugen de zoldering annësleugen te hemmen kwam die een bietjen tot rust. Behalve een bietjen beton uit de zoldering was d’r veder gien schade. Gelukkig was ‘t een goeëie klok. Daernae hemmen we goeëd ópëlet too we dum ovvësteld hemmen.
An ‘t ainde van m’n verhaal wul ik ‘t gedicht van Gijsbert, dat is z’n dooëpnaam, Vos hierónger ópschrijven. Ik wul dat in ‘t Huizers doeën, mar ‘t rijmt dan nijt altoës. Ik zet dan ‘t Nederlangse woord d’r tussen haekies achter.

Dee keer veun ’t plaes op 16 maart op  Tessel in zaal De Lindeboom in Den Burg. ‘n Héël ainde weg mar we mózzen netuurlijk as Gooiers wel miedooën en Blarrecóm ókke. Gerard Kuip en Ina Schrama, dee óp Tessel wooënen, regelden ‘t meeste, bijëstaen deur Tom Wester uit Obdam in West-Frieslangd. Óp ’t programmabookien stung: ‘Ollegaar komme hoor!’. We gungen mót z’n zessen uit ‘t darp: Wendy van Noppen, Janny Stevens, Rob de Graaf, Arie Schaap, Klaas Schipper en Gerrit Jongerden. Joke Vos uit Blarrecóm gung oëk mit óns mie ómdat heur makker, Linda Eggenkamp, jammer genógt had mótten ofzeggen. Bij de boët naer Tessel kwam óns HKH-lid Dirk Visser uit Wolvega d’r nog bij. ‘t Sturmden bar de héle dag en ’k zal over de rais en wat we allemol miemaakten vur we bij De Lindeboom ankwammen mar nijt uitwaien.
Ina Schrama, voorzitter van de Historische Veréëniging Tessel, dee de eupening. We wazzen allemol welkóm. Veder praatten ze alles ‘n bietjen an mekaar. Ze zai dan bij elke nijwe dialectprater: ‘Wie bei jee?’ Dat gung arg netjies en daer het ze de kompelementen wel vur verdiend.
Marcel Plaatsman, dee van Tessel kómt mar d’r nou nijt wooënt, houdt een lezing over NoordHollangdse dialecten. Neutig, mót ik zeggen, mar ‘t góng allemol een bietjen rap en ’k het ‘r nijt vuul van kannen onthouwen. ‘t Gooi wurden nijt ëneumd. Héël nijt arg maar zoëas jelui wel weten, hemmen ze d’r benoorden de Stad kwanig weet van, dat ‘r hier oëk nog dialect ëspreuken wurdt. Héël ampart is  wel, dat ze in Egmond aan Zee, waar ‘t dialect ‘Derpers’ heet, de letter W net zoë zeggen as de Engelsen. 
Daernae vertelden Tom Wester, as vurzitter van de DINH, nog ëries, dat ‘t óprichten van de DINH, zoën tien jaar ëliejen, vurral de bedoeling had, óm via locale en provinciale instanties vur mekaar te krijgen, dat ‘r in Noord-Hollangd, net as in de meeste are provincies, een streektaalfunctionaris zou wurren anësteld. Da’s nijt gelukt, tot nog too.
Daernae kwam Neeltje van Altena uit Marken, waar ze ‘Merkers’ praten. ‘t Gung over St. Maarten óp Marken en hoo daer een versie in ‘t Merkers over bestaet mót verschaien coupletten, dee ze allemol vur las. ‘t Was héël lang in de vegetelhaid mar nou is t’r een schooëljuffrouw dee ‘t de kijer weer ëleerd het.
Too kwam Enkhuizen an ‘t woord. Daer wooënen de Henkuzers! Nooit ëweten, mar goeëd. ‘t Gung over een harddraverij, dat is daer een jaarlijks feestgebeuren mót duzed minsen. Bregtje Buishand en Cor Stavenruiter vertelden d’r ‘t éën en aar over. ‘t Was vur ‘t eerst dat Enkhuizen d’r bij was. Héël mooi óp zich maar as je ‘t mijn vragen, zat ‘r nijt vuul dialect in ‘t verhaal!
Too Egmond aan Zee. Margreet Wijker, in prachtige Egmondse kleren, vertelden ‘t Scheppingsverhaal in ‘t Derpers. D’r wurden echt nijt ëvleukt of ëspot mar een verhaal uit de bijbel dat ‘n bietjen lollig mót overkómmen, krijgt van mijn toch gien prijs. Mar da’s persooënlijk.
Daernae Germen Lont uit Wieringen. Z’n verhaal heetten: ‘De stiên van de Wersterklif’. ‘n Héële zware groëte stéën waaróp stung, dat as ze dum zouwen ómkeren, d’r wat moois zou gebeuren. Mót vuul meute gooiden ze dum óm. Wat stung d’r óp de are kangt? ‘O, wat ben ik blij, nu lig ik op mijn andere zij!’
Vur de pauze zung Aart van den Brink nog dree Tesselse versies. Nae de pauze kwam ‘t Westfries deur Gerda Wester over de PIZ cursus. Dat klunk wel ‘n bietjen raar mar ‘t staet vur  Pensioen in Zicht. Wat je allemol miemaken as ‘t pensioen d’r ankómt. ‘t Beste was, zai ze óp ‘t lest, óm mar te blijven werken. Mót Bregtje Buishand zung ze tot slot nog een mooi versie.
Mit Jan en André Kes (vader en zøn) uit Volledam gung ‘t veder. ‘t Verhaal heetten ‘De Weddeskap’. Dat ‘n vader, samen mit ‘n jooën van dum, in dialect kan óptreejen, is veder in Noord-Hollangd veer te zeuken, denk ik!
Joke Vos uit Blarrecóm stung óp ‘t tonéël; een vrije versie van de Blarrecómse klederdracht an! Ze vreug, óm te beginnen, of alle minsen wouen gaen staen. Dat dee dus iederéën gehoorzaam. Neejen, zai ze too, ik vreug of de minsen wouen gaen staen en dat binnen netuurlijk alléënig mar de vrouwen! Gelach en mannen gungen weer zitten. Dus, krek as bij óns in ‘t darp, binnen vrouwen minsen en mannen binnen gien minsen! Daernae vertelden ze nog een paar neutige verhaaltjies uit Blarrecóm, déëls over d’r vader. Ze zou ze zoë óp een aauwud van de HKH kannen vurdragen.
Wij kwammen ‘t leste an de beurt. Ik het mar weer wat amparte dingetjies uit ‘t Huizers naer vurren ëbrocht, zoëas de acht verschaien menieren waaróp de Nederlangse ‘oe’ hier wurdt uitëspreuken. Klaas dreug een paar gedichies vur, waarónger: ‘Theehuis Bos en Hai’ en ‘De papklok van ‘t darp.’
Aart van den Brink zung nog een paar Tesselse versies en dat was ‘t vur vandaag. Gerard Kuip bedankten mót de woorden: ‘Hortelijk bedankt dot jullie d’r ollegaar wosse. Hope dotte jullie ‘n mooie middag hod hèèww en deer nag lang over naprate. Tot nou en naggeres’.
Nou kijer, ‘k het ‘r arg van geneuten en ik méën dat ik dat oëk vur de are minsen uit ‘t darp kan zeggen.
Gerrit van Jan van Goësen van Geb  en oëk names Klaas van Ijs van Jaap en Jannemeut van Ijzik en de are Tesselraizigers.


PHILIPS IN HUIZEN     (deel 6) Dit keer gaat het in de selectie uit de Nieuws-Golf (uitgave van de N.V. Philips Telecommunicatie Industrie, N.V. NEDERLANDSCHE SEINTOESTELLEN FABRIEK Hilversum) over:
HET FUNCIONNEEL GEBRUIK VAN KLEUREN BIJ HET STREVEN NAAR BEPERKING VAN BEDRIJFSONGEVALLEN.
Hoewel het functioneel gebruik van kleuren ter aanduiding van bepaalde begrippen niet nieuw is, is men er de laatste jaren toe overgegaan dit te normaliseren. Deze normalisatie is thans niet alleen nationaal doch ook internationaal geregeld, zodat de desbetreffende voorschriften dus over de gehele wereld gelijk zijn. Naar aanleiding hiervan zal deze normalisatie te zijner tijd ook bij de Nederlandse Industrie worden ingevoerd en men is daarmee thans ook bij Philips geleidelijk begonnen. Men zal dus deze kleuren in ons bedrijf allengs toegepast gaan zien.
De kleuren die hiervoor worden gebruikt zijn: rood, oranje, geel, groen, blauw, wit 
en zwart. De kleuren wit en zwart hebben geen betekenis, doch worden als contrastkleuren toegepast.
Het algemene begrip voor rood is stoppen. Men gebruikt deze kleur dus als stopsein bij verkeersaanduidingen, zoals de borden met rode rand, waarvan wordt aangenomen, dat iedere weggebruiker ze kent. Deze kleur wordt ook gebruikt als aanduiding van nood-stopinrichtingen, noodschakelaars, noodremmen, noodseinen enz. 
Tenslotte wordt deze kleur gebruikt voor het aanduiden van brandbestrijdingsmiddelen en brandbestrijdingsmaatregelen.
Van de kleur oranje is het algemene begrip: gevaar. Zij wordt gebruikt voor de aanduiding van gevaren voor de menselijke gezondheid en het leven. Hierbij denken wij aan brand-, explosie-, stralings-, chemische, electrische en mechanische gevaren. 
Van de kleur geel is het algemene begrip: opletten. Zij wordt toegepast voor het verbeteren van de zichtbaarheid van voorwerpen en vestigt de aandacht op omstandigheden, die bij onoplettend handelen aanleiding tot ongelukken kunnen geven.
Van de kleur groen is het algemeen begrip: veiligheid. Zij wordt gebruikt voor de aanduiding van:
a. Periodieke veiligheidstoestanden (b.v. groene verkeerslichten).
b. Nooduitgangen en de plaatselijke veiligheidsvoorzieningen.
c. E.H.B.0.-posten en plaatsen, waar hulpverleningsmiddelen aanwezig zijn.
Met de kleur blauw wil men de aandacht trekken voor mededelingen van byzondere aard. Deze kleur geeft dus informaties over plaatselijke situaties - bijvoorbeeld door middel van wegwijzers - en dient voor aanduiding van organisatorische maatregelen
Door de invoering van deze kleuren in het kader van ons streven naar grotere veiligheid hopen wij, dat het aantal ongevallen in ons bedrijf nog verder zal afnemen.
Met Uw aller hulp zal dit zeker mogelijk zijn.
Dat was het voor deze keer. Wordt vervolgd!  
Redactie 
HERDENKING 4 MEI 
Ieder jaar wordt bij de 4 mei herdenking aandacht besteed aan twee of drie Huizers die hun leven verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog of bij een missie daarna: zij krijgen dan een ‘gezicht’. dat op 4 mei  voorgelezen wordt.  
Jan de Groot 
Geboren: Huizen 12 maart 1927  
Gestorven: Poeloe Panggoeng 27 februari 1949 
 
Gelezen door: Dicky van der Roest en Clarie 
Klein, nichten van Jan
 
In 1947 is de oorlog twee jaar voorbij. En langzaam begint iedereen het leven weer een beetje op te pakken. Jan woont met zijn ouders en zus aan de Voorbaan. Hij is geslaagd voor de HBS en heeft zich verloofd met Bep Veerman als hij wordt opgeroepen voor dienstplicht in Indië. Vader Klaas probeert bij burgemeester Van Driel te regelen dat zijn zoon niet in dienst hoeft. Tevergeefs. Woedend roept hij de burgemeester toe:  ‘Als mijn Jan niet terugkomt, dan is dat jouw schuld.’ 
Als dienstplichtig soldaat is Jan gelegerd op Sumatra. Elke week vertrekt hij met 2 bevoorradingstrucks van Batoe Radja naar Poeloe Panggoeng. Elke zaterdag met de regelmaat van de klok vertrekken de trucks. De chauffeurs hebben al vaak gewaarschuwd voor deze voorspelbare busdienstregeling, maar niemand luistert. Een pantserwagen om het konvooi te beveiligen kregen de jongens niet mee. Naar verluidt staat deze pantserwagen in Batoe Radja voor het huis van de bataljonscommandant.  
 
Wat er die dag gebeurt, weten we van soldaat Gabriel Café die zijn herinneringen in Nederlands -Indië heeft opgeschreven.  Hij schrijft: ‘Al maanden vecht er een terreurbende in het gebied. Deze groep legt een hinderlaag op de route van onze busdienst.’
De hinderlaag is zorgvuldig gekozen. Links een ravijn, rechts een begroeide bergwand. Precies om de hoek na een linkse bocht had men bomen omgekapt en die lagen dwars op de weg. In de bocht was een zware mijn ingegraven.  Twee bomen zijn ingezaagd en die zouden zonder moeite op de weg geduwd kunnen worden als de tweede vrachtwagen was gepasseerd. Het was een prefecte hinderlaag.’’ Einde citaat
 

Vanuit Huizen schrijft Bep bijna dagelijks een brief aan Jan, en Jan schrijft zo vaak hij kan terug. Bep neemt zelfs speciaal voor zijn 22ste verjaardag een grammofoonplaatje op.  
 
Instart Plaatje. De tekst is:  
Reuze fijn Jan dat je mijn stem na ruim een jaar weer kan horen en nu zo veel als je wilt, al is het dan een grammofoonplaat. Ik hoop dat je 12 maart ook in de gelegenheid zal zijn dit plaatje te draaien.  
 
In het dorp gaat alles zijn gang; je zult Huizen als je terug mocht komen niet meer herkennen. Er zijn bijvoorbeeld heel wat huizen gebouwd. Ook zal ons dorp binnenkort een R.K. kerk bezitten en verder wordt de Blaricummerstraat verbreed en je weet niet wat er de komende jaren allemaal niet meer gedaan wordt. 
 
Op zondag 27 februari zijn de twee vrachtwagens op de terugweg. De vrachtwagen van Jan rijdt voorop. De chauffeurs remmen voor de bomen die over de weg vallen. Ook achter de twee-


14    DE RATEL / FEBRUARI 2018

DE RATEL / FEBRUARI 2018    15


16    DE RATEL / FEBRUARI 2018

de truck vallen de bomen over de weg. De val klapt dicht en de bom gaat af. De explosie is verschrikkelijk en doodt in één klap vier jongens. De vrachtauto vliegt in brand en wordt beschoten met een zwaar machinegeweer, waarbij de drie andere militairen sneuvelen. De tweede truck weet te ontsnappen.  
Zeven jongens sterven er die dag in de bergen van Sumatra. Een van hen is Jan. Later die dag worden ze in Poeloe Panggoeng begraven.  
 
Soldaat Café schrijft: ‘Het was een sobere doch plechtige begrafenis. De sfeer was somber en iedereen zat met zijn eigen gedachten. De gevoelens van de jongens varieerden van verdriet tot wraaklust en van machteloosheid tot diepe haat jegens de moordenaars. Wij hebben zeven jongens verloren.’ Einde citaat.  
 
In Huizen maakt burgemeester Van Driel een paar dagen later waarschijnlijk de moeilijkste tocht van zijn leven. Hij moet aan de Voorbaan de familie De Groot vertellen dat hun enige zoon nooit meer terugkomt. Het waait keihard, de gevoelstemperatuur is die dag min 3. Het regent.  
 
Bep is ontroostbaar en komt twee jaar lang de deur nauwelijks uit. Toch weet ze het leven weer op te pakken. Ze trouwt en vernietigt de 200 brieven die Jan en zij elkaar schreven. Het fotoboek bewaart ze wel, net als het grammofoonplaatje dat na enige tijd ongeopend terugkomt uit Indonesië. Dan wordt duidelijk dat Jan haar liefdesboodschap nooit heeft gehoord.
  
Instart Plaatje:  
Ik eindig nu maar met een groet van je ouders, je zus en van mij, ontvang in gedachten een lieve pakkerd en een extra dikke kus voor je verjaardag. Dag Jan, houdt je taai, liefs van Bep. 
(Muziek)  

Willem Verweerdt           
Geboren 20-juni 1879 in Sliedrecht 
Gestorven 6 maart 1943 in Dachau - Duitsland
  
Gelezen door: burgemeester Sicko Heldoorn 
 
Willem Verweerdt is een bijzondere man. Avontuurlijk en principieel.  Hij vertrekt in 1910 naar Australië, gaat zich William noemen en krijgt de Engelse nationaliteit. Drie jaar later slaat het noodlot toe als zijn vrouw Janneke en zijn zoon Gerrit in het kraambed sterven. In 1920 keert Willem gedesillusioneerd terug naar Nederland. Hij gaat in Rotterdam wonen en werken. 
Als hij de dertig jaar jongere Maartje Moerkerken ontmoet, is hij dolgelukkig. Willem is dan 50. Ze trouwen in 1929 en uit dit huwelijk worden 2 kinderen geboren: Gerrit Jan en Pieternella.  
 
De nu 88 jarige dochter Pieternella herinnert zich haar vader als een gezellige, vriendelijke, hardwerkende en godvrezende man. Hij is Jehovah’s getuige en bezoekt regelmatig de bijeenkomsten.

Als de oorlog uitbreekt, wordt hun gezinsleven ruw verstoord.
De bezetter wil niet dat er ‘stateloze burgers’ – en dat is Willem - in de buurt van de havens wonen en werken en het gezin moet Rotterdam verlaten.
  
Zo komt de familie Verweerdt in Huizen terecht. Ze trekken in bij de zuster van Maartje op de Hellingstraat 16, en later huren ze een huisje op de Visserstraat, nu Vletstraat 5.
Hoe Willem in die dagen in zijn levensonderhoud voorziet, is onduidelijk. Hij is 60 jaar en mag van de bezetter niet werken. Maartje brengt het geld binnen. Ze werkt als hulp in de huishouding bij de Joodse familie Philips, die eigenaar is van Foto Perfecta aan de Havenstraat. Als de familie Philips moet onderduiken, heeft ook Maartje geen werk meer.
 
Op 15 maart 1942 wordt Willem thuis opgepakt door de Sicherheits Polizei. Zijn vergrijp: het in bezit hebben van verboden religieuze lectuur. Willem is Jehovah’s getuige en daarmee lid van een door de Nazi’s verboden organisatie. De bezetter haat én vervolgt de Jehova’s actief.
Jehovah’s erkennen alleen God en houden 
zich afzijdig van de politiek. Ze zijn anti-militaristisch, weigeren wapens te dragen en in het leger of de oorlogsindustrie te dienen.
 
Via Kamp Amersfoort en de Polizei Gefängnis Düsseldorf komt Willem in concentratiekamp Buchenwald terecht, in blok 14. Het Jehova’s getuigen-blok. De gevangenen die hier zitten zijn herkenbaar aan een paarse driehoek op hun kampkleding. 
Zijn vrouw Maartje blijft met hun twee kinderen achter in Huizen. In dat hele kleine huisje aan de Vissersstraat maakt ze, tot de bevrijding, ruimte voor enkele Joodse onderduikers.
 
Het leven in concentratiekamp Buchenwald is vreselijk. Er is te weinig eten, de appèls duren uren en de gevangen moeten lang en hard werken.
Willem wordt ingedeeld bij het zogenaamde Lagerkommando. Zij halen afval op, vegen de paden, brengen boodschappen rond en poetsen de ramen van de gebouwen. Willem houdt het fysiek niet vol en wordt overgeplaatst. Nu moet hij in het bos hout sprokkelen voor de verwarming in de barakken.
 
Het is loodzwaar werk, de omstandigheden zijn gruwelijk maar voor Jehova’s is er een uitweg. Zij kunnen zich simpel aan de folteringen onttrekken. Het enige dat ze moeten doen is in een verklaring afstand nemen van hun geloof. 
Doen ze dit, dan worden ze vrijgelaten... Willem weigert.
Op 13 okt 1942 wordt hij met 180 anderen naar kamp Dachau overgeplaatst. Hier bezwijkt hij 5 maanden later op 63 jarige leeftijd aan difterie.

HET LUIK IN DE KEUKEN
Pia van der Molen
Het is 1944. Mijn ouders, mijn baby-broertje en ik woonden op de Haardstedelaan 8 in Huizen. Ik zal een jaar of vier geweest zijn en zat in de keuken op een rookstoel, want mijn beide benen waren verbrand. Mijn moeder was met een teil kokend water uitgegleden over een keukenmatje en omdat ik op de keukenvloer zat te spelen kreeg ik het water over mijn benen heen. Mijn moeder dacht goed te doen, zette mij met mijn benen onder de kraan in de gootsteen en trok mijn kniekousjes uit. Met de kousjes kwam ook mijn huid mee, wat voor mijn moeder natuurlijk vreselijk moet zijn geweest. Ik herinner me dat mijn moeder mij in de kinderwagen zette en met mij naar dokter Obbink op de Lindelaan rende. Pijn herinner ik me niet. Wel de reuk als het verband er af moest om te worden ververst. Lange tijd kon ik niet lopen en had een speciale plek in de keuken. Op de rookstoel. Met mijn benen recht vooruit. Op een krukje. 
Ik herinner me dat op een ochtend mijn opa Van der Molen aan de deur kwam. Hij vertelde dat hij gehoord had dat de Duitsers mijn vader zochten. Ik zie nog steeds dat mijn moeder het kleed op de keukenvloer terugslaat, dat zij een luik openmaakt, dat mijn vader in dat luik verdwijnt, dat mijn moeder het kleed weer terug legt en dat zij mij, zittend op de rookstoel, op het kleed zet. Precies op de plek waaronder  het luik zit waarin mijn vader is ‘verdwenen.’ 
Nog geen minuut later kwamen de Duitsers met geweld binnen. Door de voordeur en door de achterdeur. Ze duwden mijn moeder opzij, geweren in de aanslag. Ze waren ruw en intimiderend. Haalden dingen overhoop. Toen zagen ze mij zitten en kwamen op mij af. Geweren recht vooruit. Eén van hen vroeg aan mij: “Wo ist dein Vati?” 
Omdat mijn vader en ook mijn moeder verzetswerk deden, spullen van een Joodse fotograaf op zolder hadden, en af en toe ook onderduikers verborgen, had mijn moeder wel voorzien dat een Duitse inval zou kunnen gebeuren. Dus had ik van haar geleerd dat ik dan moest zeggen: “Mein Vati ist in Deutschland.” En dat was wat ik ook antwoordde: “Mein Vati ist in Deutschland”. Maar het geduw en geschreeuw hield niet op, het werd erger. Ook schoten de Duitsers hier en daar in de keukenvloer. Daar werd ik wel bang van. 

inval weer boven komen, denk ik dat  mijn moeder op dat beslissende moment duizend doden moet zijn gestorven. Zij had mij dan wel geleerd dat ene zinnetje in het Duits te zeggen, maar zij wist zij natuurlijk niet of ik dat in die hectische intimiderende situatie van de Duitse inval ook zou antwoorden. Helemaal omdat ik kort daarvoor mijn vader had zien verdwijnen in dat keukenluik. Gelukkig zei ik het wel: “Mein Vati ist in Deutschland”.
 
Het heeft zo moeten zijn. Want juist omdat mijn vader precies onder mijn stoel verborgen zat, hebben de Duitsers hem gelukkig niet geraakt met hun schoten. Je zou kunnen zeggen dat ik het leven van mijn vader heb gered. Misschien wel daarom had mijn vader, toen hij als vrijwilliger in 1946 naar Nederlands-Indië vertrok, mijn naam met witte verf op zijn helm geschilderd.


Toen vroegen ze aan mijn moeder wat ik toch aan mijn benen had. “Ja”, zei mijn moeder toen, “mijn kind heeft open tbc aan haar benen.” Dat was ongetwijfeld het beste antwoord dat ze had kunnen geven, want Duitsers waren als de dood voor  besmettelijke ziekten. Ze vlogen als een speer het huis uit. En ze zijn nooit meer teruggekomen!
Nu, vele jaren later, als de herinneringen aan die Om hem ook daar te beschermen. Wie zal het zeggen…
Bussum, april 2019 
Pia van der Molen
U kunt het filmpje over het luik in de keuken ook zien op de volgende link: https://oorlogsverhalen. com/oorlogsverhalen/pia-van-der-molen/

DE HISTORIE VAN DE POSTVERZORGING IN HUIZEN      (deel 3)
Janine van der Hulst-Veerman
De telegraaf
In Nederland kwam op 25 mei 1845 de eerste telegrafieverbinding tot stand. Onder leiding van Eduard Wenckebach werd langs de spoorlijn Amsterdam-Haarlem een draadverbinding aangelegd en in bedrijf genomen. Na verlenging van de spoor- en telegraaflijnen, werd dit doorgetrokken naar andere plaatsen. In 1852 werd door de Nederlandse regering de Rijkstelegraaf opgericht die de wildgroei aan particuliere telegrafielijnen moest omvormen tot een landelijk netwerk.
Met de Telegraafwet van 1852 onderstreepte het Rijk het belang van telegraafverbindingen. In de grote plaatsen zouden naast de postkantoren aparte telegraafkantoren worden opgericht. In kleine plaatsen zoals Huizen konden beide diensten worden gecombineerd. Door de benoeming van J.P. Hofstede in 1886 tot hoofddirecteur der posterijen en telegrafie was deze ontwikkeling ook op bestuurlijk niveau een feit. De posterijen en telegrafie vielen onder het departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid. 
Petitie
In Huizen werd vooral door de vis- en kaashandelaren grif gebruikt gemaakt van de telegraafdienst. Bestellingen werden op deze manier opgenomen of gedaan. Op bijgevoegde foto zie je een overzicht uit 1891 waar je aan het aantal verzonden en ontvangen telegrammen goed kunt aflezen wanneer het hoogseizoen in de visserij was in Huizen. De maanden maart en april springen er aanzienlijk bovenuit.
In 1872 hadden de Huizer handelaren al een vooruitziende blik. In het archief vond ik een petitie voor een hulppostkantoor gericht aan de burgemeester en wethouders van Huizen. Deze petitie werd door 36 kooplieden en handelaren op 30 augustus 1872 ondertekend. Hierin staat het volgende geschreven:

“Aan den weledelachtbare Heren Burgemeester en Wethouders en leden van de gemeente Huizen.
De ondergetekenden, allen kooplieden en handelaren wonende te Huizen geven met verschuldigde eerbied te kennen dat het Uwe Edelachtbare mogen behagen ons behulpzaam te zijn deze gemeente met een hulppostkantoor en een besteller te mogen voorzien, daar deze gemeente thans ruim 3000 zielen telt en grotendeels uit koophandel bestaat daar wij ondergetekenden dikwijls schade lijden in onze handel door de trage bezorging der brieven en onze voldoende correspondentie, zo wij een brief ontvangen van Amsterdam des middags 12 uur, kunnen wij ondergetekenden niet beantwoorden voor de volgende dag, dien dan des avonds te Amsterdam aankomt dat daardoor aanleiding geeft dat wij ons tot Uwe Edelachtbare wenden met beleefde verzoek dat het Uwe Edelachtbare moge behagen deze gemeente met een besteller, die dan tevens de brieven op den avond post bezorgd, en een hulpkantoor te mogen verlenen.” Eronder staan de handtekeningen van de 36 kooplieden en handelaren (zie rechterfoto).  

Adres hulppostkantoor
In de zoektocht naar waar toch het hulppostkantoor gevestigd was, vond ik een ‘acte van aandeel’ tussen alle andere brieven in het archief in Naarden. Op deze akte met de datum 27 november 1875 wordt een adres genoemd: Huizereinde No 258. Vanuit het archief in Naarden ontving ik later per email het document ‘HERNUMMERING KOM DER GEMEENTE HUIZEN - Staat der oude wijknummers met vermelding van de nieuwe straatnummers.’ Huisnummer 258 komt in verschillende wijken voor, onder andere wijk A. Hier wordt 258 omgenummerd tot Eerste Woningbouwstraat nr 27. Maar volgens het bevolkingsregister woonde F.W. Brug met zijn gezin op D3, wat korte tijd later C1 werd. Volgens het hernummer-document komen we dan op het adres Valkenaarstraat 39 uit. 
Brandbrief
Op 14 september 1881 stuurde de directeur brievengaarder van Huizen, Frederik Willem Brug, een brandbrief gericht aan den heer Burgemeester van de Gemeente Huizen. In die periode (1868-1883) is Pieter Langerhuizen burgemeester van Huizen. “Ik ben zo vrij onder de aandacht van Uwe edelachtbare te brengen dat ik hier hoe langer hoe meer last ondervind van baldadige kinderen, ondanks mijn beste pogingen om dit tegen te gaan. Wat daarvoor slechts enigszins vatbaar is wordt door hen vernield. Behalve dat mijn heg op verschillende plaatsen doorgebroken en beschadigd wordt, is het hun nu ook gelukt een paal der schelgeleiding te knakken, terwijl de telegraafgeleiding aan den weg evenmin door hen met rust wordt gelaten. U zult mij veel genoegen doen door enig politietoezicht in het vervolg paal en perk aan dergelijke baldadigheden te stellen.
Tevens neem ik deze gelegenheid te baat van uwe edelachtbare onder de aandacht te brengen dat de dorpsklok zeer onregelmatig de tijd aangeeft en dikwijls 15’ of meer vooruit is bij de middelbare tijd, terwijl nu zeker in 3 à 4 weken de klokkenist niet ten mijnen kantoor is geweest om naar de tijd te vragen. 
De Directeur-Brievengaarder
F.W. Brug”
Zo zie je maar dat de jeugd van toen er ook al ‘wat van kon’. 
Brievengaarder F.W. Brug
Frederik Willem Brug is op 1 december 1843 in Harlingen geboren. Op 15 juli 1874 trouwt hij op 30-jarige leeftijd met de 25-jarige Jacoba van der Meulen (geb. 14 april 1849 te Sneek). Ze krijgen 6 kinderen. Drie van hun kinderen worden niet ouder dan drie jaar. Hun derde zoon, Steffen Lambert Brug werd later professor in de geneeskunde. De vijfde zoon, Pieter Brug, werd in Huizen geboren en werd slechts 15 maanden oud. Hij is op de begraafplaats aan de Ceintuurbaan begraven. 
Te klein
Het hulppostkantoor laat qua ruimte al snel te wensen over, getuige de briefwisselingen tussen de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, brievengaarder F.W. Brug en de gemeente Huizen. In één van de brieven in 1883 klaagt brievengaarder Brug over het gebrek aan ruimte in zijn woning, dat vooral ontstaat door het plaatsen van ledikanten. Hij verzoekt om de zolder tot slaapkamer te mogen ombouwen, zodat ‘aan het ongerief in zijne woonvertrekken worde tegemoetgekomen’. Het verzoek wordt ingewilligd. In 1889 wordt het verzoek ingediend om de huur voor het hulppostkantoor met vijf jaar te verlengen. Burgemeester Jacobus Johannes van Munnikhuizen en de wethouders van Huizen stellen voor, omdat het huidige gebouw veel te wensen overlaat, een nieuw gebouw voor post- en telegraafkantoor te stichten ‘in vereeniging met een nieuw Raadhuis’. 
Frederik Willem Brug zou na zijn carrière als directeur van het telegraaf- en hulppostkantoor te Huizen worden benoemd tot directeur van het verenigd post- en telegraafkantoor te Naarden. Dit werd om onbekende redenen ingetrokken. In De Tijd komt een vacature te staan. Het ‘traktement’ (salaris) is ƒ 1600,- en een woning. Later meldt De Tijd, dat brievengaarder Brug per 1 september 1891 is benoemd 

tot ‘commies der telegraphie 1e klas te Heerenveen’. Mogelijk heeft hij zelf de benoeming voor het telegraaf- en hulppostkantoor te Naarden ingetrokken om terug te keren naar zijn roots. Daar heeft hij niet lang van kunnen genieten, want hij overleed een goed jaar later in de nacht van 21 november 1892 op 48-jarige leeftijd te Schoterland.
De opvolger
Het Algemeen Handelsblad van 8 september 1891 bericht dat is benoemd tot nieuwe directeur van het telegraafkantoor en brievengaarder de heer A. Van Bommel. Hij heeft ervaring in deze functie en komt vanuit Oostburg. 
Het postkantoor
Wijgert Kooy: architect, bouwkundige, directeur van een steenbakkerij en gemeenteraadslid, ontwerpt het gebouw waarin een raadhuis, post- en telegraafkantoor en een directeurswoning zich zullen vestigen. Er wordt een plan ter beoordeling ingediend, maar vanwege veel bezwaren wordt er in overleg met de gemeentearchitect een nieuw plan ontworpen. De kosten worden op ƒ9500,- geraamd. 
Het gebouw zal worden opgetrokken uit baksteen en gesierd door natuurstenen banden, in de in die tijd zeer populaire bouwstijl: de neorenaissance. Aan de voorzijde, aan de kant van de Kerkstraat, zijn twee ingangen. In de gevel daarboven staan het gemeente- en het rijkswapen afgebeeld. Bovenin in de gevel een luidbelletje dat op de zondagmorgen direct na de kerkdienst luidde. Dan las de gemeentebode de huwelijksaankondigingen voor. Deze klok hangt tegenwoordig in de toren van een kerk in Afrika. Elly Molenaar, de dochter van de gemeentesecretaris Gerrit Molenaar, kreeg deze klok gedoneerd toen zij voor de zending in Afrika ging werken.
De heer J.J. Aarts te Naarden bleek van de elf offertes de goedkoopste te zijn en hem wordt het werk gegund. 

Zodra de bouw is voltooid huurt het Rijk het gebouw met ingang van 1 september 1890. Op 1 oktober wordt het raadhuisdeel zonder officiële opening in gebruik genomen en de eerste vergadering op 27 oktober gehouden. 
Met ingang van 1 mei 1904 wordt in het telegraafkantoor officieel het postkantoor gevestigd. De omvang van het postverkeer in Huizen is zodanig dat het hulppostkantoor wordt opgeheven en de heer A. Van Bommel per 30 april 1904 stopt of uit zijn functie wordt ontheven. Overzicht directeuren postkantoor 1904-1932:
T. Kuyper 1 juni 1904 - 30 september 1909
N.C.A. Hakbijl 16 maart 1910 - 15 december 1913
G. van Zwieten de Blom 16 februari 1914 - 15 november 1914
W.L.A. van Heuven 16 januari 1915 - 4 december 1917
P.C. Demmer 1 augustus 1919 – 31 maart 1922
W. ten Cate 1 juni 1922 – 31 augustus 1924
A. Govers 16 januari 1930 – 31 maart 1932
In alle tussenliggende periodes was de vacature niet ingevuld met de langste vacante periode van 19241930. 
In 1917 voldoet voor de gemeente het raadhuisgedeelte niet meer en besluit de gemeenteraad het gebouw als Postkantoor aan het Rijk te verkopen voor ƒ17000,-  hoewel de waarde door de Rijksbouwmeester op ƒ21000,- wordt geschat. Na de machtiging van de minister van Waterstaat wordt de koop gesloten en wordt de overdracht op 1 september 1917 bepaald. Maar omdat er nog geen nieuw Raadhuis is gebouwd, verzoekt B. en W. om het Raadhuisgedeelte na de overdracht in gebruik te mogen houden. De gemeente betaalt hiervoor aan het Rijk ƒ540,- per jaar. De huur wordt voor een jaar gesloten en steeds met een jaar verlengd met een opzegtermijn van tenminste drie maanden voor afloop van het jaarcontract. Een jaarcontract loopt van 1 september tot en met 31 augustus. In juni 1922 wordt het Raadhuisgedeelte door de gemeente ontruimd. Drie vertrekken en een zolderruimte komen ter beschikking van het Rijk. Nadat er machtiging en een krediet van ƒ510,- is verleend om het PTT-gedeelte af te scheiden met een houten schot en om de raadzaal bij de woning te betrekken, wordt deze ruimte voor drie jaar tegen een huurprijs van ƒ350,- per jaar verhuurd aan de familie van de Zoo de Jong en van Ophoven uit Huizen. N.B. Wijk- en huisnummers zijn niet hetzelfde als de sectie en kadasternummers. 
In het volgende deel komt o.a. het vervolg op het Oude Postkantoor ten tijde van de WOII aan bod.
Aanvullingen/correcties/anekdotes/leuke weetjes kunnen worden doorgegeven via:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Telnr.: 06 543 11 748

Bronnen: 
Boeken
De burgemeesters van Huizen 1813-2017
De Huizen van de gemeente
Gevelstenen in Huizen
Oud Huizen in Beeld
Internet
https://nl.wikipedia.org/wiki/Telegrafie https://nl.wikipedia.org/wiki/PTT_(Nederland) https://www.wiewaswie.nl/nl https://www.openarch.nl/ Archieven:
Noord-Hollands Archief aan de Hoornse 
Houtweg in Haarlem
Documentenarchief Comm-museum Den Haag
Archief in Naarden
Met dank aan:
Sandra Scholtz-Bunschoten
Jaap en Joke Visser
Menno Stein
Pieter van der Poel