De Ratel december 2018


DE RATEL GAET     MEI 2018

Onze activiteiten startten dit voorjaar op 27 februari met het actieve-leden-overleg, dat een succesvolle vervanger voor het jaarlijkse werkgroepen-overleg bleek met veel betrokkenheid en veel goede suggesties. De ledenavond van 13 maart was wederom goed bezocht met een korte formele jaarvergadering en na de pauze een boeiende tweespraak tussen Jacob Teeuwissen en Pieter van der Poel rondom onze oude boerderijen en de inmiddels verdwenen meent. Volop mee-beleving in de zaal! 
In diezelfde periode verhuisde ons archief van de kelder van het Museum naar de begane grond, waar in de voormalige klederdrachtruimte veel nieuwe kasten werden  opgetrokken door de vrijwilligers van het Huizer Museum. De klederdracht-presentatie verhuisde naar de kelder en wordt een integraal onderdeel van de tentoonstelling ‘historisch Huizen’. Door onze archiefmedewerkers werd veel werk verzet om deze verhuizing te laten slagen - hartelijk dank daarvoor. Begin april verschenen ook de eerste laptops in het kader van ons digitaliserings-proces. Er is nog een lange weg te gaan, maar het begin is er. Het doorzoekbaar digitaliseren van oudere Ratels en die op de website beschikbaar stellen is nu ook in volle gang. 
Op 17 maart was er weer een wandeling over landgoed Oud-Naarden onder leiding van Jan Rebel. Ondanks het slechte weer was de opkomst uitstekend en werden onze nieuwe ‘oortjes’ met succes geïntroduceerd. De deelnemers konden via een ontvangstsysteem zo Jans uitleg volgen. En nog beter: Jan kon zo al wandelend nog veel meer boeiends vertellen. Op 13 april werden we met een groep van 18 deelnemers ontvangen op “Hofstede Oud Bussem”. We kregen een mooie presentatie en rondleiding over het ontstaan en de latere historie van het complex. Alom enthousiaste reacties van de deelnemers en gezien de driemaal overtekende inschrijvingslijst een excursie om te gaan herhalen.
Op 28 april vond de tweede fietstocht ‘Villawijken rondom Huizen’ plaats, waarin Jan Rebel opnieuw veel kon vertellen en laten zien over de prachtige landgoederen en huizen die we aan de west- en zuidkant van ons dorp bezitten. Wat een weelde! De opkomst was iets te hoog doorgeschoten naar 29 deelnemers omdat ons aanmeld-systeem nog niet vlekkeloos werkt,  maar de oortjes hielpen goed om dat op te lossen en er was een enthousiaste respons. Volgende groepen moeten echter toch iets kleiner blijven om iedereen contact te kunnen laten houden met de gids.
Op 11 mei deden we mee aan de traditionele Erfgooiersdag, die nu kleiner en in een meer traditioneel getinte vorm was opgezet. Voor de HKH was er een beperkte rol van begeleiding van de beklimming van de toren van de Oude Kerk en een kraampje op het Oude  Raadhuisplein. Hopelijk kunnen wij volgend jaar een grotere rol op ons nemen door eerder te starten met voorbereidingen. Dit laatst overgebleven Huizer evenement met een duidelijk traditioneel karakter verdient dit!
In de afgelopen voorjaarsmaanden heeft de Klederdrachtgroep weer een aantal succesvolle presentatiedagen bijgewoond, is de Werkgroep Huizer Dialect twee keer bij elkaar gekomen, en heeft Pieter van der Poel een geslaagde diapresentatie gehouden voor de 70+ kring  in ‘t Visnet.
 
Rond het uitkomen van deze Ratel zijn er voor de nieuwe fietstocht ‘Sporen uit het verleden – Oostzijde Dorp’ op 26 mei 15 aanmeldingen. Op 31 mei zijn we voor het eerst in ‘t Visnet voor een ledenavond met een lezing van Dick Schaap over de visserij en cultuur in Huizen in de 19e eeuw aan de hand van zijn boek ‘Uitgetekend’. Daarna laat Pieter van der Poel foto’s zien van de historische Oude Haven. Wij kijken ernaar uit!  En op 15 juni een herhaling van de succesvolle wandeling op Landgoed Oud Bussem.
Tijdens de ledenavond van 31 mei nemen we ook formeel afscheid van Sandra Scholtz -  Bunschoten als bestuurslid van de HKH. Zij heeft besloten te stoppen met haar bestuurs-werkzaamheden, maar blijft gelukkig wel actief in het archief en voor de Klederdrachtgroep. We zullen haar missen in het bestuur, waar zij gedurende drie jaar veel aandacht heeft gegeven aan allerlei bestuurlijke zaken en danken haar zeer voor die inspanning. En nu zijn we opnieuw op zoek naar nieuwe bestuursleden! We houden ons aanbevolen als u in ons bestuur wilt meewerken, of mensen kent die dat zouden willen. Graag horen we van u. 
Al met al is het weer een bruisend voorjaar waar we met een positief gevoel op terug kijken, zij het met enige zorg over de bemensing van dit alles. Maar nu ligt er eerst weer een mooie Ratel met veel nieuwe wetenswaardigheden. 
Met vriendelijke groet, namens het bestuur
Ewoud Doyer, voorzitter

–  AGENDA 2018  – 
31 mei 2018      20.00 uur Ledenavond in ‘t Visnet. De Ruyterstraat 7
          Dick Schaap, auteur van ‘De HZ45 weer thuis’ en ‘Uitgetekend’            vertelt over ‘Het vissersleven in Huizen in de 19e eeuw’.
15 juni      17.00 uur Wandeling over Landgoed Oud-Bussem* 
19 juli          Presentatie Klederdrachtgroep in Schagen
7 augustus          Presentatie Klederdrachtgroep in Katwijk 25 augustus          Excursie naar het Cultuur-Historisch Veenmuseum in
          Vriezenveen (zie hieronder).
8 september          Open Monumentendag/Huizer Dag
22 september     13.30 uur Fietstocht ‘Sporen uit het Verleden’ - Westzijde Dorp*
27 september  20.00 uur Ledenavond in ‘t Visnet, De Ruyterstraat 7
          Frans Ruijter uit Blaricum komt ons vertellen over de relatie
           tussen Huizen en Blaricum
6 oktober 2018  15.00 uur Rondleiding door Jan Veerman over de Oude Begraafplaats*
29 november     20.00 uur Ledenavond in ‘t Visnet, De Ruijterstrraat 7  
          Hans Mous belicht ‘De voorstelling van Naarden in de           Eerste Wereldoorlog. Ook op Huizer grondgebied zijn er           nog sporen van deze stelling te vinden. 
Toegang voor ledenavonden voor leden gratis, voor niet-leden E 2,50. 
*Toelichting:
- vrijdag 15 juni: verzamelen om 17.00 uur bij het witte landhuis, Flevolaan 69, 1272 PC Huizen.
- zaterdag 22 september: fietstocht naar sporen uit het verleden. De route leidt onder meer langs een grafheuvel en restanten van loopgraven uit de 1e wereldoorlog. Start om
 13.30 uur bij de Botterwerf, Havenstraat 311, 1271 GD Huizen.
- zaterdag 6 oktober. De Historische Kring Huizen en het Huizer Museum organiseren een rondleiding over de Oude Begraafplaats. Start om 15.00 uur bij de ingang aan het Prins Bernhardplein 1, 1271 DD Huizen. 
Voor de wandelingen, fietstochten en rondleidingen s.v.p. aanmelden bij Jan Rebel via het emailadres Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefoon 035-5260580. www.historischekringhuizen.nl  -  www.huizermuseum.nl
HET JAARLIJKSE UITJE MET DE LEDEN VAN DE HISTORISCHE KRING HUIZEN
OP ZATERDAG 25 AUGUSTUS 2018
Het Cultuur-Historisch Veenmuseum in Vriezenveen wordt ons doel deze dag. Daar wordt het leven en werken in het veen uitgebeeld aan de hand van authentieke veenhutten, een maquette, landkaarten, veengereedschappen en gebruiksvoorwerpen. We maken een ritje met het originele veentreintje en laten ons rondleiden door het Veenmuseum. 
De veengrond werd nog tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw afgegraven. Eerst voor de turf als brandstof, daarna voor de productie van potgrond.
Natuurlijk beginnen we met koffie of thee met een Twentse lekkernij. Na de 2½ uur durende rondleiding gebruiken we de lunch in de Johanneshoeve, met soep en diverse luxe broodjes (goed belegd), een kroket en een salade, jus d’orange en melk.
De kosten voor dit alles? E 25,00 per persoon. 
Meer inlichtingen en aanmelden bij: Ria Westland, tel. 035-5262505 of 06 1449712.

VAN DE REDACTIE 
Dit nummer begint met informatie over het jaarlijkse uitje van de Kring op 25 augustus en gaat verder met de lijst van schenkingen in de afgelopen periode en de rubriek Van de Werkgroep Huizer Dialect met een bijdrage van Klaas Schipper. Daarna volgt een aanvulling van Lies Schaap op haar verhaal over rouwgebruiken in Huizen. We gaan verder met het tweede en laatste deel van de herinneringen van mevrouw Pietje BoorSchaap, die door Gerrit Jongerden werden opgeschreven. Samen met de prachtige foto’s uit haar foto-albums is dit een fraaie bijdrage aan de geschiedschrijving van gewone families van Huizen in de afgelopen eeuw. Nogmaals veel dank hiervoor. 
In de serie voor Huizen interessante berichten uit de Philips Nieuws-golf volgt nr. 2 - met twee onderwerpen: de actie voor de slachtoffers van de Watersnoodramp en de huisvesting van de medewerkers van de nieuwe fabriek in Huizen.  Dick Schaap stuurde ons twee foto’s van de slijpplank van zijn grootvader en het verhaal erbij. Hartelijk dank voor deze leuke bijdrage. De oproep aan al onze leden om te kijken of er niet nog meer van dergelijke verhalen zouden zijn ondersteunen we van harte! 
Dit voorjaar is het 60 jaar geleden dat twee Huizer families zwaar werden getroffen door een vreselijk ongeluk. Mevrouw G. Schram-Rebel leverde de gegevens op grond waarvan we een samenvatting van deze ingrijpende gebeurtenissen konden maken. 
De mei-maand is herdenkingsmaand en het Huizer 4-mei Comité heeft op vrijdag 4 mei j.l. twee Huizer oorlogsslachtoffers een ‘gezicht’ gegeven tijdens de herdenking. Wij zijn het comité erkentelijk dat wij deze mogen publiceren.
Hartelijk dank ook aan Pia van der Molen, die haar herinneringen aan ‘Oud-Huizen in beeld’ opschreef. 
Tenslotte nog een pagina met advertenties uit Gemeentegidsen van de jaren 1920-1930.
Veel leesplezier gewenst,
Wendy van Noppen en Janny Stevens

SCHENKINGEN in de afgelopen periode (voorjaar 2018) 
- Dhr K. Schipper diverse overlijdingskaarten
- Fam J. Westland 5 boeken die over Huizen gaan
- Dhr L. Meijs een adviesrapport over de Keuchenius-
Passage januari 1979 en een bidprentje
- Dhr G. Van Amstel 2 dozen met multomappen, gevuld met krantenknipsels over Huizen.
- De Trappenberg het boekje Van Rust naar Beweging, 
100 jaar de Trappenberg
-  Mw R. Kruimer een oorkonde belijdenis van maart 1907. Dit is nu het oudste exemplaar dat we hebben, 111 jaar oud!
Verder een Toeristenkampioen van 8-8-1942, met stukjes erin over Huizen, een exemplaar van Ach Lieve Tijd, en een folder van de Bakkers in Huizen (in de periode dat de telefoonnummers nog 3 cijfers hadden) over Tarvo Moutbrood (zie de foto’s hiernaast).
Wij zijn als Historische Kring Huizen ontzettend blij met al deze schenkingen. Hartelijk dank hiervoor. 
Het komt regelmatig voor dat wij boeken over Huizen krijgen die al in het archief aanwezig zijn. Mocht u op zoek zijn naar bij voorbeeld ‘Huizen zoë as ‘t nooit meer wurdt’ neemt u dan gerust contact met ons op.
Werkgroep Archief
VAN DE WERKGROEP HUIZER DIALECT     Klaas Schipper Klaverjassen
Joke mós de kaerten déëlen, Niek dee spølden schóppen-nel, allegaar mósten bekennen, éëntjen hadden ze d’r wel.
Niek kwam too mót schóppenboer, dat had Gerrit wel verwacht, Ans dee kón d’r Aes bij lappen en too telden ze d’r acht.
‘t Gaet nou óm de blankste billen, dat zai Niek teugen ‘t span, en hij kwam uit mót ruiten, mar daer had z,n maat niks van.
Man, hoo kà-je dat nou spølen. ‘t Was Gerrit dee dat reup, want hij zag wel an z’n kaerten dat ‘t héëlegaal nijt leup.
 
Had nou mar een harten ëneumen, want dan lag de slag an óns, mar nou gaet tie naer de buren en dee geven óns de bóns.
Ans haalden too alles binnen, Niek en Gerrit góngen nat, en je hoofden nijt te vragen wéël of de blankste billen had.
Klaas van IJs van Jaap en Jannemeut van IJzuk.
P.S. ‘t Komt oorspronkelijk uit het  boekje “Westfriese stukkies & roimpies”

ROUWGEBRUIKEN IN HUIZEN     Lies Schaap
N.a.v. mijn bijdrage in De Ratel over de vroegere rouwgebruiken in Huizen kreeg ik van mijn oudste broer nog een terechte aanvulling, die ik graag doorgeef.
Als iemand met Huizer klederdracht niet in de rouw was droeg de vrouw een mooi kerkboek (in de hand) mee naar de kerk. Leren bandje met goud opdruk, goud op snee en een (of twee) zilveren krapsluiting(en). Maar als ze in de rouw ging werd het een kerkboek zonder “goud op snee”, gebonden in een met zwarte stof overtrokken kaft. Geen krappen. Zie ook de bijgevoegde foto’s.

UIT HET LEVENSVERHAAL VAN PIETJE BOOR-SCHAAP  (deel 2 en slot)

17. Prinses Julianaschool. Driftweg 17, waar nu het wooncomplex ‘De Drifter’ staat.

Mijn school was de Prinses Julianaschool (17). In november 1922 werd deze school geopend en toen ik er een paar jaar later op kwam, was het meeste eigenlijk nog gloednieuw. Het was de vierde school van de Schoolvereniging Eben-Haëzer. Meester Vos was er hoofdonderwijzer van 1922 tot 1944. Het was uiteraard een Christelijke school waar we elke dag bijbelse geschiedenis kregen en elke week een psalmversje leerden, die ik allemaal nu nog in m’n hoofd heb. Een aanleiding weet ik niet, maar ik weet wel dat ik op een dag - ik was toen 8 jaar - huppelende thuiskwam terwijl ik zong ‘Uw woord is mij een lamp voor mijne voet’, de eerste regel van vers 53 van psalm 119. Moeder vroeg waarom ik dat zong maar dat wist ik eigenlijk niet. ‘t Is wel zo, dat deze woorden me altijd bij bleven en ik er vaak aan denk. Ook in mijn herinnering aan m’n schooljaren komt de wel meer genoemde juffrouw Van Deventer er niet best af. Piet Boerhout - veel later mijn bijna-buurman op Julianastraat 9 - moest van de juffrouw een boek ophalen. 
Ik keek achterom waar hij bleef en kreeg daarom een mep van de juffrouw. Ik vond dat zeer onrechtvaardig.
‘t Is in feite een kleinigheid maar je vergeet dat toch nooit en nu de school ter sprake komt, komt dat weer naar boven.
Ik had geen gemakkelijke jeugd. Toen ik 11 jaar was, overleed mijn moeder op 48-jarige leeftijd. Het huishouden kwam vanaf dat moment voor ‘t grootste deel op mij neer. Stel je dat eens voor: 11 jaar en zo’n verantwoording. Er was één oudere broer, Henk, die in 1994 is overleden. Dan een drie jaar jonger zusje: Eef, die op 9 december 2017 is overleden. Van jongens op die leef- de gemeente en op advies van burgemeester Ten Raa heeft hij op een bepaald moment bij de gemeente gesolliciteerd en hij kreeg een vaste aanstelling. Tussen de middag aten we altijd warm en als vader dan thuiskwam, rekende hij er op, dat het eten klaar stond. Nu, ik zal over mijn ‘huishoudwerk’ als kind niet verder uitweiden maar dat het niet iets is om met plezier aan terug te denken, dat zal iedereen begrijpen. 
We gingen altijd naar de Oude Kerk en daar ga ik nog heen. Ook dat dus al bijna 87 jaar! In die tijd en nog lang daarna waren de zitplaatsen in de Oude Kerk ofwel in eigendom, ofwel  tijd kon je niet veel verwachten in ‘t huishouden, net zo min als van een meisje van 8. Vader is nooit hertrouwd. Hij werkte aanvankelijk zelfstandig als tuinman. Hij kreeg vaak werk van 18. ‘Verkoopacte’ van een stoel in de Oude Kerk.
19. Gezicht op de eerste huizen van de Kerkstraat tussen 1900 en 1910.
Electrisch Haarsnijden, met als adres Achterbaan 193 en van Loosman Zeilmakerij, Voorbaan 207. Dat zullen dan eerder wel de nummers A, B of C 193 of 207 zijn geweest.
Zoals in ieders leven hier van mensen die ruim vóór de oorlog werden geboren, speelde ook in mijn leven die oorlog een grote rol. Mijn eerste herinnering aan de oorlog is, dat er vliegtuigen overvlogen. We begrepen, dat 

te huur. Ik hoef dat natuurlijk niet te bewijzen maar ik kan het wel. In mijn bezit is een papiertje, ondertekend door Tijmetje Ruiter, mijn overgrootmoeder (die volgens het trouwboekje Tijmentje heette), waarmee zij verklaart stoel no. 76 in het Westen te hebben verkocht aan Pietertje Mulder. Er staat geen datum bij maar ik vermoed eind 19e eeuw 
(18). 
Ook bezit ik een heel bijzondere foto bij ons uit de buurt, geschat tussen 1900 en 1910 gemaakt en helaas niet heel duidelijk. Genomen vanaf het Prins Bernhardplein richting Oude Kerk (19). Er loopt een rouwstoet, op weg naar de begraafplaats. Of het de begrafenis van een familielid is, weet ik niet. Het zou kunnen want waarom zou die foto anders in het familiealbum zitten? Op de achtergrond linksboven is nog een stukje van de toren van de Oude Kerk te zien. Links vóór het café van Aart Veerman (beter bekend als Aart van Griet) dat toen ‘Café Landzicht’ heette. Daarachter het huis van Aart Schaap, kaashandelaar, bijgenaamd Aart Brakken, en daarachter is nog een stukje hooiberg te zien van de boerderij van Kees Vos, bij-
genaamd Kees Lossie. Alles lang of heel lang geleden afgebroken, behalve de Oude Kerk dan! Leuk om te horen, dat een kleinzoon van Aart Brakken actief is bij de Historische Kring en hij heet warempel nog Aart ook! Het café van Gerrit Zwart op de Naarderstraat 2 heette vroeger ‘Stationskoffiehuis’, nu dus ‘Het Wapen van Huizen’. Misschien aardig om te melden, dat in een ‘Gids voor de Gemeente Huizen’van omstreeks 1925, die ik bezit, de straten al wel een naam hadden, maar de huisnummers duidelijk nog naar de nummers van de eerdere wijken A, B, enz. wijzen. Zo staat er een advertentie in van M. Goedhart,  het oorlog was. Ik was toen 15 jaar. Het leven ging aanvankelijk gewoon rustig door maar allengs veranderde dat. In 1943 kreeg ik verkering met Drikus Boor. Op de Baan - Lindenlaan vanaf ‘t Oude Raadhuisplein ongeveer tot aan de Engweg - had ik hem leren kennen en liep wel eens een stukje met hem op, maar dat betekende nog niets. Het ‘banen’ is een heel bekend gebeuren uit mijn jonge jaren. Vooral vrijgezelle jongelui liepen ‘s zondagsmorgens na kerktijd heen en weer op de Lindenlaan vanaf de winkel van Hoogvorst aan het begin tot iets voorbij het huis van dokter Schaberg, Lindenlaan 46. In mijn bezit is een prentbriefkaart van het stukje 
20. Prentbriefkaart van de Lindenlaan tussen de Engweg en de Beursweg, genomen in zuidelijke richting.
Lindenlaan tussen de Engweg en de Beursweg. Eigenlijk een beetje te ver zuidelijk voor de ‘Baan’ (20). Het hele gebeuren liep na 1960 op z’n einde.
Hoe ging dat dan verder zou je willen weten? Wel, hij kwam gewoon bij ons aan de deur en zei: Zou je verkering met me willen hebben? Nou, daar hoefde ik niet lang over na te denken, want ‘t was een knappe, prettige vent. Ja, zei ik dus! Hij zei toen meteen, dat hij een oproep had gekregen om in Duitsland te gaan werken. Hij moest naar Hannover. Z’n moeder was er helemaal van overstuur en zei, dat hij nooit meer terug zou komen omdat ze al verhalen kende over mensen die daar in de buurt waren omgekomen. Nu was een broer van Drikus z’n moeder, ome Kees, kruier in Limburg. Ventte daar met kaas. Die had weer tegen Drikus z’n vader - die timmerman was - gezegd, ga mee venten in Limburg want er is hier toch niets te timmeren. Die zei weer tegen Drikus, dat hij ook maar mee moest gaan naar Limburg, dan kun je van daaruit in Duitsland gaan werken en mag je iedere avond naar huis. (21) 
Zo gezegd, zo gedaan. De Hannover-papieren verscheurd en verbrand en mee naar Limburg. Vader Boor stapte uit in Horst en Drikus ging mee tot Venlo en verder ging de trein niet. Meteen na ‘t uitstappen controle: Ausweis! Had Drikus niet. Was wollen Sie? Arbeiten in Deutschland, zei Drikus. Wat ben je? Anstreicher (huisschilder). Wat wil je in Duitsland doen? Anstreichen, zei Drikus. Drikus was uit onzekerheid doodsbenauwd en dacht, dat ze hem dood zouden 

schieten. Hij vroeg, wat hij dan moest doen? Aanmelden bij ‘t arbeidsbureau in Kaldenkirchen in Duitsland. Hoe kom ik daar, vroeg Drikus. want ik heb geen geld. Dat geld kreeg hij toen van de Duitse soldaat die hem had aangehouden! Hij is daar toen inderdaad gaan werken en kwam om de 14 dagen thuis, maar kon wel elke avond terug naar zijn kosthuis in Horst in Limburg.
In september 1944 had je de treinstaking. Drikus kon nog wel thuis komen maar kon toen niet meer terug naar Kaldenkirchen, toen z’n ‘verlofdagen’ voorbij waren. Hij is daarna ook niet meer terug gegaan. Dat was  wel gevaarlijk want als je werd opgepakt, was je nog niet klaar. Eens was er een razzia. De hele nacht heeft Drikus toen met z’n vriend Evert van Wessel in een grote kuil gezeten. De kuil van Spilt noemde hij het. Ik vroeg hem daarna hoe het gegaan was. Dat doe ik nooit meer, zei Drikus, de muizen liepen zo over ons heen. Dat kon zo niet doorgaan. Gerrit ‘Kossie’ van ‘t winkeltje op de Voorbaan regelde formulieren met een ‘Urlaubstempel’, waarschijnlijk gedrukt door Drukkerij Visser. In Laren werd hij een keer aangehouden maar met z’n Urlaub-stempel was het geen probleem. Toch was dat ook geen oplossing voor de lange termijn. Dokter 
21. Schoonvader Boor aan het kaasventen in Limburg.


22. Pietje Boor-Schaap opca. 18-jarige leeftijd. 
Obbink, die met z’n moeder op de Lindenlaan woonde, had een andere oplossing. Hij zei, we laten je zogenaamd opereren aan je blindedarm; maken alleen maar een klein gaatje in de buikwand en houden dat open! Ze dachten wat uit in die dagen. 
Dokter Schouten van het  Diaconessenhuis in Naarden wilde dat echter niet. Hij zei, dat hij de blindedarm er met een operatie echt uit wilde halen en dan de wond een beetje open houden. Dat gebeurde en Drikus is er de resterende tijd van de oorlog mee doorgekomen.
In 1944 kwamen er evacués uit Huissen bij Arnhem naar Huizen. Een gezin met 5 kinderen, waaronder een baby, werden op Julianastraat 3 bij Klaas Westland ondergebracht. Hij had er wat moeite mee en zei, dat ze b.v. op nr. 1, bij ons dus, meer ruimte hadden. Zo kwamen Jo van 7 jaar en Annie van 6 jaar bij ons terecht en we hebben er nog altijd contact mee. Vader Grit (van Gerard) en moeder Dina kwamen met 2 kinderen bij een vrouw van 80 jaar terecht! De baby ging naar de familie Lustig (Kees en Jaantje) die op de Vissersstraat woonden. 
Dat zijn allemaal dingen, die je je hele leven bij blijven. Toen de oorlog afgelopen was, was ik net 20 jaar geworden. Over wat er in de 72 jaar daarna allemaal nog gebeurde, zou ik ook nog wel een boekje kunnen schrijven, maar laten we nu dit verhaal toch maar eindigen met een foto van mij op ca. 18-jarige leeftijd (22) en de trouwfoto van Drikus en mij op 13 februari 1946 (23). 

23. Trouwfoto van Drikus Boor en Pietje Schaap
(13 februari 1946). 


Dit keer gaat het in de selectie uit de Nieuws-Golf (uitgave van de N.V. Philips Telecommunicatie Industrie, N.V. NEDERLANDSCHE SEINTOESTELLEN FABRIEK Hilversum) over de actie voor de slachtoffers van de Watersnoodramp en over de regeling voor vervoer en huisvesting van medewerkers in de nieuwe Huizer fabriek. Wie kent niet een familie die via Philips een huis toegewezen kreeg in Huizen? 
(Redactie.)
ONZE THERMOMETER-ACTIE
(ten bate van het Rampenfonds ingesteld na de 
Watersnoodramp van 31 januari 1953)
De Nieuws-golf van 23 februari 1953
Nadat reeds in de morgen en middag van Maandag 2 Februari door vele NSF-ers individuele  bijdragen aan het nationaal Rampenfonds waren overgemaakt, werd nog diezelfde dag een gezamenlijke grootscheepse actie op touw gezet om een fl inke som gelds ten bate van de getroffenen bijeen te brengen. door gedurende twee weken een uur per dag over te werken.
Van dag tot dag kon de opbrengst worden afge-


140    DE RATEL / FEBRUARI 2018DE RATEL / ME

DE RATEL / FEBRUARI 2018MEI 2018    1511


162    DE RATEL / FEBRUARI 2018DE RATEL / ME

lezen op grote thermometers, die op verschillende plaatsen van de fabrieksterreinen waren opgesteld. De eerste dag - Maandag 2 Februari - bracht F 6823,- op. Onze foto laat zien, hoe de voorzitter van de personeelsraad, de heer J.M. Kouwen dit feit op de thermometer registreert. Over het eindresultaat hopen wij in ons volgend zonden. De bij deze gelegenheid aan dit fonds gerichte brief is hierbij afgebeeld Het door de directie onzer N.V. beschikbaar gestelde bedrag van F. 50.000,-- werd separaat overgemaakt. Een woord van waardering en erkentelijkheid zij hier gericht tot allen, die spontaan het hunne tot leniging van de nood hebben bijgedragen.

nummer meer te kunnen vertellen.
REGELING VAN HET VERVOER VOOR DE WERKNEMERS IN HUIZEN 
(inclusief de regeling voor huizen die in Huizen beschikbaar zouden komen). De Nieuws-golf van 4 april 1953
 
Zoals indertijd werd medegedeeld is bij de ingebruikneming van de nieuwe fabriek in Huizen besloten, het probleem van het vervoer voorlopig op te lossen door extra bussen te laten lopen. In het algemeen gezien, zal deze regeling per 1 Mei 1953 worden beëindigd. Voor werknemers die b l i j v e n d naar Huizen zijn overgeplaatst komt daarvoor de volgende regeling in de plaats: 
1. Aan de gehuwde werknemers en ongehuwde werknemers die trouwplannen hebben en woonachtig zijn in Amsterdam, Amersfoort, Loosdrecht, Baarn, Soestdijk, Haarlem, den Bosch, Hoogland, Utrecht, Soest en Maartensdijk wordt een woning aangeboden te Huizen, die in het najaar van 1953 kan worden betrokken. Tot die tijd blijft voor deze personen de extra bus rijden. 
Ongehuwde werknemers die geen huis kunnen betrekken, kunnen tot het najaar van die bus gebruik maken, doch moeten daarna voor eigen vervoer zorgen. De reiskosten zullen worden vergoed volgens de bestaande regeling, die voor Huizen op dezelfde wijze van toepassing zal zijn als voor Hilversum. 
2. Werknemers die in Hilversum wonen ontvangen een bedrag van F 300,--. Werknemers die wonen in Ankeveen, Baarn, Kortenhoef, Muiden , Weesp en Hollandse Rading ontvangen een vergoeding naar evenredigheid. 
Werknemers die wonen in de onder punt 2 genoemde plaatsen, ongehuwd zijn en op kamers wonen, ontvangen eveneens een zekere vergoeding. In beginsel zijn de bedragen, die op deze wijze zullen worden uitgekeerd, voorschotten, met dien verstande, dat zij na twee jaren het eigendom worden van de werknemer. Bij het verlaten van de dienst binnen twee jaren volgt kwijtschelding evenredig aan de diensttijd in Huizen. Zeer waarschijnlijk komt voor een aantal Hilversummers ook een woning ter beschikking. 
3. Werknemers die wonen in Bussum, Laren, Blaricum, Eemnes en Naarden ontvangen van 1 Mei 1953 tot 1 Januari 1954 reisgeldvergoedingen volgens de bestaande regeling, die echter  op de N.B.M. tarieven worden gebaseerd. Deze werknemers kunnen ter tegemoetkoming in de aanschaffing van een vervoermiddel bij wijze van voorschot de reiskosten van 1 Mei 1953 tot 1 Januari 1954 ineens opnemen. 
4. De bedragen die zullen worden uitgekeerd aan gehuwde werknemers wonende in de onder punt 1 genoemde plaatsen, en die nog geen woning kregen aangeboden, zijn vastgesteld voor een periode van drie jaren. Na afloop van deze periode zal een en ander opnieuw worden bekeken in verband met de  d a n  geldende reiskostenregeling.  Zij die niet blijvend in Huizen te werk zijn gesteld, zullen een vergoeding ontvangen voor de gemaakte reiskosten. Hiervoor volgt nog een nadere regeling. 
Dat was het voor deze keer. Wordt vervolgd!

DE SLIJPPLANK     Dick Schaap
Klaas Schaap Lzn 1907 op de Brinklaan in Bussum

Toen ik vorig jaar verhuisde naar een kleinere woning, moest ik opruimen. Wat kon ik nog bewaren en wat moest ik noodgedwongen weggooien? Met die vraag keek ik ook nog eens naar de oude slijpplank van mijn vader. Zou ik hem toch maar niet weggooien?
Toen ik nog een schooljongen was, hing deze plank in het kaaspakhuis van mijn vader. Hij hing daar al jaren. Een hardhouten plank met een klein kastje er onder aan. Hij was van mijn grootvader. Of misschien nog van diens vader, uit de tweede helft van de negentiende eeuw. 
Soms gebruikte vader hem nog wel eens. Dan legde hij de plank op een tafel en strooide wat fijn zand uit het kastje over de plank. Door het zand was de plank ruw geworden, bijna schuurpapier. Dan pakte hij zijn kaasmes en sleepte het mes over de plank met zand. Linksom, rechtsom, zo sleep hij op die ruwe ondergrond het mes weer scherp. Een uiterst eenvoudig werktuig die plank, dat altijd werkte. Je kunt er nog na ruim 120 jaar nog steeds een mes mee slijpen.
 
Ik heb de plank bewaard. In mijn nieuwe huis kreeg hij een mooi plekje. Hij helpt mij nu om het verhaal van mijn voorouders te vertellen: de kaasventers. Hoe enkelen van mijn voorouders meer dan 150 jaar geleden overstapten van de Zuiderzeevisserij naar de kaashandel. Mijn overgrootvader had deze stap bewust gezet. Hij had met zijn botter schipbreuk geleden op de Zuiderzee en besloot daarna nooit meer de zee op te gaan. Hij zei: “Er zitten geen planken onder”, waarmee hij het gevaarlijke water bedoelde waarin hij bijna was verdronken. Zó koos hij voor de vaste wal en voor de handel.
Dan vertel ik er soms bij dat hij niet de enige was. In de periode 1890 tot 1920 maakten veel vissers en vishandelaren die stap. Van vishandel naar kaashandel is niet zo’n grote stap. Op de markt en langs de huizen kon je soms met vis en dan weer met kaas handelen. ‘Kruiers’ werden ze genoemd en vele geslachten later waren sommigen van hen grote kaashandelshuizen geworden. De Huizer firma’s Westland, Visser en Van der Poel danken hun bestaan aan die mannen van vroeger, die met hun scherpe messen grote kazen stukje voor stukje aan de man – vaker de vrouw, denk ik – brachten. 
Ik ben blij dat met mijn oude plank ook dit stukje geschiedenis is bewaard gebleven. 

* Hebt u ook zo’n oud voorwerp met een verhaal bewaard? Schrijf het verhaal dan eens op en stuur het naar de redactie Of vertel het ons en wij schrijven uw verhaal  in ‘De Ratel’.
Maak zo de geschiedenis sprekend!

EEN ZEER TRAGISCH VERKEERSONGELUK
MET TWEE DODELIJKE SLACHTOFFERS     60 JAAR GELEDEN
Op 6 maart 1958 vond in Huizen een vreselijk verkeersongeluk plaats, waarna de twee slachtoffers beiden overleden. Drie kranten berichtten erover (zie hieronder) maar de knipsels geven alleen H.C. aan (de Huizer Courant). Opvallend is dat twee berichten melden dat de gewonden naar het Majellaziekenhuis (in Bussum) zijn gebracht en één naar het Diaconessenhuis (in Naarden). Het is goed om even stil te staan bij een zo droevige gebeurtenis die 60 jaar geleden het hele dorp beroerde en die veel mensen 

zich nog herinneren. Redactie.
HC (Huizer Courant) 7-3-1958
TRAGISCH VERKEERSONGEVAL EISTE 2 DODEN
Woensdagavond omstreeks 8 uur had op de De Ruyterstraat nabij de ingang van dr. Rövekamp een ernstig verkeersongeval plaats, waarvan twee mensen het slachtoffer zijn geworden. 
Een bestelwagen, bestuurd door J.V., kwam van de Naarderstraat en reed de De Ruyterstraat in. De chauffeur, die juist de hoek om kwam, zag plotseling twee mannen voor zijn wagen, remde onmiddellijk, doch ze werden door de auto gegrepen en tegen de weg gesmakt. Ze moeten zich bij het oversteken op de rijweg hebben bevonden doch omtrent de juist toedracht van het ongeluk tast men nog in het duister. De wagen was van voren op twee plaatsen ingedeukt en het moet met een hevige slag gepaard zijn gegaan, daar dr. Rövekamp en anderen de klap hebben gehoord. 
 
Een lantaarnpaal, welke daar ter plaatse staat, brandde niet, dit was al enkele dagen het geval en de P.E.N. was er reeds van op de hoogte gesteld. Ook de beide kerkgangers waren in het donker gekleed en daar de weg vrij donker was is het mogelijk, dat de chauffeur niemand heeft gezien.
Een tragische bijzonderheid was, dat zich bij het groepje nieuwsgierigen een zoon en een dochter bevonden, die hun vader in eerste instantie niet herkenden. Identificatie was niet direct mogelijk daar zij zware hoofdwonden hadden. Per ambulance werden de zwaar gewonden, J. Rebel, 58 jaar, en J. Spilt, 73 jaar, naar de Majellastichting te Bussum overgebracht, waar eerstgenoemde gistermorgen is overleden en de andere gisteravond. 
 
Dit droevige ongeval bewijst weer, dat men bij het oversteken van de weg goed moet uitkijken.
Krant onbekend
Twee kerkgangers op rijweg aangereden. 
EEN HuNNER OVERLEDEN, ANDER  SLACHTOFFER IN LEVENSGEVAAR. 
Huizen - In de De Ruyterstraat zijn gisteravond twee voetgangers op de rijweg aangereden door een bestelauto en daarbij zeer zwaar gewond. Een hunner, de 58-jarige slager de heer J. Rebel, is vanmorgen tegen elf uur aan zijn verwondingen bezweken. Het tweede slachtoffer, de 78-jarige J. Spilt verkeert in levensgevaar. Beide mannen waren op weg naar de kerkdienst in het dienstgebouw “’t Visnet”.
Ter hoogte van het gebouw zijn zij door een bestelauto, bestuurd door J.V. te Huizen, gegrepen. De juiste toedracht van het ongeluk is nog niet bekend. V., die juist van de Naarderstraat was gekomen, verklaarde plotseling twee mensen voor zijn auto te hebben gezien. Op hetzelfde ogenblik was het ongeluk al gebeurd. Daar beide mannen donker waren gekleed, ter plaatse een lantaarnpaal niet brandde en V. juist de hoek was omgekomen, is het aannemelijk dat de bestuurder de twee kerkgangers niet zag. Aangenomen moet wel worden dat de voetgangers op de rijweg liepen. In de voorzijde van de bestelauto zaten twee flinke deuken. Dit wijst er op dat de mannen gelijktijdig zijn aangereden, wat alleen mogelijk is als ze naast elkaar hebben gelopen of achter elkaar de straat hebben overgestoken. In het laatste geval mag echter worden verondersteld dat ze de auto zouden hebben bemerkt. Waarschijnlijk hebben ze dus pratend naast elkaar op de rijweg gelopen. De voetgangers werden in volle vaart aangereden en zodanig zwaar gewond, dat identificatie niet direct mogelijk bleek. Ze kregen ondermeer zware verwondingen aan het hoofd. Beiden werden naar het Diaconessenhuis te Naarden overgebracht. Hier is de heer Rebel vanmorgen overleden.
Krant onbekend
DODE EN GEWONDE bIj 
ONGELuK IN HuIzEN
(Van onze correspondent)
Twee inwoners van Huizen zijn gisteravond door een auto aangereden toen zij op weg waren naar een godsdienstoefening, die in “‘t Visnet“ gehouden werd. Een van hen, de 59-jarige slager R., is vanmorgen overleden. Het andere slachtoffer, de 74-jarige S., verkeerde vandaag in zeer zorgelijke toestand.
Het ongeluk vond plaats in de De Ruyterstraat. De 26-jarige J.V. uit Huizen reed daar met ongeveer 30 kilometer snelheid, doch toen hij de mannen zag lopen, kon hij een aanrijding niet meer voorkomen. De slachtoffers zijn met zware wonden aan hoofd en borst naar het Majella-ziekenhuis vervoerd. Op de plaats van het ongeluk was de straatverlichting defect. Dit defect was al twee dagen tevoren aan het PEN gerapporteerd. De politie roept getuigen op zich met haar in verbinding te stellen.
De vrouw van Jakob Rebel, Gerritje Veerman, heeft met haar kinderen de zaak van haar man voortgezet. Op 10 september 1989 overleed zij - 29 jaar gehuwd geweest en 31 jaar weduwe.


TWEE ‘GEZICHTEN’ VAN HUIZER OORLOGSSLACHTOFFERS
4 mei Comité Huizen
1. ‘Gezicht’ van jakob bunschoten
     op 4 mei 2018 tijdens de herdenking gelezen door kleindochter Coby de Grip


Eigenlijk weet ik maar heel weinig over mijn opa Jakob Bunschoten. Hij wordt op 23 dec. 1901 in Huizen geboren. En als hij 22 jaar oud is, verhuist hij naar Apeldoorn. Waarom hij het dorp verlaat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat hij in Apeldoorn met een lokaal meisje, Jannetje de Graaf, trouwt. Jannetje is mijn oma en na zijn dood heeft ze nooit iets over mijn opa losgelaten. Mijn moeder heeft ‘m ook nauwelijks gekend. Wat ze wel weet is dat hij lief en christelijk was, en dat hij op zijn tijd van een borreltje hield.  
In de oorlog doet Jakob wat het merendeel van de Nederlandse bevolking in die tijd doet: proberen te overleven. Wat we zeker weten is dat hij op de vroege ochtend van 2 december 1944 bij een enorme razzia in en rond Apeldoorn wordt opgepakt. Die dag worden 11.000 jongens en mannen gearresteerd. 
Jakob wordt samen met nog zo’n 4500 andere mannen en jongens geselecteerd uit deze groep om in Duitsland in de fabrieken gaan werken. ‘s Avonds laat worden ze door zwaarbewapende Duitse soldaten als vee naar het station afgevoerd. Hier staan twee treinen gereed waarmee de dwangarbeiders naar Duitsland zullen reizen. Vanuit Apeldoorn rijdt het dwangarbeiderstransport door Hengelo en Bocholt. De trein wordt bewaakt door  zwaarbewapende Duitse militairen die langs de hele trein op treeplanken staan en schieten op iedereen die wil vluchten.
Gedurende de hele reis dreigt er ook gevaar vanuit de lucht. Geallieerde jachtvliegtuigen zijn hier heer en meester. Ze schieten op alles wat beweegt.  Op treinen, auto’s, bussen. Verschillende malen stopt de trein voor een luchtalarm. De laatste keer neemt de machinist het besluit om ondanks de luchtdreiging toch door te rijden. Bij Werth in Duitsland wordt de trein beschoten door geallieerde jachtbommenwerpers. Waarschijnlijk denken de piloten dat de trein Duitse militairen vervoert. Vier keer komen de vliegtuigen over. Vier keer ratelen hun boordwapens.  Het is zondagochtend, half tien, 3 december 1944.
Na de aanval liggen overal doden en gewonden. De gewonden,   waaronder mijn opa, worden naar het ziekenhuis gebracht. Jakob is gewond aan zijn gezicht en sterft later die dag in het ziekenhuis in  Haldern. Hij is een van de 20 slachtoffers. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld in Dusseldorf-Oberbilk.
2.  ‘Gezicht’ van jakob Vos
     op 4 mei 2018 voorgelezen door neef Aernout Vos ‘Het is nog donker als we opschrikken door het geluid van harde stemmen die bevelen geven. Bevelen die gesnauwd worden.’
Dit schrijft mevrouw Kuyk – haar verzetsnaam is tante Jacq – in haar dagboek. Het zijn aangrijpende herinneringen aan de executie van mijn oom Jakob, waarvan zij ooggetuige is. Mevrouw Kuyk zit die 2de december 1944 namelijk net als Jakob gevangen in de Koning Willem 3 Kazerne in Apeldoorn. Ze zit in een andere cel, maar ziet alles gebeuren.  
Ze schrijft:
‘De grond onder me deint, ik moet me vasthouden, ik wil het niet zien en toch zie ik het in het scherpe licht: vijf mannen, zwaar geboeid, die weggevoerd worden. Dan nog eens vijf mannen, en dan nog drie. 
Dertien goede Vaderlanders, die nu met hun leven, hun liefde voor dat Vaderland, zullen moeten betalen. Met vreemd stijve knieën strompel ik terug naar mijn slaapplaats. Ternauwernood zit ik, als de eerste schoten vallen. Drie salvo’s, dan stilte. Ieder schot gaat door ons eigen hart, raakt onze eigen man, onze eigen zoon ……. ‘ ….
Jakob wordt op 14 maart 1884 in Huizen geboren. Hij wordt zoals veel Huizers in die tijd kaasventer en kaashandelaar.  Als hij 29 jaar oud is vertrekt hij naar Utrecht waar hij gedurende de hele oorlog woont. Hij heeft er een kaaspakhuis. 
Oom Jakob is de gedroomde verzetsman. Niemand weet wat voor illegaal werk hij doet en hoe diep hij erin zit.  Zelfs zijn eigen vrouw weet van niets.
In november 1944 is er in Utrecht een belangrijke vergadering  van het regionale verzet. Het is de tijd dat alle afzonderlijke verzetsorganisaties opgaan in één grote organisatie: de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten genaamd.  Ze fuseren zouden we nu zeggen. Op de vergadering wordt de nieuwe commandant bekend gemaakt en vanzelfsprekend moeten alle districtscommandanten uit het gewest Midden-Nederland aanwezig zijn. Mijn oud-oom Jakob is één van hen. 
Utrechtse koeriersters vertrekken per fiets met de uitnodigingen op zak. Normaal worden dit soort boodschappen mondeling doorgegeven maar 

omdat de tijd begint te dringen staat dit keer alles op papier. De 19-jarige Lenie Mostert moet een uitnodiging rondbrengen.
Om een lang verhaal kort te maken. Lenie wordt gearresteerd. De SD, de Sicherheitsdienst, vindt de uitnodigingen. Nu is precies bekend waar en wanneer  die belangrijke vergadering zal worden gehouden. 
 
Op 22 november 1944 verzamelt een aantal commandanten zich  nietsvermoedend op het woonadres van Jakob Vos. Hiervandaan gaan ze samen naar de bijeenkomst in het kantoor van de Kamer van Koophandel aan de Maliebaan.
Als de SD om 14.00 uur  binnenvalt, hebben de aanwezigen geen  enkele kans om te ontsnappen. Acht verzetsleiders worden gearresteerd en overgebracht naar Koning Willem III kazerne in Apeldoorn.
Het verzet maakt een plan om de kopstukken te bevrijden. Maar  de drie verzetsmannen die de boel gaan verkennen worden door een Duitse patrouille  aangehouden. Er volgt een vuurgevecht en twee van hen worden doodgeschoten. Om een nieuwe ontsnappingspoging te voorkomen - en natuurlijk ook als represaille - worden op zaterdagochtend, 2 december 1944,  dertien mannen geëxecuteerd. Mijn oud-oom Jakob Vos is één van hen.

OUD-HUIZEN IN BEELD     HERINNERINGEN
Ik vraag het mij telkens af als ik die mooie foto’s van het oude Huizen zie: waarom doet het mij zo goed, waarom ontroert het mij zo vaak.
Ik weet het wel. O ja, na zoveel omzwervingen over de wereld weet ik zeker wel waar ik thuis hoor. Nu ik ouder word bekruipt mij soms de heimwee. Heimwee naar wat vroeger was. Naar het dorp waar ik geboren ben. Waar mijn voorouders begraven liggen. Waar mijn vader in vrede rust. Waar mijn moeder in de avond van haar leven vertoeft. Waar mijn familie woont.
Het is het dorp, het zijn de mensen waarnaar ik verlangde toen ik ooit in het verre Nieuw Zeeland woonde. Waar mijn kinderen zijn geboren. Waar ik bij het ophangen van de luiers uit Holland naar de witte wolken in de blauwe lucht keek. En waar ik dacht, elke keer weer: ‘Kon ik maar op die wolken springen, en konden ze mij maar meenemen naar mijn geboortedorp.”
Het heeft zo moeten zijn: ik ben terug in het Gooi. En mijn dorp is heel dichtbij. Ik kan er naar toe als ik dat wil. Ik heb geen witte wolken meer nodig. Ik loop zo rond het middaguur door het oude dorp en hoor de klokken van de Oude Kerk. Ik voel de zachte zomerwind van toen en de stilte van een dorp dat vroeger rond die tijd het middagmaal nuttigde. Ik zie de muziektent, het oude postkantoor, en de prachtige boerderij die ooit mijn bibliotheek was. Waar we op woensdagmiddag vochten om de boekjes van “In de Soete Suikerbol’.
Ik zie de Zeeweg waar mijn opa en oma Boor woonden. Op nummer 26. 
Oma, met haar mooie blauwe ogen en haar klederdracht. Mijn oma, die als meisje van 12 een ‘dienstje’ kreeg. Helemaal in Bussum, waar ze op maandagochtend naar toe liep. Op haar muilen. Naar het huis van Herman Gorter. Het huis dat er nog steeds staat. 
Gorter was heel erg goed voor mijn oma. En ook voor haar zussen. Want Oma kwam uit een groot en arm gezin. Er was onvoldoende eten. Er waren geen warme kleren voor de winter. Daarom kregen mijn oma en al haar zussen een wollen omslagdoek en wollen kousen voor de winter. Ze kregen eieren en levertraan. En mijn oma Boor kreeg van Herman Gorter een spaarbankboekje toen ze bij hem in dienst kwam.
Gorter was een bekende dichter. Hij ontving ook kunstenaars. Eén van hen was de kunstschilder Jan Veth. En Jan Veth zag wel wat in de vader van mijn oma. Want overgrootvader Schaap was een Zuiderzee visser. En hij schilderde mijn overgrootvader met zijn oliejas aan en zijn zuidwester op.
En toen mijn oma met mijn opa trouwde, kreeg zij haar spaarbankboekje overhandigd van Herman Gorter. “Judik, kind”, moet hij gezegd hebben, “dit is voor jou. Ik hoop dat je heel gelukkig wordt.”
En dat werd ze. Ze kreeg veel kinderen. En veel kleinkinderen. Ik prijs me gelukkig dat ik één van hen mag zijn.
Pia van der Molen
Eemnes, april 2008