DE RATEL GAET

Zoals u begrepen zult hebben, wordt dit mijn laatste 'De Ratel Gaet' als voorzitter van de Historische Kring Huizen. Vijf jaar heb ik met veel plezier uw voorzitter mogen zijn en, als mijn gezondheid dat toegelaten had, was ik nog niet gestopt. Ook nu blijf ik nog voor zover mogelijk betrokken bij de Kring en het bestuur. Graag spreek ik hier mijn hartelijke dank uit voor alle steun van het bestuur en de leden. Een speciale vermelding in dit verband geldt de inspanningen van Michel Heemskerk, die als vice-voorzitter zo veel werkzaamheden waargenomen heeft. lk kon altijd op hem terugvallen, ook voor vervoer naar activiteiten binnen en buiten Huizen. Dank je wel!
Deze maand is het 70 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. In samenwerking met het Huizer Museum heeft Henk Schipper van onze Archiefwerkgroep een selectie gemaakt van kranten, memorabilia en spotprenten die een beeld geven van de periode rondom de bevrijding. Deze 'bevrijdingstentoonstelling' werd door hem op 1 mei geopend en is nog tot en met 30 mei in het Huizer Museum te zien.
Dit jaar zal onze inmiddels traditie geworden excursie niet in augustus plaatsvinden, maar op zaterdag 3 oktober. De bestemming is Paleis 't Loo en u kunt zich opgeven bij Ria WestlandRebel, tel. 035-5262505. De kosten bedragen Euro 37,00 per persoon (Euro 22,00 met een geldige Museumjaarkaart) en zijn inclusief koffie met gebak, rondleiding en lunch.
In vervolg op wat ik schreef in het februarinummer van de Ratel is inmiddels bekend geworden dat we geen subsidie zullen ontvangen van de Rabobank voor een boekje over de gevelstenen in Huizen. Dit zal nu in eigen beheer worden uitgegeven en u hoort hier later meer over.
Graag tot ziens, met een hartelijke groet,
Ingrid Groothoff, voorzitter

Agenda
1 t/m 30 mei 2015
(di. t/m zat. 10.00 - 17.00 uur)
19 mei 2015, 20.00 uur
30 mei 2015
6 juni 2015
19 en 20 juni 2015
12 september 2015
15 september 2015
18 september 2015 19 september 2015
3 oktober 2015
17 november 2015
Huizer Museum het Schoutenhuis,
'Bevrijdingstentoonstelling', georganiseerd door de Historische Kring Huizen en het Huizer Museum
Jaarvergadering in de Boerderij, Hellingstraat 9. Na de pauze geeft Bert van Soest een kijkje achter de schermen van ons archief.
St. Tussen Vecht en Eem 45 jaar, open dag in Hilversum
Fietstocht onder leiding van Jan Rebel
Botterdagen vanuit de haven van Huizen, georganiseerd door de Stichting Huizer Botters
Huizer Dag/Open Monumentendag
Ledenavond in de Boerderij.
Het Centraal Station Amsterdam, een lezing door Dick Keijzer met onder meer een korte terugblik op de politieke verwikkelingen die aan de bouw voorafgingen.
Taeje Bôkkes race
Huizer Haven Festival
Excursie naar Het Loo (opgeven bij Ria Westland-Rebel)
Ledenavond in de Boerderij.
De Grote Kerk in Naarden.
Een lezing met gebruikmaking van de beamer door Jan van Tuin.

Van de redactie
Oproep: graag ontvangen we suggesties voor een nieuwe foto op de voorplaat van de Ratel in 2016. Het is geen bezwaar als u zelf geen foto kunt aanleveren. Inzendingen tot 30 september 2015 bij de redactie.
Deze Ratel begint met berichten over de Open Dag van de Stichting Tussen Vecht en Eem op 30 mei, de fietstocht onder leiding van Jan Rebel op 6 juni, en de noodkreet van de Stichting Huizer Botters over de HZ 108. De Klederdrachtgroep is op 6 april in Enkhuizen begonnen met het nieuwe seizoen, een kort verslag met foto leidt het zomerprogramma in.
Na het verslag van de Dialect Werkgroep delen drie leden hun herinneringen als kind in de Tweede
Wereldoorlog: Klaas Schaap, Aartje Kruijning-Teeuwissen en Bep de Boer. Hartelijk dank daarvoor. In een stapeltje kranten uit de oorlog vonden we twee getikte bladen met 'Recepten van tulpenbollen en suikerbieten' - enkele daarvan zijn tevens opgenomen als herinnering aan de tijden van honger, 70 jaar geleden.
Op de Oude Begraafplaats geeft een grote kei met de naam Bikbergen een graf aan; Sandra ScholtzBunschoten en Henk Schipper zochten uit wie John Bienfait was die daar begraven ligt. Deze Ratel wordt afgesloten met het eerste deel van een artikel van Henk Schipper over Huizen in de 9e eeuw.
Veel leesplezier gewenst,    Wendy van Noppen en Janny Stevens
Stichting tussen Vecht en Eem bestaat 45 jaar
Op 30 mei 2015 organiseert TVE de jaarlijkse Open Dag, ditmaal samen met de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk. Het thema van deze dag is: Hilversum als Mediastad, verleden en toekomst. Plaats van het ochtendprogramma: MuziekCentrum van de Omroep (MCO), Heuvellaan 33, 1217 JL Hilversum. 's Middags vinden er onder deskundige begeleiding excursies plaats naar o.m. oude stu- diogebouwen, het mediapark en het Instituut Beeld en Geluid. Tijd: 09.30 tot 17.00 uur. U kunt zich opgeven bij de penningmeester van TVE via www.tussenvechteneem.nl/open-dag of per brief Rostocklaan 7, 1404 AD Bussum . Deelnemersbijdrage is € 30,- voor de hele dag, inclusief koffie/thee, lunch en afsluitende borrel (donateurs van Tussen Vecht en Eem en de HHK Albertus Perk betalen € 25,-). Sporen uit het verleden
Een fietsexcursie in de omgeving van Huizen onder leiding van Jan Rebel
De Gooise heidegebieden zijn bekend om de vele grafheuvels die zich daar bevinden. Minder bekend is dat er ook op Huizer grondgebied een grafheuvel te vinden is.
Amersfoort is bekend als keienstad en Hilversum is trots op zijn kei bij de 's Gravelandseweg, maar Huizen laat zijn kei in de grond liggen. En als er niets gebeurt is de kei, die in 1953 is ontdekt, over enkele jaren door erosie weer aan het zicht onttrokken.
Dat Nederland in de Eerste Wereldoorlog neutraal is gebleven is bekend. Maar men was wel voorbereid op een aanval uit het oosten. Huizen maakte in die periode deel uit van de zogenaamde voorstelling van Naarden. De loopgraven die rondom ons dorp lagen zijn nu na bijna honderd jaar nog steeds herkenbaar in het landschap.
De Historische Kring Huizen organiseert een fietsexcursie naar deze en vele andere sporen uit het verleden die in de directe omgeving van Huizen zijn te vinden.
Deze twee uur durende fietsexcursie start zaterdagmiddag 6 juni om 13.30 uur bij de Botterwerf op de Oude Haven. Voor meer informatie Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of bel 035 5260580.
 De laatste botter die op de werf Janus Kok in Huizen werd gebouwd, wordt opgevreten door de schimmel. Al het aangevreten hout moet worden vernieuwd. Spanten, leggers, dekenpoten en gangen. Vanaf het geraamte moet de HZ 108 weer worden opgebouwd. Een enorme klus die het budget van Stichting Huizer Botters ver te boven gaat. Maar wel mogelijk is met uw financiële steun! Help ons de HZ 108 te redden. Doneer op rekeningnummer NL65 RABO 0 108 46 108 4 of via www.redhz108.nl > ik doneer
De actie kan worden gevolgd op www.redhz108.nl De klederdrachtgroep van de Historische Kring Huizen
Het seizoen is weer begonnen
Bij het verschijnen van deze Ratel is het seizoen voor de Klederdrachtgroep inmiddels weer begonnen. Onze eerste presentatie was op 6 april 2015, tijdens het Klederdrachtfestival in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. We vertrokken uit Huizen met een lichte regenbui, maar tegen de tijd dat we in Enkhuizen aankwamen trok de lucht open en verscheen af en toe de zon. We begonnen met een optocht door het buitenmuseum - 9 klederdrachtgroepen, 2 dansgroepen en 1 zanggroep liepen mee. Na de goed verzorgde lunch hadden we direct onze eerste presentatie in de kapel vol met aandachtige toeschouwers. We hadden 20 minuten om de klederdracht van Huizen te presenteren. Later op de middag was er nog een tweede presentatie in de muziektent. Tussendoor liepen we rond in het museum en werden we regelmatig "aangehouden" voor een praatje en voor uitleg over de kleding. En natuurlijk werden er weer veel foto's genomen door de (buitenlandse) toeristen.
Het was een geslaagd begin van het klederdrachtseizoen. Maar er staat nog meer op ons programma: onder andere Hoorn 14-5-2015, Eibertjesdag in Nunspeet 15-5-2015, Spakenburg 22-7-2015, Schagen 23-7-2015 en Kruiningen 5-9-2015.
Mocht u één van deze dagen in de omgeving zijn, dan bent u bij deze van harte uitgenodigd. Sandra Scholtz-Bunschoten
Van de Dialect Werkgroep

Klaas Schipper
Wederom op verzoek van Ineke van Herwerden schrijf ik weer een stukje in deze Ratel. Toen ik aan het stukje begon, dacht ik, moet dat eigenlijk wel in het Nederlands? We zijn toch Huizers, het is toch een stukje van de dialectgroep en we hebben toch een dialect. Dus dacht ik, ik gae 't gewooën in 't Huizers schrijven.
't Woordenbook vordert gestaag. De cd dee d'r bij kÔmt is al innëspreuken bij Radio 6fm en is klaer Ôm ëperst te wurren. Nou weet ik nijt of ze cd's persen, mar in elk geval binnen ze d'r Ôpéëns. 't Book wurdt oëk Ôpëdirkt mét een aantal kiekies. De vurkangt is oëk al klaer. AlIéënig de achterkangt mét nog bedocht wurren. lk schrijf over 't Woordenbook (3p twaalf april, dus meschien hemmen juillie al 't één en aar ëhoord (3p de jaarvergadering van de Historische Kring van negetien mai.
Van de lexicograaf van 't Woordenbook, "Steffie dialect", Stephan de Vos kreeg ik een gedichie over een mannetjen in een ouwenliedenhuis. lk docht metéënen, een leuk stukkien vur in De Ratel. Mar vur dat ik dat Ôpschrijf wul ik juillie eerst nog wat vertellen over m'n aigen herinneringen over 't ouwenliedenhuis. Één van m'n meutjies van m'n moeders kangt, Geertrui oftewel Trui zoëas ze ëneumd wurde, greuiden 6p bij een zuster van m'n oëtjen, meutje Trui d'r meutje dus. Ze heette Marre en was ëtrouwd mét schéële Bartje. Zelf hadden dee minsen gien kijer.
D'r aigen moeder had nog negen kijer, dus éëntje meer of minder maakten nijt zoëvuul uit, mar 't schéëlden wel in de knip. lk gung as kijnd mét m'n vader en moeder mie as ze daer welderies (3p bezeuk gôngen. Too 't mins naer 't ouwenliedenhuis gong, Bart was too al doëd, gôngen we daer oëk nog welderies (3p bezeuk. Ze wooënden too in't Vur Anker, in 't groëte huis mét z'n tweeën (3p een kamer. En dee twee minsen wazzen vollëges mijn wildvreemden van mekaar. Mét je nou mie ankôrnmen. Ze schieten je of. Nou wooënen alle (alIéënstaende) minsen ampart. Kaj-je naegaen, watof t'r in zoë'n vijftig jaren verangerd is.
As we dan daer 6p bezeuk wazzen, meestal sôndas, en één van de twee gÔng effen de kamer uit, dan begun de are metéënen te roddelen. Mar as de are de kamer uit gong dan begun dee éëne oëk metéëne mét roddelen.
Hoo lang ze daer ëwooënd het dat weet ik nijt, ik denk tot an d'r doëd. En ik denk oëk dat ze gelijk in 't ouwenliedenhuis gong too dee oppe gÔng, in negentienhôngderddreeënvijftig. Mijn vader zai vroger altooës , zoëdra ik vijfenzestig bin, gae ik naer 't ouwenliedenhuis. Mar too 't puntjen bij paeltjen kwam, too wou die nijt. Hij is t'r uitaindelijk wel in ëkômrnen, mar too was tie al tachtig ëwurren.
Mar genôgt ëzeverd, nou 't beloofde stukkien.
Bejaardezorg
SÔms gaen ik welderies naer 't bejaardehuis too, want dee ouwetjies dee daer bivakkeren, dee houwen wel van gezellighaid, en ze kannen een bezeukie zeker wel waarderen.
Ôngerlest bin ik t'r nog ëweest Ôm effen een praatjen te maken mét een kennis dee graeg anspraak het, of Ôm samen een potjen te schaken.
En too ik daer leup in dee lange gang mét in een krant een klain bôssien blômmen, too zag ik daer (3p z'n dooie gemak een keurig oud heertjen an kômmen.
Hij was netjies annëkleed, dat kÔn je wel zien, dat schéën dee nog héël goeëd te weten. Z'n jassie was mooi en z'n broek stung d'm goeëd, mar z'n ritsluiting dee was tie vergeten.
Mar too ik dat zag, too docht ik gelijk: dee man, daer mangkeert toch wat an. lk leup naer um too en zai héël beleefd: "Meneer, d'r is wat mét je broek wat nijt kan." lk zag metéënen dattie d'r niks van verstung, hij scheen nijt zoë best meer te horen. Teminsten, hij keek mijn zoë vragend an mét z'n hangden achter z'n oren.
Too zai ik 'm wat harder, mar nijt al te harde want ik docht: aarst horen ze 't buiten, ôngerwijl da'k zoë'n bietjen naer ôngeren too wees: "Je binnen vergeten je hokkie te sluiten."
Too hattie me verdorie nog nijt ëhoord en ik had toch al aardig harde ëreupen. Dus gÔng ik vlakbij dum staen en reup in z'n oor:
"Man, je gullup Staet héêlemol eupen."
Too gong dum per slot een lampien brangden, want inéënen zai die héël onverholen: "Bedankt hoor dat je me ëwaarschouwd hemmen, want d'r wurdt hier dikkels ëstalen."


Uit: Hoekschewaardse Vertellingen in het Streekdialect (1984/1999). Werkgroep Hoeksche waard. Titel van het stukje 'Bejaerdezurg' en de auteur is Piet Liefaard. Omgezet in 't Huizers door Klaas van IJs van Jaap en Janne van IJzuk uit het dialect van 't Gravendêê/. Ômëschreven deur Klaas van IJs van Jaap en Jannemeut van IJzuk.
Drie herinneringen aan de oorlogsjaren
"Gas halen" of hoe ik de gasfabriek ontdekte
Klaas Schaap

Op dinsdag, woensdag en donderdag ging mijn vader elke week met een bestelauto vol kaas zijn klanten bedienen. De klantenkring reikte van Muiden en Weesp tot Baarn en Soest en alle plaatsen daar tussen in. Met één tankbeurt kon hij de route voor die dag gemakkelijk rijden, althans op benzine. En dat werd in de oorlog een probleem. Toen de Duitsers het hier voor het zeggen kregen in 1940, werd eerst de benzine voor bedrijven sterk gerantsoeneerd. Particulieren kregen helemaal geen benzine meer. Op den duur kregen ook de bedrijven niets meer. Men moest dus voor andere motorbrandstof zorgen. 
Mijn vader loste dit probleem op doordat hij zijn auto geschikt liet maken voor het rijden op lichtgas. Op de auto werd een grote bak aangebracht met daarin een rubberen zak voor het
gas. Bovenop die zak lag een zwaar deksel om door het gewicht daarvan het gas uit de zak te persen naar de motor. Je startte de auto op benzine en schakelde dan over op gas. Met één vulling van de zak kon je ongeveer 30 km. rijden. Dan moest je de zak weer laten vullen bij een gasfabriek.
Zo nu en dan mocht ik 's morgens met mijn vader mee naar de gasfabriek aan de Havenstraat. We reden dan langs de grote berg steenkool naar de achterkant van de fabriek. Daar stond een houten keetje met een gasmeter en een slang die aan de gaszak kon worden gekoppeld. Een elektrische pomp werd aangezet om het gas in de zak te persen. Dat duurde een poosje en in die tussentijd liep ik nieuwsgierig rond om te kijken hoe het in de gasfabriek toeging. Eigenlijk was het allemaal verboden voor onbevoegden maar ze waren niet zo heel streng en er was veel te zien.
Achter het pompkeetje stond altijd een deur open van een ruimte waar twee machines met grote vliegwielen stonden te draaien. Heel indrukwekkend! Die machines deden mij denken aan de stoommachines uit het natuurkundeboek van mijn vader. Hier zag je ook een cilinder met een heen en weer gaande zuiger, een krukas, kleppen en een regulateur. Toch waren dit geen stoommachines maar wel grote pompen, zogenaamde exhausters, die het lichtgas onder grote druk in het leidingnet moesten persen.
 Iets verder naar links, richting het dorp, keek ik tegen de achterkant van het stookhuis met de retortenbatterij. Retorten waren grote ovale buizen afgesloten met zware deksels. Van tijd tot tijd werden die deksels opengezet en kon je in die gloeiende retorten kijken. Dan werd de inhoud ervan, de cokes, dat waren de kolen waar het gas uitgekomen was, naar buiten geduwd in een bak die aan een loopkraan telkens voor een geopende retort werd geschoven. De kraan reed dan de bak met cokes onder de blustoren, waar de gloeiende cokes met veel water werd geblust. Grote wolken stoom stegen dan op. Verder reed de bak met cokes een ander fabrieksgebouw binnen. Wat daar gebeurde kon je niet zien. Later begreep ik dat daar watergas werd gemaakt door stoom over gloeiende cokes te blazen. Dat watergas, een mengsel van koolmonoxide en waterstof, werd aan het lichtgas toegevoegd om de calorische waarde ervan te verhogen.
Als ik dan nog verder liep achter de gasfabriek in de richting van de haven, kwam ik bij een soort open schuur, een laag afdak waar een scherpe geur onder vandaan kwam. Onder dat afdak lagen hoopjes bruine grond. Dat was ijzeroer uit de zuiveringskisten waar het gas in ontdaan werd van zwavelwaterstof. Vandaar dus die scherpe geur van het ijzeroer. Dat werd daar aan de lucht blootgesteld om daarna nog een paar keer in de zuiveringskisten te worden gebruikt. Als ik dan omkeek naar de gashouders, de grote en de kleine, zag ik de wijzers van de grote klokken, die meer of minder gasvoorraad aanwezen, langzaam heen en weer gaan.
Er waren nog meer fabrieken aan de Havenstraat en verderop, maar die bleven voor mijn nieuwsgierige ogen gesloten. Zo bleef de gasfabriek de enige fabriek waarvan ik de werking zo'n beetje begreep. Er bleven nog wel vragen over. Bijvoorbeeld: waar kwam al die teer vandaan die elke dag in grote vaten werd afgetapt? Wat ik er nü van begrepen heb is dit: het gas uit de kolen bevat nog teerdampen en ook waterdamp. Vôôrdat het gas in de leidingen gaat naar de huizen, stroomt het eerst door grote teerafscheiders. De waterdamp condenseert onderweg in het leidingnet. Die gasleidingen werden zo aangelegd dat ergens een dieptepunt was, waar het gaswater heen stroomde. Onderweg naar school zag ik wel eens dat een putje midden in de straat werd opengemaakt en daar een pompje met een zwengel werd opgeschroefd. Bij het pompen kwam er dan bruin water naar boven. Als een emmer vol was werd die dan in het riool leeggegoten.
Nooit Vergeten (ook wel 'het haakje')
Aartje Kruijning-Teeuwissen Met de komst van het aardgas bleken de gasfabrieken in ons land overbodig. Het aardgas was droog en schoon en had een hoge calorische waarde. Geen voorzieningen waren er dus meer nodig om teer af te scheiden, zwavelwaterstof te verwijderen, gaswater weg te pompen en watergas hoefde ook niet te worden toegevoegd. De gasfabrieken werden mettertijd allemaal afgebroken. Soms, zoals in Amsterdam, bleef een grote gashouder staan, om te dienen voor kunstmanifestaties. Maar in Huizen is van de vroegere Gemeentegasfabriek, die al dateerde van 1914, geen spoor meer te vinden.

Nee, ik ben het nooit vergeten, hoewel het al heel lang geleden is dat het zich heeft afgespeeld: meer dan 70 jaar. Want het was het jaar 1942 en midden in de oorlogstijd. Hoewel ons land bezet was, bleef je als kind van ca. 10 jaar niet thuis zitten. Nee, je zwierf overal rond. Te meer omdat het nogal eens voorkwam dat er geen school was.
In de tweede klas (1940) moest onze meester opkomen voor dienst. We hebben toen afscheid genomen en hem nooit meer gezien, hoewel zijn vader in Huizen woonde en hoofd van de school was. Het is misschien wel 15 jaar geleden dat we er met onze caravan op uit waren ergens in de Achterhoek. Omdat de deur van de kerk openstond, zijn we even naar binnen gegaan. Er werd op dat moment een korte dienst gehouden. Een mijnheer die naast ons zat vroeg waar we vandaan kwamen. We vertelden hem dat we uit Huizen kwamen. 'Wat!!! Huizen???' 'Ja' was ons antwoord. 'Huizen, daar is mijn vader nog schoolhoofd geweest'. 'Echt waar?' 'Ja, mijn vader was meester Kuisten, hoofd van de Wilhelminaschool.' Dat was een verrassing. Toen ik hem vertelde, dat de zoon van meester Kuisten mijn meester was geweest die in 1940 in dienst moest en dat wij hem nooit meer gezien hadden, vertelde hij dat dat zijn broer was en dat hij nog leefde. Hij was inmiddels heel oud en woonde in Brabant. Nou, dat was heel leuk om te horen. Hij zou zijn broer de groeten van mij overbrengen.
Dus, tijdens de oorlog kregen wij nogal eens vrij van school. Zo ook die dag in 1942. Vrij! Hoera! Moeder zei altijd: 'Niet ver weggaan, wel in de buurt blijven.' Maar we gingen er toch op uit, richting haven. De haven had een bepaalde aantrekkingskracht op ons. Daar was altijd wel wat te beleven. Er lag in de haven ook een Duits marineschip. We hebben een keer gezien dat een troep soldaten aan kwamen marcheren en dat ze plotseling hollend op de boot gingen. Heel, heel hoog in de licht was een 'klein stipje' te zien. Heel klein. Maar ze waren toch wel bezorgd, denk ik. Er is niets gebeurd en wij zijn gewoon aan de havenkant gebleven. Achteraf heel gevaarlijk natuurlijk. Maar goed, we bleven wat rondhangen rond de haven en de pier, je kon er van alles zien. Soms waren er jongens die zwommen maar dat durfden wij nog niet. Wij konden niet eens zwemmen!
Op zekere dag komen er twee jonge mannen bij ons zitten en bleven er wat rondhangen. Tot ze op zeker moment een grote zak uit het water visten. Die zak zat vol paling. We wisten niet wat we zagen! Terwijl wij bleven zitten, zagen we dat de zak met paling haastig overgedaan werd in een andere zak. Ze waren zo zenuwachtig dat de helft van de paling naast de zak viel. Niet in het water, maar op de kant. Daar lagen de beesten te krullen in een plasje water. De mannen durfden niet langer te blijven en zijn met haastige spoed vertrokken richting dorp met de halve zak met paling. En toen kwam onze kans. Eigenlijk mijn kans, wat de anderen durfden niet. Gelukkig had ik een wijde plooirok aan en daar heb ik zo veel als mogelijk was paling in gedaan. Met de paling in mijn rok ben ik naar huis gelopen. Hoe dat mogelijk is geweest, is me nog steeds een raadsel. Want de palingen leefden nog. Maar het is gelukt. Echt waar! Toen ik thuiskwam, wist mijn moeder niet wat ze zag. Ze kon het bijna niet geloven. Paling . paling te gek voor woorden. Nou, ze wist er thuis wel raad mee, maar eerst moest ik mijn verhaal vertellen.
Tijdens mijn afwezigheid was er een nicht uit Soest op bezoek gekomen. Op de fiets. Ook zij was dol toen ze de paling zag. lk heb er niets meer aan gedaan maar moest wel andere kleren aantrekken. De anderen zijn de paling gaan schoonmaken en die dag stond er paling op het menu. En dat in oorlogstijd. Het was alleen aan mij niet besteed, want ik lustte geen gestoofde paling, wel gerookte paling. Het is echt een smulpartij geworden, want onze nicht uit Soest had zoveel gegeten dat het haakje van haar rok knapte. Lachend liet ze zien dat haar rok afzakte. Joepie! Dat was voor mij iets om nooit te vergeten. Bedenk wel, dat het midden in de oorlogstijd was en het eten een groot probleem werd. Gelukkig hadden wij thuis het niet slecht, vader was kaashandelaar en daar viel nog wat te ritselen. Maar dat palingavontuur is me altijd bijgebleven. Nog steeds als ik bij de haven ben, denk ik er aan. Hoe heb ik het in mijn hoofd gehaald? Eigenlijk, als ik er goed over nadenk, snap ik het zelf ook niet. Maar het is echt gebeurd. Echt waar!

ALS UGEEN
(IJDTE VERLIEZEN HEEET„,


Bakkerij HoKruijmer BOVO

 Specialiteit in Huizer speculaas en ontbijtkoek
Hellingstraat 14 Huizen
Tel. 035-5253368
KWEKERIJ S P I LT GROENTE- EN KRUIDEN PLANTEN RUIM ASSORTIMENT TUINPLANTEN T{uy  eker. WWW.KWEKERIJSPILT.NL
Huizerstraatweg 2, 1411 GN Naarden, 035-6949288 Als het om uw woning gaat gaan ze bii Hagedoorn-makelaars nét een stapie verder,     lopen ze nét wat harder. Als dat nét is wat u nodig heeft bel dan 035-526 69 10
Hagedoorn
m a k e l a a r s
Eemlandweg 2 | 1271 KS Huizen
T 035-5266910 | F 035-52665 89 | Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. www.hagedoorn-makelaars.nl    NVM


e r
    S e t t    r
r r e s Damesmode
„De Gunst"
Een vertrouwd adres in een nieuw jasje. Een kijkje is zeer de moeite waard.
Damesmode
„De Gunst"
Lindenlaan 7, 1271 AV Huizen, 035 - 5253747
I c o Fr e e t e x
Kaaphoornstroom 20, Tel. (035) 526 23 1 5
Beursweg 16, Tel. (035) 525 38 32
HUIZEN
Donderdag op de markt in Bussum,
Wilhelminaplantsoenu
Zaterdag op de markt in Huizen,
Oude Raadhuispleina
40 SOORTEN BONBONS
EN DIVERSE ANDERE
CHOCOLADE HEERLIJKHEDEN.
IN EEN PRACHTIG AUTHENTIEK PAND OP DE HOEK
HAVENSTRAAT/MIDDENWEG. KOM KIJKEN EN GENIETEN!
OPENINGSTIJDEN
WOENSDAG 13.00 17.00 UUR DONDERDAG 13.00 17.00 UUR VRIJDAG 10.00 - 18.00 UUR ZATERDAG 10.00 17.00 UUR
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
035-7852191

Traditie in kwaliteit

rtotp€oes
Samen inbreken
Bep (G.L.) de Boer

Het was in april 1945. lk woonde in die tijd met mijn ouders en broertje (Teun) van 2 jaar in Huizen, aan de rand van het dorp. Ons huis grensde aan het Harde. Dat was het terrein tussen ons woonhuis aan de Hardedijk, daar loopt nu de Baanbergweg langs, en de Balatumfabriek en de gasfabriek aan de Havenstraat aan de andere kant. Op het Harde was ook een voetbalveld en er lagen in die tijd bergen huisvuil. Dat was daar gestort door diverse Huizers die hun vuil kwijt wilden, want het werd denk ik niet opgehaald. Er zal geen benzine zijn geweest voor de vuilnisauto.
Door honger gedreven wroette ik in al die hopen vuil op zoek naar iets eetbaars. Vaak vond ik dan wat verschrompelde aardappelen of een paar bonen of erwten. Als ik met een paar bonen, erwten of koolbladen thuis kwam, dan wist mijn moeder er wel weer iets eetbaars van te maken, meestal soep. Niet alle mensen in Huizen leden honger, want dagelijks roken we de geur van gebraden vlees of uitgebakken spek. Waar ze dat vandaan haalden was ons een raadsel. We snoven de geur op en droomden van uitbundig gedekte tafels met bergen lekker eten
Mijn moeder was invalide en leed zwaar aan reumatiek. Zodoende kon mijn vader haar niet te lang alleen laten want ze was hulpbehoevend. Anders was hij wel naar de Betuwe of oostwaarts gegaan om eten te halen en ik was nog te jong om zoiets te gaan doen. Wel liep ik vaak naar de haven van Huizen om zo hier en daar een paar aardappelen te vinden die bij het lossen van schepen op de wal vielen. En soms kon ik er nog wel eens één of meer van een wagen af pikken.
Op een middag in april liep ik weer op de haven rond te kijken op zoek naar iets eetbaars. Daar kwamen de boten met vis aan die ook wel eens aardappelen vervoerden. En dan viel er wel eens wat van een kruiwagen af of je kreeg iets van de schipper. Maar er was al dagen lang geen schuit binnen gevaren, dus kon ik m'n ogen niet geloven toen ik een schuit zag binnen varen. De schuit kwam tegen de kant te liggen en werd gelost door een aantal mannen die al klaar stonden met kruiwagens. Het waren aardappelen die uit de schuit werden gehaald en die werden op één grote hoop gestort in de hal van Potterie "De Driehoek", of zoals het in de volksmond heette "De Eskaf'.
Niemand werd bij het lossen toegelaten. Je kon niet één aardappel van de kruiwagens pikken. Er stond een grote dikke kerel met een stok in z'n handen die alle kinderen die in de buurt van een kruiwagen kwam weg joeg of een oplawaai gaf. Toen het schip leeg was gingen de deuren van "De Eskaf' dicht en iedereen ging weg. Op de haven liep een Duitse soldaat wacht voor het gebouw van de Ortscommandant.
en zonder aardappelen kwam ik thuis. Daar was ook niets te eten. lk vertelde mijn ouders wat ik op de haven had meegemaakt. M'n vader was één en al oor. Hij vroeg of ik precies wist waar de aardappelen waren opgeslagen. Nou, daar had ik met m'n neus boven op gestaan, dat wist ik precies. Toen vroeg hij of ik het ook in het donker zou kunnen vinden. Natuurlijk zou ik dat kunnen vinden. lk kwam in de hongerwinter dagelijks op de haven dus ik zou het blindelings weten te vinden, ook in het donker.
En zo besloten we, mijn vader en ik, dat we die avond samen zouden gaan inbreken. We moesten wel, we werden gedreven door de honger. Toen het goed donker was gingen we naar buiten. Dat mocht eigenlijk niet, want het was spertijd en dan mocht je na een bepaalde tijd 's avonds niet buiten komen. Vader liep met zijn fiets aan de hand en een paar jute zakken onder de snelbinder de dijk af naar de Botterstraat. Daar loopt nu de Baanbergenweg. Op de hoek was de visfabriek Mayonna van de gebr. Schaap. Naast die vis-inleggerij was het toegangshek naar het weiland. Dat weiland werd begrensd door de Botterstraat tot aan de Balatumfabriek, dan linksaf de Havenstraat tot aan het eind van de haven. Het was een groot weiland waarin een grote plas lag, de Baat en er stond een huisje. Dat werd het radiohuisje genoemd. Dat hoorde vroeger bij de zendmasten die hier hebben gestaan. Om het weiland stond een hek, langs de Botterstraat, de Havenstraat, achter de fabrieken langs de haven, langs het toen nog IJsselmeer en langs het bos van Kooij. Het hele weiland werd later volgebouwd met bedrijven, o.a. door Philips.
We gingen dus door dat hek en ik wist dat daar een flink groot gat in het gaas zat. Daar konden we gebukt en de fiets plat liggend onderdoor. Voorzichtig, bijna sluipend, gingen we door het gras, rond de Baanberg. We liepen achter het radiohuisje en de Baat om. De Baat was een groot ven en daar gingen we vaak donderkop-
RECEPTEN VOOR TULPENBOLLEN EN SUIKERBIETEN
Het gebruik van tulpenbollen.
Tulpenbollen zijn als voedingsmiddel te gebruiken. Zij hebben een hoog zet— meelgehalte. Afhankelijk van de soort hebben zij een lichte bijsmaak, zij zijn bij het koken min of meer melig van consistentie. Het is daarom niet mogelijk in gewichtshoeveelheden uit te drukken, hoeveel tulpenbollen men voor be— paalde recepten gebruiken moet.
Het schoonmaken van tulpenbollen.
De tulpenbollen schillen, door midden snijden en van het gele kiempje ont— doen. Harde en aangestoken deeltjes verwijderen.
Stamppot met tulpenbollen.
1 Iw groente, Iw aardappelen, lv tulpenbollen, zout, olie. De groente schoonmaken en fijn snijden. De aardappels schoon boenen en in vieren snij— den. De tulpenbollen schoonmaken. Alle ingrediënten opzetten met een weinig water en zout en gaar koken. Kooktijd 30 à 40 minuten. De bestanddelen fijn stampen en naar verkiezing olie aan de stamppot toevoegen.
Hartige koekjes van tulpenbollen.
5 tulpenbollen, 1 lepel bloem, 1 uitje, vleeschkruiden, zout. De bollen schoon— maken, raspen en het uitje raspen. Alle ingrediënten door elkaar mengen en er koekjes van vormen. Deze in de koekenpan met wat olie bruin en door en door gaar bakken.
Het bewaren van tulpenbollen.
 Versche tulpen kan men niet langer dan tot be— gin Februari bewaren. Wil men er na dien tijd nog profijt van hebben dan kan men ze drogen of er meel van maken. Voor het drogen worden de tulpenbollen geschild, doormidden gesneden, van de kiem ontdaan en in plakjes gesneden. Deze plakjes droogt men bij de kachel tot zij door en door hard zijn. Zij mogen niet gaar en bruin wor— den. In een goed gesloten trommel dient men ze te bewaren. Voor het gebruik worden zij dan in wat water geweekt. Men kan ze daarna als bindmiddel voor soepen en sausen of als vervanging van aardappelen in stamppotten gebruiken.
Stamppot van suikerbieten, kroten en aardappelen.
3 kg suikerbieten, 1 kg aardappelen, 1 kg gekookte bieten, zout, azijn, aroma. Borstel de aardappels schoon, pit ze en snijd ze in vieren. Borstel ook de sui— kerbieten goed schoon, verwijder de leelijke plekken, schil ze eventueel en maal, na ze in reepen te hebben gesneden, in de molen fijn. Verwijder van de gaargekookte bieten de schil en snijd ze in blokjes. Breng de suikerbieten met weinig water aan de kook, Iaat ze gedurende 20 minuten doorkoken. Voeg dan de aardappelen toe en Iaat ze samen doorkoken, tot het gaar is. Stamp met een stamper de aardappelen fijn. Roer er dan de in stukjes gesneden suikerbieten door. jes (kikkervisjes) vangen. Nu zag het er niet zo vrolijk uit. Het was ondertussen aardedonker. Het was bewolkt en de maan was niet te zien. De kikkers in de Baat kwaakten ontzettend hard. lk vond het ontzettend griezelig, temeer omdat je niet buiten mocht komen.

Zo kwamen we dan eindelijk bij het hek aan de achterkant van "De Eskaf'. Al heel lang lagen er langs de Havenstraat grote rioolbuizen. Sommigen lagen op z'n kant maar de meeste stonden rechtop. Op die manier kon je er snel inspringen als je werd achtervolgd door de Duitsers. Vader klom via het hoge hek en de rioolbuizen naar "De Eskaf'. Via een grote berg kalk, krijt en misbaksels van de potterie kwam hij bij een klein raampje. Hij drukte het glas kapot. M'n hart stond bijna stil van de schrik toen ik het glasgerinkel hoorde. Er was vast geen bewaking binnen, anders was er al iemand verschenen. Vader wachtte even. Het bleef overal stil. De schildwacht op de haven was even stil blijven staan en keek om zich heen. Toen ging hij weer heen en weer lopen voor het huis waar z'n baas bivakkeerde. lk hoorde m'n hart in m'n oren bonzen. Wat een spanning. Vader wist het raampje te openen, kroop er door en kwam zo in de hal bij de berg aardappelen. Hij vulde een klein zakje en kwam dat bij mij brengen. lk leegde het in de grote zak en zo ging het ettelijke keren tot de zak goed vol was.
Toen we twee grote zakken vol hadden kwam vader weer over het hek naar me toe. Wat was ik blij dat hij er weer was. Vader bond de zakken dicht. Eén zak ging tussen het frame van de fiets en de andere sjorden we boven op het zadel en de bagagedrager. En zo zeulden we door het weiland met die ontzettend zware vracht aardappelen. Het was gelukkig droog weer, anders zouden we lopen te soppen door het gras. Alleen de kikkers kwaakten in de
DE VOEDSELSITUATIE
  Naar Maj00F Fashuisy•• hoofd van de Sectie VI (voeding), van den Staf Militair Gezag Op • een persconferentie -mededeelde,' zal over• eeòige maarF den het' rantsoen in de drie Westelijke provincies gebracht kunn•en zijn op het medisch noodzakelijke peil vari 18(X) calorieën per dag. De afloop van den oorlog„ het gespaard blijven van de Rotterdamsche haven en 'de voorspoedige opruimingen in de ibinnenwateren hebben het. mogelljk% gemaakt da.t , de aanvoer beter zal -zijn dan de voorbereiders hebben ver.wacht. Ook de suikerproductie yan de 'Zuidelijke provincies is erg meegevallen. De graanpositie , in de wereld ie voldoende, , er bestaat een 'telçort aan vetten en vleesch.\ Het toekomstige vetrantsoen zal 146 gram in de' week zon.
  Het is thans mbgelijk uit de Drentsche veenkolonies via het IJsselmeer 18.000 ton aardappelen per week in de drie Westelijke provincies in ' te voeren.
Uit: Trouw 12 mei f945
Baat. Nooit geweten dat kikkers zo ontzettend hard konden kwaken. We hoorden alleen het ruisen van de fietsbanden door het gras en ik hoorde het hijgen van vader.
Na een zware tocht door het weiland kwamen we weer bij het grote gat in het gaas van het hek aan de Botterstraat. Het was doodstil op straat. De fiets met de zakken aardappelen moest onder de stang van het hek door. lk ging eerst vooruit om te kijken of het veilig was. Er was niets te zien. De fiets er onderdoor halen was erg moeilijk maar uiteindelijk lukte het toch. We staken snel de weg over. Daarna volgden we het mulle zandpad langs de dijk en dan snel het poortje door naast ons huis. Met de zakken op de fiets reden we de schuur in. We waren gelukkig weer thuis. Vader pakte m'n hoofd en drukte me tegen zich aan. We spraken geen woord. Vader zakte vermoeid op een waskruk neer, hij dreef van het zweet. lk rilde als een riet van de spanning. Moeder had al die tijd dat we weg waren doodsangsten uitgestaan en was steeds maar voor het raam blijven kijken. We hadden vanuit ons huis een ruim uitzicht over het weiland naar de haven en het IJsselmeer. Ze huilde van blijdschap dat we er weer waren. Wat een spanning. We begonnen meteen de aardappelen naar de kelder te slepen. Doordat de schuur een verbinding had met het woonhuis hoefden we niet eerst naar buiten. Ondertussen ging moeder aardappelen schillen. Broerlief van twee jaar was wakker geworden van het gestommel in huis. De kelder was n.l. in de slaapkamer.
En zo zaten we in de nacht met z'n vieren een schaal aardappelen leeg te eten bij het licht van een drijfkaarsje. Wat was dat een heerlijke maaltijd. We genoten er allemaal van. Enkele dagen later reden de geallieerden Huizen binnen. We zagen ze de Havenstraat afrijden naar de haven. Precies op tijd. Het had beslist niet langer moeten duren. De aardappelen in de fabriekshal hebben er nog lang gelegen. Wij hebben er in ieder geval heerlijk van gegeten.
En als je dan nu aan tafel zit met een bord heerlijk eten en je gedachten dwalen af naar die nacht, dan kan je met dankbaarheid je bord leeg eten. Te weten dat we door die aardappelen aan de hongerdood zijn ontsnapt is in een tijd waar in we nu leven niet te bevatten. Maar het is wel gebeurd!
De familie Bienfait
Het verhaal achter een grafmonument op de Oude Begraafplaats
Sandra Scho/tz en Henk Schipper
In ons archief duiken soms mensen op die in hun tijd belangrijk waren voor het dorp Huizen. Dikwijls zijn ze geheel vergeten en is er geen monument of straat die de naam memoreert, behalve een graf. Zo'n figuur is John Bienfait, wiens graf op de Oude Begraafplaats wordt gekenmerkt door een grote kei met het woord Bikbergen en de initialen JB.
Na enig onderzoek hebben we het volgende over hem gevonden. Zijn ouders waren Antoine Adelaide Bienfait en Johanna Sophia


Advertentiën.
  Heden overleed Illijll (liet• bare Man
JOHN BIENFAIT
C. BIENFAIT—
F ANOMANN.
Huizen (N:-H.), 8 Mei 1022. Oud Blaricummerweg.
Geen bezoeken.
Eenige en algerneene kennisgeving.
  De teraardebestelling zal plaats hebben op Donderdag I I Mei te 2.15 lire op de begraafplaats te Ht!izen N.-H.
van Limburg Brouwer. John werd op 3 oktober 1865 geboren in Amsterdam; hij had een oudere broer en drie zusters. Op 12 februari 1896 trouwde hij in Renkum met Clara Suzanna Fangman, dochter van Leendert Fangman en Clara Anna Elisabeth Wolterbeek. Het stel ging wonen in Bussum.
Zowel John als zijn vader in Amsterdam hadden een fortuin verdiend in de handel op Indië. John was ingenieur en directeur van de ZuidPerlak Petroleum Maatschappij. Hij zat samen met de zuster van zijn vrouw Cornelia Clasina Fangman in een comité voor het oprichten van een afdeling in het Gooi van de Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Hij was geïnteresseerd in de natuur en hij nam initiatieven om de Huizer schooljeugd hiermee in aanraking te laten komen door middel van schooltuinen. Zijn vrouw was bestuurslid van de Vereniging Wijkverpleging en Volksgezondheid. John nam na de Eerste Wereldoorlog initiatieven voor een noodkeuken voor voedselvoorziening voor gezinnen waar de Spaanse griep uitbrak. Ook maakte hij zich sterk voor een elektrische spoorverbinding van Huizen. Hij was sinds 1919 lid van de gemeenteraad voor de Economische Bond.
John Bienfait en zijn vrouw bleven kinderloos. Zij lieten in Huizen aan de Oud Bussummerweg een prachtig huis bouwen dat zij 'Bikbergen' noemden. In 1910 gingen zij er wonen. Op het terrein werd een grote zwerfkei gevonden. Daarin werd de naam van het huis gegraveerd en op de andere zijde de letters JB. De steen lag bij de ingang van het terrein.
In de kracht van zijn leven overleed John na een korte ziekte. De rouwadvertenties van zijn vrouw en familie zijn hier afgebeeld. Onder zeer grote belangstelling werd hij op het Huizer kerkhof begraven (zie het bericht in De Nieuwe Gooilander). De weduwe Clara trok na zijn dood bij haar zuster Cornelia in. Zij ontnam aan het landgoed de naam en de steen bij de ingang werd de herdenkingssteen op het graf van John. Die steen ligt er nu nog. Het huis werd later verkocht en draagt nu de naam 'De Driest'. Cornelia Fangman overleed in 1936 en de weduwe Clara in 1946. Zij zijn beiden begraven op het Huizer kerkhof, naast elkaar, vlakbij het graf van John Bienfait.
Gooi en Eemlander
04-10-1921 / 01-03-1916 / 15-01-1919
Huizen in de 9de
Henk Schipper
Inleiding
In een tal van boeken en artikelen kan men lezen dat er in de 10de eeuw in Huizen al een kapel stond, gewijd aan de apostel Thomas. De bron van al die berichten is de Huizer schrijver Lambert Rijksz. Lustigh (1654-1727). Dit bericht wordt echter nergens bevestigd. Een aantal schrijvers betwisten het gegeven l .
Dit artikel is geschreven mede naar aanleiding van het artikel van Harmen Kos in de Ratel van februari 2010. Daarin staat de oudste vermelding over het gebied, waarin Huizen nu ligt. Hieronder probeer ik een overzicht te geven van de situatie van het Huizer grondgebied in de 9de eeuw. Dit alleen voor zover het mogelijk is, want de gegevens zijn schaars. Met Huizen bedoel ik niet het dorp, maar het gebied van de hele gemeente Huizen.
Geografische gesteldheid
Na de Romeinse tijd was het Gooi waarschijnlijk nagenoeg onbewoond en dicht bebost2 . Het was aan twee kanten ingesloten door natte
DE NIEUWE GOOILANDER
HUIZEN
Op den doodenakkee.
      Ouder veel .baûd Don. derdagmiddug do tergardebeatelliag van het atoffdijk overschot van i'ijlen den heer J. Bien.fnitr op het Buizer plaats. Te ongeveer hall drio naderdw de lijkwagen kotnendo Van het buitenverblijf nBikbergen" de dooi tijtuigeu eu -één rijtuig de bloemen en krtnsen bestemd'/ bij do Ceintuurboan sloten B. en W„ gemeentesecretorig en 'Liie leden Raad zich bij den lijkstoet en betraden 'den ingang van hat Xerkhof. Aan het graf werd het gevoerd door den 'Burgemeester degemeente Rûud•, door een vertegenwoordiger 'dor Zuid•Perlnk Mij., waarvan 'de-ovorledene directeur -was en dqx»r een • vriend• uit•Lndië. -Verschillende automoL•ieieo nog vrienden den overled«oe het hof de- bnot scilaurde.-•De Omgeving van     heeft' zelden belencswllengjen bijeen gezien.
eetlW    Deel I
moerassen. In het noorden lag het Flevomeer3 ; aan de zuidzijde was er een toegang over zanderige bodem. Archeologen zeggen dat er in de Romeinse tijd waarschijnlijk een landweg was van Rhenen, langs de Utrechtse heuvelrug en Leusden en verder naar het Flevomeer4 . Aan de rand van het Gooi liep een weg, ongeveer op vijf meter boven NAP5 . Van Karel de Grote wordt verteld dat hij veel deed om de infrastructuur in het rijk te verbeteren. Hij liet daarbij oude Romeinse wegen herstellen en het kan zijn dat dit ook in onze streken het geval was.
Politiek
De grenzen van het Romeinse Rijk lagen ongeveer langs de Rijn en de Oude Rijn. Ten noorden daarvan woonden de min of meer onafhankelijk Friezen. Na de Romeinen beschouwden de Franken zich als hun opvolgers, maar de Friezen trokken naar het zuiden en bezetten de Veluwe en Utrecht. Zij deden dit omdat het noorden van hun land veel te lijden had van stormen en watervloeden 6 . De Franken trokken naar het noorden en na veel strijd versloeg de Frankische hofmeier Karel Martel (regeerde van 716 tot 741) in 734 de Friezen definitief. Vanaf die datum kunnen we zeggen dat het Gooi Frankisch gebied was en tevens persoonlijk eigendom van de vorst, zogenaamd domeingrond 7 . Het kan ook zijn dat het Gooi al eerder door de Franken beheerst werd. Er brak een tijd aan van betrekkelijke rust. De bevolking nam toe, met als gevolg dat nieuwe onontgonnen gebieden voor landbouw en vee in gebruik werden genomen. Wij weten echter niet of dat in Huizen toen al het geval was.
Ludger
In die tijd speelt het volgende verhaa1 8 : Een zekere Friese edelman van het geslacht Ado, met de naam Wurssing, was verbonden aan het hof van koning Radbod (reg. 679-719). Wurssing had sympathie voor het christelijk geloof en dat was aan Radbod niet welgevallig. De koning liet de Engelse predikers zo nu en dan wel toe, maar hij vervolgde de Christenen ook. Wurssing was ook tegen een nieuwe Friese aanval op de Franken. In een nacht werd hij gewaarschuwd dat Radbod hem wilde doden 9 . Wurssing vertrok toen met zijn vrouw Adalgard en gezin naar het Frankenland en meldde zich bij de hofmeier Grimowald (reg. 714). Hij werd een trouw dienaar van Karel Martel en na de verovering van de Vechtstreek, misschien al in 718, kreeg hij landerijen in leen. Hij vestigde zich in Zwesen bij Zuilen in ca. 720 10 . Volgens Ruinen is het waarschijnlijk dat in die tijd Wurssing drie kerken stichtte: Oud Naarden (Naruthi), Muiden (Amuthon), en Nederhorst den Berg (Werinon). Hierdoor werd hij eigenaar van deze kerken, de 'persoon' die kerkbelastingen ontving. Zijn zoon Thiadgrim huwde met Liafburg. Thiadgrim bleef wonen in Zwesen en leefde daar als een edelman. Hij had goede contacten met het bisdom in Utrecht. Het was in de tijd van de grote predikers Willibrord en Bonifatius.
Thiadgrim en Liafburg kregen tenminste zeven kinderen, waarvan de oudste Ludger (742809) genoemd werd. Ludger werd een zeer


Ludger wordt naar de kloosterschool in Utrecht gebracht door zijn ouders Thiadgrim en Liafburg. Afbeelding van omstreeks f100 in een handschrift in de staatsbib/iotheek in Pruissen.

geliefd evangelieprediker in het Frankische Rijk. Zijn leven is beschreven in de Vita Ludgerus. Zie hiervoor het boekje van Ludo Jongen, uitgegeven in 2009 11 . Ludger ging al heel jong naar school in Utrecht bij de abt Gregorius (in functie ca. 725775). Daarna studeerde hij in York, Engeland, bij Alcuin of Alcuinus (735804). Alcuin was later een raadgever van Karel de Grote. Ludger ondernam reizen naar Rome, en predikte het evangelie in Duitsland en in het noorden en oosten van Nederland. Met eigen middelen bouwde hij een klooster in Werden bij Essen. Het was een eigenklooster. Daar is hij ook na zijn dood in een tombe bijgezet. Hij eindigde zijn carrière als bisschop van Münster. Zijn broer Hildegrim (ovl. 827) volgde hem op als abt van Werden. Het klooster werd bestuurd door de familie, de "Ludgeriden", tot 886 12 . Onder de oostfrankische koning Karel de Dikke

Tekening van M. C.A. Meiske in Barbaren en burchtbewoners: De prediker Wulfran zou de Friese koning dopen, maar deze trok zich terug omdat hij liever bij zijn voorvaderen in de het nevelheim dan bij de christenen in de hemel.

(reg. 884-887) werd het klooster onder de bescherming van de koning gesteld. Dit betekende een vrije verkiezing van de abt door de monniken. Dit gebeurde voor het eerst in 886.
Onzekerheden
Ludger was goed bekend bij het hof van Karel de Grote (reg. 768-814). Het is wel mogelijk dat het Gooi, of delen daarvan, in die tijd in leen of als gift aan het klooster gegeven werd. Maar het is ook mogelijk dat dit via zijn vader of grootvader gebeurd is. Ludger, als oudste zoon kan het gebied geërfd hebben. Zo had Ludger en later zijn familie mede het gebied van Huizen zowel kerkelijk als wereldlijk in zijn bezit. Het kan ook zijn dat zij zich gedroegen als bezitters van het gebied, maar dat dit volgens het toenmalige recht niet zo was. Het lijkt dat er na 886 een scheiding werd gemaakt tussen kerkelijk en wereldlijk bezit en het laatste weer Rijksdomein werd 13 . Van de Ludgeriden hoort men dan niet meer. Misschien waren er geen erfgenamen meer en kwam het bezit van het gebied en de kerk in handen van de keizer.
Het was in die tijd ook gedaan met de rust in het land. Na het overlijden van Karel de Grote begon er een tijd van zwak landelijk bestuur. Zijn nakomelingen bestreden elkaar om de macht, het keizerrijk werd verdeeld, de invallen van de Vikingen werden steeds ingrijpender, en de veiligheid van bestaan was onzeker. In 886 viel Holland nominaal onder de koning van Oostfrankenland. In Rome resideerde paus Stephanus V (885-891) en in Deventer bisschop Radbot (869-917) omdat Utrecht te onveilig was. In 882 kreeg de Noorman Godfried Friesland in leen; in 885 werd hij vermoord. Ook Kennemerland was in die tijd in handen van de Vikingen.
Naarden
Terug nu naar de tekst, die door Harmen Kos genoemd wordt in de Ratel: An Naruthi thiu kirica endi kiricland fan Almeri te tafalbergen In het algemeen is men van menig dat het hier om de kerk van Oud Naarden gaat en de landen vanaf de zee tot de hogere heuvels van het Gooi 14 . De tekst bevestigt het bezit van de Klooster c.q. de Ludgeriden van het oude Naarden. De tekst is een deel van een lijst van goederen van het klooster te Werden en is in het oud-saksisch geschreven. Zij dateert tussen 887 en 897. Abt Hembel bestuurde toen het klooster. De tekst werd besproken in een artikel van J. Ruinen 15 , waarin hij het als volgt vertaalt: "Aan de Narde de kerk en het kerkland van de Almere tot de tafelbergen". Men kan zich wel afvragen wat met kerkland bedoeld werd. Gaat het hier om al het land, of alleen om de landerijen die van de kerk waren? Evenzo gaat het alleen over de kerk of over de kerk en het havenplaatsje aan de Narde?
Het was in die tijd gebruikelijk dat als een grootgrondbezitter in zijn gebied een kerk of kapel stichtte, hij daar persoonlijk eigenaar van bleef en de opbrengsten van de kerkbelasting hierover ontving 16 . Nadat het klooster Werden een Rijksklooster werd, voelde de koning zich op de duur waarschijnlijk gerechtigd het Naardinkland in leen uit te geven aan de graaf van Hamaland.
Bewoning
Het lijkt logisch te veronderstellen dat er rond 800 begonnen is met de ontginning van de bossen voor de landbouw. Gronden moesten voedsel opbrengen voor de landheer en/of het klooster. De toename van de bevolking 17 vereis-
Schoolplaat van J. Voerman: De monnik A/cuin uit York ondemijst de keizer en zijn zonen.
te meer voedsel. En dus ook meer akkerland. De eerste plaatsen zullen in die tijd ontstaan zijn. Dit geldt in ieder geval voor Oud Naarden: deze nederzetting had vrijwel zeker een haven voor visserij en in- en uitvoer. Transporten gingen in die tijd waarschijnlijk hoofdzakelijk over het water. De korte afstand van Oud Naarden naar Muiden gaf toegang tot alle grote vaarwegen. De Friese handel was in die tijd omvangrijk18 (Jansen, p. 165). Men kan denken dat bij de haven een achterland hoorde en dat er in de negende eeuw al hoeven of vroonhoven 19 gesticht werden.
Wordt vervolgd.
Noten:
1) O.a. R. Hehenkamp in de Huizer Courant 19-08-2010; Kos en Loeff: Huizen: boeren, vissers en b0Llwers blz. 11 . 2) G.N. Honig: De vroege middeleeuwen in Holland 1942, blz. 94.
3) K. Westland: Boerderijen, Ratel okt. 2013. 4) Van Es en Hessing: friezen en Franken in het hart van Nederland, blz. 86.
5) P.W. de Lange: Toen het Gooi nog klein was, TVE febr. 1985.
6) H.P.H. Jansen: Geschiedenis van de middeleeuwen, blz. 66.
7) D.P. Blok: De Franken, blz. 62.
8) D.P. Blok, id.
9) J. Ruinen: artikel in TVE jrg. 1, jan. 1971, blz. 57.
10) J. Ruinen, id. Zie voor geschiedenis van
Wurssing TVE 23e jrg. Mei 200: A.A. Manten Middeleeuwsw kerkstichtingen in en rond de Vechtstreek blz. 102 e.v.
11) L. Jongen: Het leven van de heilige bisschop Sint Ludger, 20()9. H. Machielse, TVE mrt. 2010 blz. 13 e.v.
12) Jaar 887 vlgs K. Sieksma: Liudger
Thiadgrimszoon 1995, blz. 38; 877 vlgs. K. Kuiken: De Liudgeriden, Werinon mei 2006; 885 vlgs. A. Angenendt: Liudger, 2005 blz. 130; enz. 13) H. schaftenaar: Oud Naarden, blz. 15
14) D.A. Blok, TVE 1993 nr.3 blz. 151 15) J. Ruinen: Het oude Naarden in Mededelingen van het Museum van het Gooi e.o., Nr. IX, 1967/68.
16) D.P. Blok: De Franken blz. 53; H.P.H. Jansen:
Middeleeuwen blz. 100. 17) H.P.H. Jansen blz. 170.
18) H.P.H. Jansen blz. 165
19) E.N. Palmboom: Het goederenbezit van het kapittel van Sint Jan in het Gooi, TVE 1994 nr. 2