H U I Z E R K R I N G B E R I C H T E N 10e jaargang nr. 2, mei 1989 Aan de leden, Het' doet ons genoegen u hierbij een nieuwe avond aan te kondigen voor leden en belangstellenden. Na de, zeer geslaagde, avond van donderdag 2 februari met de heer C. Scheltema uit Naarden over de Hollandse Waterlinie, gaat het dit keer over een heel ander onderwerp: een lezing met dia's over 19e—eeuwg zilver in De Boerderij, Hellingstraat, op woensdag 24 mei 1989 om 20000 uur Mevrouw Krekel—Aa1berse uit Leusden zal de lezing geven en Is bereid om zilverwerk dat aanwezigen meenemen te bekijken en waar mogelijk de maker ervan te achterhalen vla zilvermerken. Verdere mededelingen: In het kader van het 20—jarig jubileum van de RK Scholengemeenschap Laar en Berg in Laren wordt in de aula van de school (Langsakker 4, Laren, naast het Sint Janskerkhof) van 27 net tot en met 8 juni 1989 een fototentoonstelling gehouden van minder bekende prenten van de Gooi se dorpen en Eemnes uit de 17e, 18e en 19e eeuw. De tentoonstelling is gratis toegankelijk, ook in de weekenden. Voor nadere gegevens verwijzen wij u naar de diverse krantenberichten tegen die tijd. Voorts wijzen wij u graag op het feit dat deze zomer vanaf half juli opnieuw In de Boerderij een tentoonstelling Ingericht wordt door de Stichting Hui zer Museum met als onderwerp "Muziek in Huizen' In dit verband is het leuk te vermelden, dat er bij de Stichting Gooi se Musea plannen bestaan om een cursus te organiseren voor vrijwilligers die betrokken zijn bij rondleidingen In de diverse musea, zodat die in staat zullen zijn bezoekers (nog) beter te informeren en begeleiden. Mocht er vanuit de Historische Kring belangstelling bestaan voor deze cursus (vanwege betrokkenheid als vrijwilliger bij de openstelling van de Hulzer musea of als begeleider bij wandelingen bij voorbeeld) dan kunt u zich opgeven vla de ledenadministratie. Dan een vraag van het archief van de gemeente: men wil graag nagaan wat de betekenis zou zijn van de volgende straatnamen: Valkenaarstraat, Parawijn, Vlieghelweg, Ekster laan, Drafnalaantje, Bierweg, Botterwljnseweg, Sterrebos laan, Stukkenlaan, Thames laan, IJzeren Veldweg, Weg langs de twaalf schepels, Ruwaardlaan, Messchaertlaan, Drossaartlaan, Bijvanko Mocht Iemand informatie kunnen geven over waar de gevraagde informatie te achterhalen Is, graag contact opnemen met ons bestuurslid Lucas Kruljmer, Haardstedelaan 32, 1271 NM Hulzen, tele 55151. Bij voorbaat dank. Als laatste vragen wij u nog aandacht voor de jaardag van de overkoepelende stichting Tussen Vecht en Eem, dit jaar op 20 mel 1989 In Naarden 0 Graag tot ziens, Het Bestuur 2, -2- Uits De Hoeksteen, jrg.4, nr. 3—19750 G . WE N T ZE L Een dorpspastor in oorlogstijd Hii bezat geen auto. Wel een fiets. Bi i bar slecht weer kwam Jan Visch met ziin zwarte tentwagen voorrijden en bracht hem naar de plaats van bestemming. Dominee was nog zo i n echter, ouderwetse dorpspastor, gekleed in het zwart en met zwarte hoed. Op de fiets kon ie hem altijd herkennen. Ietwat naar rechts gebogen en iedereen vriendelijk groetend. Hii sjouwde er heel wat af. Een grote gemeente vraagt nu eenmaal veel aandacht en hij hbd er ook aandacht voor. Ziin geloof was niet uitsluitend verticaal opgebouwd, maar straalde ook horizontaal Uit. Die beide richtingen behoorden voor hem onlosmakelijk bi i elkaar. Ze waren niet te scheiden en het betreden van maar slechts één van deze li inen (wegen) vond hij maar LEVENSGEVAARLIJK. Het was voor de gemeente een hele gebeurtenis toen hij in 1943 met z i in vrouw alle scholieren, die het Mulo—examen met goed gevolg hadden afgelegd, kwam feliciteren. Dat was nooit eerder geschied. Vooral de jongeren vonden hem maar een mieterse dominee. . . Sommigen vroegen zich echter af, waar domi— nee zich toch niet overal voor druk maakte. . . Wie was die pastor? Het was Gerard Jan Koolhaas, die in 1943 als hervormd predikant zijn intrede deed in Oldebroek. Oldebroek was voor hem geen onbel<ende gemeente, want van 1920 tot 1924 hij hij deze plaats reeds eerder gediend. Hij kwam toen van Barneveld en vertrok in 1924 naar Oud—Beyerland. In de iaren 1920— 1924 was het nog vredig in Oldebroek. O ia, er was bittere armoede, dat wel, maar er liepen nog geen vijandelijke troepen dreunend en stampend met soldatenlaarzen over de Oldebroeker straten en wegen. Dat was nu wel het geval . Koolhaas stond aan de goede kant. Reeds in ziin vorige gemeente Huizen werd hij CII met het Duitse geweld geconfronteerd. Op zondag 31 augustus 1941 werd daar na de godsdienstoefening spontaan het Wilhelmus aangeheven. Wie was de eerste die er mee begon? Niemand die het precies kon navertellen. Het gi ng vanzelf! De Duitsers spraken over het zingen "in demonstrativer Form ll . Toe maar I Ze hadden ons toch zo uitdrukkeliik op het hart gebonden nu eens voorgoed met het 'gevluchte' Huis van Oranie af te rekenen en alle namen van dit li ehemahliges Haus van ziekenhuizen, sanatoria e.d. te schrappen. Maar het hielp niet veel . De liefde voor het Oraniehuis èn het Wilhelmus zat te diep in ons volk geworteld. "Huizen li kon het die morgen gewoon niet laten het oude volkslied aan te heffen. Ds . Koolhaas werd ter verantwoording geroepen en verteld, dat zo iets niet weer mocht voorkomen. Als straf werd de gehele kerkeli ike gemeente van Huizen door de liGeneral Kommissar fUr das Sicherheitswesen op 3 december 1941 aangeslagen voor een bedrag van f 59.450,-, waaraan een ieder zijn deel moest bijdragen. NU zou het nog bi i een geldsom blijven, maar een volgende keer zouden er mensenlevens op het spel staan. . . In Oldebroek liep ds. Koolhaas ook al gauw voor de voeten van de viiand. Er was ook zoveel te doen. Honderden Joden en onderdui— kers waren van heg en steg verdreven en genoten in Oldebroek en Wi ide omgeving een gastvrii onthaal . Hoeveel keren haalde dominee in zijn preken niet de woorden Uit Jesaia aan, waarin o.a. wordt vermeld, dat Wi i de verdrevenen moeten herbergen en dat Wi i de omzwervenden niet moeten aanmelden. Het werkte aanstekelijk. Van de kansel af trainde hij de gemeente in de hulpverlening en riep op tot standvastigheid en trouw. Het was voor een Oldebroeker een eer een vluchteling te hebben. Zei een boer niet vaak: "Ene meer of nro 2, -3- fi.r die Besetzten Niederländischen Gebiete Der GeneralKotncn1scay für das Sioherheitswesene DEN HAAG Oden 30 Dezember 19410 IV - 5390/L1tJ An die Niederdeutsche Hervormdte Kirchengemeinde H u i z e n ( N • z .Hd. von Pfarrer K o h I h a a s Auf Grund der 1 , Abs02 und 5 , Abs. 2 oder Verordnungs des ReiohG— kommissar für die besetzten niederländischen Gebiete In Höhe von 590450.-- ( neunundfiin zi tausend— vierhundercrunfzi zahlbar bis zum 3101019420 . ø o o a . . auf das Konto der Oberkasse der Reichskommisgar bei der Rotterdamschen Bankvereinigungø Den Haag, auferlegte G R U N D: in der Kirche der Ned, Herve Gemeinde in Hutzen wurde am 310801941 anlässlich des Geburtstages der geflüchteten ehemahligen niederländischen KÖnigin W 11 helmina das Wilhelmuslied anschlieszend ab dén Gottesdlerigt in dernon— strat,iver Form gesungenø Die Summe der Geldbusze ist auf die genante Kirchengemeinde umzulegen. in Vertretungg Der Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD. minder zal l t l m ok niet doon ll Z ii, die levensmiddelenbonnen over hadden, konden ze i s zondags wel in de collectezak kwijt. Dominee wist er wel weg mee. Maar 001< de geestelijke bijstand was zo bitter nodig. Hoe vaak werd zijn hulp niet ingeroepen als een onderduiker het niet meer zag zitten en tot wanhoopsgedachten en —daden kwam? Koolhaas sprak met hem, troostte hem èn bad met hem. Hij wist dat het gebed van een rechtvaardige veel vermag. Als de toestand door een of ander besluit van de bezetter bijzonder precair werd, riep hij in de pastorie wat gemeenteleden bi i zich voor een gebeds— stonde. Eens zei iemand tegen me: Het ging ie gewoon door merg en been, zoals hij bad. Hij smeekte, nee riep om uitredding. Hij zat dan geknield op de grond en deed het gebed op basis van Christus l woorden, dat als twee of drie in Zijn naam vergaderd zijn, Hij daar tegenwoordig is. Hii was overtuigd van de grote kracht Gods èn stapte dan op. Ging re— gelrecht naar de Ortsl<ommandant en deed een pleidooi om geen mensen gevangen te nemen of te fusilleren. Eens moest de bezetter een aantal Oldebroekers hebben, dat moest meehelpen aan de versterking van de fortificaties aan de IJssel bi i Zwolle. Bi i lange na was het aantal niet compleet. Er werd gedreigd met het gevangen— nemen van giizelaars. Dominee was de eerste, die zich als gijzelaar meldde. . . . Wat heeft hij er niet afgereisd om de iongens Uit Oosterwolde en omgeving die ti idens een razzia werden gegrepen en werden overgebracht naar het kamp in Amersfoort, vr ii te l<riigen? Hij benaderde de hoogste instanties en onderhield voortdurend contact tussen de ouders en hun zoons. Soms waren het verblii— dende berichten, die hij hun kon vertellen. Soms indroeve verhalen, waar hii met bewogenheid mee bezig was. Alsof het zijn eigen zoon betrof Tussen de bedrijven door zorgde hij voor de geesteliike biistand der gemeente en vooral de jongeren werden door hem niet vergeten. Zondags nodigde hij hen zoveel mogeliil< Uit ter kerl<e te gaan. Hii had zo zijn eigen contactadressen. Als de nood aan de man kwam, werd hem op de kansel een brief ie aangereikt, waarop stond, dat er Duitsers op komst waren. Hij verzocht de jongeren dan door deze of die deur de kerk te verlaten. . . Eerst hield hii catechisatie in het lokaal aan het Kerkpad, maar toen deze ruimte als nachtverblijf werd gevorderd ten behoeve van de talloze hongertrekkersr verhuisde hij naar 2, -4- de consistoriekamer onder de toren van de Lambertusl<erk. Enkele kaarsen dienden als verlichting. Op den duur werd ook deze ruimte bi i avond te gevaarlijk. Onder de catechisan— ten bevonden zich veel onderduikers. Boven in de ranke lantaarntoren hadden de Duitsers een uitkiikpost gevestigd en bi i de kerk hielden zich een bijzondere "Abteilung " van de Duitsers op, die in geval van nood de kerk, het gemeentehuis en het bankgebouw moesten opblazen. De vijand was rondom. De laatste catechisatieles was een toespraak over Psalm 23: De Here is miin herder. lk zal nu geen enkele poging wagen te beschriiven, hoe dit bi i ons overkwam. Elk woord zou ver beneden de maat bliiven en al gauw als sentimenteel of emotioneel worden betiteld. Eén ding: het liet ons niet los en het heeft mii althans tot op de dag van vandaag richting aan miin leven gegeven. De catechisatielessen moesten worden gestaakt in de kerk. Dominee trok er nu zelf op Uit en nodigde de jongeren bi i particulieren aan huis uit. In verschillende sectoren van de gemeente werd een kamer beschikbaar gesteld. Ook voor onderduikers werd een onderkomen gezocht. Soms was dit een ruimte onder een hooiberg, terwijl jongeren bi i toerbeurt de wacht bi i de hooiberg hielden. . . Eens op een wintermorgen stroomde de heerd weer vol met jongeren. Dominee zoU weer komen, maar wat duurde het vanmorgen akelig lang. zou er wat aan de hand zijn? Een uur lat er dan gewoonliik komt Koolhaas binnen. Het hoge woord moet er dan maar Uit: ti idens een zware rukwind was hii op de vlakke Westerweg met fiets en al in de sloot terecht gekomen. Kletsnat en onder de modder. Zo kon hij niet verschijnen, meende hij. Daarom had hij rechtsomkeerd gemaakt. Zich gewassen en verschoond. Vandaar. Soms stond hij aan de groeve van een onderduiker. De familie, die in het westen des lands woonde en niet 1<0n komen wegens de grote nood en de slechte verl<eersverbindingen, ontbrak. Slechts een enkele bekende uit de buurt volgde de liikkoets. Ook heeft hij Joden begraven op uitdrukkeliil< verzoek van henr bi i wie ze waren ondergedoken. Zo bewees Koolhaas ook hun de laatste eer. . . Natuurlijk wilde hij op de hoogte bliiven van het nieuws van II Radio-Oranie ll . Als hii straks weer bij gemeenteleden en onderduikers komt, heeft hij in ieder geval het laatste nieuws bii de hand. Eerst werd er geluisterd in een schuur van Willem Brummel, die radiohandelaar was. Hii had toestemming één radio bespeelbaar in ziin bezit te houden. Op den duur werd hier de radiobeluistering toch te gevaarlijk en er moestcwat anders op verzonnen worden. Wi i hadden nog een radiotoestel achtergehouden en kwamen op een lumineus idee. In de orgelkas in de kerk was voldoende ruimte. Bovendien was het lichtnet nog niet afgesloten. Hier konden we nu voortaan heel goed "RadioOranie" gaan beluisteren. Avond aan avond trok ik met dominee naar de orgelkas. NU was ie daar niet zo in. Met een trap en heel wat gemanoeuvreer met stoelen, die ie op elkaar zette, verdween 'e tenslotte in de orgell<as. We waren meesta met ons beiden. Er werd zo min mogelijk ruchtbaarheid aan gegeven om te voorkomen, dat er over gepraat werd. Eens op een avond stonden we doodsangsten Uit. Bi i het verlaten van de orgelkas hoorden we heel duidelijk onraad in de kerk. Het was net of iemand langs de muren schuifelde. Je zoU zeggen, dat het een Duitser was, die met z i n leren ias zich ergens verdekt had opgestelde Ds. Koolhaas trok me aan de jas en maande me tot stilte. Van alles ging door ie hoofd. Waren er al niet eerder Nederlanders opgepakt omdat ze naar "Radio-Oranie hadden geluisterd? Je moest er niet aan denken. Het hart klopte me in de keel . Ineens brult dominee het Uit van het lachen. lk schrok er van en fluisterde: "Stil toch ! II Het hielp echter niets. Hij bleef lachen. En toen: tl Kiil< daar gaat een mof! Hij vliegt! Ja, nu zag il< het ook. Het was een verdwaalde vleermuis, die van raam tot raam vloog. Dit verhaal hebben we later ettelijke keren na-verteld. Ja, ie 1<0n in de oorlog 661< lachen. Echt lachen ! Na het nieuws spoedde hii zich weer naar het Bankgebouw en het catechisatielokaal aan het Kerkpad, waar de hongertrel<kers een "avondsluiting" kregen. Soms werd er daarna door de trekkers op de strobedden gebeden, soms werd er ook gevloekt. . . Geloof èn ongeloof, liefde èn haat liggen soms zo benauwend dicht bi i elkaar. . . Een overstapie is zo gemaal<t! Mevrouw Koolhaas-Boks was ook meestal aanwezig. Z ii zorgde voor een kop warme surrogaatkoffie, gemaakt van tulpebollen. Eens 1<wam 2, In 1948 vertrol< Ds. Gerard Jan Koolhaas naar Lopikerkapel . Inmiddels overleed hij . Is dit verhaal bedoeld als limensverheerliiking"? Nee, het is een verhaal Uit duizenden van een gewone dorpspastor in oorlogstijd. Zei Jezus niet eens, dat wie een kaars ontsteekt, die niet in het verborgen, noch onder een koornmaat zet, maar op een kandelaar, opdat z ii die inkomen, het licht mogen zien? Kinderen zouden zingen: Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht. En Hij wenst, dat ieder tot Z i in ere schijn'/ gii in uw klein hoekie en ik in l t mii n ! We leven nu 30 iaar na de bevrijding. De demonische machten z i in er nog èn God is er nog. Branden ook nu nog onze kaarsen? Of hebben we l t al lang opgegeven? Verlaat niet wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden. ze er niet aan toe, omdat z ii samen met "vrouw l' Van de Streel< als vroedvrouw fungeerde bij een bevalling. De jonge vrouw liep al in de laatste dagen, maar zij meende nog wel één honger— tocht te kunnen malcen. In Oldebroek werd abrupt de tocht onderbroken. . . 86 2 , —6— Ds . GERARD JAN KOOLHAAS Ds . Koolhaas werd 5 februari 1884 in Waardenburg geboren, waar z i in vader hoofd der school was. I-lii bezocht het gymnasium in Tiel , studeerde aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Hij werd als predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk door zijn broer B. C. Koolhaas, Nijkerkerveen, bevestigd. Hij diende de gemeenten Kamperveen, Barneveld, Oldebroek, Oud-Beiierland/ Rotterdam-Charlois (9 iaar), Huizen, Oldebroek (tweede maal) en Lopikerkapel . Ds. Koolhaas is o.a. praeses van de Provinciale Kerl<vergadering van Utrecht geweest. Voorts praetor van de ring IJsselstein, secundus kerkvisitator—generaal, lid van de Hervormde Raad van Kerk en Ziel<enzorg, lid van het bestuur van de Gereformeerde Bond van verenigingen en stichtingen van Barmhartigheid in Nederland, 2e voorzitter van het bestuur van de Vereniging tot Gereformeerde Ziekenverzorging, voorzitter van de Ziekenraad van het ziel<enhuis Salem te Ermelo, ondervoorzitter van het hoofdbestuur van het Nederlands Bijbelgenootschap, secretaris van de Christelijke Stichting voor Gezinsverzorging te Lopik/ lid van het bestuur van de Geziena Hendrika WesselinkVeneman Stichting te Oldebroek, lid von het bestuur van het Christelijk Militair tehuis in de legerplaats Oldebroek. Elii was Ridders in de orde van Oranie—Nassau. In de gemeenten, die hij diende, was hij o.a. de sti chter van scholen en gebouwen voor jeugd- en wiikwerk en ziekenverpleging en was hij de stuwende kracht bi i de restauratie en bouw van kerken. Op I januari 1954 ging Ds. Koolhaas met emeritaat. 2 , De organist Jan Baas werd bij het uitgaan van de kerk opge— wacht door de Duitsers. Hoe wisten zij wie ze moesten hebben? Hij werd gearresteerd en zijn tas met muziekboeken in beslag genomen. Voor het spelen van het Wilhelmus kreeg hij 2 weken, voor het bij zich hebben van muziekboeken met het opschrift Prinses Juliana en anderen waar het Wilhelmus in stond kwam er nog een week bij 0 Den totale gevangenisstraf van drie weken dus. Bij zijn ontslag uit de gevangenis heeft hij z 'n muziekboe— ken weer terug gekregen. t ) Jan Baas was lid van de muziekvereniging Prinses Juliana! Je mocht niet spelen uit muziekboeken waar namen van het koningklijk huis op of waar het Wilhelmus in stond. Je mocht ze wel thuis hebben. M. P. Rooth 2, 2 , AAN : Amsterdam, datum postmerk. Ik n.)evind mij thans in de Duitse Afdeling van het Huis van Bewaring I, Kleine Gartmanplantsoen 14, te Amsterdam- Ik verzoek U, mij altijd op Vrijdag tussen 9 en 5 uur schoon wasgoed te willen sturen, goed verpakt in een kussensloop en voorzien van mijn naam en celnummer. Genotmiddelen mogen niet worden medegegeven. Op Maandag kan altijd het vuile wasgoed worden afgehaald. Het Huis van Bewaring is niet aansprakelijk voor weggeraakt wasgoed. MIJN ENGELBEWAARDER EN IK Als je, zo als ik, zoetjes aan bij de bejaarden begint te horen, komen een massa dingen weer boven, vooral in de laatste weken van een jaar, als al die feestdagen weer voor de deur staano Dan denk ik wel eens: zou er dan toch iets bestaan wat je behoedt voor ongeluk, want dat is mij vaak gebeurd en dan vind je het bijna vreemd dat je nog in leven bent, luister naar wat ik je nu ga vertellen. Het was al 1 945 en wij gaven sinds eind 1 940 een illegaal blaadje uit en dat was de moffen een doorn in hun vlees. Papier, inkt en stencils, die moest je jatten, want kopen dat kon natuurlijk niet, maar ja het ging al 4 jaar goed en aan gevaar raak je gewende Op zondagmorgen was de gewoon te dat de hele oplage klaar stond voor verzending door koeriers ( ster s) en er was ook al ti j d een pak bij van de t 'waarheid 't , een communis ten krant, maar wat maakte dat. uit, als het maar tegen de moffen q ing was alles geoor loof d, maar link was het wele Dn telbare malen liep ik dan naar mijn ouderlijk huis, want daar werd het allemaal klaar gemaakt en nog nooit was ik iemand tegen gekomen tot op die fatale zondaqmorgen 0 Het was een blokje gewone arbeidershuizen van 8 op een rijtje 0 1 1< moest nog een meter of I C) en dan was ik ere Daar kwam een wandelaar aan, die ik goed kende, een al wat oudere man die een groentewinkel had, Nachtegaal was zijn naam, hij sprak m'ij aan en zei : jongen er staat een moffenauto bij je ouders voor de deur, er is iets aan de hand t' Nou dan staat je hart wel even stil want dan is er zeker iets aan de hande l k 2 , -IO- stak de straat over en liep verder in de richting maar nu aan de andere kant o En ja moffen voor, moffen achter, in de tuin, bajonet op het geweer en ik liep rustig verder en verdomd nog aan toe ze lieten mij voorbij gaan. Je kon natuurlijk niets beginnen, alleen iedereen waarschuwen die er mee te maken hadoNadat de 't l-lunnen tl hun werk gedaan hadden en voor ze weg reden hebben ze eerst nog even het huis een beetje verbouwd, met een aantal handgranaten.IYloeder, Vader en broer Kees, die nog thuis was, gingen mee 0 Van mijn broer Kees weten we tot op de dag van vandaag niet waar hij is gebleven en na al die jaren moet je aannemen dat hij dood is, maar toch (Ylaanden later kwamen wij aan de weet dat onze ouders in het tt C)ranje-Hotel tt waren omdat [Yloeder kans had gezien een berichtje buiten te krijgen. Door het einde van de oorlog zijn die twee door de Canadezen bevrijd en kwamen ze voorlopig bij mij in huis en geloof maar dat ik die stank van de gevangenis, die aan hun kleding zat, vandaag de daq nog ruik, zoals ik ook nooit zal vergeten hun zwart geslagen rug. (nou moet ik weer even s toppen . anders wordt het mij te veel ) . Waarom zet ik dit allemaal op papier? Wel ; in de eerste plaats heeft de redactie van deze krant er om gevraagd en in de tweede plaats heb ik het idee dat de volgende krant uitkomt in de buurt van de 5e (Ylei , vandaaro Wel wil ik een balletje opgooien voor Hr. Frijlink ; kijk, ik loop bijna dagelijks langs het monumentje bij de steenfabriek en heel zacht gezegd is het mei. een heel eenvoudig monumentje en nou hoor ik je zeggen èènvoud siert de mens, accoord,maar het is wel erg sober een l<rui s en een boom, en op 5 roei een kist violen en dan niks meero Is het nou niet mogelijk taatjen om er eens een sfeervol hoekje van te maken? De plantsoenendienst heeft meer dan genoeg staan, en je hebt genoeg in je knip. Doe er eens iets aan Heer Frijlink. Velen onder degenen welke er voorbij lopen zullen je dankbaar zijn. Zo, voorlopig wil ik het hierbij laten. Er komt nog wel eens iets van mij , want herinneringen komen soms opzetten als buien uit een Noord-Illester storm en over mijn beschermheiligen is nog veel te vertellen 0 Uit: De Wijkwijzer, 8e jrgo nr 02 v 19". Op 11 mei 1940 gneuvelde te Dordrecht de eergte Huizer: nol. Lambert Westland geboren te Huizen op 27 mei 1908, schilder van beroep. Zoon van Dirk Westland en Aartje Westland. Lambert ig gehuwd te Huizen op 20 juni 1954 met Zwaantje Schaap en zij hadden drie dochters. Des daags scheen zonlicht in de cel, twee decimeter op de muur, dan stond te middag voor een tel een zin gekrast in laaiend vuur. Wie had de woorden ingekerfd? — Merkteken van ons diepst begeren. — Een heeft ze met zijn bloed geverfd: „GERECHTIGHEID ZAL WEDERKEREN". Een hand, die weinig had geschreven de letters kinderlijk en krom, hij schreef het beter met zijn leven, de laatste maal voor 't Peloton. Een ieder, die hier met ons is, die heeft het met zichzelf bewezen, dat wat daar staat de waarheid is. 't Is bloed! En wat zd is geschreven kan nimmer worden uitgewist! (Uit „Celdroom", gepubliceerd in een illegale krant) de Schipper van Vrouwe Jannetje. 2 , DIRK DE BOER VERTELT Het was 1944. Ik werkte bij de luchtbescherming in Huizen. Dat was dus altijd nachtdienst- Vier nachten op de toren van de Oude Kerk en één nacht op het politiebureau. Zodoende bestond er een leuke band met de politiemannen. Op maandag 5 juni 19144 waren mijn vrouw en ik jaar getrouwd. Die dag vergeet ik nooit. Niet alleen vanwege het feest maar ook omdat de dag erop onze bevrijding begon vanuit Normandië. Mijn vrouw had al heel lang gespaard en zodoende konden ho- echt-. Herdenr Den 5eÂ. .Juni a.s: Pén onze ouders D. DB BOER en J. C. DE BORR— HEUS hun 12%-jarige vereeniging te ken. Hun dankb. kinderen BERTUS en TEIJN. Visscherstraat '66. we er toch een aardig feestje van maken voor die tijd. Advertentie uit de Huizer Courant van zaterdag 3 juni 1944. Die dag reed er een optocht van zo'n 12 politieagenten van het politiebureau naar de Visserstraat 66 (nu Vletstraat). De voorste agent droeg een grote vaas met een Hortensia met 12 grote en één kleine bloem. De vaas was beschilderd met een toepasselijke tekst. De vaas zelf was afkomstig van Potterie De Driehoek, de Eskaf zeiden we altijd. Onze huiskamer zat vol agenten. Ik zou alle namen niet meer weten, maar ik weet wel dat Hetebrij en Hazeveld erbij waren en ook Willem Hof en Meutgeerts. Morelisse moest op het bureau blijven want anders was er niemand op het politiebureau. Die dag was geweldig en al ben nu bijna 80 jaar, vergeten doe je zoiets nooit. De vaas waar een verhaal achter zit. Ermelo , de 1 1e October 1924 . Lieve Me ut jen! Kwan ig hem ik je brief uitêlezen of ik schrijf je Òrns1ag vr om. Nou hoop ik mar dat de post d 'r gauw bij is , want dan kan ik je nog nèt fulliciteren mot je verjaardag en laeten we hopen dat we nog verschaien jaartjies vur mekaar ê spaard mag gen blijven. Daer sluit Freek z t n ai gen Ok heêlemol bij a n. De poes dee d aer bij hoort mot je mar effen te goôd houwen . Zoô t n molle kerel n ij? Hij poest wat òf de leste tijd . . . M 'n mongd is t t r parte keren schraal van. Je kannen in ons geval wel zeggen : ' 'Hoo ouwe r , hoo gekker ! t ' Ja , het wurdt hoôg tijd dat we ga en trouwen , aar st zou wen d 'r nog ongelukken van kannen kommen. t t Is z unde dat ik t t zeg . Mar vur dat ik over de trouwerij ga e uitwaien , eerst effen over de Barnevelders dee jelui kwijt wullen. Ik was ze bij de vurrige rais glàd vergeten. Mar ja , wat wul je? Ik was heêlemol van m t n apperdepo of too ik je leste brief onger oôgen kreeg. War d aer allemol in stung ! Meutjen, Meutjen , waar hemmen we d à t toch allemol an te danken. Je motten wel biezònger op ons êsteld wezen om je ai gen zoô uit te sloôven. A1 dee spulletjies dee we van je krijgen. Om mar te zwijgen wat je nou weer over een trouwjurk schrijven. Het houdt nijt òppe ! Mar ik dwaal weer of , we zouwen het over de kippen hemmen. Ik het begrepen dat ze nog g 06d an de leg binnen. Dan zou ik zoô zeggen; alle dagen een ai t jen kan gien kwaad . Vurral as je pas ê trouwd binnen. Tem in sten, dat zèggen ze. Wat daermie precies bedoelt wurd weet ik 6k nijt , Ik zal het toch êries an Coba vragen. Dee zal het wel weten . Dat mins weet overal een angtwoord op. Je kannen zoô gek nijt denken! Dus Meut , de Barnevelders kannen op Ermelo an hoor ! As t t r mar gien breuse kip bij zit , want d aer hemmen we niks a n . Dee eten jij en Oôme mar lekker samen op. As dan de breusig— ha id mat nijt overslaet ! Bel kijer , wat zal dàt een temtazie geven hier , as dat allemol op Ermelo ankomt . Aelt mag wel dree mòl op en neer rijen ! Mar wat ik vragen wul, da t s waar ok, hoo kan jij nou over een schùit schrijven om de boel over te brengen? Mot ie soms de hai over? Nee jen, volges mijn bin je in de war re . Ik zou mar gauw an Aelt van Kees Lossie an schieten en vragen wat ie rek er t . We wullen weten waar we an too binnen, op een laitjen schrijven la it ons n ij t. As je zoô motten beginnen is het mis werk, wat jou ! Ongertussen hemmen Freek en ik alles al over de trouwerij uittedokterd . l) ' r net , an de keuketafel . Mot jou brief d t r bij . Want je zal Ien wel begrijpen dat d éé de deur slag gaf . Alleênig is je brief wel een biet jen vlakkerig êwurren . . . bi Too ik las dat we ou mag gen uittrouwen , scheut ik heêlemol vol . Ik was glàd overstuur . Freek had t r een pak a n. Ik was haast nijt tot bedaren te brengen. Weêl had d à t nou kannen denken . . . trouwen in dar p . Ik kan d 'r nòg nijt over uit . We binnen van plan om nou à 11 es mar in dar p te doôn , Meutjen. Antek eren Okke. Dan kannen we meteênen een mooi bruiloffien d ' r achter an geven . We hadden êdocht om dat bij onze Dirkie te doôn . Zij en Gep hemmen een groÔt achterhuis , daer kannen we mooi boelt jen houwen. Dirkie is nijt kwaad en Gep ok nijt . Txlouwes , jouw woôninkie is d aer vuus te krap vur en zoô hij jij cl t r ok gien zeutjen van . Ik zou nijt wullen dat je voor— de i mie na e de bruiloft op apegapen in de bestie leggen . We motten een biet jen zuinig op je wezen ! Veder zal ik ok de hulp van onze are maiden in motten ropen . l) t r komt nog een hoop vur kijken eer dat we an de boerejonges zitten . Het komt mooi uit dat m t n Huize re kleren nog verdeêld motten wurren. Daer zal len de maiden wel zin in hemmen. Mar eerst effen kijken wat ze vur m 'n over hemmen. Zoômar weggeven kan een mins altijd nog wel , wat jou. Ik zal cl 'r lui gauw een briefien schrijven hoo de zaken d ' r vur staen. Wat zal len ze een schik hemmen. as ze lezen dat we bij jou uittrouwen. Bel , bel , ik kan het nijt òfwonderen ! Dan schreef je dat ik m t n L 1 ouwjurk van jou en Oôme krijg . T k kan d t r nijt over uit. Gaenen jelui nou nijt te veer? Hoo zal len onze maiden dat vijnden? Je weten hoo ze binnen; bange dat t r int jen vurretrukken wurdt . Ik zou het heêl arg vijnden as je daer arremeu mie krijgen. Mar stel dat het allemol deurgaet , dan staenen wij cl t r op dat jij en ()6me miegaenen om een jurk te 1<06 pene Dan gaenen we mot de auto , mot z 'n vijven. Want Coba gaet ok mie. Dee het 'r al heêlemol opperekerd . Daer kan ik gien meer ongeruit . Dat kan dan een mooi rit jen wurren; Freek• achter het stuur en ()ôme d t rnaest e En wij mot z t n dreejen achterin. Het zal wel een biet jen krapper ig wezen, mar dat geeft n ij t . We bijten mekaar n ij t , we kannen gelukkig goôd akkederen mot mekaar . Asse we mar nijt verdwalen ; want we zal Ien wel op Amsterdam an motten. Mar d aer hemmen we het nog wel over . Nou nog effen over de ai gelijke trouwdag. Je hemmen het over de N ij uwe kerk dee haast of is . Hemmen we het goôd begrepen dat jij zou wen wullen dat we d aer gun gen trouwen? Nou Meutjen , dan doÔnen we dat toch ! We schorten de heêle trouwerij een maand jen oppe, dat mot Freek mar uittaejen . Het zal nijt mie vallen vur d t m, want volges mijn sta et ie op springen. Infurmeer jij mar bij Hain van Kreêlis of dat deur kan ga en. Regel jij dat mar vur ons. Ik kom hier de eerste twee weken nijt weg want ik an t t klaeren. Je motten nijt ver — geten dat ik in dienst bin van meneer van Lookeren. Zoôas je merken is t weer een heêl epistel êwurren. En nou hem ik nog gien woord kannen schrijven over ons woÔninkie. Dat mot ik dan mar bij de volgende rais uit de doôken uit doôn . Vurloôpig laet ik het hier bij . Doô jij de hartelijke groeten an Oôme Lammert? En bedank je d t um vur alle meute dee die vur ons over het? Vur jouw op elke wange een stijve poes van je dankbare nicht Jannetje . Dag hoor ! (eigen spelling van de auteur)