De Ratel Mei 1985

6e jaargang,3 , mei 1985 Eén, twee, in de maat, Anders wordt de meester kwaad. aan de Bovenweg 3 de laatste ledenavond van dit seizoen. Het onderwerp van die avond is het onderwijs in vroeger tijden. Wanneer we nu het telefoonboek opslaan onder het hoofd Scholen, zien we een werkelijk indrukwekkende lijst van scholen vermeld, van allerlei soort. Dat geldt ook voor ons eigen dorp, kijkt u maar eens voor de aardigheid. Het is eigenlijk niet voorstelbaar dat het vroeger zo heel anders is geweest. Zelfs lager onderwijs was toen bepaald geen zaak voor iedereen, ook in de vorige eeuw nog niet. De leerplicht werd pas in 1900 ingesteld. Oorspronkelijk was het onderwijs vaak een zaak van kerkelijk, stedelijk of particulier initiatief. De rangen en standen speelden daarbij een grote rol! Ook over de toegepaste onderwij smethoden en de gebruikte leermiddelen is veel te vertellen. Hoe oud zijn de bekende tafels van vermenigvuldiging? Hebt u wel eens een leesboekje van 1874, een geschiedenisboek van 1860, of een aardrijkskundeboek van 1846 bekeken? Onze plaatsgenoot, de heer M. Heij der, heeft zich in dit onderwerp verdiept en heeft zich bereid verklaard ons daarover (veel) te vertellen. Wij wekken u graag op deze avond bij te wonen. Het Bestuur VOGELS KIJKEN IN EEMLAND Zaterdagmorgen 27 april 1985, wat was het koud en nat! Maar toch zijn we met een groepje van zeven enthousiastelingen om half acht van Huizen naar Eemnes gefietst, om samen met een aantal leden van de vogel werkgroep de polder in te trekken. Mevrouw Marmelstein vertelde in het kort iets over de waterstaat — kundige geschiedenis van de Eempolder. De meeste vogels zagen we bij de oude Zomerdijk: grutto's, talingen, slobeenden, een bergeend, rietzanger, natuurlijk kieviten, een enkele tureluur, maar ineens een groep van tientallen kemphanen en —hennen, waarbij enkele mannetjes met opgezette kragen. Dat het vroegere gras, met zijn overdaad aan bloei en bloemen, aan het verdwijnen is omdat er steeds meer eenheidsgras wordt gezaaid, zagen wij ook. Toen een geweldige regenbui zich over ons uitstortte, hebben we beschutting gezocht bij de Eemnessersluis, waarna we weer huiswaarts gingen. Gaat u met wat beter weer nog eens op eigen gelegenheid kijken. Ogen — en oren — goed open. De zomerdijk, met zijn mooie plasjes, de waaien (ontstaan bij vroegere dijkbreuken) midden in het wijde weideland van de Eempolder, het is de moeite waard om eens heen te gaan. C. J. Lindhout 6e jaargang, nr e 3, mei 1 985 EXPOSITIE TER GELEGENHEID VAN HET EERSTE LUST RUW! DE NEDERLANDSE I<CSTLJUMVERENTGTNG EN STREEKDRACHT T n het vorige Berichtenblad hebt u al even kennis kunnen maken met de Kostuumvereniginge Ter gelegenheid van het eerste lustrum van deze vereniging wordt van 1 1 tot en met 26 mei 1 9B5 een tentoonstelling rond het thema Verzamelen gehouden in het Cultureel Centrum te Zandvoort. De tentoonstelling is 001< voor niet—leden te bezichtigen. De toegangsprijs is ongeveer f 2, 50. Tevens wil ik u wijzen op de Nationale Klederdrachtdag op de Flevohof op 1 5 juni 1 9850 Van voorgaande jaren kan ik u vertellen, dat het een ware happening is op het gebied van de klederdracht uit heel Nederland. Kleding, die we anders nooit meer te zien krijgen, kunnen we dan van dichtbij bewonderen. De hele dag door worden diverse plaatsen onder de loep genomen waarbij veel interessante bijzonderheden verteld word ene Vorig jaar hebben we met veel plezier met onze Klederdrachtgroep meegewerkt! filocht u belangstelling hebben voor een gezamenlijk bezoek aan de klederdrachtdaq op de Flevohof, wilt u dit dan kenbaar maken bij het secretariaat? J 0 IIJ. van G eenen Werkgroep Klederdracht Hebt u misschien onze jubileumtentoonstelling gemist en hebt u belangstelling voor de Hui zer klederdracht? Dan hebt u een unieke kans om dit gemis op te heffen: Gerrie Otten, Keu cheniusstraat 34, heet u allen graag welkom op haar tentoonstelling t 'Huiz en tt en wel op iedere donderdagmiddag en vrijdagmiddag van 2 tot 4 uur 0 Toegang gratis. Gaat dat zien! Gaat dat zien! Gaat dat zien ! Gaat dat zien! 6e nr. 3, 1 ga 5 -3- JAARDAG TUSSEN VECHT EN op zaterdag 18 mei te Blaricum In samenwerking met de Historische Kring Blaricum organiseert TVE op IB rnei a.s. haar traditionele jaardag met tal van activiteiten waarbij de gemeente Blaricum centraal staat, naast natuurlijk de jaarvergadering van de stichting Tussen Vecht en Eern e Het programma luidt als volgt: g.3C) uur ontvangst in het gemeentehuis aan de Torenlaan; aldaar gelegenheid om een kleine expositie te bezichtigen van klederdrachten en tafelzilver I C) . OC) uur opening door de burgemeester van Blaricum I C). 1 0 uur jaarvergadering 1 0.30 uur introductie en inleiding op het middagprogramma: i) dia—lezing door hr. HOJ. de Koning over de oude dorpskern; ( ii) inleiding door mw. Fe Ee Hellendoorn over 20e eeuwse architectuur in Blaricum. 1 1 e 30 uur wandeling naar het begin van de Torenlaan voor de ont— hul ling van de Erfgooiersboom door de commissaris van de Koningin in Noord—Holland, drs. R 0 Je de Wit 1 201 5 uur boekweitmaaltijd in het dorpshuis de Blaercom, Schoolstraat 3 1 40 C)O uur middagprogramma: i ) wandeling door het oude dorp ii) excursie met huifkarren langs de 20e eeuayse bouw— werken van Blaricum. Voorts heeft de Historische Kring Blaricum een tentoonstelling ingericht in de boerderij van Je Rigter; een bezoek daaraan voltooit het programma. Aan het programma zijn geen kosten ver— bonden en is voor een ieder toegankelijke Deelnemen aan de boekweitrnaaltijd kost echter f 1 5,— per persoon (ter plaatse te voldoen ; opgave is noodzakelijk (v66r 1 1 mei aan Antwoordnummer 600, 1 250 Laren (NH) , ton eve Tussen Vecht en Eem) o Zoals eveneens gebruikelijk is het blad van T\/E + de Uri eden van het Gooi van mei geheel gewijd aan het gastdorp van de ruim 90 ( ! ) bladzijden vol wetenswaardigheden. Bent u (nog) geen donateur van T\/E / lid van de Vereniging Vrienden van het Gooi, dan kunt u het tijdschrift ook vinden in de Blbliothekene Sinds enkele jaren verzamel ik scherven, stenen en pijpekoppen. Een groepje meisjes heeft dit ontdekt en he Ibt mij nu met het zoeken naar deze oudheden. Woensdagmiddag 18 april j.le zijn we er met elkaar op uit getrokken. Ons doel was Hilversum. We hadden een gesprek met de archeologe P{lwo Addink—Samplonius en we bezochten het Culturele Centrum De Vaart. Linda, Willeke, Gisèle en Adinda vertellen nu zelf wat we die middag gedaan hebben. Aartje Kruijning—Teeuwissen 6 e j a a r q a n g , n ?? m e i 1 9 8 5 6e 1 gos Huizen , midden herfst 1923. Waarde nicht Jannet jen, Ons bezeuk an Ermelo Ia it al weer een paar weken achter ons. Mar toch wul ik nog effen vertellen hoo of de rais is verleupen. Deur de bank êneumen hemmen we een gooie rais êhad en dank zij Oôme Lammert binnen we weer heêl huids thuis êkommen. Want alleênig had ik I t nooit êred, as je 't mijn vragen. Want Jannet jen, lieve stakkerd, wat zit jij een aaindeweg t. 'k Zal nijt zeggen an de aare kangt van de weêreld, mar je zouwen t t haast wel denken. Zoô veér'. Laet ik nou bij t t begin beginnen want aarst raak ik de draed kwijt en jij snappen d'r gien snars van. Mar vur alles wul ik je, ôk names Oôme, bedanken vur de mooie dagen dee we bij je deur êbrocht hemmen. Om nooit te vergeten, daer ! En dan die man hè? Kijnd, kijnd, zo'n lieve man, as ik die meneer van Lookeren veun'. Een schat van een man, eerlijk Ik kan me vurstellen dat t t je daer goôd bevalt want je hemmen een leventje as een puus en ik zou n ij t weten waar je 't beter zouwen kannen krijgen. Weet je wat ôk zoô'n diepe indruk op ons het nae ê laeten? Dat ofhalen mot die koest. Maid, je waanen je as de Keûninain in de gouwe koest. Werkelijk waar'. As ik t t an jullie maiden vertel dan zitten ze me mot eupe mongd an te gapen. Oôme en ik wisten nijt hoe we t t hadden. En dan die ankomst bij dat groôte huis, mot as klap op de vuurpijl die kennismaking mot meneer zelf'. Dat zallen we n ij t Ligt vergeten Janne, daer kan je van op an. Daerom wul ik je, ôk names Oôme, bedanken vur alles . Vur de ontvangst, vur 't eten, vur 't slaepen, kortom vur alles wat je vur ons êweest binnen. Nou zal ik nog wat over de rais vertellen. Alles is goôd verleupen hoewel d t r ongerweg zich 't eên en 't aar het vurredaen. iZoô as je weten het Oôme ut raempie naer beneden êdaen om nog effen naer je te zwaeien. Zelf hou ik ter nijt van om zoôvur 't euperaem te staen mar Lammert denkt daer aarst over. Je kennen dat wel. Mar goôd, too de trein gong rijen wou die z 'n hoofd naer binnen too doôn en too steut tie me toch z'n schedel an een richel '. Heêl bar. Maid, hij wier gewoôn effen daas vur z I n oôgen, zoô t n klap was 't. En ik wur me toch kwaad op hum! In de consternasie zeg ik nog. . . wat doô je ôk mot je mieter uit 't raem te hangen. Mar too ik zag dat tie heêlegaar wit om z t n mongd wier bin in weer innebeunden . 6e 1 385 -6- Ja, Janne, wat wul je? Stel dat die man flaauw êvullen was of dat tie eên harseschudding oppeleupen had! Hoe had ik dan thuis motten kommen , Denk je datteries effen in. 'k Zou me toch gien raed êweten hemmen want alleêniq weet ik onmeuqelijk de weg naer huis too. Deur de angst bin ik net uur lijk uit m 'n slof êscheuten, da t s nogal glad. Gelukkig is alles goôd ovve Ieupen en d I r zit alleênig nog eên bult op Oôme z 'n kop, meer nijt. In alle gevallen is 't beter ovveleupen as ongerlesten op zolder. Too was tie zelf Ok taiêraed mar dat is dee keer nijt an de orde. Tot an Arnesfoort is 't veder goôd êqaen . Vreemd genog mozzen we too de trein uit en in een aare trein gaen zitten . Waarvur dat nood ig was weet ik nog nijt mar in alle gevallen mozzen we d'r uit. Wat doôt zich nou vur? In die nijuwe trein zit Oôme te praten mot een vreemde man en die man za i datte we in de verkeerde trein belangd wazzen, want dee trein gaet de aare kanqt op, za i die. Zoô'n toostangd. We hemmen onze spullen mar weer bij mekaar egraâid en wij de trein uit. Hij rie gelukkig nog n ij t. Oôme de man weet gelukkig alles want we hemmen die aare trein gauw êveunden. Naë datte we êkontreleerd hadden of we alles bij ons hadden konden we rustig eên plak kie zeuken. Tenminste, dat dochten we. Nou je raeien zeker al wat ter gebeurde. Twijs dat wij wullen qaen zitten begint de trein te rijen mot vuul gestamp en gesteun. Omdatte we nog stungen leek t t net of je beênen onger je kongt wegqleejen. Zoô aâkelig. In de konsternasie scheuten we allebai schaaif over schoeks op ons plakkie. Jannet jen, kijnd, wat hem ik me êchineerd. Heêl, heêl arg. Kan je 't eên biet jen anveulen hè? Da t s toch om deur de grond te gaen? Zeg nou zelf. Oôme zag trouwes ôk bleek om z 'n mongd, dee was ôk êschrukken. Achterof viel 't allemol nog al mie mar ik was wel een poôsie van m'n apperepoo. Toch was 't leed weer gauw êlieën en wij tuften op darp an. I) 'r was nog iets wat ik je nijt onthouwen wul. Dat was dat gestoôm van die locomotief. Daer kon ik m'n oôgen n ij t van ofhouwen. 't Dee me amar denken an 't kooken van 't fornuis in de schuur . Zoô vuur stoôm. Je motten d t r marries arg in hemmen as je weer naer darp too kommen. Dat ding dat vur an de trein zit, dee doôt êt 't argste. De rest van de rais is goôd verleupen en vur 't donker wazzen we weer thuis. Zoô zat as uitgespeugen spek. . . mar wèl voldaan . De kelderzuggen hadden ôk een paar rustige dagen êhad want 't miegelde in de kelder. We konden gelijk weer an 't vak, dat kan je denken. Intussen binnen we weer heêlemol op dreef en lijkt 't net of datte me nijt weg êweest binnen. Jullie maiden binnen allemol effen Langest êweest en nou konnen ze uit de eerste hangd horen hoo ut t 'r allemol vurstaet in Ermelo. Oôme en ik hemmen alles haerfijn uit de doôken êdaen, dat zal je wel goôd vijnden. Jullie Tijmetjen vertelde nog dat ze 't fietsen nou heêlemol onger de knije had en dat Renqel, d I r man, nou ai en meer achter d'r an hoofd te hollen. Ee nr 0 1 98 5 As ' k het goôd begrepen het was die stakkerd van een man of en too heêlemol buiten aasem. Zu l k qiepsen as ze dee en hij het flink z I n hakken motten anhalen om d 'r bij te houwen. Nou rijdt ze los en aarejaar wullen ze op de fiets naer de zending. Dat kan wat vmrren. Veder hemmen Oôme en ik ter noggeriès over nae êdocht, dat je in buitenkleren wullen gaen. Mar eerst wul ik nog effen zeggen dat te we ut heêl jammer vijnden. Denk 't je deries in. Wat zou je moeder d i r van êzait hemmen? Ze veun t t vast nijt goôd. I k Geloôf ter niks van. Mar stel, h ï, stel dat je d 'r toch too over zouwen qaen dan hem ik alle belangstelling vur je kleren. We binnen van ut zelfde formaat en wat ekstraas zou me wël van pas kommen. Nerges om, mar dan weet je I t vast. Je denken d'r mar ries over nae en as ut zoô veer is dan horen we d'r wel van. Dan wul ik je toch ôk nog op 't hart bijnden d t r goôd over nae te denken, want gedane zaaken nemen gien keer'. Laet 't nog mar effen betijen zou ik zoo zeggen, dan praaten we d t r nog welderies over. Mar besluit niks zonger ons! ! Nou Janne, dat was ut weer vur dee keer. Buiten is ut prachtig naej aarsweer en Oôme Lammert loôpt nog wat te rommelen op 't erf terwijl die de schrijverij an mijn overlaet. Vergeet nijt de complementen over te brengen an meneer van Lookeren. Ik mot je de groeten overbrengen van C)ôme Lammert en vur jouw dan mar weer een poes van Meutjen Aart jen. Ik bin een zâdook kwijt, Ia it tie soms nog bij jouw? ( eigen spelling van de auteur) Noot van de redactie: Sinds begin 1 ge 3 mogen we via ons Berichtenblad meeleven met de wederwaardigheden van Meutje Aartje en haar nicht Jannetje, die naar Ermelo getrokken is als huishoudster van een oude weduwnaar. meutje Aartje is een getrouwde, kinderloze vrouuJ van omstreeks vijftig jaar en haar nicht een ongetrouwde t oud jong maid t van achter in de dertig. De briefwisseling begint in 1 g 2 3 en wordt in de Hui zer taal gevoerd. 6e nro mei 1 985 -8- DE GOOT SE WILDE PLANTEN TUIN Het is al weer enige jaren geleden, dat de Historische Kring Hui zen een excursie organiseerde naar de Gooi se wilde planten tuin in Blaricum: achter het gemeentehuis van Blaricum aan de Torenlaan gelegen en vrij toegankelijk. In de Gooi se Wilde Planten Tuin zijn begroeiingstypen te zien die in het Gooi t huis— horen en er voorkwamen toen de grond nog niet zo intensief bewerkt werd als nu. Op een betrekkelijk klein oppervlak zijn een schrale weide te vinden, een vochtige ( l eem) kuil, bloemen— weiden, een bospad, berm, akkertjes met roqge, boekweit en haver of gerst en een kruidentuin te vinden, Er wordt op dit moment een waterpartij ingericht. Voor kinderen is er een eigen gidsje met vragenlijste Als u eens gaat l<ijken, zult u in een doos aan de muur van het schuurtje bij de ingang informatie vinden 001< over de stichting Wilde Planten Blaricum en hoe u donateur kunt worden. Naast de tuin aan de Torenlaan, heeft de Stichting Wilde Planten Blaricum ook de zorg op zich genomen voor een kleine I na t te t heemtuin bestaande uit een vijver met oever— en moerasstrook, begroeid met de vegetatie van het Gooi se plassen landschap. Deze tuin maakt deel uit van het terrein van het Rosa Spierhuis, Essenboom 2, Laren en is te bezichtigen tussen g en 1 3 uur en 1 5 en 1 7 uur, na voorafgaande melding bij de receptie van het Rosa Spier huiso