Zoals gebruikelijk de laatste jaren heeft op 31 januari jl. in de Boerderij de bijeenkomst plaatsgevonden van de werkgroepen en het bestuur. Daarbij wordt verslag gedaan van de activiteiten van de verschillende werkgroepen. Het is ieder jaar ook voor het bestuur weer een avond waarbij wij ons gesteund voelen door de achterban en het is echt ongelofelijk hoe veel werk er in de werkgroepen wordt verzet. Tijdens de ledenvergadering op 20 mei krijgt u een verslag van deze avond.
Een relatief nieuwe activiteit is onze website. Deze is zeker het bekijken waard! Onze webbeheerder, de heer J. Rebel, houdt de site op een geweldige manier bij. Regelmatig wordt de agenda aangevuld en worden pagina's toegevoegd, bij voorbeeld een serie oude foto's. Een waardevolle recente toevoeging is de naslagwijzer voor ons blad De Ratel en zijn voorganger het Berichtenblad, samengesteld door de heer F. Schraverus. Alle jaargangen van 1980 tot en met 2007 zijn hier na te gaan op titel en auteur. Het adres is: www.historischekringhuizen.nl, zoals u ook op bladzij 2 van de Ratel kunt zien. In dit verband wijs ik u er op dat het emailadres van de redactie van de Ratel gewijzigd is in Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Dan graag nogmaal het verzoek van onze penningmeester: wilt u bij het betalen van het lidmaatschap voor 2008 uw lidnummer vermelden? U vindt dit op de adreswikkel van de Ratel.
Rest mij nog u te wijzen op onze volgende ledenavond op dinsdag 4 maart in de Boerderij aan de Hellingstraat. Mevrouw dr. W. Metz, oud-wethouder van de gemeente Huizen, geeft dan een lezing over de archeologie van het Gooi.
Graag tot ziens bij een van onze activiteiten.
Met vriendelijke groeten namens het bestuur,
B.J. van Geenen, voorzitter

4 maart 2008 20.00 uur Ledenavond in De Boerderij, verzorgd door mevrouw W. Metz, over de Archeologie van het Gooi.
20 mei 2008 20.00 uur Jaarvergadering van de Historische Kring Huizen in De Boerderij. Na de pauze vertoning van een film over de Zuiderzee.

In dit nummer worden de geografische aspecten van het dorp Huizen belicht met een uitbreidingsplan uit 1931, naast nieuwe verhalen van Lambert Rijksz. Lustig uit de 18e eeuw van Harmen Kos en enkele notities rond Oud Naarden van Aartje Kruijning-Teeuwissen.
De Dialectwerkgroep besteedt aandacht aan het dialect van Bunschoten en met een aankondiging van activiteiten rond de Gooische Stoomtram, een boekbespreking en de puzzel is dit nummer weer rond. Veel leesplezier gewenst,
Wendy van Noppen

TENTOONSTELLING MODELBAAN
In het Dienstencentrum aan de Waterstraat 2 zal de Gooische Stoomtram (of de 'Gooische moordenaar') tijdelijk als model op schaal 1 :40 te zien zijn.
In de week van 3 tot en met 8 maart 2008 zal Henk van der Hulst diverse modellen van deze tram laten rijden. De modellen, alle op schaal 1 :40, zijn gemaakt naar de originelen die tussen 1880 enl 929 in het Gooi reden en zullen op een baan van 1,5 x 6 meter rijden. De modelbaan is compleet met stationsemplacement en zelfs het Tolhuis is dagelijks te bezichtigen van 9 - 12 en 13 - 17 uur en op zaterdag van 10 - 16 uur.
Daarnaast geeft Henk van der Hulst op maandag 3, woensdag 5 en vrijdag 7 maart om 10.00 uur een presentatie met dia's over de periode vanaf de start van de Gooische Tram tot het afscheid in 1947.
De toegang is vrij en iedereen is van harte welkom.

EENTüEUWJ BOEK OVER HET GOOI - RECENSIE
ERFGOOIERS, TEN EEUWIGEN DAGE geschreven door Anton Kos en Karin Abrahamse (Uitgegeven door Uitgeverij Waanders in Zwolle, ISBN 978 90 400 8406, 2007; € 34,95)
Dit fraai geïllustreerde boek werd uitgegeven als jubileumboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het Goois Natuurreservaat in 2007. De vragen 'Wat is een Erfgooier' en 'Waar komt het Erfgooierschap vandaan' worden in dit boek uitvoerig beantwoord. De meest gangbare definitie van een Erfgooier is 'een meerderjarige man, woonachtig in Gooiland, die in mannelijke lijn afstamt van een Erfgooier'. Sinds de middeleeuwen waren de Erfgooiers verenigd in een organisatie die de gebruiksrechten op de gemene gronden, weilanden, heiden en bossen, beheerde. Uiteindelijk werd deze organisatie in de jaren zeventig van de vorige eeuw opgeheven. Maar ... het Goois Natuurreservaat had al jaren eerder grote delen van het oorspronkelijke erfgoed van de Erfgooiers gekocht en was daarmee eigenlijk ook 'Erfgooier' geworden. Het GNR tracht in overeenstemming met het uitgangspunt van de Erfgooiers deze gronden ten eeuwigen dage te behouden.

In negen hoofdstukken wordt, in periodes ingedeeld van de tiende tot de eenentwintigste eeuw, de langdurige geschiedenis geschetst van de Erfgooiers en de wat kortere, maar net zo interessante, geschiedenis van het Goois Natuurreservaat.
De vele prachtige illustraties, van kaarten, knipsels, tekeningen en schilderijen tot oude en recente foto's maken dit boek een schatkamer van informatie en (voor vele Gooiers) eigen herinneringen. In de bijlagen is onder meer een lijst opgenomen van alle Erfgooiers in het jaar 1708, dit jaar 200 jaar geleden. Voor Huizen staan er 239 namen op de lijst, waaronder nu nog veel voorkomende.
        Wendy van Noppen
VAN DE DIALECTWERKGROEP
Deze keer wil ik graag eens iets vertellen van een ander dialect uit de regio: het Bunschoter dialect. Waarschijnlijk is het u wel bekend uit de pers, want Bunschoten heeft een zeer actieve dialect werkgroep, de Heeren van Bunschoten genaamd. Zij zijn bezig met het vertalen van de Bijbel in het Bunschoter dialect. De volgende boeken zijn al af: Ester, Ruth, Jona, Prediker, Spreuken en Hooglied. Lucas is bijna af en ze zijn nu begonnen met Handelingen. Het is een monnikenwerk. Een eerdere publicatie van de Heeren betrof Beatrijs.
Beatrijs is een middeleeuws Maria-mirakel. In de Koninklijke Bibliotheek bestaat een boek met de tekst van dit gedicht dat op grond van wetenschappelijk onderzoek gedateerd wordt op 1374. Het verhaal zelf is nog vroeger ontstaan. Een monnik heeft de legende in 1227 vastgelegd, maar het verhaal is daarvoor al jarenlang rond verteld. Het gedicht de Beatrijs is dus in de periode tussen 1227 en 1374 ontstaan. In de middeleeuwen was sprake van Mariaverering en dit gedicht is dan ook een Marialegende.
Het verhaal gaat over een non die het klooster verlaat. Ze leeft met man en twee kinderen in weelde, maar als het geld op is, verlaat haar man haar. Om de kinderen te voeden gaat ze de prostitutie in, maar voelt zich dan zo zondig dat ze gaat zwerven en bedelen. Ze komt weer in de buurt van het klooster en in een visioen krijgt ze meegedeeld dat ze het klooster weer in moet gaan. Ze laat haar kinderen bij een weduwe achter. Terug in het klooster ontdekt de non dat Maria tijdens haar veertien jaren afwezigheid haar werk heeft waargenomen en dat niemand haar heeft gemist. Ze biecht alles op bij de abt, die het verhaal als een wonder doorvertelt. De kinderen komen onder de hoede van de abt die voedsel voor hen aan de weduwe geeft.
Het gedicht is een juweeltje van Middelnederlandse letterkunde. Het is echter niet eenvoudig te lezen. Hieronder volgt een stukje in het Middelnederlands, met daarnaast de vertaling in het Bunschoter dialect.
Van dichten comt mi cleine bate.
Die lieden raden mi dat ict late
En de minen sin niet en vertare.
Maer om die doghet van hare,
Die moeder ende maghet es bleven, Hebbic een scone mieracle op heven,
Die God sonder twifel toghede
Marien teren, diene soghede Dichten lêvert ming niks op.
De minsen zîggen: "Houd toch op
Om je hoòfd te ruwenêren."
Maor om 't goêje in Heur te eren
Dee moêder en maogd kon bliêven,
Gao ik 'n moòi wongder besjriêven,
Waormee God op 't oog hâd
Heur te eren, dee Hum ân de borst hâd. N.B. cleine bate: weinig voordeel
Regel 3: en mijn verstand niet moet kwellen
Doghet: goedheid
Regel 6: ben ik begonnen aan een mooi mirakel
Toghede: toonde
Regel 8: ter ere van Maria die hem zoogde Het is het begin van het boekje. Duidelijk is dat de Bunschoter tekst veel leesbaarder is. Bovendien is er een cd bij waar de hele tekst op voorgelezen wordt (met pauzes met pianomuziek). Hei is dus letterlijk te volgen gedurende een klein uurtje. lk vind het een uitgelezen kans om een keer kennis te maken met zo'n waardevol middeleeuws verhaal.
Er zijn een paar mogelijkheden. In het archief van onze eigen Historische Kring is een exemplaar aanwezig dat u tegen betaling van borgtocht mag lenen. Zoals u weet is het archief in het Schoutenhuis op maandag open. Het is absoluut ook de moeite waard om het aan te schaffen om met familie en vrienden nog eens te beluisteren. Tevens is het een zeer fraaie uitgave. De tekst en de vertaling en de opmerkingen staan overzichtelijk naast elkaar, met genummerde verzen. De fraaie beginletters zijn in blauw en goud uitgevoerd. Er staan enkele illustraties in. Het boekje kost slechts e 12, 50 en dan heeft u een schitterend boekje met de cd. U kunt het bestellen bij een van de Heeren van Bunschoten: de heer M. Nagel, tel. 033 — 2988778. Haast u, want er zijn nog maar enkele exemplaren. Het is wat mij betreft een absolute aanrader.
Ineke van Herwerden
UITBREIDING VAN DE GEMEENTE HUIZEN
De laatste maanden wordt in de plaatselijke pers vee/ aandacht besteed aan plannen voor samenvoegen van Gooise gemeenten, grenscorrecties, uitbreidingsplannen enz. In het archief van de Historische Kring Huizen kwamen wij onderstaand uitbreidingsplan der gemeente Huizen in het jaar 1931 tegen en laten u er van meegenieten. Red.
Ter inleiding: wie zich afvraagt hoe de gemeente Huizen bekend stond in het land, kan terecht bij zogenaamde aardrijkskundige woordenboeken. Wij vonden er twee, respectievelijk uit 1883 en 1942.
(1 ) Kramer's Geographisch Woordenboek der GEHEELE AARDE, tweede druk, geheel herzien en naar de beste bronnen bewerkt door J. Jurrius, Leeraar aan de Hoogere Burgerschool met 5jarigen Cursus te Nijmegen. Uitgegeven door G.B. van Goor Zonen te Gouda (in 1883?)
In het deel Lett. A-K staat:
Huizen, Huysen, ned. gem. en d., prov. N.Holl., arr. Amsterdam, kant. Hilversum en I u. O. Naarden, bij de Zuiderzee. Door de onregelmatige plaatsing der huizen, afgewisseld door geboomte en teelgrond, gelijkt het volkrijke en bedrijvige d. een ware doolhof. De visscherij op de Zuiderzee, vooral op bot, haring en ansjovis, wordt hier met 120 schuiten (botters) gedreven, doch de plaats heeft geen eigen haven. Tot de gem. behooren de groote landgoederen Noorden Zuid-Crailo met donkere bosschen, en Oud-Bussum met bevallige perken. 3694 meest geref. inw.
[Opmerking: het is onbekend wanneer de eerste druk van dit woordenboek verscheen, maar gezien de tekst 'de plaats heeft geen eigen haven' wijst erop dat dit vÔÔr 1854 moet zijn geweest en in de tweede druk niet is gecorrigeerd.]
(2) Van Goor's Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland samengesteld door K. ter Laan en anderen, uitgegeven door G.B. van Goor Zonen's Uitgeversmaatschappij N.V., 's Gravenhage — Batavia inl 942. Hierin wordt Huizen omschreven als:
gem. in N. Holland in 't Gooi, ten O. v. Naarden, aan het IJselmeer, 9600 inwoners, waarvan Ned. Herv. 81, Ger. 8, R.K. 1 1/2 , en zonder gezindte 6%. Landbouw, visserij; zomerverblijf. Manden, kunst-aardewerk, papierwaren, meubels, vloerzeil, kalksteen: industrie ter vervanging van de verdwijnende Zuiderzee-visserij. Ook pogingen om zijdeteelt mogelijk te maken. Proefbedrijf, 1941. Merkwaardige klederdracht. Bij Huizen de Sijdjesberg.
Zandafgraving ten behoeve van de
Kalkzandsteenfabriek
Opgaaf van het aantal inwoners der Gemeente HUIZEN over de jaren 1795 tot 1940.

UITBREOINGSPLAN DER GEMEENTE HUIZEN MAART 1931
Tweede blad behoorende bij de Gecombineerde Gooische Bladen van Zaterdag 28 Maart 1931 .
Heil verwacht van forensen. Breedte der wegen. Dubbel spoor Gooische Tram. 1900 woningen kunnen gebouwd worden. De haven en de industrie.
Hoewel wij reeds maanden geleden uitvoerige artikelen aan het uitbreidingsplan der gemeente Huizen hebben gewijd, willen wij thans uit de door B. en \.AL verstrekte toelichting op het ter visie liggend ontwerp nog een en ander vermelden.
Bedoelden de vorige uitbreidingsplannen een bebouwing van bijna de geheele gemeente, dit plan beperkt zich, voor wat de bebouwing betreft, tot een in verhouding tot de oppervlakte der gemeente, klein gedeelte.
Alhoewel goede industrie, waarvoor 19 H.A. zijn bestemd, zeer zeker bij kan dragen tot meerderen bloei der gemeente, meenen wij toch te mogen hopen, dat met het aangewezen gedeelte de grens is bereikt. Meer heil kan men verwachten van de vestiging van forensen.
Het is dan ook met het oog op de forensen, dat niet alleen een uitbreiding grenzende aan den kom is ontworpen. Immers, het blijkt dat vele personen, voornamelijk zij die hun werk elders hebben, zich niet in de nabijheid der kom willen vestigen. De redenen daartoe vermogen wij niet te kunnen opheffen, op grond waarvan mede gelegenheid tot bouwen geboden wordt nabij Oud-Bussem, in aansluiting met de terreinen van de N.V. Mij. "De Stukken" en de terreinen van de Mij. "Oud Krailo".
Voorts wordt nog gelegenheid geboden om de bebouwing in de omgeving van de Naarderstraat nabij Erica uit te breiden in oostelijke richting.
Met uitzondering van "Oud-Krailo", waar nog geen bebouwing van eenigen omvang aanwezig is, zijn de vorenbedoelde terreinen zoodanig gekozen, dat deze aansluiten met de bestaande bebouwingen.
Met uitzondering van een strook van ongeveer 100 meter breed liggende langs de west- en noordgrens, aan "Oud-Krailo" werden alle terreinen daar voor bebouwing bestemd. Het plan daartoe werd in opdracht van de directie der Maatschappij ontworpen door den architect Wouter Hamdorff te Laren en behoudens een kleine wijziging in verband met den bouw der gebouwen van het Blinden-lnstituut en te verwachten moeilijkheden ter verkrijging van enkele wegen, overgenomen.
Openbare en bijzondere gebouwen.
Het plan biedt in zulk een mate gelegenheid tot bouwen en dientengevolge tot uitbreiding van het zielental dat het noodzakelijk moet worden ook aandacht te schenken aan de plaats van scholen, kerken, politiegebouwen, badhuis, in 't algemeen zulke gebouwen die van gemeentewege worden gesticht of bij welker stichting de gemeente bijzonder belang heeft. Ons college meende, dat 't niet gewenscht was deze terreinen met die bepaalde bestemming op het plan aan te geven.
Als hoofdverkeerswegen moeten worden genoemd, de Nieuw-Bussummerweg (bestaand), de Crailosche weg, de Bestevaer met de voortzetting daarvan naar de Haven en het industrieterrein, de Bussummerweg vanaf de Crailoscheweg in oostelijke richting tot den korten golfzender, met een aftakking Haardstedelaan en haar verlengde naar en langs de geprojecteerde uitbreiding der haven. Alle andere wegen zijn van min of meer secundair belang. De Nieuwe Bussummerweg heeft een breedte van 14 meter en dient zoolang de Crailosche weg nog niet is aangelegd, voor alle verkeer naar den Rijksstraatweg Amsterdam-Amersfoort. De Crailosche weg is ontworpen op een breedte van 20 meter en geeft de kortste verbinding naar den Rijksweg voornoemd. De Bestevaer, liggende in het noordelijk verlengde der Crailoscheweg, is geprojecteerd op 18 en 15 meter breedte en dient voor 't verkeer naar en van de haven en het industrieterrein naar den Crailoschen weg.
De Bussummerweg, aansluitende aan de Blaricummerstraat ter plaatse waar de Haardstedelaan uitmondt, is geprojecteerd op een breedte van 15 Meter en dient eveneens voor verkeer tusschen de Haven en den Crailoschenweg via de bestaande Haardstedelaan en haar verlengde met 'n voorgestelde breedte van 20 meter.
Voornoemde Bussummerweg is nog niet doorgetrokken tot aan den Crailoschenweg aangezien deze weg meer van belang zal zijn, wanneer de havenuitbreiding is tot stand gekomen.


Wel is deze Bussummerweg doorgetrokken tot door den koedijk, opdat bij het tot stand komen van een brug over het Eemmeer aansluiting aan dezen weg zonder bezwaar kan worden verkregen. Ter voorkoming van groote moeilijkheden bij eventueele verbreeding dezer hoofdverkeerswegen werden voortuinen voorgeschreven van 10 — 15 meter.
Voor de overige wegen zijn, behalve wanneer het betrof bestaande, met een meerdere breedte, zooals bijvoorbeeld de Naarderstraat en Valkeveenschelaan, breedten aangehouden van 8 — 14 meter. De wegen verkrijgen een breedte van 10 meter, behoudens die, gelegen op het industrieterrein, waarvoor 12 en 14 meter werd aangenomen. Alleen op deze industrieterreinen mag langs de straatgrens worden gebouwd; voor alle overige wegen zijn voortuinen voorgeschreven, waarvan de diepte 6 — 15 meter bedraagt.
Spoorwegen langs wegen.
De breedte der Naarderstraat (20 meter) kan geen beletsel meer zijn om zoo nodig over te gaan tot het leggen van een dubbel spoor. Ook de Blaricummerstraat levert ons inziens geen bezwaar op tot het leggen van een dubbel spoor. Immers, veel verkeer heeft deze weg niet en is daarop ook niet te verwachten, aangezien zij alleen moet dienen voor verkeer naar en van Blaricum; indien dit verkeer van dien aard wordt dat dubbel spoor hinderlijk moet worden geacht, is de tijd gekomen, dat een andere weg als hoofdverkeersweg moet worden aangewezen, b.v. de Lage Laarderweg.
Lengte en diepte der bouwblokken.
De lengte der bouwblokken varieert van 350 tot 100 meter, waar de lengte gering is, moest dit bijna uitsluitend worden aangehouden met het oog op bestaande wegen waarvan de opheffing bezwaar oplevert.
Zielenaantal, woongelegenheid.
Uit de bevolkingsstatistiek der gemeente blijkt dat gedurende de laatste tien jaren de gemeente met 1671 zielen is toegenomen, een gemiddelde jaarlijksche toename alzoo van 167 zielen. Globaal genomen bieden de op het conceptplan als te bebouwen aangegeven terreinen plaats voor 1900 woningen; rekenende het gemiddelde aantal personen op 4 per woning geeft dit plan dus gelegenheid voor uitbreiding der gemeente tot een totaal zielental van 15600.

Industrie wint het van visserij    Wat als de engen volgebouwd zijn?
Huizer eng waar de Oude Huizerweg uitkomt op de Driftweg
Wijze van bebouwing.
Zooals uit de bijbehoorende staten blijkt wordt voorgeschreven een ruime bebouwing. Voor arbeiderswoningen zijn aangewezen de gedeelten direct aansluitende aan de kom ten noorden en zuiden van 't dorp. Langzaam gaat dan de bebouwing over in een meer ruimere en zullen naarmate deze ruimer wordt hoogere eischen aan het bouwwerk moeten worden gesteld.
Voor zoover mogelijk zal voordat met de bebouwing van eenig blok een aanvang wordt gemaakt, ter goedkeuring worden gevraagd of zoo noodig door onzen dienst zelf worden ontworpen een bebouwingsplan voor dat bouwblok.
Deze bebouwingsplannen zijn thans reeds ontworpen en door ons aanvaard ten opzichte van Crailo, den Bikbergerweg en Vliegheiweg, welke plannen worden overgelegd.
Plantsoenen.
Ernstig is de vraag overwogen of het gewenscht, of beter noodzakelijk moest worden geacht, te midden van de bebouwing gronden te bestemmen voor plantsoen(en).
Behoudens enkele gedeelten van geringe afmetingen hebben we gemeend, dat zulks niet moest worden gedaan. Immers direct buiten de aangegeven bebouwingsgrenzen vinden we vele terreinen rijk aan natuurschoon, die door de vestiging van het Gooisch Natuurreservaat, haar karakter ook nimmer zullen verliezen.
Begraafplaats.
Overeenkomstig de gedachte van bijna alle leden van den raad, is geen begraafplaats geprojecteerd buiten de bebouwing doch gelegenheid ontworpen tot behoorlijke uitbreiding van de bestaande begraafplaats, waarbij tevens, mede met het oog op de wettelijke voorschriften, regelende de bebouwingsafstanden, een strook plantsoen is gedacht.
Sportterreinen.
Zooals uit het plan blijkt, wordt thans geen terrein als zoodanig aangewezen, hetgeen echter geenszins wil zeggen, dat zulks niet de aandacht heeft. Integendeel, reeds nu is ons oog gevallen op een voor dat doel zeer geschikt terrein, doch enkele factoren, welke daarmede verband houden, kunnen nog niet worden overzien, op grond waarvan dit te zijner tijd nader zal worden voorgesteld.
Havenuitbreiding.
Alhoewel nog niet kon worden gezegd welke invloeden de inpoldering der Zuiderzee op onze haven zal doen gelden, is om meerdere redenen toch een uitbreiding ontworpen. In de eerste plaats is het van groot belang dat de in de onmiddellijk nabijheid van industrie zich een haven bevindt zooals de onze, welke langzamerhand geschikt dient te worden gemaakt voor schepen van 1000 ton. Ten andere is het niet buitengesloten, dat het eventueele boezemwater langs onze gemeente zich bij uitstek zal leenen voor pleziervaartuigen.
Tenslotte is onze haven de eenigste in het Gooi, en vooral gelet op het gebruik der laatste paar jaar nog wel van groote beteekenis gebleken te zijn. Dit zal ongetwijfeld nog meer het geval zijn, wanneer deze haven door middel van de reeds eerder genoemde hoofdverkeerswegen wordt verbonden met den Rijksstraatweg Amsterdam — Amersfoort.

De meent bij Huizen    Langs het Gooimeer
RIJKSZ. LUSTICH (1654 - 1727), SCHEPEN AWLAMBERT 
ZÉN'ENT BEKEND HISTORIESCHRIJVER (vervolg)
Harmen Kos
Over de geseling en brandmerken van gestraften
De titel van dit verhaal is nogal zwaar uitgedrukt als je ziet dat de straffen milder werden uitgevoerd.
'Op donderdagh den 4 augustus 1718 doe wiert Dirck Jansen Spilt out omtrent 31 jaren, en noch jonghman, en hier wonagtich sijnde, door onse schout Lambert Keelwigh, geassisteert met onse dienaar Joost Vree; bij 't heck van Goossen Reijrz. Soo hij stont en dijckte gepprehendeert (gegrepen), ende gebonden als een dief tot onse schouten gebragt, ende quam daar voort Gerardus Gansneb, genaamt Tingnagel Schout van Naarden, de welcke hem gevangen in presentie van twee onser schepenen afvraagde, of hij de vier huijden uijt de ton bij Gerrit Koeminnen niet hadde gestoelen en tot Baarn verkogt etc; waar hij op seijde ja, ende of hij niet een groote bleeck kleeren tot Schravelant gestoelen hadde, en wat daar van wederom hadde gebragt etc.; waar hij op seijde, ja ende of hij niet omtrent den bergh in 't Heeren huijs van Hinlopen veel goedt gestoelen hadde, en door een swaar dreijgement van te vangen, het selve niet hadde weten stilletjes te laten weerom brengen, ende na dat hij dese drie diefstallen hadde bekent, soo wier hij met twee dienders bij hem op de wagen van Gerrit Hendr. Boom op den stadt huijse tot Naarden in de gijselkamer gevangen gebragt, ende na dat hij daar omtrent een weeck hadden ingeseten, en niet meer woude klappen, doen wiert hij aldaar in Jan Duijmen gat geset ende terwijl hij daarin sat liep onse schout geweldigh bij dese en gene om hem te laten verswaren, ende wiert door eenen Gerrit Duijm van Blaricum, en van een ketelbouwer van Eemnes merckelijk beswaart, ende nadien hij noch eenige dieverijen meer hadde beleden, soo in waterlant met het steelen van een bleeck kleeren, en een vaatje haringh uijt een man sijn schuijt gestoelen, ende alhier tweemaal appelen en peren uijt de tuijn van Jacob Brantz gestoelen hadde, soo wiert hij na drie weeken geseten te hebben in Jan Duijmengat

daar uijt gelaten en in de voorz. Gijselkamer geset, ende nadien sijn nabestaande vrienden noch wat bij schepenen voor hem spraken, soo Wiert sijn vonnis bij schepenen van Naarden genadelijk op 31 augustus 1718 te boeck geset. Ende nadien alle ordinantiën bij de schout van Naarden gestelt en gereguleert was, om den voorz. Gevanenen te Exicuteren.
Soo is, op Donderdagh den 8 September 1718 den voorz. Gevangene publijck in den stadhuijse voor de gespanne vierschaar sijn belijdenis en sententie in 't aanhoren van een menigte toehoorders, hem voorglesen welcke omtrent aldus luijt. Hoe hij omtrent 31 jare out was, ende hoe hij alle de voormelde dieverijen hadde gedaan etc.; ende hoe hierom publijck op 't schavot moest worden gegeeselt en gebrandmerckt, ende Wiert daar en boeven voor tijt van 20 Jarenuijt de lande van Hollant en Westvrieslant gebannen. Ende is daarop, soo aenstonts door de Beul sijn knegt van Haarlem op het schavot omtrent 40 slagen gegeeselt en ligt gebrandmerckt, ende los gemaakt sijnde en een weijnigh binnen den stadhuijse geweest sijnde, Wiert op het stadhuijs klockgeluijt, ende hier op Wiert hij door Jan Boelhouwer stadsdienaar van Naarden ter stadspoorten uijtgeleijt.
Maar er waren wredere straffen zoals het levend villen van een moordenaar. Op Dinsdagh de 17 juli doen werd de backer Jan Gerritsen voor de derde maal te Huijsen gearresteerd en te Naarden veroordeelt tot geese/ing, brantmercking ende verbanninghe. Op de 31 ste van dezelfde maand werd het vonnis op meedogenloze wijze uitgevoerd. Een paar jaar later vermeldt een journaal van Lustich: dat een brouwersknecht uit Amsterdam wegens grove en aanhoudende diefstallen, den hals werd afgesneden. Begin februari 1724 vermoordt een man zijn vrouw, moeder en vader, de straf hiervoor was; hij selvers levend gevild werd.
Over landafslag door de Zuiderzee
De meenten en de bouwlande (engen) hadden een speciale belangstelling van Lustich, ookal omdat hij zelf Erfgooier was. Zo heeft hij verschillende metingen gemaakt van de gronden langs de Zuiderzee. Hij geeft een overzicht van lengten en breedten die in zijn tijd toegepast werden. Als maateenheid werd de Goy/antse roe van 12 voeten gemeten, ende de roede gaande wegh overgeslagen. Hij was er van overtuigd dat de Zuiderzee steeds meer land afsloeg van de maatlanden. Want hij stelde: Een liefhebber die 5() of 100 jaren na mij komt, kan dan ook eens meten en besien dan wat de zee dien tijt weggenomen heeft.
Uit de Secrete Registers had Lustich de volgende gegevens overgenomen: Dat men omtrent den jare 1300, of noch a/ wat later, al wederom door aente/en van menschen, beesten en landbouwerijen, maar voornamen/ijck door de hoogen watersv/oeden, dat de maatlanden afgespoeld waren, ende uijt andere oirsacken en insigten meer soo hebben die Naardenaars, ende die gemeene Lantgoyers wederom goetgevonden om Huijsermaat en Naardermaat en Bussummermaat en Laremaat wederom te verlangen gelijck het ten hedige daghe is.
Om het door de Zuiderzee afgeslagen land terug te winnen ging men over tot verlenging van de maatlanden, met soms wel meer dan 100 roeden. Er werd dan in de zee een dijkje van aarde en klei aangelegd, waarvan bij lichte stormen wel wat werd weggeslagen, maar toch bleef er nieuw gewonnen land over. Op die manier had men aan de Larenmaat een stuk land gewonnen, maar vanwege de ongunstige ligging werd dit Kortrijck genoemd. Volgens een verklaring van Lustich over deze naam het volgende: Kortrijck is van Larenmaat afgegraven, ende heeft sijn naam van Kortrijck gekreegen, omdat alle man we/ kon bemercken dat de Suijderzee, het 't eerst moest wegspoelen. Daerom hebben de gemeene Lantgoyers tegen die lantman in 't toedeij/en geseijt, U rijck sa/ maer een kort rijck sijn. 't Mag mij heugen dat het omtrent drie swaden groot was en nu niet meer dan anderhalve swat groot is.
Over de oorspronkelijke eigendommen van de Erfgooiers was Lustich wat minder duidelijk, op verschillende manieren probeerde hij dit te onderzoeken en hierin duidelijkheid te verschaffen.
Hij betwistte het bezit van meentgronden als eigendom van het Weeshuis te Naarden, grondbezit van de monniken van het klooster te Oud-Naarden ,en.het Sint Maria klooster te Utrecht. Door de reformatie moesten de kloosters worden opgeheven en afstand van hun bezittingen doen. Lustich is niet geheel geslaagd met zijn onderzoek, de tijd ervoor werd hem niet gegund. De Secrete Registers die in Naarden moesten geraadpleegd waren onvoldoende. Hij schreef hierover het volgende: Ende wat wijders aangaet, die eijgen landen die rontom den steede Naerden in Naarderbanne, soo binnen als buijtendijck, en soo maat als boulanden, en soo van Hillaars/aan tot in de Zuijderzee, als ook in 't Haverlant, ende soo in Onders/oot 't Spiegel, als in den Duijnen, sij hebbende, dat hebben sij mede we/ beschreeven in haare secrete registers tot Naerden. Ja ik weet en ben verseekert, dat sij geheijme boecken die meer dan 500 jaaren out sijn hebben, want ik dese/ven we/ in mijn handen gehad hebbe, maar hadde geen vrijheit genoegh om die te moegen doorsien.
WORDT VERVOLGD
ENKELE NOTITIES ROND OUD NAARDEN Aartje Kruijning-Teeuwissen
Omdat onze zoon Bram drie jaar het landgoed Oud Naarden (eigenaar familie Dudok van Heel) heeft beheerd, waren we erg betrokken bij dit oude gebied en zochten naar herkenningspunten die wezen op bewoning in oude tijden.
Naarden — Naruthi — Narwa betekent nauw, smal. Almere is de oude benaming van de latere Zuiderzee. Anno 900 waren er nog moerassen die tot vele meters boven het ANP tegen de hoge randgronden opkropen. Oud Naarden was alleen vanuit de zee te bereiken. Uiteindelijk ontwikkelde het Almere zich tot een gevaarlijke binnenzee en kreeg Oud Naarden het zwaar te verduren.
Ongeveer in het jaar 968 kreeg Luitgardis Naarden en het omliggende land in haar bezit via haar vader, Graaf Wichman II van Hamaland. Zij werd abdis van het klooster in Elten (vlak over de Duitse grens bij Zevenaar). Het Gooise bezit bleef tot 1280 bij Elten en werd toen door abdis Godelinde verkocht aan Floris V, Graaf van Holland. In een gevecht tussen 'Kabeljouwen en Hoeken' is het stadje Naarden in de 14e eeuw verwoest, geplunderd en in brand gestoken. Alleen het klooster is niet helemaal verwoest en later hersteld; het werd een toevluchtsoord voor wie niet wegtrok, b.v. naar het oosten, naar het dorp Huizen. In ± 1350 werd het oude Naarden verlaten en ± 3 1/2 km verder naar het westen werd een nieuwe stad gebouwd. Op 17 mei 1350 had namelijk Graaf Willem II toestemming gegeven om 4 stadiën van de ruïne een nieuwe stad te stichten. Oud Naarden bleef echter nog lang zichtbaar. In de 16e eeuw vertelde Lambertus Hortensius dat Oud Naarden bij laag water te zien was en rond 1700 waren bij laag water de contouren van kerk en straten nog waarneembaar. De Huizer geschiedschrijver Lambert Rijksz. Lustigh ziet in 1707 delen van geraamten en doodskisten uit de oude kloosterhof drijven — zij waren losgespoeld. In 1719 vermeldt hij dat er een miserabele rest van Oud Naarden over is. De kustlijn is dan 800 meter teruggebracht door de verwoestende ièe.
Omstreeks 1420 (dus 70 jaar nadat Oud Naarden verlaten was) kwamen 2 monniken uit Amsterdam en zij bouwden tussen de resten twee hutten voor hun verblijf. Noordelijk was grasland voor vee, maar eerst maakten zij een rieten zeewering zodat er niet nog meer strand wegspoelde. Ook stichtten zij een kleine kapel en af en toe kwam er een monnik bij. Als deze geld meebrachten, kwam dat ten goede van het kloostergemeeschapje en zo ontstond een klooster uit een klein begin, enkele hutten die op herdershutten leken. Na een aantal jaren nam men de kleding en geloften over van de Tertriarissen (een klooster van Amsterdam gewijd aan St. Paulus). De kannuniken van Oud Naarden werkten hard, waren zuinig en zo kon, na weer een brand, alles hersteld worden. Schrijver Cornelis van Hoorn behoorde tot de orde der

Regulieren. Hij schreef een boek over "het begin van de wereld tot in onze tijd". In het Burgerweeshuis in Naarden hangt een 17e-eeuws portret waar op de achterzijde staat vermeld: Lourens Gijsberts, stichter van deze conventie, 1438. Hij stierf op 5 september 1473. Lourens Gijsberts zou dus de eerste kloosterling kunnen zijn geweest.
In het rampjaar 1572 werd het klooster bezocht door geuzen en vluchtten de kloosterlingen naar Naarden. Er werd gelukkig weinig vernield. Na 1579 hebben de kannuniken Oud Naarden verlaten en zijn in Naarden gaan wonen. In 1640 werd Oud Naarden door het Burgerweeshuis verkocht. Volgens de akte was er geld nodig voor de aanleg van de Muider trekvaart. In het gebied van Oud Naarden vestigden generaties van boeren hun bedrijf, tot op de dag van vandaag. Eén boerderij werd na 1827 gebouwd, want de 'oude boerderij' stond er in dat jaar nog.