DE RATEL/ FEBRUARI 2006

In het eerste nummer van dit jaar kijken we al weer terug op de eerste ledenavond op 7 februari jl. over de Tweede Wereldoorlog met Jady Snel. Dit onderwerp kwam op een laat moment in de plaats van de geplande avond over de Hollandse Waterlinie die in de Ratel in de agenda was vermeld. Onze excuses hiervoor, helaas gebeuren deze dingen soms als avonden vroeg worden gepland. We doen echter altijd ons best om in de plaatselijke pers op tijd de juiste informatie aan te kondigen.
Gelukkig zijn vele van onze leden gekomen op de ledenavonden van dit seizoen en dat is voor ons bestuur toch wel een leuke graadmeter. In de afgelopen bestuursvergadering hebben wij dan ook het volgende seizoen ingevuld met data en activiteiten. In de agenda treft u de data aan met de geplande onderwerpen. Een bijzondere activiteit is de zomerexcursie op zaterdag 3 juni 2006 naar Schokland. Het is de bedoeling om met eigen vervoer naar Schokland te gaan en om 11.00 uur te verzamelen bij restaurant De Schokker Haven. Na een rondleiding met open wagens van anderhalf uur en een programma in het kerkje van een half uur wordt de excursie besloten met een koffietafel in De Schokker Haven. Kosten € 25,00 per persoon. Opgeven bij: Ria Westland-Rebel, Joost Bankertstraat 77, 1272 BG Huizen, telefoon 035-5262505. Graag zo spoedig mogelijk in verband met reserveringen op Schokland; bovendien is het aantal deelnemers beperkt. Het belooft weer een leuke dag te worden.
Graag tot ziens op onze jaarvergadering in mei a.s.
Met vriendelijke groeten namens het bestuur,
B.J. van Geenen, voorzitter

    16 mei 2006    20.00 uur    Jaarvergadering Historische Kring Huizen, in 'De Boerderij',
Hellingstraat 9, Huizen.
Na de pauze lezen Aartje Kruijning-Teeuwissen en Janny Rebel-Gooijer voor uit het boekje 'Waarde Nicht, Lieve Meutjen'
3 oktober 2006    20.00 uur    Ledenavond in 'De Boerderij': Lezing met dia's over de Zuiderzeevisserij door de heer W. van Norel uit Elburg
    12 december 2006    20.00 uur    Ledenavond in 'De Boerderij': Westfriesch Duo
6 maart 2007 20.00 uur Ledenavond in 'De Boerderij': De geschiedenis van Droste door mevrouw Van Beek
    15 mei 2007    20.00 uur    Jaarvergadering Historische Kring Huizen, eveneens in de
Boerderij

In deze Ratel treft u het verhaal aan van de barre voedseltocht die Lambert Kruijning maakte in 1945, de toespraak van Dr. J.B. Berns over het Huizer dialect gehouden tijdens de presentatie van het boekje 'Waarde nicht, lieve meutjen' op 28 oktober 2005 en de beschrijving van de fietstocht behorende bij het eerder gepubliceerde verhaal van Harmen Kos over de Leeuwenpalen, de grenspalen tussen Gooi en Sticht. Verder rondt Andries Schaap zijn geschiedschrijving over de Textielfabriek Huizen af met een plattegrond. Met verslagen van de Klederdrachtgroep en de puzzel is dit nummer weer vol. Veel leesplezier gewenst, Wendy van Noppen
BERICHTENVAN DE KLEDERDRACHTGROEP
3 september 2005 — Kruiningen
'Ons Boerengoed' bestaat 1 5 jaar en heeft ons uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn. En zo vertrekken wij om acht uur uit Huizen. Richting Utrecht komt er steeds meer mist en in Brabant zit het potdicht. We rijden door een witte wereld naar Kruiningen, waar we even over half tien aankomen. We zetten de zondagse muts toch maar op en blijven dan maar in het café wachten tot de mist optrekt, dat gebeurt gelukkig ook en de zon breekt door. De eerste presentatie is in de kerk om half elf, er is nog niet zoveel belangstelling, jammer hoor! Na de lunch lopen we door de braderie en kijken naar ringsteken te paard met de echte Zeeuwse boerenpaarden, het beslaan van paarden, enzovoorts. Er treden ook dansgroepen in klederdracht op. En om half drie geven we de tweede presentatie op een hoge vrachtaanhangwagen, buiten, en nu is er veel meer belangstelling en worden we ook vaak aangesproken: "Waar komt u vandaan?" en "Dit is toch een Zeeuwse kap?" Om half vijf begint de optocht om de kern van het dorp en na afloop krijgen we als presentje een net Zeeuwse uien! (Minstens drie kg!) Lachen . Henny Hannaart

OBVOEDSELTOCHT JANUARI 1945
Lambert Kruijning
Tante Nel, een vrijgezelle iets oudere zus van mijn moeder, ongeveer 41 of 42 jaar oud en ik, Lambert van onze Griet, ruim veertien jaar jong, gingen samen op pad. Op pad met de fiets, eindbestemming het dorpje Oldeberkoop in Friesland, ca. 20 km ten oosten van Wolvega.
Voedselnood dwong ons om iets te ondernemen. Er gingen er zoveel, waarom wij niet?
Maar waarom helemaal naar Oldeberkoop op de fiets! Er was geen andere mogelijkheid dan fietsen of lopen, wat velen ook deden die geen fiets hadden. Wel, ome Henk Kruijning, een broer vah mijn vader, had in ons dorp, in Huizen, een slagerij. Een slagersknecht uit Friesland was bij hem knecht geweest. Hij heette Jan de Boer, een gemakkelijke naam om te onthouden en hij woonde in Oldeberkoop (nooit van gehoord). Hij woonde dus voor toen in het "voedselrijke" Friesland en was thuisslachter. Voor die tijd een bijzondere relatie, dus daarheen! Telefoneren dat we er aankwamen was in die tijd onmogelijk, er was geen telefoon. Met dat vooruitzicht togen wij samen, tante Nel en ik, op de fiets naar Friesland. Tante Nel met een persoonsbewijs op zak en ik m s n blauwe jeugd tramabonnement en vader en moeders trouwboekje. Want ik was ruim veertien jaar en had nog geen persoonbewijs. Ze waren bang dat ik zou kunnen worden gearresteerd onderweg. lk was nogal groot voor mijn leeftijd. Het was dus angstige voorzorg, wat later helaas niet bleek te helpen.
Onze eerste etappe was Zwolle via de Eemnesserpolder, Nijkerk, Harderwijk, Oldebroek. We reden op het fietspad langs de oude Zuiderzeestraatweg. Een stroom van mensen met handkarren, fietsen met houten of massieve banden, kinderwagens, ze kwamen van heinde en verre. Allemaal op weg om eten te bemachtigen. Nu niet voor te stellen! Het was inmiddels gaan regenen en we kwamen dus drijfnat aan op ons eerste overnachtingadres bij de heer en mevrouw Reinders, ouders van een melkklant van mijn vader in Bussum. De heer Reinders was toentertijd directeur bij Van Houten in Weesp, daar hadden we wat chocolade repen van meegekregen voor onderweg. Een luxe! In Zwolle werden we liefderijk ontvangen, kleren om de kachel drogen, er was warm eten en een heerlijk bed. lk sliep meteen.
De volgende dag langs de kale tweebaans betonweg naar Meppel. Aan de kant van de weg kapot en in brand geschoten Duitse legervoertuigen en allerlei andere angstig uitziende spullen. Maar we moesten door en we waren niet alleen, een stroom van op hongertocht zijnde mensen bewoog zich voort. Hoe noordelijker we kwamen, richting Steenwijk, hoe stiller het werd. Maar eindelijk Wolvega. Daar zouden we kunnen overnachten bij een familie Van Veen, ze hadden een schildersbedrijf. Mevrouw Van Veen was een zuster van Trijn van Goôsen van Geb, buren van tante Nel, dus we zaten goed. "Nelle kijnd, hoe kom jij hier zo?" want iedereen kende tante Nel. Ze was baker in ons dorp. Eerst erwtensoep met worst! Toen een heerlijk bed, wat een ontvangst! Bekaf viel ik als een blok in slaap. In Wolvega was het een hele drukte door evacués uit het Westen. Er was een centrale keuken die erwtensoep maakte. Een hele toestand.
De derde dag op naar Oldeberkoop, naar Jan de Boer, een slager. In Oldeberkoop, een klein Fries boerendorpje met wat kleine vrij staande huisjes op het vlakke kale winterse land, was Jan de Boer en zijn vrouw gauw gevonden. Na ons bekend gemaakt te hebben was er een verbaasde maar vriendelijke ontvangst. Een warm huisje en heerlijk eten. En een vlees! Smullen. Want ik was veertien jaar, ik kon wel blijven eten. lk weet het nog heel goed! Na enkele dagen hadden we voldoende eten verzameld bij de boeren onder andere die Jan kende. Tarwe, vlees, kievitsbonen (nooit van gehoord). Met onze tassen volgestouwd togen we weer naar Jan de Boer. Maar intussen was het gaan sneeuwen en kouder geworden. lk sliep bij die familie De Boer in een kamer aan de voorkant die uitkeek op de sneeuwvlakte.
's Nachts blies de wind door de kieren over de vensterbank, waaronder ik op een ouderwetse hoge ronde canapé sliep. Maar ondanks de kou sliep je wel, bekaf na zo'n sjouwdag met je fiets door de sneeuw.

Onze fietsen volgeladen en met nog een tas met dik belegde boterhammen    voor onderweg mee namen we dankbaar afscheid en begonnen we aan de terugweg, richting Wolvega. In een eenzaam staand plattelands cafeetje kregen we heerlijke
warme boerenmelk, Tante Nel Westland Lcunbert Kruijning Dirk Zwart zomaar! Bij ons in het Westen, toen, on- op latere leeftijd
denkbaar. Nog een enkel nachtje bij de familie Van Veen in Wolvega, lekker eten en slapen is een heerlijk vooruitzicht. Want we wilden naar huis met dit lekkere eten. Thuis zouden we met open armen worden ontvangen. Maar in de sneeuw was het een hele opgave. De rechte, koude, kale provinciale klinkerweg van Wolvega richting Steenwijk met gleuven en sporen in de sneeuw, werd tante Nel fataal. Ze viel met haar volgeladen fiets op haar heup. Gevolg een bloeduitstorting aan haar linker bil. Daar stonden we en konden niet verder. lk zie ons nog samen staan, fiets aan de hand, op zo'n flauwe verhoging in de weg, vanwege een bruggetje over het riviertje de Linde. In de koude eindeloze witte verlatenheid, geen kip of kraai te zien. Wat nu! Terug? Daar had ik helemaal geen zin in. We waren al zo lang van huis, thuis wisten ze van niets. Maar wat dan? Na wat heen en weer gejammer, zien we in de verte, richting Wolvega, een donker, fietsend figuur opdagen. Wij wachten. Misschien hulp! Die meneer stopt, moest wel in die sneeuwsporen om er langs te kunnen. Toen tante Nel en die meneer elkaar aankeken waren ze sprakeloos. "Wel Nelle ben jij het!" Toen tante Nel. "Dirk (Zwart) ben jij het!" "Ja, dat ben ik, maar wat doe jij hier?" en toen tegen mij, " En wat jij?" Toen het verhaal. lk ben gevallen en heb nu een bloeduitstorting aan mijn heup, moet je toch eens kijken wat een been! Dirk had evacués uit het dorp, met het turfschip van Terstege, een beurtschipper bij ons op het dorp, naar Friesland gebracht en was nu, met een Ausweiss, op de fiets, met eten natuurlijk, op weg naar huis. Hoe is het toch mogelijk dat wij elkaar hier, in de kou en de sneeuw treffen moeten. Dat is toch een wonder! Maar wat nou? Goede raad is duur. "Maar Nel kind zo kun je toch niet naar huis?" Maar wat dan. 'k Meen dat Dirk voorstelde dat tante Nel terug zou gaan naar Wolvega en ik met Dirk verder zouden gaan. lk blij, want ik wilde graag naar huis. Maar tante Nel keek bedenkelijk. Zij was verantwoordelijk voor mij. Dat had ze mijn vader en moeder beloofd. Dirk was voor tante Nel echter een betrouwbare persoon, ze kende hem heel goed en had bij hen gebakerd. Er was eigenlijk geen andere oplossing en ik wilde graag naar huis. Thuis waren ze natuurlijk ongerust. Zo lang al, zonder taal of teken.
Zo gezegd zo gedaan. Tante Nel strompelend terug naar Wolvega, een paar kilometer. Wij samen, ik achter Dirk aan terug op de fiets richting Steenwijk. Dat ging lekker vlot. In de loop van de middag, tussen Steenwijk en Meppel werden we aangehouden door soldaten van de organisatie Todd, die mensen verzamelden voor het graven van verdedigingswerken. Dirk liet zijn Ausweiss zien, o.k. Maar ik met m'n tramabonnementje en het trouwboekje van mijn ouders was de sigaar. Mee. Dirk nog argumenteren maar niets hielp. Het huilen stond me nader dan het lachen. Fiets neerzetten tegen een gebouw, schep in ontvangst nemen en lopen in optocht met soldaten om ons heen. Op zeker moment dacht ik: 'k ga vluchten,'k gooi m'n schep weg en op een lopen. lk weet niet of er nog op me is geschoten. Bij het gebouw stond wonderwel nog mijn fiets met alles erop en eraan. Fiets gepakt en zomaar weggefietst richting straatweg. In m'n eentje richting Meppel. De straatwegen liepen toentertijd nog door de dorpen en steden. In Meppel zie ik een gebouw van het Rode Kruis. In die dagen kon je daar als etenhalers eten. lk naar binnen. En wie zie ik daar tot mijn stomme verbazing aan tafel zitten met een bord hutspot voor zich. ... Dirk Zwart! Z'n mond bleef open staan van verbazing. Maar ik meteen aan zijn hutspot, dat vond hij direct goed, veel te blij dat ik er weer was. Weer een wonder! Wat een blijdschap in alle ellende.
Na ons hutspot bunkeren, weer op pad richting Zwolle. Een hele trap, maar we gingen huiswaarts, als paarden die de stal ruiken. De grootste belemmering was de brug over de IJssel bij Zwolle. Er gingen geruchten dat die gesloten zou zijn. Daar aangekomen, inderdaad een opstopping van voedselhalers die er niet door mochten. Een hele consternatie rond die doorlaatpost voor de brug. Strenge controle door de Duitsers, voor Dirk echter geen probleem met zijn Ausweiss. Het was nogal een gedram daar van mensen met allerlei vervoersdingen. Dirk ging er qachtjes doorheen en ik zo'n beetje schuifelend achter die wachtposten om naar Dirk. En dat lukte. Wij samen over die lege brug. Heel angstig, want daar boven waren weer van die wachtposten en zwaar bewapende mitrailleur opstellingen. Wij zijn toch over die brug gekomen en die lui lieten ons zomaar gaan. Weer een wonder! Het was inmiddels gaan schemeren en over de brug reden we tussen de weilanden richting Wezep. Opeens een geweldig lawaai rechts van ons in het weiland, alsof er een bom insloeg. Daar werden, werd ons later verteld, VI of V2 raketten gelanceerd met veel vuur en geluid. We stonden stijf van schrik door de plotselinge herrie in die donkere stilte. Van de schrik bekomen maar weer verder. Maar grote pech, ik had een lekke band, en moest dus lopen. Bij de eerste bebouwing van Wezep was een school ingericht voor overnachting van voedselgangers. We werden wel gewaarschuwd voor ongedierte en diefstal. Bij het eerste het beste dorpswinkeltje achterom gevraagd voor onderdak, en jawel dat kon. We kregen wat eten en drinken en toen naar de zolder onder de pannen met dakraam, en samen in een "twijfelaar" (bed). Het was er steenkoud maar we lagen muurvast tegen elkaar. Ons warm te houden en slapen dat was geen punt. Maar waar was een wc? Een probleem, zeker toen. Je plaste toen veel meer dan anders. 's Nachts moest je zeker Eén keer, en dat gebeurde. Wat nou? Dirk werd ook wakker van mijn getob, maar had een oplossing bedacht. Probeer dat dakraam eens. En dat ging open! Daar stond ik in de kou voor dat open dakraam, zo over de pannen de dakgoot in te plassen. Maar dat kwam Dirk ook net gelegen, dus ook voor dat dakraam. Ook weer opgelost en weer pitten.
De volgende morgen de band weer geplakt gekregen, en met spoed op pad naar huis! De reis van Wezep over de oude Zuiderzeestraatweg, via Harderwijk waar in de Fino soepfabriek heerlijke warme groentesoep werd uitgedeeld, dat was een fijne pauze. In de namiddag zijn we in Putten beland. Daar kreeg Dirk een lekke band. Niet zo verwonderlijk want we reden nog steeds in de sneeuwsporen. Goede raad was duur. Volgens mij waren we bijna thuis en ik wilde maar zo snel mogelijk verder. De voorlaatste maanden ging ik elke vrijdagmiddag per fiets naar Nijkerk en Putten om boter en eieren te halen bij de familie Arendsen aan de Stationsweg. Een goede bekende eieren- en botergrossier van mijn vader. En dan was ik hopelijk klokslag acht uur 's avonds weer thuis. Dirk zou naar de familie Arendsen gaan voor onderdak en bandreparatie en berichten dat ik doorgegaan was, zoals die berichtgeving met thuis was afgesproken. Dus afscheid genomen. lk was net op weg, nog voor de spoorlijn Zwolle-Amersfoort, toen er een beschieting was van een Duitse trein door Engelse Mosquito's (raketvurende jachtvliegtuigen). Beangstigend wat een lawaai en vuur. Bij het passeren van de overweg zag ik vreselijke taferelen onder de voedselgangers, die daar gewond waren of er misschien wel erger aan toe waren. Via Nijkerk en Bunschoten naar Eembrugge, waar ik in beide laatste plaatsen de CCD controle ben misgelopen. Weer een wonder! Maar bij Eembrugge kreeg ik een slappe band. Bij de brugwachter, die familie was van Jan de Boer heb ik de groeten overgebracht en mijn band opgepompt. Op hoop van zegen verder. Maar bij de Occriet fabriek moest ik alweer lopen met de hele Eemnesser polder nog voor me, in de sneeuw en donkere nacht. Een stukje op weg ontwaarde ik enkele figuren in de verte. Dichterbij komende bleken het drie jonge vrouwen te zijn. Zij waren teneinde raad. Bij Eembrugge was hun het eten afgenomen door de CCD, en ze waren ook nog lastig gevallen, begreep ik. Ze huilden. Heel tragisch. lk moest helaas verder, na nog bij één van de fietsen een snelbinder of iets dergelijks tussen achterwiel en kettingkast losgepeuterd te hebben. Na de eindeloos lijkende sjouwpartij, kwamen de donkere contouren van de Wakkerendijk (Eemnes) in zicht. Maar de tijd drong, ik moest voor acht uur van de straat zijn. Bij achten was ik halverwege de Maatschappijweg in Blaricum, ter hoogte van waar nu restaurant "Rust Wat" is. Bij een grote villa met zo'n rondgaand voorrijpad liep ik naar de voordeur. Daar werd ik van de deur gewezen, na de eerste schrik van woedend hondengeblaf. Bij een landelijk huisje (staat er nog!, zie foto blz. 14) aan de weg, even verder bij een groentekassen kwekerij, aangeklopt. Een heel vriendelijk echtpaar, voor mij wat oudere mensen, waren met me begaan. M'n fiets met kostbare waar kon achter slot en grendel in een ketelhuisje naast de kassen. Binnen heel genoeglijk en warm kreeg ik heerlijke warme, echte groentesoep. Verrukkelijk! En toen in een kamertje boven, aan de weg, in een echt bed. Heel moe viel ik direct in slaap. Dat geveltje met die slaapkamer raampjes aan de weg, is er nog. Daar zit nog een verhaal aan vast, maar dat komt nog.
Na een heerlijk ontbijt voor toen, alles was lekker wat je kreeg, weer lopend op pad met lekke band en zware vracht in de sneeuw door Blaricum naar Huizen. Het was mooi weer, de zon scheen en alles was wit. Naar huis, nog maar een kippeneindje! Een ware triomftocht met zoveel heerlijk spul. Aan het eind van de morgen kwam ik achter ons huis om zeulen en viel naar binnen. Wie mij toen verwelkomden weet ik niet meer, maar ieder geval mijn vader. Maar geen moeder. Dat was een teleurstelling! lk Had me van mijn thuiskomst heel wat voorgesteld. Zoals Vader vertelde, was moeder diezelfde morgen per fiets naar Putten gegaan, om bij de familie Arendsen naar mij te informeren. Ze waren nogal ongerust geworden. Zou er wat gebeurt zijn? Het meest bizarre was, dat 's morgens bij dag worden, mijn moeder voor langs mijn slaapkamertje van de "Capitten", zo heette die kwekerij, was gefietst, richting Putten. En ik daar slapen!
Wat heeft die dag lang geduurd. Maar 's avonds was het feest. Moeder was weer thuis en we hadden genoeg te eten! Een geslaagde tocht, ondanks alle belevenissen. Maar waar was tante Nel nu? lk kan mij niet meer herinneren hoelang we weggeweest zijn. Een dag of tien, twaalf? En hoe en wanneer tante Nel teruggekomen is? 'k Meen dat opa toen bij ons is geweest. Maar alles bij elkaar, een tocht met vele wonderen. Wat een spanning in die tijd. Ze wisten niets van ons. Geen telefoon, geen post. Het had heel anders kunnen aflopen.
VAM DE DIALECTWERKGROEP
Zoals u weet, was de presentatie van het boekje 'Waarde Nicht, Lieve Meutjen' op 28 oktober een groot succes. In deze Ratel vindt u een samenvatting van wat toen door dr. Jan Berns van het Meertens Instituut gezegd is over het Huizer dialect.
Ineke van Herwerden
HUIZEN (NH): het dialect
Dr. J.B. Berns
Wanneer er in ons land over Huizen gesproken wordt, voegt men er steevast aan toe:"Noord Holland" en als Huizen ergens geschreven staat, minstens de afkorting "NH"; dit om te voorkomen dat men dit Huizen verwart met Huissen in Gelderland, een stadje onder de rook van Arnhem. Die plaatsnaam spelt men als H-U-I-S-S-E-N, maar spreekt men uit als Huuse. In dit licht lijkt de nadere lokalisering van Huizen met de geografische aanduiding NH of NoordHolland volkomen overbodig. Maar wie naar het dialect van Huizen kijkt en de verschillende eigenaardigheden op een rijtje zet, denkt: 'die toevoeging Noord-Holland is zo gek nog niet', want in een aantal gevallen kun je je afvragen is dit wel een Noord-Hollands dialect?
De sprekers van het dialect zelf hebben zich die vraag ook ooit gesteld en op de grote indelingskaart van de Nederlandse dialecten uit 1969, waarop de subjectieve meningen van de

sprekers getoetst zijn aan de uitkomsten van het wetenschappelijke dialectonderzoek, ligt Huizen binnen het gebied dat genoemd wordt: "Utrechts-Alblasserwaards". Het gebied waar de korte a als aa wordt uitgesproken (beroemd geworden door "Baartels waar" en vooral ook door de conferences van Tineke Schouten) en waar oorspronkelijk lange klinkers klankverandering hebben ondergaan, waar men niet proeven, maar preuven zegt, niet zoeken, maar zeuken.
De n aan het einde van woorden wordt in Huizen duidelijk uitgesproken, niet op de bekende manier van de Boertjes van Buut'n, maar toch goed hoorbaar: Boertjes van Buuten. Dit verschijnsel verdeelt het Noord-Nederlandse taalgebied in tweeën en wel zo dat de dialecten met een hoorbare slot-n oostelijk of Nedersaksisch worden genoemd, terwijl het afstoten van die slot-n gezien wordt als een typisch westelijk -Hollands- kenmerk; het gaat om lope tegenover lopen, en verder oostwaarts loop'm, om mense tegenover mensen en mens'n.
De al genoemde klankverandering van de lange klinkers wijkt helemaal af van de Hollandse dialecten; in de historische taalkunde spreekt men hier van umlaut (=klankverandering) van lange klinkers. Ook deze umlaut verdeelt ons land in een oostelijke en een westelijke helft, de grens is een lijn die ongeveer van Utrecht naar Antwerpen loopt. Oostelijk is ook de klank oe voor 00, bijvoorbeeld in voege/ vogel) en zoon (zoen). Met de uitspraak u in plaats van o in woorden als vurrëk (vork), en kurrëf (korf) doet het Huizer dialect ook weer sterk oostelijk aan.
Maar hier staan toch weer heel veel westelijke eigenaardigheden tegenover, zoals de lange aa die in het Huizer dialect ae en de Nederlandse ee die soms ie is: gien (geen). Dat geldt ook voor de uitspraak van de Nederlandse ei als ai in: klain, aigen en voor de zogenaamde "velarisering", waarbij een a of o plus n, gevolgd door een d of t tot ng wordt: hongd (hond), kangt (kant). In het hoofdstukje in het boekje over de klanken van het Huizers vindt men tal van voorbeelden. Bij de vervoeging van de werkwoorden sluit Huizen weer aan bij de oostelijke buren, in dit geval de Veluwe. Het is echt een overgangsdialect tussen Oost en West, met veel relicten, maar ook een dialect dat sterk onder invloed van de uit het Westen oprukkende standaardtaal is komen te staan.
Het Huizer dialect heeft het niet aan belangstelling van de kant van de dialectologie ontbroken. In het weekblad De Denker van 3 december 1764 verscheen een brief in Goois dialect. Professor Heeroma die deze brief in 1937 analyseerde kwam tot de voorzichtige conclusie dat het gehanteerde dialect wel dat van Huizen zou kunnen zijn. (Beide teksten zullen in de volgende Ratel worden gepubliceerd. Red.) In 1874 verscheen in het boek Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialectocon van Johann Winkler een vertaling van de parabel van de verloren zoon in het dialect van Huizen. Winkler beschouwt het Huizer dialect als iets bijzonders binnen het Gooi:
"De tongval van 't Gooiland in 't algemeen, maar bijzonder die van Huizen, is in vele opzichten het naast aan den merkwaardigen tongval van Urk verwant. De Huizers zijn dan ook waarschijnlijk afstammelingen van de oude bewoners der oevers van het Fliemeer en van 't eiland Flevo, even als de Schokkers en Urkers, Flielanders, en Enkhuizers".
Wat hier ook van moge zijn, verbanden zijn er gelegd, ook door de al genoemde professor Heeroma met het dialect van het oude Emmeloord op Schokland en het vermoeden bestaat dat na de reformatie Katholieke Huizers daarheen getrokken zijn of geregeld kerkten in het katholiek gebleven Emmeloord.
In 1934 deed de jonge Heeroma veldwerk in Huizen ten behoeve van zijn proefschrift; daarbij legde hij de belangrijkste klankverschijnselen vast. In 1950 kwam de Vlaamse taalkundige Prof.Dr. Edgard Blancquaert naar Huizen om er een opname te maken voor zijn grote project 'Reeks Nederlandse Dialectatlassen'. Dat is een onderneming, gestart in 1925 en voltooid in 1982, waarbij in 1973 plaatsen in Nederland, Vlaanderen en Noord-Frankrijk een vragenlijst van ruim 140 zinnen en losse woorden is afgevraagd. Alle gegevens zijn fonetisch genoteerd en gepubliceerd in boekvorm. Tussen 1980 en 1995 is door het Meertens Instituut een opname gemaakt van het Huizer dialect in het kader van het project Morfologie en Fonologie

van Nederlandse dialecten op basis van veldwerk, waarvan de uitkomsten gepubliceerd zijn de Fonetische Atlas van de Nederlandse Dialecten en voor een deel in de Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten.
Niet genoemd zijn hier de verdiensten van de werkgroep Huizer dialect, waarover elders in het boekje Ineke van Herwerden verslag doet. Een heel treffende karakteristiek van het Huizer dialect geeft Dr. Harrie Scholtmeijer in zijn boek Naast het Nederlands. Dialecten van Schelde tot Schiermonnikoog. Amsterdam, Antwerpen 1 999, 117-118:
"De dialecten van oostelijk Gooiland, en dan vooral het Huizens, staan heel dicht bij het Veluws. .... Maar misschien moeten we over de Gooise dialecten, met name het Blaricums en het Larens, wel in de verleden tijd praten, want als ergens het traditionele plattelands-dialect onder druk is komen te staan dan is het wel hier".
Een nadere kennismaking met het Huizer dialect laat zien dat het, ondanks veel interessante eigenaardigheden, de laatste jaren sterk onder de invloed van de standaardtaal is gekomen. Een nadere kennismaking leert ook, dat er nu nog mogelijkheden zijn om het traditionele dialect te bestuderen en vast te leggen en de Emmeloordse connecties nader te toetsen. Deze brieven, met zoveel plezier en accuratesse in dialect geschreven, zijn een belangrijke bron.

Harmen Kos
De Leeuwenpalenroute is alleen te voet of per fiets te nemen. We komen langs een viertal uitspanningen. En waar vind je elders in ons land een fietsroute van 23 km, waarvan het startpunt in de veertiende eeuw door een bisschop werd vastgesteld en de genummerde grenspalen door 'Heeren Gecommiteerden' in de achttiende eeuw zijn geplaatst?
De historie van de Leeuwenpalen op de grens van het Gooiland en Utrecht
De grens tussen de provincies Noord-Holland en Utrecht is, vanaf een punt in de Bijvanck bij Blaricum tot aan de Egelshoek in de omgeving van het vliegveld Hilversum, gemarkeerd door een rij van 23 hardstenen palen. De Leeuwenpaal in de Bijvanck is ongenummerd, de vervolgpalen zijn van 1 t/m 22 genummerd. De gehele palenreeks wordt aangeduid als de 'Leeuwenpalen': elke paal draagt aan de ene kant een wapen — de palen uit 1719 het wapen van Holland (één Leeuw), de vernieuwde palen uit 1923 (model Odé) het provinciewapen van Noord-Holland (drie Leeuwen) en aan de tegenovergestelde kant het provinciewapen van Utrecht.
Vanaf de Leeuwenpaal in de Bijvanck, tot hoekpaal 16 in de omgeving van de Hollandsche Rading staan de palen in een rechte lijn — limiet - gericht op de Utrechtse Domtoren. Vanaf hoekpaal 16 staan de palen 17 tot 22 in een hoek hierop en gericht in de richting van Loosdrecht. De afstand tussen de palen is circa 1 km. De palen zijn in 1719 geplaatst, na het 'Accoord' tussen de Staten van Holland en Utrecht. Een aantal oude originele palen staan er nog, maar nâ 1923 zijn een aantal palen hersteld of vervangen door een paal model Odé. Omstreeks 1335 hadden de Gooiers al een brede sloot gegraven, later de Goyergracht genoemd. De Goyergracht begon in de omgeving van Hilversum, liep langs de grens van het Gooi en Sticht, langs Laren en Blaricum tot aan de Zuiderzee, nu het Eemmeer.
Routebeschrijving
We beginnen bij de ongenummerde Leeuwenpaal (in 1968 vernieuwd met verminkte leeuwen) langs de Randweg in de Bijvanck. De Randweg oversteken en het pad volgen tussen de struiken door en we bereiken dan na enkele honderden meters de Goyergracht Noord. We kunnen nu dit hobbelige landweggetje langs de Goyergracht nemen, die aan het einde wel een stuk beter is. Of bij de verkeerslichten oversteken en het fietspad naar Blaricum nemen. Vervolgens over de Meentzoom en via de Schapendrift naar Laren rijden. Aan het eind links de Eemnesserweg op naar de rotonde waarbij de palen 1 en 2 staan. De paal 1 is een originele herstelde paal van 1719, paal 2 is een in 1940 vernieuwd model Odé, de originele staat in het Goois Museum te Hilversum. De palen staan dicht bij elkaar omdat de grens hier een inschinckeling vertoont, een dubbele knik van enkele tientallen meters, waar iedere hoek door een paal is gemarkeerd. * Zie opmerking 1 onderaan!
We gaan verder langs de bebouwing van de Gooiergracht en aan het eind waar de weg rechtsaf buigt, gaan we - goed opletten en links aanhoudend - de Goyergracht Zuid op, die weer uitkomt op een bredere asfaltweg. Aan de rechter kant vÔÔr huisnummer 11 , staat paal 3, een vernieuwd model Odé.
We gaan verder in de richting van Motel De Witte Bergen, en véér het viaduct over de A1, staat in het talud van de autoweg tegenover het motel paal 4, vernieuwd in 1968 model Odé. De paal is ook goed te zien links vanaf het viaduct over de autoweg.
Weer terug en nu het viaduct over en meteen linksaf naar de ingang van het parkeerterrein bij het motel, rechts de Goyergracht Zuid op. Na even wat moeilijker fietsen, staat bij een bocht naar links aan de rechterkant paal 5, in 1954 vernieuwd model Odé.  Zie opmerking 1 onderaan!
We komen even later op een asfaltweg nog steeds de Goyergracht Zuid - met links het talud van de A27. Bij de ANWB-paddenstoel 20002 gaan we even rechtsaf en zien dan rechts in het grasveld voor een woonhuis paal 6 staan, in 1923 vernieuwd model Odé, de originele staat bij Museum Fléhite te Amersfoort. De paal 7 stond hier dichtbij omdat de palen 6 en 7 weer een inschinckeling markeerden. Maar paal 7 staat nu ongeveer tegenover paal 6, aan de overkant in de berm van de A27. Als we de paal 7 willen zien kan dit alleen met de auto rijdend op de A 27, vanuit de richting Utrecht * Zie opmerking 2 onderaan!
We gaan nu circa 400 m rechtdoor op de asfaltweg langs de A 27, steken voorzichtig de Zandheuvelweg over en gaan linksaf onder het viaduct van de A 27 door, na circa 80 m rechtsaf de Albert Schweitzerweg in. Tot de ingang van de Volkshogeschool Drakenburg, hier tegenover staat - goed opletten - paal 8, in 1923 vernieuwd model Odé. Verderop passeren we de spoorlijn Hilversum-Amersfoort en langs het fietspad staat rechts de oude paal 9, van 1719 die na breuk weer is hersteld.
We volgen het fietspad tot de weg Hilversum-Baarn, steken deze voorzichtig over. Hierna rechtsaf het fietspad richting Hilversum nemen - opgelet we gaan tegen de rijrichting in. Na circa 30 meter staat paal 10, ook weer een herstelde paal van 1719. We zijn weer bij een inschinckeling, want paal 11 staat hier vlak bij. Wanneer we het fietspad volgen richting Baarn zien we de paal vÔÔr het hotel Groot Kivietsdal, het is een nieuwe paal van 1923. Op deze paal staan de wapens verkeerd gericht, de paal is 180 graden gedraaid.
We vervolgen onze tocht links het fietspad op tussen de golfvelden door. Links langs het fietspad bij ANWB paddestoel 20039 staat de oude paal 12 van 1719. Verder gaand op het fietspad richting Lage Vuursche - goed opletten - zien we de nieuwe palen 13 en 14, vernieuwd 1923 model Odé, die rechts van het fietspad staan! Ook de oude paal 15 van 1719 staat langs dit fietspad. Bij paddestoel 20014 steken we een fietspad over en gaan steeds rechtdoor, het laatste stukje is wat hobbelig, maar al snel bereiken we de Vuurse Dreef een goed berijdbare asfaltweg met fietsstroken. We kunnen ook het fietspad linksaf vervolgen naar de Vuurse Dreef en deze rechtsaf oprijden, een korte omweg maar wel beter.
Precies op een hoek staat hoekpaal 16, een oud model van 1719. De nu volgende palen 17 t/m 22, staan onder een hoek gericht naar Loosdrecht en zijn alle van het nieuwe model Odé. We gaan verder op de Vuurse Dreef en zien al spoedig rechts van de weg, paal 17 staan, die in de loop van de tijd dieper is geraakt.
Vervolgens passeren we de overweg bij station Hollandse Rading en steken even verder bij de verkeerslichten de Utrechtseweg over. Het laatste stuk van de route gaat over de Graaf Floris V weg en paal 18 staat aan het begin bij de Utrechtseweg. Nu goed opletten want paal 19 staat verscholen achter wat struikgewas zich, rechts in een greppel, bij een ingang van het landgoed Einde Gooi, precies tegenover een zijweg naar links.
De paal 20 staat verderop - goed opletten - rechts van de weg in de greppel, tegenover boerderij 'Arabianhoeve'. Bij de boerderij 'Vrede 't Best' staan de palen 21 en 22, die weer een inschinckeling vormen, en dus dicht bij elkaar. Omdat hier weinig bomen en andere obstakels zijn, kunnen we de beide palen gelijktijdig zien.
Hier eindigt de 23 km lange route langs de Leeuwenpalen, gerekend vanaf Huizen. Een eventuele terugtocht naar huis kan hier beginnen. Voor de terugtocht zijn meerdere mogelijkheden: rechtdoor langs de provinciegrens en de oever van de Weer naar Tienhoven en Loosdrecht en vervolgens naar Huizen fietsen. Of bij de boerderij rechtsaf de Egelshoek in, langs het vliegveld Hilversum naar Huizen. Maar een echte Leeuwenpalenfan neemt de terugtocht in omgekeerde richting. Veel fietsplezier.
Opmerking 1: Vlak bij de rotonde op adres Eemnesserweg 51A — Agterkampen - te Laren, staan op het terrein van Uitgeverij Woudestein de twee originele grenspalen 5 en 21 . De vraag naar informatie bij de Uitgeverij hoe en wanneer de palen daar zijn gekomen en geplaatst leverde niets op. Later heb ik vernomen dat de palen vervangen zijn om de volgende redenen: paal 5 is in 1952 beschadigd door een militair voertuig en vervangen door een nieuw model Odé. De palen 21 en 22 zijn in de Tweede Wereldoorlog door een Duits vliegtuig beschadigd en in 1953 vervangen.
Opmerking 2: In 2004 de palenroute gefietst en gezocht naar paal 7 maar deze toen niet gezien. Wat was er gebeurd: tussen eind 2003 en voorjaar 2004 is er een geluidsscherm geplaatst. De paal staat nu vÔÔr het geluidsscherm in de berm van de A 27 en is alleen te zien met de auto rijdend vanaf de richting Utrecht. De paal staat tussen de hectometerborden 96.4 en 96.5.
Opmerking 3: De Provinciale Waterstaat van Noord-Holland is de eigenaresse van de grenspalen en heeft ook de taak voor het onderhoud.
GECCHïEDENïC 
Toegevoegde plattegrond behorende bij de Geschiedenis van de B.V. Textielfabriek Huizen (verschenen in drie delen in de Ratel van mei, oktober en december 2005).
Andries Schaap
Aan de hand van deze plattegrond en de in de Ratel van oktober 2005 op blz. 17 afgebeelde luchtfoto kan in onderstaande lijst gemakkelijk worden nagegaan waarvoor de diversq gebouwen hebben dienst gedaan.
Gebouw nr.
1 Kantoorgebouw met archiefkelder. Heeft ook nog enkele jaren rond de eeuwwisseling dienst gedaan als het Huizer Klederdrachtmuseum van mevrouw Gerrie Otten.
2+3 Magazijnen, dat wil zeggen de douaneloodsen (bouwjaar ca. 1985).
4 Magazijn in oorsprong voor nog te bewerken vezelproducten.
5 Persgebouw, met 2 balenpersen en de luchttransport afzuiginstallaties.
6 Oorspronkelijk de effilocheerafdeling (malerij), echter in de 70er jaren in gebruik genomen als werkplaats voor onderhoud aan auto's en heftrucks.

7 Van 1940 tot ca. 1975 cardeerloods (kaarderij), daarna voor ongeveer de helft in gebruik als vezellaboratorium, voorbereiding voor samenstellingen, vezelmengingen en monsterkamers voor de referentiemonsters van de gemaakte partijen. Het andere deel voor technische doeleinden zoals elektriciens werkplaats en opslag van diverse onderdelen, etc.
8 Technische (reparatie-) werkplaats, inclusief draaibanken, frezen etc. ten behoeve van het algemene machinepark.
9 Vezelmengerij en 2 woningen op de 1e verdieping.
10 Magazijn (met de luifel aan de Bestevaer); begane grond opslag van hoofdzakelijke balen. Verder aan de straatkant ruimtes voor onder andere de ketel van de sprinklerinstallaties en opslag van garens.
11 Gebouw de Baat: begane grond grotendeels opslag van voornamelijk garens en ook productieafdelingen met spoel- en twijnmachines. Op de 1e etage opslag diverse producten en na de brand aan de Havenstraat in 1981 zijn daarin ook kantoren gemaakt voor de diverse afdelingen, inclusief monsterkamers en ontvangstruimtes.
12 Ketelhuis met een echte stoomketel, oorspronkelijk bestemd voor de wasserij, later aangepast voor de centrale verwarming voor het gehele complex. Daar tegenaan gebouwd een PEN (elektriciteit-) transformatorhuis. 13+14 Bergingen voor fietsen en bromfietsen.
    15    Benzinepomp.
16+17 Afdaken voor opslag diverse zaken.
18 Verzendmagazijn 'De Tempel' voor gereed product, overwegend vezelmateriaal in persbalen.
19 LPG-gas station voor eigen gebruik (voornamelijk de heftrucks). Met gas aangedreven heftrucks waren aanmerkelijk milieuvriendelijker dan de benzinemotoren.
20 Laad- en loskuil.
21 Spinnerijgebouw. Kantine, was- en toilet- en kleedkamers etc. In de grotere ruimte voorbereidingen van vezelmengingen en machines (zogenaamde duivelmolens) een eerste bewerking en afzuiging (luchttransport) naar de 3 grote mengkamers. Op de 1e etage precisie snijafdeling voor garens etc.
23 Hoge mengerij met daarin 3 grote mengkamers, die per kamer (afhankelijk van het soort vezel) 8 tot 12 ton losse vezel konden bevatten. In deze ruimtes was dusdanige apparatuur dat van de eerste tot de laatste kilo de gemelangeerde kleur gelijk was. Alles weer verbonden aan luchttransportbuizen naar de balenpersen of andere machines.
24 Spinmachines, twijn- en spoelmachines, in de loop der jaren veel door nieuwe exemplaren vervangen. Op de 1e etage: verschillende kantoren, ontvangst- en vergaderruimtes.
51A+B Magazijn de Rechthoek (bouwjaar 1985) ca. 7000 rn2.
101 Magazijn Fermin (de oorspronkelijke naam van de destijds daarin gevestigde kapokfabriek). Bouwjaar ca. 1983/1984.
    100     Magazijn Fermin van eerdere bouwdatum.
200/201/203 Magazijn Biteer (oorspronkelijke naam van het destijds daarin gevestigde bedrijf voor dakbedekkingen). Het grootste deel was bestemd voor opslag van goederen, een kleiner deel van de ruimte voor vliesverwerking bestemt voor diverse doeleinden.
204 Biteer (nieuw). Bouwjaar ca. 1985/1986, NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP magazijn voor diverse goederen.Handel- en Industriglllaatschappij voor Textiel

Zoals vermeld, was het meeste van de vloeroppervlakte van de diverse gebouwen bestemd voor opslag (magazijnruimte). De onderneming was in eerste instantie een han-
ALINTEX"
GEVESTIGD TE AMSTERDAM.

Opgericht bij akte d.d. 15 September 1920, voor Notaris H. D. HEUKERS te Amsterdam verleden en goedgekeurd bij l<oninklijk Besluit van II December 1920, No. 45.

delsonderneming, later kwam er industrie bij. Dit beantwoordde volkomen aan de oorspronkelijk gegeven benaming van de NV. , wat in 1939 resulteerde in het beginnen van het textielgrondstoffen bewerkingsbedrijf de Textielfabriek Huizen, Havenstraat 73/75 — Huizen N.H., telefoon: 641 — 642.
Per eind 2003 was hiervan het complete gebouwencomplex (met uitzondering van Fermin en Biteer) gesloopt, respectievelijk gedemonteerd en naar elders afgevoerd. De foto op blz. 13 van 22 januari 2004 is gemaakt vanuit de uiterste zuidwest hoek (Textielterrein) op de kruising van de Bestevaer en de IJsselmeerstraat.