Allereerst wenst het bestuur van de Historische Kring Huizen onze leden en belangstellenden een goed 2005 toe. Voor u ligt al weer het eerste nummer van de Ratel in 2005 en hieronder kunt u zien dat de verenigingsagenda gevuld is met diverse afspraken.
Eind vorig jaar werd bekend dat het Klederdrachtmuseum Gerrie Otten definitief gesloten zou worden per eind december 2004. Wij betreuren dit gebeuren en vinden het een verlies voor Huizen. Kort hierna werden wij echter benaderd door Gerrie Otten met de vraag of de Historische Kring Huizen belangstelling had voor het foto-, dia- en platenarchief van haar collectie. Het bestuur was zeer vereerd met deze vraag en heeft het aanbod met veel enthousiasme aanvaard. De gehele collectie wordt momenteel ingevoegd in het eigen archief van de Historische Kring en blijft zo behouden voor ons dorp. Gerrie, nogmaals hartelijk dank.
Iets geheel anders is de melding op onze laatste ledenavond dat de Dialectwerkgroep een nieuw boekje in Huizer dialect voorbereidt! Het betreft een uitgave in boekvorm van de briefwisseling tussen een tante (Meutje Aartje) en een nicht (Nicht Jannetje) die zo'n twintig jaar geleden in het Berichtenblad van de Kring (de voorloper van de Ratel) werd gepubliceerd. De groep die zich hier vol enthousiasme mee bezig houdt wordt gevormd door de schrijfsters Aartje Kruijning-Teeuwissen en Janny RebelGooijer, Gerrit Jongerden, Ineke van Herwerden en Wendy van Noppen. Het is het streven om het boekje in het najaar van 2005 klaar te hebben. U hoort er meer van!
Dan verleent onze Kring medewerking aan de boekenweek (van 9 tot en met 15 maart) in de Huizer Bibliotheek door middel van een kleine expositie en een klederdracht-presentatie op woensdagmiddag 9 maart. Verder heeft de Klederdrachtgroep, samen met een aantal andere klederdrachtgroepen, een kleine tentoonstelling ingericht in museumboerderij Vredehof in Schagen. De gehele zomer is deze wisseltentoonstelling naast de vaste collectie te zien. Behalve de Huizer dracht zijn onder meer te zien de dracht uit Axel, Hindeloopen, Spakenburg, Nunspeet, Venray, Friesland en Zeeland.
Tot zover mijn verhaal voor deze keer. Graag hoop ik u te zien op onze eerstkomende ledenavond in de Boerderij aan de Hellingstraat op dinsdag 15 maart a.s. bij wat een bijzondere avond belooft te worden
Met vriendelijke groeten namens het bestuur,
B.J. van Geenen, voorzitter


9 maart 2005    's middags    Presentatie van de Klederdrachtgroep in de Bibliotheek, Plein 2000 in het kader van de Boekenweek. 9 t/m 15 maart    Boekenweek-expositie van de Kring in de Bibliotheek
15 maart 2005    20.00 uur    Ledenavond in de Boerderij, Hellingstraat 9.
Mw. Heleen Gerretsen houdt een voordracht uit de Brieven van Aagje Luijtsen in de 18e eeuw geschreven aan haar man, stuurman bij de VOC. Een en ander met muzikale intermezzi van mw. Wanda de Geer, cello.
17 mei 20.00 uur Jaarvergadering van de Historische Kring Huizen met na€ de pauze 'Zestig jaar bevrijding' door Jady Snel. 
21 juli    Nationale Klederdrachtdag in Schagen
10 september    Huizerdag/Open Momentendag


In deze Ratel vindt u drie reacties op het vorige nummer van december j.l. Wij zijn erg verheugd hierover — het betekent dat het blad goed wordt gelezen! De eerste reactie is van Jan Rebel over de website van de Hervormde Kerk naar aanleiding van het artikel van Dick Schaap over Jacob Prins; de tweede is een aanvulling van Harmen Kos op het stukje over het oude Nardinc van P. Westland, en ten derde ontvingen we van Andries Schaap het programma van de 'Havenfeesten Huizen' uit 1954. Daaruit blijkt dat 50 jaar geleden niet 'De inneming van Den Briel' werd opgevoerd, maar een ander historisch spel.
Dan ontvingen we ook nog een verzoek om aanvulling van de namen van drie van vijf personen op een foto uit (waarschijnlijk) 1930.
Wat de artikelen betreft wordt in dit nummer ruim aandacht besteed aan herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Aartje Kruijning-Teeuwissen vertelt over haar vriendinnetje dat opeens verdwenen was en Ds. Klaas Schaap verhaalt (aan de hand van zijn dagboeken) de ervaringen van burgemeester Boot als onderduiker in Huizen in het laatste jaar van de oorlog. Hij voegt er eigen herinneringen uit zijn familie aan toe. Beide verhalen schetsen de uiterst moeilijke en gevaarlijke situatie aan het eind van de oorlog in Huizen, nu precies 60 jaar geleden.
Met de oplossing van de vorige dialectwoorden, de nieuwe opgave en de puzzel is dit nummer weer vol. Namens de redactie veel leesplezier gewenst,
Wendy van Noppen
P.S.: op de kaft van het decembernummer stond abusievelijk jaargang 25, nr. 3 vermeld, dit moet uiteraard nr. 4 zijn.
EN ZIJN 'AANTEKENINGEN' DEEL 3
Jan Rebel
In de vorige uitgave van 'de Ratel' stond een artikel van de heer Dick Schaap met enkele verhalen over het beroepen van predikanten in de 19e eeuw. Als webmaster van www.hervormdhuizen.nl leek me het leuk om dit op de site te plaatsen. Inmiddels is dit gebeurd met toestemming van de heer Schaap en de Historische Kring Huizen, c.q. de redactie van de Ratel.
In de rubriek 'Historie' op deze site staat een link naar "De geschiedenis van de Oude Kerk te Huizen", een artikel van Bertil Rebel en Aartje Kruijning-Teeuwissen op de site van "Genealogie in Noord-Holland". Ook is er een volledige lijst van predikanten die de hervormde gemeente sinds de reformatie hebben gediend.
Verder staat er iets over de reformatie overgenomen uit het boekje "De geschiedenis van de hervormde gemeente van Huizen" van L. Westland Jzn. Vanuit de lijst van predikanten kun je ook doorklikken naar deze informatie. En ook het derde deel van "Jacob Prins en zijn aantekeningen" van de heer Dick Schaap treft u in deze rubriek aan.
De website bevat vooral actuele informatie over de hervormde gemeente van Huizen. Maar een stukje geschiedenis past daar zeker in. Als iemand historische informatie heeft wil ik dat graag op de site plaatsen. Het moet dan natuurlijk wel een relatie hebben met de kerk als gebouw of personen die een opmerkelijke bijdrage hebben geleverd aan het gemeenteleven.
Jan Rebel (Jan van Harmen van Jan van Coen) Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
ELING OP "NARDINC IN ZEE VERDWENEN"
Harmen Kos
Vier korte aanvullingen naar aanleiding van het stukje 'Nardinc in zee verdwenen' van P. Westland in het vorige nummer van de Ratel.
(1) Rooms-koning Willem II, graaf van Holland (1234-1256), is tijdens een achtervolging door de opstandige Westfriezen in de omgeving van Hoogwoud te paard door het ijs gezakt. Dit was op 16 januari 1256 en hij is toen door de Westfriezen doodgeslagen. Toen deze bemerkten dat het graaf Willem II was, raakten ze in paniek en werd het lichaam van de graaf in een boerderij onder de haardplaat begraven. Zijn zoon graaf Floris V heeft uiteindelijk in 1289 de Westfriezen onderworpen. Door informatie van een boer kon het lichaam van graaf Willem II worden opgegraven en in de Abdijkerk van Middelburg herbegraven (1292).
(2) Graaf Floris V bouwde omstreeks 1280 zijn burcht te Medemblik, en wel op de plaats waar een bouwwerk van de legendarische Friezen-koning Redbad of Radboud had gestaan. Waarschijnlijk wilde Floris hiermee provoceren tegen de Friezen die zijn aartsvijanden waren. In diezelfde tijd kreeg Medemblik stadsrechten van Floris. De burcht bouwde Floris niet samen met Reinoud I van Gelre, want dit was ook zijn vijand! De latere opvolgers van Floris V, o.a. graaf Willem V, voerden diverse oorlogen met de graven van Gelre.
(3) Nerden, Naerdinck, Naerden, oud-Naarden, zijn diverse namen voor hetzelfde stadje. Volgens overleveringen zou de stichtingsoorkonde tussen 935 en 968 door keizer Otto I opgesteld zijn. Het stadje mocht een wapen voeren met één arend (het wapen van de keizer). Sigismund, de zoon van keizer Karel IV, gaf in 1433 toestemming om een dubbele arend in het stadswapen te voeren. Dit werd later het wapen van Stad en Lande van Gooiland, de vereniging van Erfgooiers.
(4) Het stadje zou door de Zuiderzee in 1287 overspoeld zijn en in zee verdwenen. Het is echter in 1350, als eerste, bij het begin van de Hoekse en Kabeljauwse twisten door de Hoeken in brand gestoken en verwoest. Later is het door de oprukkende Zuiderzee overspoeld en in zee verdwenen.
REACTIEOP '"HUIZER HAVEN 150 JAAR"
Andries Schaap
Uit het onderstaande programma blijkt dat er bij het 100-jarig bestaan in 1954, in tegenstelling tot wat in diverse kranten heeft gestaan en door de burgemeester in zijn speech is vermeld, geen inneming van Den Briel opgevoerd is, maar een Openluchtspel over Huizen geschreven door Jan Lemaire. De Havenfeesten ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de haven van Huizen werden gevierd van 28 juni tot en met 3 juli 1954. Het programma zag er als volgt uit.
Maandag 28 juni. De feesten worden ingezet met een muzikale rondgang door het dorp.    
19.30 uur vertrek van het gemeentehuis naar het feestterrein.
20.00 uur opening door de burgemeester Mr. P. van Driel. Daarna populair concert.
21 .30 uur Openluchtfilm genaamd "Filmdraken".
Dinsdag 29 juni
14.15 uur    optocht van schoolkinderen vanaf Havenstraat-Voorbaan naar het feestterrein.
15.00 uur    kinderspelen op het terrein.
19.30 uur    massale zanguitvoering door 300 zangeressen en zangers.
21.30 uur    gevarieerd gezelschap met André Carrell* als conferencier, voorts werken mede Jac. Smits en compagnie, Carlo en Rivano, Charl op de kogel, De twee Cascado's en Matla.

Woensdag 30 juni
14.30 uur Jeugdwedstrijden, hardlopen, verspringen, enz.
19.30 uur Wielerronde om de prijs van Huizen. 80 van de beste amateurrenners uit Nederland zullen aan deze ronde deelnemen.
Donderdag 1 juli
14.30 uur Optocht van praalwagens, bloemencorso en versierde sjezen vanaf het gemeentehuis
naar het feestterrein.
15.30 uur Ringsteken op sjezen, bromfietsen, kruiwagenrace, enz.
19.30 uur Gymnastiek-demonstraties door de Chr. Gymnastiekver. Turnlust.
21.00 uur Acrobatiek o.a. Bernardo, luchtsensatie op 16 mtr. hoogte, Billie clownerieën — De 2 Martelli's
Vrijdag 2 juli
19.00 uur Kinderkoor "Jong Holland".
19.30 uur Volksdansjes door leden van de Buurtvereniging "De Noord".
20.45    Optreden van het bekende N.C.R.V.-gezelschap "Vrij en Blij" onder leiding van Wessel Dekker, met zang van Henk Dorèl.
Zaterdag 3 juli
15.00 uur GROOTS OPENLUCHTSPEL uit te voeren door ongeveer 200 medewerkers(sters) uit deze gemeente. Historisch spel over de gemeente Huizen geschreven door Jan Lemaire.
20.00 uur Herhaling Openluchtspel.
22.30 uur Tot slot GROOT VUURWERK om de ijsbaan.
De toegangsprijzen varieerden van 25 tot 100 cent voor volwassenen en van 10 tot 50 cent voor kinderen per keer. Een kaart voor de gehele week kostte voor volwassenen fl. 3,50 en voor kinderen fl. 1 ,50. Op het feestterrein waren een autobaan, een kinderdraaimolen en een oud-Hollands marktplein. Een feesttreintje reed regelmatig van het Prins Bernhardplein naar het feestterrein.
[Misschien zijn er nog leden die in 1954 hebben meegedaan en hun herinneringen willen insturen (al dan niet met foto's)? Red.]
* André Carrell was de vader van de later en nu nog steeds van de tv bekende Rudi Carrell.
    PROGRA geavepvkBèeòte1Q5
tutzen
Progrannnaboekje 1954
EINNEMING VAN DEN BRIEL" DAN WEL OPGEVOERD
Wendy van Noppen
Rest ons nu natuurlijk nog het antwoord op de vraag: "Wanneer is de inneming van Den Briel hier dan wel opgevoerd?"
Zoekend naar informatie hierover kwam ik in mijn boekenkast 'Oranje Boven, 100 jaar Oranjevieringen in Huizen' tegen, dat in 1998 werd uitgegeven door de Oranje Stichting Huizen. Hoofdstuk 3 heet 'Een kwart eeuw Wilhelmina' en beschrijft in detail hoe 10 jaar na de herdenking van de onafhankelijkheid in 1913 (1 813-1913) in Huizen weer een volksfeest werd georganiseerd door de Oranjecommissie. En wel de inneming van De Briel, 451 jaar na dato. De aanleiding was het 25-jarig ambtsjubileum van Koningin Wilhelmina, die in 1898 was ingehuldigd en op 31 augustus haar verjaardag vierde.
Een korte samenvatting. De feestelijkheden begonnen op maandag 27 augustus 1923: een optocht van verklede kinderen eindigde met spelen zoals zaklopen, tonkruien en touwtrekken op 't Harde. In de middag werden de feestelijkheden voor volwassenen gestart met een rondgang door het dorp met muziek van het Christelijk Fanfarekorps Huizen en ruiters, sjezen, fietsen, enz. Terug op het feestterrein waren er onder meer wedstrijden tonsteken, boegsprietlopen en mastklimmen. Om 8 uur 's avonds gaf het Christelijk Fanfarekorps Huizen een concert.
Op dinsdag 28 augustus 1923 werden de feestelijkheden vervolgd met een uitvoering van turners in het gymnastieklokaal van de Openbare School, gevolgd door een uitvoering op het feestterrein met muziek van het Fanfarekorps De Eendracht uit Huizen.
Om 14.00 uur kwam dan de opvoering van 'De Inneming van Den Briel'. Het organiserende comité had hiervoor gebruik gemaakt van de tekst: 'De Geuzen Komen', Groots Historiespel van de Inneming van Den Briel door De Watergeuzen, vrij gevolgd naar Joh. H. Been, archivaris van Den Briel.
Het stuk begon met drie kanonschoten en eindigde met het zingen van het Wilhelmus, eerst het zesde couplet en dan het eerste. De opvoering duurde ongeveer twee uur en werd door veel mensen bijgewoond. Daarna volgden de laatste drie onderdelen van het feestprogramma: een optocht met achter de muziek de Watergeuzen en andere personages uit Den Briel, praalwagens en reclamewagens. Om 20.00 uur werd een concert gegeven door de Muziekvereeniging De Eendracht met aansluitend een demonstratie van de gymnastiek-vereniging, waarna een vuurwerk de feestelijkheid ter gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum van Koningin Wilhemina besloot. Het vuurwerk werd afgestoken door de N.V. Vuurwerk- en Illuminatie-fabriek v/h Koninklijke Nederlandse Pyrotechnische fabriek G. Ruijsch te Utrecht.


De boot litet de vratergeuzen Illeert aan in de haven van Huizen (28 augustus 1923)


De opvoering van De Geuzen kon rekenen op veel belangstelling van het publiek.

Onderstaande foto is waarschijnlijk in 1930 genomen; de plaats is aan de Meentweg ongeveer tegenover de Middenweg. De mevrouw met de kap aan de rechterkant is mevrouw Aaltje Klein-Snel en de mevrouw derde van rechts met kap is mevrouw Aaltje Honing-Visser. Wie zijn de andere personen?

Reacties graag aan Ad Welten, Monnickskamp 346, 1273 KB Huizen, tel. 035-5261861
VAN DE DIALECTWERKGROEP
De juiste betekenissen van de dialectwoorden uit de vorige Ratel waren als volgt:
 krijtert: pannenkoek die in de (karne)melk is verbrokkeld. - spoormankie: reismandje  kennësen en kaatjies: kennissen en vrienden  klirskop (ook wel: kliskop): zeer hoofd, hoofd met zweren/uitslag - kassuwéël: bijzonder, merkwaardig, uitzonderlijk Er zijn inmiddels een aantal vaste inzenders, waaronder natuurlijk een aantal van onze "Kenners van het Huizer dialect". Maar we hebben weer een nieuwe eervolle vermelding (zie elders in dit blad) en wel de heer Andries Schaap (DL Jan Schoutenlaan).
Behalve de juiste oplossingen gaf de heer Andries Schaap ook nog de volgende toelichtingen:
Krijtert: is van een pannenkoeken deegmengsel het laatste wat nog gebakken moest worden. Wanneer het nog maar een klein beetje was, dus niet voldoende voor een pannenkoek van normale omvang, werd dat een 'krijtert' genoemd. Het was toch om te krijten (huilen) 'zo'n klein bietje' dingetje wurden dan ëzaid!
Spoormankie: dit was ook in de tijd van 'rieten koffers'. Het was van een bepaald soort riet (pitriet) of een ander soort uitheemse plant gevlochten. Een (hand)karbies-achtig geval, dus een luxe mandje om bij je te houden gedurende een reis. Alleen om er lichte dingen in te doen uiteraard. Afmetingen ca. 20/25 cm breed, ca. 30/35 cm lang, ca. 25/30 cm hoog. Met een van hetzelfde materiaal en uiterlijk gevlochten deksel met afgeronde bovenkant en daaraan een paar riempjes om hem gesloten te houden. Er waren ook wat patroontjes in gevlochten. De hoofdkleur was geel/ecru, met daarin beige/bruin voor de patronen/figuren.
En naar aanleiding van de vraag naar de betekenis van het woord 'hengelmankie' gaf hij het volgende antwoord: "Als een jongen kennis gemaakt had met een meisje en er gearmd bij liep, dan werd hem gegarandeerd gevraagd: Wie was dat hengelmankie waarmie ik je bij Sijssiesberg heb zien kuieren? Overigens ken ik dat woord alleen als "hengselmankie", maar dat zal wel op hetzelfde neerkomen."
Er zijn ook nog andere reacties op dit woord ontvangen: "Het wurdt tijd dat je een hengselmankie krijgen." Dit betekent dan: verkering.
Wij krijgen ook regelmatig woorden ingezonden om te gebruiken. Tussen de nieuwe woorden zullen dus regelmatig ingezonden woorden staan. Het is echter niet doenlijk van elk woord de inzender erbij te vermelden.
Voor de volgende Ratel ontvangen we graag van u de betekenis van de volgende nieuwe dialectwoorden:
- beklag  verangerd
- verenvreter
- sparrebekken
- hangkoe dragen
Probeert u het rustig eens, ook al weet u het niet zeker. Zend uw oplossingen weer naar de redactie van de Ratel.
Ineke van Hetwerden
HETiNIEUWE VRIENDINNETJE
Aartje Kruijning- Teeuwissen
Als je aan je jeugd terugdenkt doemen er allerlei verhalen op. Leuke en minder leuke verhalen. Eén verhaal wil ik nu, na meer dan 60 jaar, aan het papier toevertrouwen. Het speelde zich af in de oorlog, tussen 1941 en 1945. Toen de oorlog uitbrak, was ik 7 jaar en 7 maanden. Voorjaar 1941 kreeg ik er plots een vriendinnetje bij. Ze logeerde, samen met haar vader en moeder, bij mevrouw Vos, een weduwe bij ons aan de overkant. Ze stelde zich voor als Elly Wittebol en ze kwam uit Amsterdam. We hebben heel veel samen gespeeld, vooral bij ons in de grote tuin en in het pakhuis. Op straat spelen vond ze niet leuk en gelukkig was er bij ons thuis voldoende ruimte om te spelen. Zo eind augustus moest de'familie weer naar Amsterdam, maar ... beloofde ze: "We komen zo gauw als het kan weer terug." Voorjaar 1942 hoorden we van buurvrouw Vos, dat de familie Wittebol weer spoedig zou komen. lk zag er naar uit, want met Elly kon je heel fijn spelen. Die zomer hebben we genoten.
Mijn moeder vroeg aan vader: "Zouden het Joodse mensen zijn? " Ze vond Elly en haar moeder er nogal Joods uitzien, hoewel mevrouw Wittebol rood-blond haar had. Elly droeg het haar met een scheiding in het midden en had twee prachtige lange vlechten, net als ik — alleen had ik blonde vlechten. Maar vader dacht er anders over. "Het zijn gewoon rijke lui en die hebben vaak lange vakanties!" Ook viel het op dat Elly nooit op straat wilde spelen en haar moeder noemde ook nooit haar naam als ze thuis moest komen. Met haar mond produceerde moeder een twee-tonige fluittoon (El-ly) en dat hoefde ze maar één keer te doen, want Elly hoorde het meteen en ging dadelijk naar haar moedeL [In later jaren gebruikte ik hetzelfde fluitje om onze kinderen te roepen. Ze weten het nu nog.]
Het zal begin september zijn geweest en Elly was nog niet naar Amsterdam vertrokken. Die ochtend, dinsdag, vroeg buurvrouw of moeder een kopje koffie kwam drinken. Dat gebeurde niet vaak, maar deze keer werd ze genodigd. Tijdens het koffiedrinken vroeg moeder aan buurvrouw Vos of de familie Wittebol Joods was? "Nee hoor", was haar spontane antwoord. "Ze genieten hier geweldig van het mooie Gooise land. Ze blijven nog een poosje." De volgende ochtend kwam Elly vertellen dat ze diezelfde dag naar Amsterdam, naar huis gingen. "Vanavond om half acht vertrekken we met de Gooise tram." Met nog een paar vriendinnetjes hebben we die avond de familie naar 'de tram' gebracht en er bij gezegd: "Tot volgend jaar!"
Tussen 1943 en 1944 heb ik Elly voor haar verjaardag nog een felicitatiekaart gestuurd, maar die kwam als 'adres onbekend' terug. Toen ik de kaart aan de buurvrouw liet zien was ze zeer verbaasd. "Nou, daar snap ik niets van", was haar reactie. "Weet je, misschien zijn ze wel verhuisd, dat kan best!"
De oorlogsjaren zijn wij als gezin goed doorgekomen. We hebben gelukkig geen honger geleden. In oktober 1944 kwam er een verzoek vanuit de kerk om gasten in je huis op te nemen, mensen die moesten evacueren. Het waren mensen uit de omgeving van Arnhem: een opa van 80 jaar, zijn kleindochter Riek van 28 jaar en haar verloofde Derk, 30 jaaL Derk had in Huissen een kwekerij en kon zich geweldig uitleven in onze grote tuin. Ze hebben van alles geprobeerd en benut. Omdat er ook tabak werd geplant, kon opa Van de Wetering rustig zijn pijpje roken. De tabak werd gedroogd op de lege planken in ons pakhuis. En toen mijn moeder eind oktober ziek werd (pleuritis) heeft Riek tot het eind van de oorlog ons gezin gerund. Mijn ouders zijn haar daar ook zeer dankbaar voor geweest.
Toen brak de bevrijdingsdag aan. Moeder lag nog ziek in bed en ik werd er op uit gestuurd om te kijken wat er in het dorp gaande was. lk nam alles in mij op om het thuis goed te kunnen vertellen. Helaas heeft moeder niks van de bevrijding meegemaakt, maar ze is later wel helemaal hersteld.
Het was half vier in de middag en ons hele gezin was boven bij moeder waar ik mijn belevenissen kon vertellen, o.m. dat er nog steeds een Duitse soldaat op de toren stond die niet naar beneden wilde. Hij was ook nog gewapend! Na rijp beraad waren enkele mannen naar boven gegaan en hadden de soldaat over kunnen halen naar beneden te gaan. In de pastorie bij de Oude Kerk was de Duitse commandant met zijn soldaten nog. Hij werd door mannen van de B.S. bewaakt. Daar hebben ze de soldaat toen heengebracht. Het was heel triest om te zien hoe hij met gebogen hoofd tussen al die honderden Huizers naar de pastorie, die aan de overkant stond, door moest lopen. Toen kon men pas de vlag op de toren uitsteken!
Dat stond ik boven bij moeder, vader en mijn twee broers te vertellen. Toen hoorden we beneden een stem: "Mogen we even boven komen?" En wie kwamen naar boven? Elly met haar vader en moeder. We waren met stomheid geslagen. Hoe kon dat nou? We waren ontroerd, maar begrepen er niets van.
10


Eerst de begroeting, dat is begrijpelijk. Toen vroeg Elly's vader of hij mij mocht omarmen. Natuurlijk vonden mijn ouders dat goed! Maar ik, ik vond het heel apart en wist er geen raad mee! En toen vertelden ze hun verhaal. Allereerst dat Elly niet Wittebol heette, maar Pront. Dit was dus de familie Pront, een joodse familie, ondergedoken bij buurvrouw Vos. Ontroerd bedankten ze mijn moeder, want zeiden ze: "ü heeft gezien dat wij Joden waren en hebt tegen niemand iets gezegd. Daarom willen we u nu bedanken. U heeft mede ons leven gered." Oei, we waren er allemaal stil van. Moeder had dus toch gelijk gehad!
Ze vertelden, dat ze in september 1942 met de tram naar Bussum waren gegaan, daar uitgestapt en er tot 's avonds elf uur gebleven. Toen waren ze in het donker door de straten en bossen weer terug gelopen naar Huizen. Duitse soldaten passeerden hen, maar het was zo donker dat ze niet gezien werden. Midden in de nacht kwamen ze weer op hun onderduikadres bij buurvrouw Vos aan. Twee jaar en acht maanden hebben ze bij haar in huis ondergedoken gezeten. Al die maanden heeft Elly twee keer de mogelijkheid aangedurfd om even op het platte dak van de keuken te zonnen. En al die maanden konden ze op het pad naast ons huis kijken en wisten ze precies wat zich daar alle dagen afspeelde. Zo hebben ze kunnen zien, hoe ik een zekere vrijheid had om van alles en nog wat te doen. En hun enig kind Elly zat al die maanden, 32 dus, opgesloten in het onderduikhuis. Dat was de reden waarom vader Wittebol mij wilde vasthouden en pakken. Aartje was het stukje vrijheid dat zijn dochter had moeten ontberen. Het moment dat de heer Pront mij pakte — bekeek en vasthield heb ik ervaren als een grote schok. Op dat moment begreep ik hoe erg oorlog is. Want Elly, een meisje van mijn leeftijd, had twee jaar en acht maanden opgesloten gezeten! lk ervoer het als een gruwel dat mensen zo iets moeten ondergaan om te overleven. Gelukkig hebben ze het overleefd. Het ging als een flits door me heen en ik ben het ook nooit meer kwijt geraakt. Voor mij is het de reden dat ik, tot op de huidige dag, alles wil weten over de oorlog. Wat hebben mensen die voor verraad gespaard werden allemaal moeten ondergaan om te overleven? Het is een kleine groep die dat mocht meemaken. lk herdenk de 110.000 die alleen al in Nederland het niet hebben overleefd.
Na de oorlog heb ik Elly nog enkele keren ontmoet en in augustus 1945 heb ik ook enkele dagen in Amsterdam bij haar gelogeerd. Later heb ik nog kunnen achterhalen dat ze met een Amerikaanse schrijver is getrouwd en in Californië woont, tenminste als ze nog leeft. Verder ben ik niet gekomen. Maar het verhaal vergeten? Dat is me tot nu toe niet gelukt.


Tekening toren Oude Kerk, Paill Schiffers

PONDER+VERHAAL UIT DE MEI-DAGEN VAN 1945
K. Schaap
Als ik terugdenk aan de tijd van de bevrijding is er één verhaal wat daaraan een bijzondere kleur geeft. Mede omdat dit verhaal verweven is met wat mijn vader in die dagen meemaakte en waarvan ik me - toen een jongetje van ruim 10 jaar - nog aardig veel herinner. Het is het verhaal van Burgemeester Boot (1902-2002), die in de oorlog in Huizen was ondergedoken en meteen na de bevrijding naar zijn oude gemeente wilde terugkeren. Dàt verhaal wil ik vertellen. En daar doorheen weef ik dan mijn eigen herinneringen aan die tijd: de laatste oorlogsmaanden en de dagen van de bevrijding.
Tijdens dqjaren van de bezetting was J.J.G. Boot burgemeester van de gemeente Wisch in de Achterhoek. In die tijd, om nauwkeurig te zijn: van januari 1939 tot december 1945, hield hij boek van het gebeuren van alledag. Deze aantekeningen over gesprekken, voorvallen en gevoerde correspondentie — in eerste instantie opgetekend per maand, later per week en per dag — stelde hij ter beschikking aan dr. L de Jong om als materiaal te dienen voor diens geschiedschrijving van ons land in de Tweede Wereldoorlog. Dr. de Jong overreedde hem evenwel om alles ongewijzigd te publiceren vanwege de grote historische waarde. Het boek van burgemeester Boot verscheen onder de titel 'Burgemeester in bezettingstijd' en beleefde in één jaar drie drukken.
In september 1944 werd hem door de Duitse autoriteiten opgedragen om 500 mensen te leveren voor de IJssellinie. "Bij niet voldoen hieraan zullen de scherpste maatregelen volgen, vertelden ze aan mijn vrouw." (1)
Boot besloot onder te duiken en vertrok per fiets naar Huizen. Daar hielp zijn zwager, Dokter M.W. van den Berge, Havenstraat 1, hem aan een onderduikadres bij de fam. Velthuys aan de Vliegheiweg. Later volgden zijn vrouw Mien (W.A. Boot-Colijn, zuster van Annie van den Berge-Colijn, nichten van dr. H. Colijn, de vroegere minister) en dochter Maddy.
 Dokter van den Berge was onze huisaHs en mogelijk hebben vader en moeder we/ iets geweten van de familierelatie en van de onderduikers.
Wanneer we het dagboek van burgemeester Boot volgen, horen we daar soms iets over de omstandigheden in ons dorp. Overigens zat hij aan de Vliegheiweg wel zo'n beetje aan het einde van de bewoonde wereld. Zelf schreef hij: "lk geloof dat het aan een zandweg in de Achterhoek nog drukker is dan waar ik nu zit." (2)
28 September lezen we: "lk ben erg brutaal geweest. Het prachtige weer deed me vanmorgen op de fiets stappen naar Bussum, waar ik mijn haar liet knippen. Daarna naar oud-collega Van der Laar van Lichtenvoorde, die erg onder de indruk was van mijn belevenissen. Mevrouw Recourt, zijn huishoudster, typeerde mijn toestand als die van een vogelvrij verklaarde. Een vooroorlogse sigaar en de 25 jaar oude Franse brandewijn verkwikten me buitengewoon. Om half twaalf teruggekeerd, heb ik achter het huis zitten zonnen tot drie uur toen mijn nog steeds niet opgewekte Miene (mevrouw Boot, K.S.) zeer ontstemd was over mijn brutaliteit." (3)
Op 1 oktober schrijft Boot: "De bevolking van Huizen is verslagen door het fusilleren van drie inwoners. O.a. de flinke illegale werker De Waal. Het schijnt, dat ze Duitse militairen aan een burgerpak hebben geholpen en plannen hebben beraamd de zender te bezetten." (4)
6 Oktober: "Gisteren aldoor hout sprokkelen en bomen sjouwen om brandstof te krijgen." (5)
Zelf herinner ik mij dat ik met Pappa en de anderen ook heb gesprokkeld op een braakliggend terrein aan de Nieuwe Bussummenveg. Daar haalden we met onze oude kar (dat was de vroegere hondenkar waarmee Opa Schaap ging venten in het Gooi) we/ zweel takken weg, dat we tenslotte een enorme houtmijt in de tuin hadden staan die zéker zo groot was als die van bakker Even Boerhout aan de overkant van 'de Stieg' (d.i. de latere J.L. van Osstraat).
8 Oktober: "Mien (mevr. Boot, die met dochter Maddy op een ander adres was ondergedoken) gisteren geweest. Heeft een gedeelte van de trieste stoet opgepakte Utrechtenaren gezien, die naar de Huizer haven zijn gebracht en 's nachts in de mist met boten naar Harderwijk zijn vervoerd. Van alles was er onder: plm. 2400 moeten er zijn overgebracht." (6)
14 Oktober: "Veel sprokkelen om voorraad te krijgen. Vanmorgen vijf pond vet door het molentje gemalen. Mevrouw had dit geruild voor hemden en kousen. Het wegvallen van het gas is een ramp. Straks misschien geen kolen meer." (7)

20 Oktober: "De Duitsers hadden op de kerk van Putten, die ook door brand zo geteisterd is, geschreven: "Jullie God is met vakantie." (8)
25 Oktober: "Nu heb ik 't genoegen in het Diaconessenhuis van Naarden te liggen... Nu maar afwachten hoe 't met de huis-aan-huis razzia in Huizen zal aflopen, die vanmorgen om 5 1/2 uur zou beginnen. Toen Bussum, Naarden en Laren gisteren omsingeld waren door de S.S. en honderden opgepakt werden en ik daarom tot gisteren op m'n schuiladres het bed had gehouden, besloot Rien (dokter van den Berge) me naar het ziekenhuis te brengen. Gisteravond bracht hij me er heen. Dat was 't gevaarlijkste ogenblik van de operatie, want ik moest de beruchte rijksweg een gedeelte volgen en men wist niet of zich daar Duitsers hadden geposteerd." (9)
De door Boot vermelde razzia herinner ik me nog hee/ goed. S.S. -uniformen heb ik toen niet gezien. Bij ons werd het huis doorzocht door jonge manschappen van de Hermann-Goering-Division, luchtmachtmilitairen in grijze uniformen. Ze hebben het ons niet a/ te moeilijk gemaakt. Later hoorden we wè/ dat bij andere huiszoekingen bruut was opgetreden. Mogelijk door Hollandse SS?
29 Oktober: "Met 'Wilt heden nu treden', beginnen de zusters hun zondagochtendzag en ik luister ontroerd naar de prettige stemmen. 'Heilig, heilig, heilig' is het vervolg." (1 0)
3() Oktober: "Vandaag vertrek ik uit 't ziekenhuis. Uitstekend gehad. Heerlijk gegeten. Genoten van de warmte. Vooral van de gezelligheid van de zusters. ook geestelijk fijne dagen gehad." (1 1)
2 November: "Maandag ben ik naar Rien en Annie (fam. Van den Berge) gelopen. Wat een pracht mensen die beiden zijn, kan niet genoeg 'verwoord' worden. 't Was een koude maar prettige wandeling. Dinsdag en woensdag hout gesprokkeld. De bomen op de hei voor de Vliegheiweg verdwijnen successievelijk. Overigens zijn de gevoelens slechts matig opgewekt. Niet teveel eten, lange nachten, praktisch geen verlichting. Stumperen met kaarsen, maar dolblij als men er een heeft. We hebben nog de weelde van petroleum! Al maar kleding ruilen tegen eten. Wagens worden voortgetrokken met evacuées uit Huissen, die hier worden ondergebracht. Als 'hoopjes ellende' passeren ze in al hun troosteloosheid." (12)
8 November: "Vanmorgen gewekt door de gëimproviseerde deurbel. De overbuurvrouw deelde mee, dat er aan de haven aardappelen waren aangekomen. Ook de andere buren gewaarschuwd. Men was een en al spanning en emotie. Want het bezit van enkele kilo's aardappelen was kostbaar." (13)
lk herinner mij dat ik toen ook naar de haven ben gegaan. Er lagen schepen met aardappelen en botters vo/ met graan. 0f het tarwe of rogge was, weet ik niet meer. We/ zag ik dat jongens met een conservenblikje aan een stok probeerden zo wat graan op te scheppen.
24 November: De Duitsers gingen een verplichte kledinginzameling houden. De fam. Velthuys wilde er niet aan meewerken. Begrijpelijk. Daarom ben ik naar een ander adres vertrokken. Door een verlies van 1 1 kilo ben ik nu 91 kilo. Bombardement op de Palmkazerne." (14)
Achteraf bleek dat niet de Pa/mkazerne was getroffen, wat we/ het doe/ was geweest, maar dat de bommen hotel 'Bosch van Bredius' hadden vernield en een woning aan de Hin/open/aan.
4 Januari 1945: "In Huizen worden wild-west-methoden toegepast. Men dringt woningen binnen en neemt alles mee. Bij een zekere S., die sociaal niet zo goed bekend staat, zijn alle levensmiddelen weggehaald, plus 20 mille. We reden 5 januari naar Ouderkerk (a/d Amstel. De fam. Boot was afkomstig uit de Haarlemmermeer en had familie en vrienden in deze omgeving; K.S.). Mien, Maddy en ik op de fiets, doch niet vlak bij elkaar. Volgens het persoonsbewijs was m'n leeftijd geen bezwaar. M'n naamsverandering in Boom gaf ook veiligheid. Wat zich op weg bevond, was eten aan 't "organiseren". De honger fietste ons voorbij en reed ons achterop. Grauwe, vervallen, magere gezichten op wrakken van fietsen langs ondergelopen landwegen." (15)
"De paar dagen op de boerderij hebben me goed gedaan. 17 Januari waren we terug in Huizen, doch omdat er razzia's waren ben ik enkele dagen opnieuw naar 't Diakonessenhuis in Naarden gegaan."
(16)
24 Februari: "De mensen sterven als honden langs de weg." (17)
Maart: "De honger neemt steeds ernstiger afmetingen aan. Gelukkig dat de suikerbieten nog helpen."
(18)
31 Maart: "Na hotel Bosch van Bredius is gisteren "Jan Tabak" met de grond gelijk gemaakt. (1 9) 1 1 April: "Gisteravond bij schipper Ter Stege op bezoek, die ons geholpen heeft met aardappelen. Moedige man om in deze tijd nog over het IJsselmeer te varen. Bijna had hij de kogel gehad omdat hij onwetend een zakje 'tin' vervoerde, terwijl hij dacht dat er een accu in zat." (20)
Donderdag 19 april: "Weer een gezellig praatje gemaakt met Ter Stege. De stoere. Een illegale van de bovenste plank. Heeft het gepresteerd munitie te vervoeren. 't Inladen geschiedde, terwijl de Duitsers over de kade liepen. 't Was een moeilijke vraag voor hem of hij tegenover z'n vrouw en kinderen verantwoord was. Z'n dappere vrouw zei: "als vrouw en moeder zeg ik nee, als Nederlandse moet ik je vrij laten." Ook heeft hij 5 gevangenen, die jaren lang in Duitsland waren geweest, vanuit Klazienaveen meegenomen, na eerst de Duitse wacht om de tuin te hebben geleid. Dit zijn mensen, die zonder eerzucht, zonder politieke ambities de Nederlandse zaak dienen. Maar, zo zei hij me: "'t Is een zaak van gebed geweest."
19 April: "Gisteren bij K. geweest om z'n brochure te bespreken. De vliegtuigen scheerden al mitraillerend boven ons. Blijkbaar de rijksweg bestokend. We zijn in Huizen tot de meest primitieve vormen van samenleving gekomen. Eten op de bon is er praktisch niet." (21)
21 April: "De oorlog lijkt te zijn vastgelopen. Berichten verward. De Engelsen zouden, in plaats van voorbij, nog a km. véôr Amersfoort zijn." 24 April: "Er is heel wat inspanning voor nodig om in de Engelsen de bondgenoten te zien, nu ze zo misdadig treuzelen. Tot aan Muiden was alles door de Duitsers prijsgegeven. Doch in plaats van snel door te stoten zijn de Engelsen bij Amersfoort blijven steken, daarmee de binnenlandse strijdkrachten in een gevaarlijke positie brengende, omdat deze 5 dagen geleden de oproep hadden gekregen hun posten te bezetten. Inmiddels heeft de vijand steeds meer onder water gezet, met als gevolg de toenemende uithongering van West-Nederland. De distributie kan nog maar 400 gram brood per week geven. De familie M. betaalde 22 gulden voor een pond tarwe, 22 gulden voor een pond zout en 450 gulden voor een mud aardappelen. Huizen, zei men, is niemandsland geworden." (22)
25 April: "Zoëven 't bericht, dat we morgen de gemeente niet meer mogen verlaten. Slechts van 8-9 en van 5-6 op straat. Dat is een goed teken." 28 April: "Gister opgeschrikt door de vordering van het huis. Uiteindelijk nam men genoegen met 2 kamers. Met ons dertienen huizen we in een kleine kamer. lk nam de kuierlatten. 't Front ligt stil. Overal wanhoopsstemming."
29 April: "Wat een ontroerend moment gistermiddag. Duitsland gecapituleerd." (23)
Maar de ontwikkelingen gaan traag. De Achterhoek is bevrijd, maar terugkeer is voorshands onmogelijk. De capitulatie komt immers niet echt op gang ...
4 Mei: "Machtig gezicht, die grote laagvliegende bommenwerpers, die hun millioenen kilo's voedsel laten vallen. Nu zijn de woorden toch weer waar: Groter dan de Helper is de nood toch niet!
't Is ook psychologisch van grote betekenis eerst voedsel aan te voeren, vÔÔr de regering hier de teugels weer in handen neemt. Na alle spanningen van de oorlogsjaren en van het onderduiken is het een wonder, dat m'n zenuwgestel nog zo sterk is. Wèl voel ik me veel ouder." (24)
Woensdag 2 mei werden voedseldroppings uitgevoerd bij de Crai/ose brug. 3, 5 en 6 mei weer bij Hilversum, o.a. op de Loosdrechtse heide. (25)
5 Mei (zaterdag): "Vrij, vrij, vrij. Hoe is 't mogelijk. We zaten diep in de put. Gisteravond een artikel in Vrij Nederland, dat precies onze kritiek weergaf. 't Kon nog wel weken duren. En om 10.15 gisteravond, zegt Mien, komt iemand aanlopen die op de deur bonst met de woorden: Vrede, vrede, Duitsland gecapituleerd! Toen gauw aangekleed en bij de familie P. de vreugde van de vrijheid gevierd met een oranje bol op m'n borst. En een diep, diep dankbare en ootmoedige stemming. En nu 't probleem, hoe naar huis te komen." (26)
"Het tijdstip van de bevrijding van Huizen werd bepaald door de aanwezigheid van één Duitser op de toren van de Oude Kerk. 'Een gestoorde Duitser', zegt de heer De Groot, woonachtig aan de Raadhuisstraat. 'Het was op zaterdag omstreeks één uur', aldus mevrouw Kruijning, lid van de Historische Kring en in de oorlogsjaren jong meisje (z Aaltje Teeuwissen; K.S.). De Groot van de gelijknamige boekhandel hield zich bezig met de verspreiding van illegale bladen, waaronder Vrij Nederland. De Duitser was de toren opgeklommen met een geweer en dreigde iedereen dood te schieten die zich naar boven waagde. Daardoor kon er geen Nederlandse driekleur — het symbool van de bevrijding - neergezet worden. Zowel De Groot als Kruijning herinneren zich dat her en der in het dorp de vlaggen a/ werden uitgestoken en dat honderden mensen zich verzamelden in het oude centrum. Volgens Kruijning werd er nog gewaarschuwd dat dat niet geheel van gevaar ontbloot was. Ten slotte beklommen enkele Nederlanders toch de toren. Zij wisten de Duitser te overmeesteren. Deze werd tussen de Huizers door afgevoerd. 'Toen ze een eindje weg waren, barstte het volk in gejuich uit. Best nog we/ gevaarlijk', herinne/t De Groot zich. 'Want als de man zich omgedraaid had en geschoten had, hadden er doden kunnen vallen. ' Maar dat gebeurde niet " (27)
Hee/ goed herinner ik mij de spontane dankdienst in de Oude Kerk. Stampvol met mensen die anders nooit bij elkaar kerkten! Alle plaatselijke predikanten gingen voor: de Hervormden G. Lans en Jac. Vermaas, de Gereformeerde J. Snoey en de Chr. Gereformeerde J.A. Rieke/.
Burgemeester Boot ging nu pogingen doen om zo snel mogelijk terug te keren naar zijn gemeente Wisch in de Achterhoek. W.H. Roos, de directeur van de gasfabriek, die ook commandant was van de brandweer, beschikte nog voor deze dienst over benzine. Roos beloofde, dat Boot, wanneer de Duitsers eenmaal uitgeschakeld waren, kon beschikken over de brandweerauto.
6 Mei: "Gisteren een dag van teleurstellingen. Direct ging ik op de mij toegezegde brandweerauto uit.... Zelf zou ik chaufferen. Inmiddels hadden we, 's avonds plm. 9 uur, de Canadezen reeds verwacht, maar niets te zien. Vervolgens in contact met de commandant van de ondergrondse, die ons liet weten dat er nog steeds geen sprake was van capitulatie door generaal Blaskowitz. Dr. Capetti uit Ulft (Gld.) en in Bussum ondergedoken, verscheen. lk deelde hem mee, dat we met een half uur zouden wegrijden. lk zou hem in Bussum afhalen. Daarna kwam de ondergrondse bij me, dat ze de auto zelf nodig hadden. Toen naar Bussum gefietst om Capetti te waarschuwen. Eén vlaggenzee. De Ortskommandant had 't goed gevonden. Een groep Duitsers, die niet onder hem stond, gelastte de bewoners tegenover het huis waar Capetti was de vlag weer in te halen. In Huizen mocht de vlag niet op de toren. In Amersfoort was men nog aan 't vechten; vrij en toch niet vrij. In Laren en Blaricum waren burgers neergeschoten, die aan 't feesten waren. Kwart voor twaalf naar de radio geluisterd. Alles was in orde, maar wij merkten er niets van. Om 2 uur was Capetti er weer. Wilde doorzetten. Rien raadde 't af. We hoorden roepen: de vlag waait van 't raadhuis. Dit werd 't sein, dat ook Huizen één vlaggenzee werd. De Duitse commandant had de vlag laten uitsteken.
Besloten 't te proberen. Passe-partout in 't Nederlands en 't Engels van de ondergrondse gevraagd. Commandant ondergrondse niet bereid. Blaskowitz had nog niet getekend." (28)
Deze Duitse bevelhebber stelde aan de Geallieerde onderhandelaars de voonvaarde dat zijn mannen niet aan de Russen zouden worden uitgeleverd.
"'t Zou ons niet lukken. Capetti wilde toch gaan. We pakten de koffers op de fiets en daar gingen we. VÔÔr Blaricum werden we reeds gewaarschuwd, omdat in Blaricum nog alles in staat van verweer was. Naar Eemnes afgebogen: hier 't zelfde. Toen richting Baarn. We reden door een haag van Duitse militairen. Kregen opnieuw een waarschuwing. Toch doorgereden. Dan waarschuwt een juffrouw: uw fietsen worden afgenomen; koffers doorzocht en gefouilleerd. Het zijn "vuile" zei ze. Nu was ook Capetti overtuigd, dat het onbegonnen werk was. In Laren werd omgeroepen, dat alle wapens moesten worden ingeleverd. Indien een wapen werd gevonden, zouden burgers worden doodgeschoten. Geen vlag, geen oranje. Mej. v.d. B. uit Terborg kwamen we tegen, die juist uit Huizen kwam, waar ze vernam dat we weg waren Ze had als eerste burgeres van Terborg bloemen meegebracht nu we vrij waren." (29)
Mijn zus Truida herinneN zich nog het volgende: Het was op zondagavond (6 mei dus) dat er ineens een paar mannen bij ons aan de deur kwamen (Meentweg 2, nu J.L. van Osstraat 2). Eén van hen was dokter Schaberg van de Lindenlaan. En, omdat hij onze huisaNs niet was, viel dat gelijk op. Ze wilden pappa spreken en er werd in het kantooHje gepraat. Dat was allemaal hee/ bijzonden Want er kwam eigenlijk nooit zomaar iemand op zondagavond en er hing over hee/ dit gebeuren een sooN waas van geheimzinnigheid. Op deze avond heeft mijn vader het verzoek gekregen om de beide onderduikers naar de Achterhoek te brengen. Hij beschikte nl. over een Chevrolet luxe bestelwagen die nog kon rijden. De motor moest starten op benzine en dan verder draaien op lichtgas, dat in een rubber-ba//on boven op de auto werd meegevoerd. Die ballon was geborgen in een grote bak van hout en geïmpregneerd zwaar karton. Een houten deksel drukte de ballon in elkaar zodat het gas door een slang in de motor stroomde. De wagen reed er goed op, maar de actieradius was beperkt: na plm. 30 km. moest opnieuw gas worden getankt bij een gasfabÈiek, Als ik mee mocht om 'gas te halen' stond ik met mijn neus er bovenop. De Huizer gasfabriek kan ik we/ uittekenen met alles wat daar gebeurde. En ook de gasfabrieken van Hilversum en Baarn kan ik me nog goed herinneren. Voor deze reis naar de Achterhoek stelde de ondergrondse benzine beschikbaar, zodat de gasballon niet hoefde te worden gebruikt en de koffers van het gezelschap in de grote bak konden worden geborgen.De ondergrondse verschafte ook een doorlaatbewijs op een formulier van de Ordedienst, waarbij 'Ordedienst' werd gewijzigd in 'Binnenlandse Strijdkrachten'. Pappa wilde de reis niet alleen maken. Hij zocht iemand op, die ook kon chaufferen. Dat werd Jaap Baas, chef-medewerker in het kaaspakhuis van de Gebroeders Schaap aan de Ceintuurbaan. Pappa had veel veHrouwen in deze man. Na thuiskomst merkten we wel dat pappa veel zin had gehad in dit avontuur en er smakelijk over kon vedel/en.
"7 Mei werden de N.S.B.-ers opgepakt." (30)
Als 10-jarige ben ik op die maandag meegelopen met een groepje B.S.-ers die de Huizer N.S.B.-ers gingen ophalen. Er was bij die B.S.-ers een kleine man, gewapend met een groot geweer met bajonet, haast nog langer dan hijzelf De leider van het groepje was A. van Wiefferen, die gewapend was met een grote Javaanse kris. Ook anderen hadden krissen, één met een klewang. De rest was bewapend met stenguns. Vooral die stengun had mijn belangstelling, want die maakte ik later na in hout. lk herinner mij dat we langs de Achterbaan liepen en de Vissersstraat. Bij sommige N.S.B. -ers hing een grote vlag uit die door de B.S. -ers onder gejuich werd ingehaald. De gevangen genomen N.S.B. -ers werden op een platte wagen gezet en afgevoerd naar de Openbare School aan de Trompstraat.

"8 Mei konden we met de auto van Schaap, die zelf chauffeerde, met Capetti naar de Achterhoek. Bij Amersfoort was veel kapot." (30)
Voorbij AmersfooN stond vee/ artillerie opgesteld, kennelijk om de Vesting Holland te beschieten, vedelde pappa. Gelukkig is dat door de uiteindelijke capitulatie van de Duitse bezetters achtewege gebleven.
"Het pierement speelde er lustig op los. Onderweg telkens aangehouden door de ondergrondse. Onderweg zagen we de ravages van de oorlogshandelingen. We moesten over Nijkerk. De weg naar Apeldoorn was afgesloten i.v.m. het oprukken der geallieerde troepen voor hun triomfale intocht. De B.S.-ers met hun oranje banden waren terecht kritisch bij hun controle. N.S.B.-ers en Duitsers probeerden naar het Oosten te ontkomen. De ironie was, dat wij twee aardige jongens lieten meeliften, die, naar ons later bleek, N.S.B.-ers waren. Via Harderwijk en Voorst kwamen we in Doetinchem. Ook zwaar verwoest. " (30)
Mijn broer Dick herinne/t zich nog dat pappa vedelde, dat ze, aangekomen bij de IJssel (wrs. bij Zutphen) de oprit van de brug opreden, achter een andere auto aan. Bij het einde van de oprit zagen ze tot hun schrik dat de brug er niet meer was. De chauffeur vd)Ôr hen zag dit te laat en reed met zijn auto pardoes de IJssel in. Later zagen ze dat er vÔôr de oprit een afzetting was geweest, maar dat die op dat moment om één of andere reden was weggehaald. Een toonbeeld van de grote chaos die er toen was in het land! lk herinner mij hoe het pappa was opgevallen dat de oevers van de IJssel er uitzagen als slootkanten die door het vee werden vettrapt, omgeploegd als ze waren door de vele amfibievoefluigen die zonder brug de rivier waren overgestoken.
"Toen we in Terborg kwamen, werden we ontdekt door de bevolking en met een kus van mevrouw B. verwelkomd. In een paar minuten was er een menigte op de been. Het plaatselijke muziekkorps,

dat repetitie had, kwam snel aanmarcheren. Het was ontroerend. Inmiddels had het bericht Silvolde bereikt. Onbegrijpelijk, maar indrukwekkend was het grote enthousiasme en de vreugde. Pastoor en dominee hadden in die paar minuten een spreekgestoelte op het plein gezet. De klokken beierden hun vreugdegalmen. Pastoor en dominee spraken de hartelijkste woorden, die men zich maar kan denken. Een paar honderd meter vÔôr Silvolde wilde de auto niet meer. Geen bezwaar. Het publiek duwde de wagen naar het spreekgestoelte. We passeerden de ruïne van ons huis, door de Duitsers met benzine overgoten en in brand gestoken. Het vreugdebetoon van de bevolking gaf ons geen gelegenheid ons sneu te voelen. Onvoorstelbaar en nooit gedacht, dat we zé zouden worden ontvangen. Uit deze spontane onverwachte machtige ontvangst begrepen we, hoezeer we in die 10 jaar vergroeid waren met deze bevolking. We hadden de pastoor van Terborg beloofd, daar te logeren. Miene (mevr. Boot) had geen nachtgoed meer. Ze stapte in een nachthemd van de huishoudster. Het was een adembenemende, vreugdevolle avond geweest." (31)
Ook pappa en Jaap Baas brachten de nacht door in Terborg. Juist die nacht ontplofte met een reuzenkna/ een munitiemagazijn vlak bij hen in de buurt. Grote schrik, iedereen wakker. Uit het plafond vielen stukken kalk op de dekens van hun bed. Maar niemand was gewond De volgende dag werd de terugreis naar Huizen weer aanvaard. Maar de motor deed het nog telkens niet goed en uiteindelijk werd de auto door een vrachtwagen op sleeptouw genomen en zo thuisgebracht. Toen de Chevrolet in de garage van Jaap de Lange aan de Lindenlaan werd nagekeken, bleek de carburateur verstopt te zijn. In de benzine, die door de ondergrondse zolang was bewaard, had zich gum gevormd, dat tenslotte de sproeier van de carburateur blokkeerde.
Dalfsen, september 2004
Klaas Schaap (Klaas van Lammert van Klaas van Lammert van Troel)

Vader Lantbert Schaap tijdens de oorlog