Allereerst wens ik namens het bestuur van onze Kring u allen een gezond en voorspoedig 2003 toe. Dan zijn er enkele mededelingen. Op 13 november j.l. was er weer een 'werkgroepenavond' met het bestuur, waar iedere werkgroep verslag deed van de activiteiten van het afgelopen jaar. Het was een plezierige vergadering waarop weer eens duidelijk werd hoe veel werk er verzet wordt. Het bestuur bedankte alle deelnemers hartelijk voor hun inzet voor de Kring. Een verslag van de onderwerpen die deze avond aan de orde kwamen zal worden afgedrukt bij het jaarverslag van onze vereniging.
Met ingang van 1 januari 2003 heeft ons bestuurslid mevrouw M. Rebel het penningmeesterschap op zich genomen (was al enige tijd vacant). Tot onze vreugde blijft de heer A. Vos de ledenadministratie doen en zorgt binnenkort ook voor de acceptgiro's.
Zoals u weet, is het jaar 2003 uitgeroepen tot het 'jaar van de boerderij'. Ook in ons dorp vond in 2002 in dit kader een inventarisatie plaats en wel door een werkgroep geformeerd met mensen van het Huizer Museum 't Schoutenhuis, de Stichting Behoud Het Oude Dorp en de Historische Kring Huizen. Deze mensen hebben zeer veel werk verzet. Ten eerste heeft men een lijst gemaakt van alle (voormalige) boerderijen in het dorp. Vervolgens zijn alle panden bezocht en zijn zo veel mogelijk gegevens vastgelegd met behulp van formulieren. Daarna zijn alle panden op foto en dia gezet, is alles gerubriceerd en verzameld in ordners. Een en ander is vervolgens opgestuurd naar de provincie, waar de gegevens vanuit de gehele provincie NoordHolland verzameld worden en op een CD-ROM gezet.
In Huizen starten we het jaar van de boerderij op 4 februari met een avond voor leden en belangstellenden, heel toepasselijk in 'De Boerderij' aan de Hellingstraat 9 om 20.00 uur. Zoals gebruikelijk hebben onze leden gratis toegang. Op deze avond zullen de dia's vertoond worden welke gemaakt zijn voor het boerderijenproject; het commentaar zal verzorgd worden door de heer J. Schaap, lid van de werkgroep. Een vertegenwoordiger van het Huizer Museum het Schoutenhuis zal aanwezig zijn om de komende tentoonstelling in het museum toe te lichten.
Namens het bestuur graag tot ziens,
B.J. van Geenen, voorzitter

Het eerste nummer van de Ratel van 2003 ligt voor u. Een nummer met heel verschillende persoonlijke herinneringen die bij velen herkenning zullen oproepen. De redactie is verder verheugd over een nieuwe rubriek: een 'historische' puzzel! Het is de bedoeling dat in ieder nummer een puzzel wordt opgenomen en wij zijn de heer M. Versteeg dan ook bijzonder erkentelijk dat hij het maken van de puzzels op zich heeft willen nemen. Bij het zoeken naar woorden en begrippen voor de puzzel in dit nummer is onder meer gebruik gemaakt van vorige nummers van ons blad. De oplossing zal worden gepubliceerd in het volgende nummer van de Ratel.
Veel leesplezier gewenst met deze aflevering van de Ratel.
Wendy van Noppen
DE RATEL / FEBRUARI 2003    3
AANLEIDINGUAN ... EEN FOTO UIT 1937
Jaap Schaap op basis van informatie van mevrouw J. Rebel-Barment/o
Enkele maanden geleden verscheen het boek 'Huizen, boeren, vissers en bouwers' van Anton Kos en Karel Loeff, uitgegeven door Lorelax Productions Huizen/Almere. Over een aantal afbeeldingen uit dit boek zou ik graag iets willen zeggen en de erbij behorende tekst aanvullen. De foto's komen uit de collectie van het Huizer Museum 't Schoutenhuis.
Om te beginnen de prachtige foto op pagina 82 van het boek (zie pag. 6 van dit blad) van een aantal vrouwen bij de muziektent. Het zijn echter geen leden van een dameskoor, maar een club bijeengezochte jonge vrouwen. Wat was namelijk het geval? De heer Dirk Boerhout, wethouder sociale zaken, kwam vaak in de timmermanswerkplaats van Lodewijk (Loo) Barmentlo als er iets geregeld moest worden op sociaal gebied, want Loo was voorzitter van het Gemeentelijk Armenbestuur. Zo gemoedelijk ging dat in die tijd en Dirk Boerhout was toch onderweg naar zijn bakkerij aan de Havenstraat. Het was 1937 en de Wereldjamboree van de padvinderij kwam naar Nederland en deed ook Huizen aan. Daarom verzocht Dirk Boerhout aan Loo of zijn dochters een aantal vriendinnen en vriendinnen-van-vriendinnen wilden vragen om als ambassadrices te willen optreden namens de Gemeente op de dag dat de padvinders uit de hele wereld Huizen aandeden.
Het gemeentebestuur bood de padvinders een gevulde koek aan en deze dames, die zich voor een dagje in Zondagse dracht hulden, deelden die uit op de Lindenlaan vÔÔr het toenmalige gemeentehuis (Foto 1 op pag. 5 hiernaast) vanuit een mandje dat zij onder hun arm hielden. Op Foto 2 komen ze het hek van het gemeentehuis uit. Rechts zien wij dat er veel volk op straat stond en boven de kruidenierswinkel van 'Jan van Mietjen' hangt zelfs een 'Huizer mins' uit het 'vaainster'. Uit Foto 3 blijkt dat er ook nog gezamenlijk een rondje door het dorp werd gemaakt: zij lopen hier op de Ceintuurbaan, de tramrails liggen er nog en er komt een automobiel aan. Links van de groep dames zien wij de bloemenwinkel van Gebr. Snel (hoveniers) en het witte huis rechts staat voor het dubbele huis van Gebr. W. en H. Schaap (aannemers). De open ruimte na het witte hek leidde naar de fotozaak van Van der Sande.
Het liedje dat op scholen werd gezongen in die tijd was:
In negentien - drie - zeven, dan zul je wat beleven, dan komt de Jamboree naar Nederland. Men komt uit alle landen, uit alle rang en standen, . enZ.
Misschien kent iemand de rest van de tekst nog?
Op Foto 4 staat Pietje Vos en hangt Teuntje Westland over de 'ôngerdeur' van de boerderij op Molenberg 1. Op Foto 5 pompt Teuntje, in haar Zondagse goed, nog even snel een emmer vol water. De pomp stond op het erf van de dames Barmentlo aan de Havenstraat/Middenweg.
4


De namen van de dames op de foto van pag. 6 zijn:
1e rij, van links naar rechts:
Lena Barmentlo, Zwanie Zwart, Pie Barmentlo, IJbetje Rebel, Teuntje Westland, Jannie van Sloten, Jansje Spilt, Jannie Barmentlo, Pietje Vos, Geertje van Sloten, Geertje Klein, Willempje Rebel.
2e rij, van links naar rechts:
Jaantje Rebel, Hendrika Moll, Jaantje Vreeswijk, Jannie Rebel, Gerry Hogenbirk, Jannie Kruymer, Matje den Ouden, Lijsje Vos, Pietje van As, Trijntje van Amstel, Trijntje Kos.
3e rij, van links naar rechts:
IJbetje Rebel, Hendrikje Boor, Fijtje Vos, Jaapje Boor.
En de heren van links naar rechts: D. Boerhout, wethouder; Mr. Egberts, burgemeester; D. Staalman, wethouder.
»EIKUEDERDRACHTGROEP OP PAD NAAR NUNSPEET
op 27 november 2002, 's avonds
Henny Hannaart
Rond half zeven zijn we opgehaald en gingen op weg naar Nunspeet, waar we rond kwart over zeven aankwamen. We kunnen het gebouw vlot vinden, dankzij een goede route-beschrijving. We worden een zaal binnengeleid: 'Er is een spiegel', zeiden ze; nou, dat klopt! Een hele spiegelwand is het, een soort balletstudio lijkt het wel. Zo langzamerhand komt iedereen binnendruppelen en begint zich verder aan of om te kleden voor onze presentatie bij de zustervereniging.
We doen een uitgebreide 'Dagen van de Week', met als klap op de vuurpijl het opzetten van de zondagse oorijzermuts door onze Pietje, voor het eerst ook in dracht. Ook laten we speculaas proeven 'met de trom' door de zaal gaand en vertelt Adrie over dit oude gebruik in ons dorp. Natuurlijk kan men ook speculaas kopen in de pauze en dit wordt zeer gewaardeerd. Na de pauze hebben we dia's vertoond van Oud Huizen: o.a. het oude raadhuis, het Oude Raadhuisplein, het oude gemeentehuis (nu notariskantoor), het oude postkantoor, de molen, de klederdracht enz. enz. Er waren zelfs dia's bij die ik niet kende; erg leuk en herkenbaar!
Al met al was het een zeer geslaagde avond en op het eind worden we allemaal bedankt met . een speculaasvrijer.... Dat is dus lachen, want de gastgevers wisten niet, dat wij zelf zulke goede speculaas en zoveel speculaasbakkers hebben en hadden. Het smaakte evengoed!!
DE RATEL / FEBRUARI 2003    7
Blij verrast was de redactie met dit verhaal van een zoon van Kees Kinnik (zie foto). Een onbekende periode uit de Huizer visserij wordt hiermee toegelicht. Er zijn namelijk bijna geen vistersminsen meer in leven die de snoekbaarsvisserij nog meegemaakt hebben. Mijn naamgenoot uit Ede levert met dit verhaal een leuke bijdrage aan deze Ratel. Zijn oom Hein Westland, stond in het dorp beter bekend als Hain Swieten. KHW
SNOEKBAARSVISSERIJ IN DE OORLOG
P. Westland
Vlak voor de bezetting van Nederland in mei 1940 waren er in Huizen nog maar vijf of zes botters actief. Die er toen nog waren, bleven de vijf nare jaren trouw vissen, tot de bezetter enige schepen deed zinken in de havenmonding. Maandenlang kon er geen schip meer in of uit. Niet alleen onze botters brachten hun paling bij de afslag, ook veel Spakenburgse botters wisten Klaas de Ofslager te vinden, zoals de BU 47 en BU 113 die bijna altijd samen op de haven kwamen.
Al gauw groeide in de haven een nieuwe vloot, een groepje kleine scheepjes, sommige nauwelijks geschikt voor de kustvaart. lk kan me al die schuitjes niet meer precies herinneren. Enkele echter maar al te goed, al is hun komst nu al ongeveer 60 jaar geleden. Daar waren flinke Staverse jollen met roef bij van bijvoorbeeld Klaas Schaap (de Biet) en Dirk Hogenbirk (Dirk van Jakob van Dit). Gerrit van Schijtje voer met een kleinere jol, prachtig lichtblauw van kleur. Een vrij kleine boot had Hein Poet, een visserman uit de Zuid. Mijn vader Kees (Cornelis) en mijn oom Hein Westland kochten in Monnickendam een kubboot, een flink schuitje met een bescheiden visruimpje en een benauwd 'vooronder'. Onze boot werd ingeschreven als HZ 20. Dan was er Dirk Schaap, de vader van genoemde Klaas de Biet, met een soort dobber, een bootje met meikeverachtige zwaarden.


Persoonsbell'ijs van Cornelis Westland
8
Deze boten verlieten veelal om zes à zeven uur in de ochtend de haven en zeilden dan in westelijke richting op Naarden aan. Na ongeveer 900 meter (bij het Marrelèèn) moesten ze dieper in zee om een grote boei heen, omdat ze niet door het gebied mochten waar de Duitsers zo nu en dan schietoefeningen hielden. Tenslotte kwamen de boten in het 'Naarder Hop', zo'n beetje tegenover de grote kerk van Naarden. Daar werden de netten uitgezet. Het Hop is een ruime 'hap' zee. De HZ 20 zette vier perkjes uit van ieder vier netten. Waar een perkje eindigde, kwam een zwart vlaggetje boven het water uit. Aan het eind een dubbel vlaggetje, net als aan het begin. De volgende ochtend zochten we het 'Hop' weer op, vonden meestal zonder veel moeite het dubbele vlaggetje en haalden de netten op. Het was een prachtig gezicht om de vissen in de netten te zien. Niet zelden hadden we meer dan 40 snoekbaarzen en daarbij nog zo'n 25 rode baarzen. Die vissen brachten een goede prijs op. Soms was er ook nog blei, met zijn vele graatjes, en meun (redactie: meun is Huizers voor een kopvoorntje). Ook daar waren klanten voor, toen altijd.
Niet altijd verliep de tocht voorspoedig. Eens hadden we een heerlijk bakzootje gevangen, hesen het zeil en de fok bij een stevige noordenwind, toen we een kanonschot hoorden. Onze mast was iets boven het midden afgebroken. Ome Hain en de knecht Jan de Koeter bonden de mast met touwen over Jan's hemd aan elkaar; toen we wilden zeilen, trok alles scheef. Dirk van Jakob van Dit en zijn zoon Kees, die in de buurt visten, zagen ons tobben en namen ons op sleeptouw. En zo bereikten wij toch de pier. Niet onopgemerkt, want een oom van mij, Lammert Snel uit de Wijgert Kooylaan, dacht dat er een 'oude prauw' aankwam.
In het bos achter het Hoge Nest, vlak bij de kuil van Wortel 'leenden' we een rechte spar. Dus drie dagen later had de HZ 20 weer een nieuwe mast, die het nog jaren heeft volgehouden. Dit avontuur gebeurde medio 1943. Het snoekbaarsvlootje had geen naam. Toch weet ik dat die kustvaarders zichzelf op z'n Huizers 'de ga/jeerden' noemden. Geen onterechte naam denk ik achteraf, want we waren lotsverbonden. Juist toen begonnen de echte Geallieerden zich ook meer en meer te vertonen boven zee. De slag in de lucht begon Duitsland langzaamaan te verliezen. Rijen bommenwerpers schitterden soms in de blauwe lucht, als ze ronkend terugkwamen uit Duitsland. De oorlog ging dÔÔr. De snoekbaars-visserij ook...
•\VANkDE! DIALECT WERKGROEP
De vertaling van de Huizer dialectwoorden uit de vorige Ratel volgt hieronder:
- neutjies: borrels (vooral jenever voor manspersonen)
- schansrok: lange zwarte jas
- giepsen: hard werken, hard fietsen, lichamelijke inspanning, doordouwen  hangen: visrokerij
- de snie is t'r uit: de goede verstandhouding is weg
De goede inzender van de vorige keer, de heer G. van Amstel, krijgt in deze Ratel nog zijn eervolle vermelding (daar was de vorige keer geen plaats voor in de Ratel). Bovenstaande oplossing komt ook van de heer Van Amstel en daarom krijgt hij deze keer het boek 'De Huizer Molen'.
DE RATEL / FEBRUARI 2003    9
Nieuwe woorden om u over te buigen zijn de volgende:
- kokkine
- arrepuis  eek
- deurwasser
- bestie
Doet uw best om ook de titel 'Kenner van het Huizer dialect' met eervolle vermelding te verkrijgen. U hoeft alleen maar uw oplossing in te zenden naar de redactie of ondergetekende (adressen voorin de Ratel).
Ineke van Herwerden (Dien van ' t Emmetjieshout)
EERVOLLE VERMELDING
De redactie van de Ratel en de commissie Huizer Dialect kennen hierbij op grond van bewezen prestaties en verdiensten de eretitel 'kenner van het Huizer dialect' toe aan:
de heer G. van Amstel
De heer Van Amstel treedt hiermee toe tot het selecte gezelschap: 'Kenners van 't Huizers'. "IET$GOEDERENVERVOER MET
ESTOOMTRAM TUSSEN HUIZEN EN BUSSUM
    Kees Verboon    
Geboren in 1933 en opgegroeid in de nabijheid van station Naarden-Bussum reed ik vanaf 1942 dikwijls mee op de locomotief van de goederentram naar Huizen. In 1997 was het 50 jaar geleden dat de laatste reizigerstram reed: aanleiding tot een artikel van mij over de 'Gooische' in het blad 'Op de Rails' van de NVBS (Nederlandse Vereniging van belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen). In september 2002 werd een samenvatting gepubliceerd in 'De Omroeper', historisch tijdschrift voor Naarden (jaargang 15, nr. 3, Uitg. Stichting Vijverberg, Naarden). En nu in 'De Ratel' het verhaal over mijn rit in 1942.
Wat betekende het goederenvervoer naar/van Huizen?
Toen twee jaar geleden de Gooische Stoomtram tijdens de Huizer Dagen terugkeerde op het voormalige stationsemplacement, zullen weinigen zich gerealiseerd hebben dat de plek waar werd ingestapt het eind was van het vroegere laad- en losspoor. Vanaf de aanleg van de tramlijn Bussum-Huizen in 1883 door de Stoomtramweg Maatschappij Bussum-Huizen N.V. konden spoorgoederenwagens van station Naarden-Bussum over de tramlijn doorgevoerd worden naar Naarden Abri, de bedrijven bij Drafna, en het station Huizen, van 1926 tot 1940 ook naar de kalkzandsteenfabriek Rijsbergen. Het vissersdorp was hierdoor dus rechtstreeks aangesloten op het Europese spoowegnet.
10

Locontotief 15 Inet goederenvvagens rangerend op het spoorsvegentplacetnent Miarden-Bussun1 op 28 september 1941. Collectie: G. Barendregt.
In 1917 werd de exploitatie van de lijn overgenomen door de Gooische Stoomtram en werden een nieuw stationsgebouw en emplacement gebouwd. Het goederenvervoer werd drukker en in de periode 1920/22 schafte de G.S. nog 4 nieuwe stoomtramlocomotieven aan waarvan de nummers 15 en 16 speciaal voor het vervoer van spoorwagens voorzien waren van spoorbuffers en koppelingen. Een van deze locomotieven (van 1942 t/m '47 ook grotere gehuurde loc'en) vervoerde tot 1948 dagelijks het zogenaamde goederen-konvooi tussen station Naarden-Bussum en Huizen, daarna werd door N.S. een locomotor ingezet. De laad- en losplaats Huizen werd in 1954 gesloten, in 1958 volgde het baanvak Bussum-Drafna. Rijdt u nog een keer mee met het goederenkonvooi van Bussum naar Huizen en terug?
Een rit met het goederenkonvooi Bussum Huizen v.v. in 1942
In de zomer van 1942 mocht ik van machinist Vermeulen een rit op loc 16 meemaken met het goederenkonvooi van Bussum naar Huizen en terug. Die zomer kwam de loc voor de goederendienst nog los van Laren om in Bussum zijn wagens op te halen. Het door NS gereedzetten van de vertrekwagens op het tramstation was sinds het uitbreken van de oorlog (gebrek aan locomotieven) afgelopen. Dit hield in dat de tramloc met enige zaag-bewegingen het NS-emplacement van spoor 1 naar spoor 5 moest oversteken om daar zijn wagens op te halen. Deze waren nog niet uitgesorteerd voor de verschillende bedienpunten en moesten eerst 'goedgerangeerd' worden. Vervolgens werd zo nodig nog rangeerwerk voor de lossporen verricht en de nabijgelegen gasfabriek van volle wagens voorzien. Met dit rangeren waren soms enkele uren gemoeid. Ook kostte het overlopen met de wagens van en naar het tramstation door het wachten op passerende treinen over de hoofdsporen dikwijls veel tijd.
Er waren die dag acht wagens te vervoeren, zes voor Huizen en twee voor de Chemische Fabriek Naarden. Na gereedmaken van het konvooi, na aankomst van de tram uit Huizen en na toestemming tot vertrek van de Chef in Laren (de dienstleider), werd de regulateur van loc 16 geopend en werden de koppelingen tussen de wagens voorzichtig strak-getrokken. Toen ook de laatste wagen in beweging was gekomen, ging de regulateur geheel open voor het nemen van de scherpe bocht naar de Comeniuslaan en begon de rit.
Hevig fluitend voor het verkeer werd steeds meer vaart gemaakt, daar het anders niet lukte door de S-bocht bij de Lambertus Hortensiuslaan te komen. Deze werd goed genomen. Daarna volgde de moeilijke oversteek van de Rijksweg. De enige manier was langzaam rijden en voortdurend fluiten. Stoppen was er niet bij. Na een stop tegen de helling was het onmogelijk om in het krappe boogje een goederentrein weer in beweging te krijgen.
Nadat de Rijksweg, dit keer zonder bijna-botsingen, was gepasseerd, werd de regulateur half gesloten om ketelwater bij te trekken en daarna weer voor voldoende stoomspanning te zorgen. Vervolgens moest gelet worden op het klapbordsein voor de brug over de Bussummervaart. Deze ophaalbrug werd bediend door een brugwachter en stond dikwijls open. Nu was de brug dicht, zodat rustig doorgereden kon worden naar de kruisingsplaats Naarden Tol.
Aan de linkerzijde bevonden zich militaire magazijnen, toen bij het Duitse leger in gebruik. In dit complex lagen twee sporen met een enkelsporige in- en uitgang, zowel aan de zijde Bussum als aan de zijde Huizen. Vermoedelijk was dit de oorspronkelijke trambaan, die hier de wal langs de buitengracht van de vesting Naarden volgde. Toen in 1905 een overeenkomst gesloten werddussen de Gooische Tram en HSM over medegebruik van het baanvak Naarden TolBussum, werd een verbindingsboog gemaakt tussen de lijn van Bussum en de lijn naar Laren. De tramlijn Bussum-Huizen werd rechtgetrokken. De over de wal kronkelende sporen werden niet opgebroken, maar bleven bestaan als raccordement voor het magazijncomplex. De sporen werden weinig gebruikt. De boog aan de zijde van Huizen werd gebruikt als losplaats voor wagens met kolen voor handelaren in de Vesting. Op die dag had het konvooi geen wagens voor Naarden en was er ook niets af te voeren.

        Een goederenkonvooi op de spoorbrug Een goederenkonvooi bij over de Bussuntervaart op 19 april 1946. Foto: J. Voerntan. Berghuis op 19 april 1946. Foto: L Voerntan.
Opletten voor kruisende trams op de lijn Amsterdam-Laren was verleden tijd, zodat met een paar flinke stoten op de fluit de Amersfoortsestraatweg kon worden overgestoken en de rit verder ging naar Drafna. Bij deze halte bevonden zich de Chemische Fabriek Naarden met twee spooraansluitingen en het bedrijf Kuhn & Co. In de oorlogsjaren betrof het vervoer hier voornamelijk de aanvoer van wagens met boomstronken (bij gebrek aan kolen de brandstof voor de ketels). Deze werden geplaatst op de sporen voor de fabriek en daar gelost. Vandaag betrof het twee beladen wagens aanvoer en vier lege voor vertrek. De zes wagens voor Huizen bleven op het doorgaande spoor staan, de twee aan de loc lopende hekwagens werden geplaatst, de vier vertrekwagens opgepakt en klaargezet om ze op de terugreis makkelijk te kunnen aanhaken. Daarna werden snel de wagens voor Huizen vrijgezet van het doorgaande spoor omdat de reizigerstram Bussum-Huizen er aankwam. Deze tram zou te Huizen Lindenlaan kruisen met de tegenliggende. Er was dus nog voldoende tijd om de chef in Laren toestemming te vragen om de reizigerstram te volgen tot Huizen Station, ons eindpunt. Bij de kruising van de reizigerstram aan de Lindenlaan kon de chef aan de conducteur van de tram naar Bussum meedelen dat het konvooi te Huizen gekruist moest worden.

Na terugzetten naar het doorgaande spoor ging de tocht verder naar Huizen, eerst door enige bochten, waar de brede NS-wagens soms tegen scheefgegroeide bomen schuurden. Daarna kwam het rechte stuk naar het Tolhuis. Met de regulateur flink geopend werd eerst stevig doorgereden; daarna liep de snelheid tegen de helling terug. Voorbij het tolhuis was het laatste stuk van deze helling zelfs wat ingegraven. Op het hoogste punt bij de halte Erica werd de snelheid verminderd. Het remming helling af bleef toch een probleem, dus rustig aan. Ruimschoots voor aankomst van de tram naar Bussum werd station Huizen bereikt en zat het eerste deel van de rit erop.

Gehuurde Loc 22 van de Westlandse stoonltreun 'net Inachinist Willetn van Kooten
1946, entplacentent Huizen. Collectie: G. Barendregt


Huizen, 1942. Collectie: G. Barendregt
Na rangeren en een schafttijd begon de terugreis. De begeleider belde met de Chef in Laren en vroeg toestemming tot vertrek achter de reizigerstram tot de halte Drafna. Na verkregen toestemming ging de regulateur geheel open voor de klim naar de Ericaweg. Bij de halte Drafna werd gestopt om de vier lege hekwagens bij te plaatsen. Daar alles voorspoedig verliep, kon nog net op tijd aan de leider der dienst toestemming gevraagd worden door te rijden naar Naarden Tol om daar te kruisen met de tram uit Bussum. Doorrijden naar Bussum was niet mogelijk, daar we met twaalf wagens niet in een keer het station konden binnenkomen en de tram naar Huizen daardoor vertraagd zou worden.
Voor de kruising bij Naarden Tol werd de gemakkelijke weg gekozen. Wij reden het doorgaande spoor opvde begeleider liep naar voren om het voor ons liggende wissel krom te leggen voor de reizigerstram. Na aankomst daarvan behoefde de konvooibegeleider alleen maar het wissel terug te leggen en op de langzaam optrekkende loc te klimmen. Bediening van het wissel achter ons werd aan de conducteur van de tram naar Huizen overgelaten.
Het kruisen van de Rijksweg en het doorlopen van de scherpe bochten naar Bussum ging met twaalf lege wagens heel wat soepeler dan op de heenreis met acht beladen. Op de Comeniuslaan werd gestopt voor het afhaken van de vier laatste wagens. Tussen het stootjuk en het Engels wissel naar het NS-hoofdspoor konden slechts een loc en acht wagens staan.
De wachter van seinhuis II vroeg aan de treindienstleider of spoor 1 bezet mocht worden. Na toestemming sloot hij de overweg en bediende het tot het hoofdspoor toegang gevende wissel op het tramstation. De losgekoppelde loc stootte vervolgens de acht wagens naar spoor 1 af en reed terug naar de Comeniuslaan om de achtergelaten vier wagens op te halen. Met de vier wagens zochten we de waterkolom bij het stootjuk op, het vuur werd schoongemaakt en vervolgens werd met vier stoten op de fluit aangekondigd dat we de overweg gesloten wilden hebben om op spoor 1 de afgestoten wagens (die soms een flink eind konden doorrollen) weer op te zoeken. Vervolgens werden alle hoofdsporen weer gekruist en de wagens op het weegbrugspoor weggezet.
De gasfabriek werd nog een keer van nieuwe wagens voorzien en er werd teruggereden naar het tramstation (het was inmiddels één uur). Loc 16 reed vervolgens los naar Laren en zou met de uit Laren af te voeren wagens om ongeveer half drie in Hilversum arriveren, waarna de dienst van Vermeulen erop zat.

Locontotor 260 niet een goederellkonvooi te Huizen,
6 augustus 1953. Foto: H. Waldorp.

G. van Zonneve/d-Wouda
Natuurlijk hadden we geen fiets! Anno 1939 moest je van goede huize komen om je als 6-jarig kind te kunnen voortbewegen op een fiets, verbeeld je. Maar we misten dat ook niet. Iedereen liep gewoon en je kwam overal waar je zijn moest. In dat jaar, 1939 dus, begon onze schooltijd. Eigenlijk nog eerder, want je ging eerst naar de 'bewaarschool'. Goed woord, trouwens, we werden daar 'bewaard', 's ochtends en 's middags. Niet omdat onze moeders een baan hadden of zoiets, zij werkten wel, maar thuis! Soppen, vegen, kloppen, ramen lappen, binnen en buiten, en niet te vergeten: het schrobben der straatjes! Alles werd heel goed verzorgd en netjes gehouden. Er waren in ons dorp twee van die 'bewaarscholen'. Eén heette de Wilhelminaschool, de andere gewoon bewaarschool en stond in de Schoolstraat. De eerste had als hoofdleidster juffrouw Van Andel. Een aantal maanden ben ik daar als kleuter 'bewaard', omdat wij toen aan de Hogekampweg woonden. Toen er huizen gebouwd werden aan het korte eind van het Grenspad, kwamen wij daar te wonen. lk moest naar de 'bewaarschool' in de Schoolstraat. Ook daar werden wij bewaard. De hoofdleidster was juffrouw van Amstel. Dat was een schat! Dat vond iedereen. lk weet nog dat zij ging trouwen. Dat gebeurde in het oude gemeentehuis, aan de Lindenlaan. Onze juffrouw trouwde in een prachtige rose jurk, ik zie het nog voor me. Wij als kleuters stonden bij het hek met bogen van rose en wit crêpe-papier. Later, toen zij van onze school wegging, kregen we juffrouw Visser, van 'Duitse Anna', ook een lieverd.
Toen kwamen de echte schooljaren. Wat onwennig, beetje schuchter, gingen we door de grote groene deur naar binnen. Onze moeders brachten ons alleen de eerste keer tot aan het klaslokaal of bleven buiten staan. De eerste klas op de Keucheniusschool was aan het eind van de gang. Eenmaal door de grote groene deur, zat je dus echt op school en dat was meteen voor 6 lange jaren! We leerden rekenen en schrijven en nog veel meer. Niet in het minst leerden we manieren.
De dagelijkse gang naar de grote school. Weer of geen weer, zomer of winter, naar school. Tas of rugzak waren nog niet in gebruik, op school was alles.
Daar ga ik: de tuin uit, dan de Botterstraat, aan de rechterkant wat huizen, links een korenveld dat doorliep helemaal tot aan de toen nog Warandestraat. Op de hoek van de Botterstraat sprong ik over de stoep van 'Piet de slager'. Als je daar even stilstond, hoorde je hem of zijn knecht in de winkel het hoogste lied zingen. Dat klonk prachtig! Nog even voor 'Piet de slager' woonde Luppie, hij had ook nog een zusje. lk zal ze wel eens lelijk aangekeken hebben of zoiets, of nog erger misschien, in ieder geval kreeg ik op zekere dag een fikse uitbrander van de moeder van Luppie. "As ik je in m'n vingers krijg, trek ik je haeren uitje kop uit!" Wat had ik gedaan? lk wist het echt niet. Die moeder, heel boos, zou dus graag mijn blonde hoofd met krullen wel eens door elkaar willen halen. Als ik een boodschap voor mijn moeder moest doen, moest ik juist daar altijd langs. Een pond suiker of iets anders haalde ik bij 'Poeltje' op de Magdaleenweg. Als er teveel mensen in de winkel stonden, liep ik wel eens door. Verderop op de hoek van de Magdaleenweg/Piet Prinsstraat had ik weer een kans bij 'Jan Mos. Zijn echte naam was, geloof ik, Dukel. Na een tijdje was de affaire 'Moeder van Luppie' weer vergeten en kon ik als ik naar school ging de normale weg weer nemen. Dan komt 'Piet de scheerder', de kapper. Zijn deur stond altijd open. Wilde je weten wie er op het moment geschoren of geknipt werd, moest je nog een deur verder. Zoiets deed ik natuurlijk niet, want dan kwam je te laat.
Negen uur begon de school en als je te laat was, moest je aanbellen. Je werd dan binnengelaten door een leerling van de hoogste klas en naar je eigen lokaal gebracht, waarna je eerst netjes moest 'aankloppen', dan vertellen waarom je te laat was. 't Was gewoon allemaal even wennen. Nou, ik zorgde wel dat ik op tijd was! Liep meestal huppelend over de Zeeweg, waar ik na 'Piet de scheerder', 'Stoofie' de bakker passeerde. Zijn echte naam was Verwelius. 'Stoofie' zelf was altijd een beetje wit, maar dat hoorde bij een bakker . Dan volgde de kleermaker 'Jan van Coen van Jan van Coen', en een stukje verder een klein winkeltje van Kos. Ze verkochten, dacht ik, koffie, thee, suiker, lucifers, enz. Aan de overkant was de winkel van Heinen, daar ben ik nooit binnen geweest. Weer aan de linkerkant van de Zeeweg was de garage van Van Vuuren, met direct daarnaast Gijs de Boer, meubelmaker.
Op de hoek van de Zeeweg/Hellingstraat bleef ik even staan: 'Zonnehoek'. Achter reclameborden van 'Nivea-zonnebrandolie' en zeep en shampoo waren tegen de achterwand grote spiegels geplakt, waarin je jezelf langs zag komen. Dat duurde de ene keer wat langer dan de andere keer, natuurlijk In de winkel van 'Zonnehoek', wat een zeer uitgebreide drogisterij was, werd je heel vriendelijk te woord gestaan door meneer Van Bochove. Gekleed in een wit gesteven jas, donker glanzend haar, met brillantine glad gestreken. Als er geen andere klanten in de winkel waren, dorst ik hem wel eens te vragen of hij mij wegen wilde. Of mijn gewicht mij iets kon schelen in die jaren? Welnee, 't was gewoon even dat andere, dat avontuur, dat in zo'n winkel zijn. Niet alleen de artikelen van Bayer en Nivea, maar al die dingen, sponsen, zeemlappen, pillen en hoestdrankjes, levertraan van Draaisma, borax-glycerine en kamferballen. 't Was altijd spannend als ik hier voor mijn moeder een boodschap moest doen.
Bij de 'Zonnehoek' linksaf was er eerst een tabakswinkel, dan een manufacturenzaak, waar je niet alleen kousen en sokken kon kopen, maar ook deugdelijk ondergoed, pyjama's, werkkleding, breiwol en andere garens. Direct om de hoek kwam je bij 'Wik' in de tent, de groenteboer. lk heb hem niet anders gekend dan met zijn hoed op en altijd een goed humeur. Bij 'Wik' in de tent was het gezellig en druk, veel volk. Tegenover 'Wik' het lange huis van de kunstschilder Tijmen Moll. Je kon het huis én van de Zeeweg én vanaf de Achterbaan bereiken, leuk was dat! Aan de Achterbaan was rechts een handwerkzaak. Het was ook, naar ik meen, het eerste adres waar je de ladders in kousen en panty's kon laten repareren. Dat was toen iets nieuws. Hier tegenover een winkel met bloempotten en kop-en-schotels. De naam van deze winkel of familie heb ik nooit geweten. Weer verder langs de Achterbaan op de hoek van een kleine steeg, Joost Boor, de lampenwinkel. Aan dezelfde kant een viswinkel waar de verse vis al vroeg lag te spartelen, wachtend op de eerste klanten.
Dan, of was daar nog iets tussen, de chocolaterie 'Schraverus'. In mijn herinnering stond daar de winkel altijd vol met klanten! Ze verkochten daar ook zoveel heerlijks, boomschors van chocola bij voorbeeld! Maar ook King pepermunt en maria biscuitjes. In hetzelfde portiek nog een deur en dat was de mooie serviezen-winkel van Rebel. Steken we nu even de Waterstraat over, dan komen we langs het huis van Barmentlo. Evertje van Lo was een hartelijke vrouw, met een altijd schoon, meestal blauw geruit schort voorgebonden. Als je nieuwe klompen nodig had, riep zij haar man Lo, die met zijn duimstok je feilloos kon vertellen welke maat je moest hebben. Gewone of tripklompen. Die hadden nl. een leren riempje over de voet. Lo Barmentlo maakte het zo precies, dat je heel trots de winkel (of eigenlijk de zolder) verliet met nieuwe klompen aan je voeten. Voorbij het huis had hij zijn timmermanswerkplaats. Als kind liep ik daar vaak even naar binnen. Ook werkte bij Ome Lo een zekere Kees, van 'Aaltje van Urk'. Een heel aardige man. De werkplaats lag altijd vol met planken die op de juiste maat gezaagd moesten worden. Onder de machines zaagsel, waar je zo lekker doorheen mocht lopen.
Naast de werkplaats, hoek Achterbaan/Havenstraat, de fietsenwinkel van Van Domselaar. Prachtige glimmende fietsen hingen daar. De heer en mevrouw Van Domselaar waren, geloof ik, geen echte Huizers. Voorbij de fietsenwinkel een beetje naar beneden loodgietersbedrijf Wiesenekker, in de volksmond: 'Meindert Bies'. Ook Havenstraat, tegenover 'Meindert Bies', 'Perfecta', eén van de twee fotografen in ons dorp. De andere heette Van de Sande, aan de Ceintuurbaan. Gaan we nu even een stukje Havenstraat terug, dan was daar op de hoek 'Boekhandel Frielink'. Ze verkochten er niet alleen boeken, maar ook schrijfwaren, inkt, pennen en potloden. Naast Frielink een drankwinkel, dan de dameskapsalon De Bruin en tot slot op deze rij een meubelzaak. Tussen deze kleine winkel met meubels en het huis van 'De Koperslager', waar volgens overlevering vroeger het haantje van de toren gepoetst werd, was nog een kleine steeg die geen naam had.
Inmiddels zitten we op de hoek, maar aan de overkant eerst nog schoenmaker Baas. lk heb daar heel wat kapotte schoenen heengebracht. Als kind heb ik mij vaak afgevraagd, hoe die oude grijze meneer Baas toch altijd de juiste schoenen weer terug kon vinden, ik bedoel die van ons. Soms moest je helpen zoeken. Zijn zoon, altijd een liedje fluitend, een vrolijk gezicht, hielp dan meestal een handje en als ik mijn schoenen opgelapt en wel weer onder de arm had, zaten vader en zoon alweer tegenover elkaar al kloppend op de leest, aan het volgende paar schoenen.
Op de hoek Achterbaan/Kerkstraat vanaf de schoenmaker 'Drogisterij Brands'. Daar weer schuin tegenover bakker Hagendoorn. Hij bakte de lekkerste kerstkransjes. Verder naar links weer een bakker: Honing, bijgenaamd 'Dirk kooltje'. Dan slager Van de Vijver en op de hoek Den Oude, schoenwinkel. Tegenover Den Oude de juwelier Gertjan Kos. In het oude huis daar weer tegenover woonde 'Jaap van Mie'. Zijn vader had een meelhandel en dat klopte wel, want 'Jaap van Mie' was een beetje melig... Naast Gertjan Kos had je een groentezaak. Nu zijn we op de Langestraat en als je naar links ging, kwam daar 'Drogisterij Van Amstel' met op de hoek van de Havenstraat kapper Rebel. Verderop richting haven heette het weer Havenstraat met rechts de kruidenierswinkel annex tabaksartikelen van 'Joost orgel' van Amstel. Schuin aan de overkant, op de hoek, een groente- en aardappelhandel. Weer terug de Havenstraat in, rechts langs Vos de vrachtrijder. Links een slager, de naam weet ik niet meer. Dan de grote etalages van firma De Lange. O, wat was daar altijd veel te zien. En dan binnen! Midden in de winkel, een enorme molen met vakken waarin de mooiste kleuren en soorten breiwol. Aan weerskanten in de winkel grote toonbanken waarop de dingen uitgestald werden die men wilde kopen. Ook verkochten ze dames-, heren- en kinderkleding, wollen dekens, vloerkleden en prachtige lopers voor de trap en de gang. Maar ook heel kleine dingen, zoals kaartjes stopwol en knoopjes. En het rook daar zo lekker, weer heel anders dan b.v. in de ijzerwinkel van meneer Van der Meer op de Voorbaan, waar we nog lang niet zijn aangekomen.
Er komt gewoon geen eind aan mijn rondgang door het dorp van vroeger. En ik was toch op weg naar school?
Wordt vervolgd


M. Versteeg
Enige tijd geleden kreeg de redactie de suggestie om een historische puzzel te publiceren, zoals andere historische verenigingen wel doen. Het idee werd meteen enthousiast ontvangen, maar de uitvoering staat of valt met degene die een dergelijke puzzel zou willen maken. Wij zijn dan ook bijzonder verheugd en dankbaar dat de heer M. Versteeg zich hiertoe bereid verklaarde! Hieronder treft u zijn eerste puzzel aan, deels geïnspireerd door artikelen e.d. in vorige nummers van de Ratel. De redactie vindt het leuk om deze nieuwe rubriek bij u te kunnen introduceren en wenst u graag veel plezier bij het oplossen van dit 'raadsel'.