De Ratel september 2019

DE RATEL GAET     SEPTEMBER 2019

Allereerst nodigen wij u graag uit voor een korte extra algemene ledenvergadering voorafgaande aan de lezing over de Gooise Tram op 12 september (zie agenda), met als enige “echt” agendapunt de benoeming van Martin Geers tot bestuurslid. Het is de bedoeling dat hij binnen het bestuur de functie van secretaris gaat vervullen om Klaas Schipper uit zijn zeer gewaardeerde extra rol van vervangend secretaris te kunnen ontslaan.
In de periode van november 2018 tot en met juni 2019 is ons archief een of tweemaal per maand op zaterdagochtenden open geweest. Een wisselend aantal bezoekers wist de ingang aan de zijkant van het Huizer Museum te vinden met heel diverse vragen en opmerkingen en er ontstonden levendige gesprekken. Daarom is nu besloten om in ieder geval tot het eind van het jaar iedere zaterdag ons archief open te stellen en wel van 11.00 tot 15.00 uur. Leden die willen helpen met de bemensing daarvan zijn welkom! Opgeven bij de secretaris.
Uit de contacten op de zaterdagochtenden, maar ook naar aanleiding van onze kraam zowel op het Oude Raadhuisplein tijdens de Erfgooiersdag op 31 mei als op de Havenstraat tijdens de Havendag op 22 juni, sloten een aantal nieuwe leden zich bij ons aan. Hartelijk welkom! 
Ons archief zal vanaf 7 september op de zaterdagen van 11.00 tot 15.00 uur geopend zijn.
N.B. De entree van het archief is aan de linker kant van het gebouw en niet via de receptie van het Huizer Museum. De plannen voor de viering van ons 40-jarig jubileum in november vorderen gestaag. De open viering datum is gewijzigd van 2 naar 8 november (zie agenda). Nog niet alle details zijn bekend, maar er wordt hard gewerkt aan de invulling van een aantrekkelijk programma voor kinderen (middag) en twee avonden in ‘t Visnet waarvan één open voor publiek en de tweede alleen voor leden. De definitieve invulling volgt onder meer op onze website (www.historischekringhuizen.nl) en een nieuwsbrief (graag uw email adres doorgeven als u deze nog niet ontvang!), maar noteert u de dagen maar vast in uw agenda. Ook wordt een speciaal, extra dik, jubileumnummer van de Ratel voorbereid voor uitgave in november. 
De Fietstocht “Villawijken” op 18 mei en de wandeling op Oud Bussum op 14 juni waren weer een succes en blijven in ons programma. Ook de ledenavond van 9 mei was goed bezocht met een boeiend verhaal van Janine van der HulstVeerman over de posterijen, waar u verderop in de Ratel een afsluitend verhaal over vindt. Op de Havendag op 22 juni trad onze klederdrachtgroep op voor veel publiek. En als u dit leest is ook onze jaar-excursie naar Maarssen aan de Vecht weer achter de rug, met wederom het maximaal aantal intekeningen.
Binnenkort hopen wij u ook weer te zien bij de komende ledenavond van 12 september met een lezing over de Gooise Stoomtram en tijdens de monumentendag/Huizerdag op 14 september bij de openstelling van de toren en oude kerk en alle andere activiteiten die u vindt in de agenda.
Rest mij nog u veel leesplezier toe te wensen met deze nieuwe Ratel vol met allerlei boeiende thema’s. 
Met vriendelijke groeten, namens het Bestuur van de Historische Kring Huizen, Ewoud Doyer, voorzitter

–  AGENDA 2019  – 
 september 20.00 uur      Ledenavond in ‘t Visnet, De Ruijterstraat 7, 1271 SR Huizen.
(1) Korte Algemene Ledenvergadering met als enige agenda          punt de benoeming van M. Geers tot bestuurslid.
(2) Lezing ‘De Gooische Stoomtram’ door Ron Couvée
september 11.00 - 16.00 uur Open Monumentendag/Huizerdag
              Openstelling Oude Kerk en beklimming toren
september 10.00 uur     Historische Fietstocht ‘Sporen uit het Verleden’*           onder meer langs restanten van een smalspoor,
              een grafheuvel en restanten van loopgraven uit de
              Eerste Wereldoorlog.
              Verzamelen bij de Botterwerf, Havenstraat 300,
 GD  Huizen 
 oktober     15.00 uur     Rondleiding over de Oude Begraafplaats door Jan Veerman.  
              Verzamelen bij de ingang, Prins Bernhardplein 1,
 DE Huizen
 oktober          Open dag St. Tussen Vecht en Eem, Baarn,
              ‘Honderd Jaar      Volksverheffing’
              Informatie op www.tussenvechteneem.nl
Viering 40-jarig jubileum van de Historische Kring Huizen in ‘t Visnet, De Ruyterstraat 7, 1272 SR Huizen
 november      Kindermiddag in ‘t Visnet
 november  20.00 uur     Viering 40-jarig jubileum voor volwassenen
 november  20.00 uur     Viering 40-jarig jubileum voor leden
Toegang voor ledenavonden en deelname aan wandelingen en fietstochten: voor leden gratis, niet-leden betalen E 3,00. 
*Toelichting:
Voor de wandelingen, fietstochten en rondleidingen s.v.p. aanmelden bij Jan Rebel via het                                   emailadres Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of telefoon 035-5260580
www.historischekringhuizen.nl www.huizermuseum.nl VAN DE REDACTIE
Rectificatie: in het vorige deel van de serie ‘Postverzorging ….’ werd genoemd dat Elly Molenaar de klok van het postkantoor gedoneerd had gekregen, maar oplettende lezers meldden dat ze Emmy Moolenaar heet en dus ook de achternaam van vader Gerrit met dubbel o is. Dergelijke correcties worden zeer op prijs gesteld, daar we/ ik ernaar streven/streef correcte informatie over te brengen. 
We beginnen met de lange lijst van schenkingen in de afgelopen periode. Naar aanleiding van een geschonken (muur?)plaat met de naam Bakx en een nummer vraagt de Werkgroep Archief om informatie over wat deze combinatie betekent. 
De bijdrage van de Werkgroep Huizer Dialect gaat dit keer over de vakantie. In de serie Philips in Huizen zijn we bij aflevering 6 met veiligheidstips én de aankondiging van een toneelavond. In het vorige nummer beschreef Pia van der Molen haar herinneringen aan de bezetting en vermeldde de website van de Stichting Oorlogsverhalen; in dit nummer vindt u nadere informatie over deze stichting en de website. 
Kort geleden kreeg de HKH van de heer Roel ter Stege onder meer het ‘Patrouilleboek’ van zijn vader Gerrit Jan ter Stege uit de tijd dat hij padvinder (scout) was bij de Vasantagroep, patrouille Raven. Dit boek beslaat de periode van 30 november 1946 tot 21 juni 1947; het eerste verslag hebben we overgenomen. Als aanvulling hierop haalt Janny Stevens herinneringen op aan het bezoek van een groep Noorse scouts aan Huizen in augustus 1995, toen de Wereld Jamboree plaatsvond bij Dronten in Oostelijk Flevoland. 
We vervolgen met het verhaal van Yvon Heemstra-van der Neut over ‘Hotel Promenade’ dat zij met hulp van Gerrit Jongerden en Willemien van Wessel-van As opschreef. Een boeiend stuk levens-geschiedschrijving uit de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren! Heel hartelijk dank daarvoor. 
 
De historie van de Postverzorging in Huizen door Janine van der Hulst-Veerman wordt met deel 4 afgerond met veel persoonlijke verhalen en herinneringen, bij voorbeeld over de moeilijke tijd tijdens de oorlogsjaren.  
 
Veel leesplezier gewenst,
Janine van der Hulst-Veerman,
Wendy van Noppen en Janny Stevens
Inleverdata kopij voor volgende Ratels: 25 oktober 2019 (voor de jubileumuitgave) en 15 januari 2020.

SCHENKINGEN in de afgelopen periode 2019
In de afgelopen maanden ontvingen wij van:   
• Fam. Koopman: klassenfoto’s van de Eben-Haëzer en de 
Rehobothschool van ± 1939-1940. Mevr. A. Rebel wist van de Rehobothfoto, waar 140 personen op staan, ongeveer 120 namen te achterhalen. Geweldig!
• Mevr. Heemstra: kalenderplaten.
• Dhr. G. Jongerden: een bordje van G. Bakx.
• Mevr. T. Grolle: een ‘goody bag’ van Teeuwissen Riolering i.v.m. het 50-jarig bestaan. 
• Fam. Bunschoten: een flesje Huizer Babbelaar.
• Dhr. Dijkman: weekblad de Katholieke Illustratie uit 1934.
• Mevr. M. Bos-Koot: een trouwboekje uit het jaar 1892 (meer dan 125 jr oud!).
• Dhr. R. ter Stege: het verhaal van zijn opa Roelof ter Stege tijdens het verzet in de oorlog, met de gekregen onderscheidingen, en van zijn vader Gerrit Jan ter Stege een boekwerk uit 1946/1947 i.v.m. de padvinderij (Vasanta-groep).
• Mevr. I. van Herwerden: een boek van 
Koninklijke Visio, ‘Tastend door de tijd’.
• Kringloopwinkel Bakboord, via H. Borstlap: een geborduurd melkmeisje in een lijstje, een kopergravure van de botter HZ 108, 
aluminiumplaatje met de Oude Haven, Oude Zuiderzee kwartet, bierpul café Bakker.
• Dhr. H. Borstlap: een luciferdoosje met geborduurde afbeelding van een vrouw met isabee, 2 boeken, oude luchtfoto’s van het Philipsterrein, ansichtkaarten, de akte van oprichting van de Watersportvereniging AVOH, een tekening van een machine van Elba Machinefabrieken Huizen, een infomap i.v.m. groot onderhoud 99 woningen en een gemeentegids.
• Mevr. E. Kos: 3 theelepeltjes van Flevo-Oord, 2 theelepeltjes van Pannekoekenhuis Oud-Valkeveen, 1 theelepeltje met een afbeelding van een oorijzermuts en 1 theelepeltje van Huize Erica.
• Dhr P. Heijink: het boekje ‘Lambert Rijckszoon Lustigh, Schepen van Huizen’.
• Dhr. H. Schipper: een kalenderplaat van Henk Corduwener in een lijstje.
Wij zijn als Historische Kring Huizen ontzettend blij met al deze schenkingen.
Hartelijk dank hiervoor.     Werkgroep Archief
 
N.B. Nog even een klein oproepje. Wij verzamelen de gemeentegidsen van Huizen, omdat je hier veel informatie uit kunt halen van dat betreffende jaar. We hebben ze vanaf 1978, maar missen een aantal jaren. Wie kan ons hier aan helpen? We missen de jaren 1986-1987-1988-1991 en 2009.

Een Raadsel
Hiernaast ziet u een foto van een ijzeren bordje met de tekst G. Bakx / Huizen /No 172. Het archief kreeg dit van ons lid G. Jongerden. We konden wel nagaan wie ’G. Bakx’ was en ‘Huizen’ is ook wel duidelijk, maar dat nummer...? Het bordje heeft gaatjes in de hoeken. Het was dus ooit ergens op bevestigd, maar waarop is (nog) niet bekend.
Gerardus Bakx is geboren in Uithoorn op 09-031878. Zijn ouders waren Willem Bakx, geboren in Oosterhout en Klaassina Bloem uit Oude Pekela.
Gerardus trouwde in Amsterdam met Jannetje Bout op 19-02-1903. Zij kwam uit Huizen en is geboren op 29-01-1871. Zij was een dochter van Gijsbert Bout en Tijmetje Honing. Gerardus was bij zijn huwelijk opperman. In 1911 woonden ze nog in Amsterdam.
In de Gooi en Eemlander van 30-07-1917 is sprake van een ruzie in ‘het café der weduwe Bakx’. Wie de weduwe was/is (nog) niet bekend. Het kan de moeder van Gerardus geweest zijn. Zij zou dan ongeveer 75 jaar zijn. Het café was Achterbaan 2 op de hoek van de Kerkstraat, daar waar nu de HEMA is.
In krantenberichten uit 1920 werd ‘caféhouder Bakx’ genoemd. Er was toen ingebroken en een ‘jeugdige deliquent’ had 285 gulden gestolen. In 1924 stond er een bericht in de krant (3 december) dat een groep Chr. Gereformeerden begonnen met godsdienstoefeningen in de zaal van Werkgroep Archief

de heer Bakx. Dit moet een zaal geweest zijn aan de Lindenlaan nummer 10, later nummer 16.
Op 8 januari 1929 is Jannetje Bout overleden.
In een advertentie in de krant van 9 september 1937 wordt G. Bakx, Achterbaan 2, genoemd als agent voor de Amstelbrouwerij. 
Wat er verder met Gerardus Bakx gebeurde is ons onbekend. Een bericht van overlijden is niet gevonden. Waarschijnlijk heeft hij het café verkocht in 1938 en heeft hij Huizen verlaten.
Het raadsel is het nummer. Het is geen huisnummer, ook geen oud huisnummer in een wijk. Misschien is het een telefoonnummer, nummer van het agentschap van de Amstelbrouwerij of iets anders.
Wie weet het?
Reacties naar Sandra Scholtz of Henk Schipper, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 035 5262330

VAN DE WERKGROEP HUIZER DIALECT     Klaas Schipper
Vekantie                                                                              
De vekanties binnen alweer zoë goeëd as vurbij. Ik docht, daer kan ik wel een aindjen over schrijven. Mar deur minder leuke ómstangdigheden bin ik nijt óp vekantie ëweest. Nou vijn ik dat nijt zoë arg, want thuis hem ik alles bij de hangd. M’n natje en m’n droëgie en nog vuule meer.
Nou mót ik wel zeggen dat ik vroger ók óp vekantie góng en dat ‘t best neutig was, mar as ik ‘r nou an denk wat een mins allemol overhoëp mós halen óm 2 weekies weg te gaen, dan bin ik stiekem wel een bietjen blij dat ik van de jaar nijt kón.
M’n kijer binnen wel óp vekantie ëweest. M’n jónste zøn is in Frankrijk ëweest mót z’n mins en z’n kijer. Too dee vróm was, vreug ik of ze ‘t leuk ëhad hadden. Nou, dat hadden ze, wel zeuvenendartig graden was ‘t. Ik zai too teugen dum, dan had-je beter in Nederlangd kannen blijven, want wij hadden wel veertig graden. En daer had-tie nijt van vróm. Ik zai nog teugen hum, daer rij je nou ik weet nijt hoovuul kilometers vur, en dan hij-je nog gien éëns koorts, wat zeg ik nog gien éëns verhoëging.
D’r binnen ók minsen dee ellëk jaar naer Italië gaen, naer ‘t Gardameer. Nou, dee kónnen van de jaar d’r lol óp. Denk je lekker te gaen zwemmen in ‘t Gardameer, hoofden dat gienéëns. Je kónnen zoë in je tentje blijven zitten, hij leup vanzelf wel ónger. As je geluk hadden dan bleef je tent staen en had je een binnenbad. Mar as tie weg waeiden, had je een buitenbad, mar dan was je handdook ók weg. Al ‘t are trouwens ók.
Wat dan nog te denken dat je mar gaen vliegen, want dan bin je zoë óp je bestemming. Nou, van de jaar vul dat ók vies teugen. Douwen is gien optie an een vliegtuig, dus mar wachten tot t’r weer een bietjen kerosine errëges vandaan kómt. Met de auto is ók nijt bepaald een pretje. Meestentijds is ‘t verschaiëne uren rijen mót de kans in een file terecht te kómmen en uren in zoë’n bloeëdhete auto te mótten wachten. As je kijer bij je hemmen beginnen dee ók nog ‘s te klieren en kómt de roëk bij je uit je oren. Gezellig hoor. Bin je dan aindelijk óp je bestemming annëkómmen, dan bin je van alles vergeten of ze weten nijt dat je kómmen zouwen of de camping is vol en gae zoë mar deur.
Alles zoë overdenkende zou ik wullen zeggen, minsen, blijf lekker thuis. Alles bij de hangd. Vuule goekoeper ók nog. En je kannen goeëd uitrusten, want daer is een vekantie toch aigenlijk vur.
Dus, are jaar lekker in je aigen darp blijven.
Klaas van IJs van Jaap en Jannemeut van IJzuk.

Het stuk staal lag niet in het gangpad doch naast de machine en schijnbaar lag het naast de draaibank dus ongevaarlijk.
Een leerling liep naar de draaibank toe en stapte daarbij op het uiteinde van het stuk staal. Zijn voet zwikte om, waarbij de jongen uitgleed en viel.
Het onderzoek wees uit, dat de enkel gebroken was en de jongen voor herstel plm. 5 weken moest verzuimen.
Hieruit blijkt weer eens, dat er meer aandacht dient besteed te worden aan het gevaar voor struikelen en alles wat daarmee verband houdt. Wanneer het aan orde en netheid in de werkplaats ontbreekt, kost dit de werkgever geld, maar de arbeider wordt de dupe.
Een klein beetje  meer zorg bij het werk, een klein beetje meer aandacht voor het goed neerzetten en goed opruimen – ziedaar waar het om gaat!
Uit de Golfstroom van februari 1954 komt de mededeling van de Commissie voor Ontwikkeling en Ontspanning over de N.S.F.
ONTSPANNINGSAVONDEN
Op Dinsdag 23 Februari,
          Woensdag 24 Februari en
               Donderdag 25 februari a.s.
Zal In “Theater Gooiland” worden opgevoerd
“SEBASTIAAN”
Blijspel in drie bedrijven van HENRI TROYAT,
DOOR DE ROTTERDAMSE COMEDIE onder leiding van KEES BRUSSE en RICHARD FLINK
Aanvang: 20.00 uur precies.  Zaal open:  19.30 uur.
Voor deze voorstellingen kunnen de plaatsbewijzen Worden afgehaald op:
     Maandag      15 februari        de nummers      1101  –  1650      Dinsdag      16 februari     de nummers      1651  –  2200      Woensdag     17 februari     de nummers            1  –    550 en     Donderdag     18 februari     de nummers     551 –  1100
des avonds na werktijd in de nieuwe cantine.
Onder werktijd worden geen kaarten afgegeven!
DE COMMISSIE VOOR ONTWIKKELING EN ONTSPANNING. Dat was het voor deze keer. Wordt vervolgd! 
Redactie

OORLOGSVERHALEN
In het ‘mei-nummer van de Ratel zijn zowel twee ‘gezichten’ opgenomen van mensen die tijdens de herdenking op 4 mei in Huizen herdacht werden, als een herinnering van Pia van der Molen aan een razzia in Huizen in 1944. Zij verwees toen naar de website www.oorlogsverhalen.com van de Stichting Oorlogsverhalen waar een film van dit verhaal te zien is. Hieronder treft u wat meer informatie over deze Stichting en de website aan. 
Hartelijk dank voor deze aanvulling. Red.
  
Oorlogsverhaal over razzia in Huizen
“Hier heb ik als kind een razzia van de Duitsers meegemaakt”, vertelt Pia van der Molen bij de voordeur van haar geboortehuis aan de Haardstedelaan 22 in Huizen. Binnen tijdens de verbouwing van het huis, laat Pia het luik zien waarin haar vader ontsnapte toen de Duitsers binnenvielen. Het is een van de video’s die te vinden zijn op de website www.oorlogsverhalen.com van de Stichting Oorlogsverhalen. Er staan er inmiddels meer dan 150 op. De meesten met een filmreportage en een helder geschreven verhaal van betrokkenen. 
’t Hooge Nest
Op de site staan inmiddels drie oorlogsverhalen uit Huizen: die van Pia en haar vader Pieter van der Molen en het verhaal over de familie Brilleslijper die ondergedoken zaten in ’t Hooge Nest aan de Driftweg op de grens van Naarden en Huizen. Ze zijn op de website te vinden op hun achternamen.
Unieke verhalen
De Stichting Oorlogsverhalen is het grootste voor iedereen toegankelijke openbare videoarchief van Nederlandse oorlogsverhalen. Makkelijk te vinden op naam, op thema en op land. Stichtingsvoorzitter en oud-Minister van Defensie Hans Hillen verwoordt het zo: “Oorlog kent vele gezichten: moed, kameraadschap, angst en verlies. Stichting Oorlogsverhalen geeft oorlog een gezicht. Met verhalen van ooggetuigen, overlevenden, slachtoffers en nabestaanden. Elk verhaal is uniek. Samen geven ze een beeld van de impact van oorlog op ons leven.“
Onafhankelijk
De Stichting Oorlogsverhalen is onafhankelijk en niet-gesubsidieerd en heeft de ANBI-status. Ze bestaat dankzij giften en donaties van particulieren en bedrijven. Hoe u donateur kunt worden is te vinden op https://oorlogsverhalen.com/ word-donateur.
Als u uw oorlogsverhaal of dat van een familielid wilt vertellen dan kunt u zich aanmelden op info@ oorlogsverhalen.com

DE PADVINDERIJ IN HUIZEN VLAK NA DE OORLOG
Kort geleden kregen we van de heer Roel ter Stege het ‘patrouille-journaalboek’ uit 1946 van zijn vader, Gerrit Jan ter Stege. Het betreft de Padvinderij (nu Scouting) en wel de Huizer Vasantagroep en de patrouille Raven. De leden van de patrouille deden om de beurt verslag van de diverse activiteiten van de groep tussen 30 november 1946 en 21 juni 1947. Hieronder volgt het eerste verslag uit het boek, geschreven door Gerrit Jan ter Stege. Het is een bijzonder leuke bijdrage aan onze geschiedschrijving met name over de vrije-tijdbesteding in het nog recente verleden. Redactie.
In dit patrouille-journaal wordt door de ……..
Patrouille-leden om de beurten geschreven.
                    Het wordt des Zaterdags ingeleverd voor
correctie  en wordt dan door de volgende man des Dinsdags afgehaald bij Vaandrig van den Berg, schapendrift 10 – Huizen, voor bijwerking.
                    De rechterkanten van het papier worden alleen
beschreven, terwijl de linker voor illustratie of opplakken van onderdelen oefening, Foto’s e.d. gereserveerd blijft.
                    Ieder verslag dient als volgt aan te vangen:
Datum oefening  ……………………………………. Aantal aanwezigen patrouille-leden  ……………………………………. Namen en reden van afwezigen  …………………………………….   ……………………………………… Doe je best, het komt je later van pas.
     Huizen, 30-11-1946
                          Handtekening Vaandrig.
 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Datum oefening     : 30 november 1946
Aantal aanwezige patrouille leden     : zeven
Namen en reden van afwezigen     : J.v.d.Ben moest naar Utrecht.
VERSLAG
Nadat de vlag was gehesen en inspectie was gehouden kregen wij per patrouille een opdracht die in geheimschrift was opgesteld, en die als volgt luidde:
Zoek aan de voet brievenbus Bovenlangewijnseweg – Nieuwe Bussummerweg.
Toen wij hier waren aangekomen vonden wij al gauw een opdracht in geheimschrift opgesteld (morse en cijferschrift).
Nadat dit heel vlot was opgelost, werd ons de volgende opdracht bekend gemaakt:
Loop in verkennerspas de kortste weg naar het Drafna lyceum en maak een kaartje v.d. gevonden route. Schat de hoogte van het huis. En schat de afstand van de openbare weg tot aan de oprit, waar het huis op staat. 
Nadat we in verkennerspas naar Drafna waren gegaan in de plensende regen vonden wij dat de hoogte van het gebouw en de schoorsteen circa 10 à 11 meter was. En dat de afstand van de Flevolaan naar het terrein ca. 60 meter bedroeg. Het kaartje van de gevolgde route is hiernaast aangegeven. Toen wij weer in verkennerspas terug waren gegaan kwamen wij als tweede in het troephuis aan. Hier kregen we een aardige verrassing van de leiding, die we hiervoor hartelijk bedanken. Het was een laatste groet aan de padvinders van onze Chief. Toen de vlag gestreken was, was die troepmiddag voorbij.
                               
P.L. Ravenpatrouille.
G.J.ter Stege.
HET BEZOEK AAN HUIZEN VAN 40 NOORSE SCOUTS IN 1996 IN HET KADER VAN DE WERELD JAMBOREE
Het patrouille-journaalboek van Gerrit Jan ter Stege riep bij mij veel herinneringen op aan de tijd dat ik zelf actief was in de Scouting. Eén speciale herinnering speelt in Huizen. In augustus 1995 werd in ZuidOost Flevoland bij Dronten de Wereld Jamboree van Scouting gehouden. Ik was toen betrokken bij de ‘home hospitality’ voor 40 Noorse scouts van een jaar of 14, 15 in Huizen. Ze logeerden een paar nachten bij Huizer families – behalve ouders van Huizer scouts hadden ook gastouders zich opgegeven via een oproep in de Huizer Courant. Misschien zijn er nog wel mensen die zich dat herinneren. 
De Noorse jongeren kwamen uit verschillende kleine dorpen in het hoge noorden van Noorwegen. Het was voor hen dan ook een hele belevenis om naar de Jamboree te mogen gaan. Ze hadden allemaal een fotoboekje bij zich van hun gezin (broertjes en zusjes), school, clubgebouw enz. 
De dag na aankomst werden we ontvangen door burgemeester H.J. Verdier, die net één week in functie was! Hij vertelde dat hij ook welp geweest was en bracht later nog een bezoek aan het kamp in Dronten. 
Na een wandeling door het oude dorp werd een bezoek gebracht aan het Huizer Museum en het (toen nog bestaande) Bakkerijmuseum. Het was heel warm en de kinderen hadden alleen zware schoenen om op te lopen. Een schoenenwinkel heeft er toen voor gezorgd dat er teenslippers konden worden aangeschaft! 
Op de Jamboree werd van alle gemeenten waar scouts logeerden de vlag gehesen op het grote kampterrein in de Flevopolder. Zo ook de Huizer vlag die we van de gemeente mochten lenen. De Noorse vlag heeft in ons dorp nog één week bij het gemeentehuis gewapperd!
Op de foto staan de Noorse groep vóór het gemeentehuis, samen met gastgezinnen en comité van ontvangst van de gemeente.
     Janny Stevens-Melein
     augustus 2019

HOTEL PROMENADE IN HUIZEN
Uit het levensverhaal van Yvon Heemstra-van der Neut


Hotel Hendriks ca. 1910.
Mijn naam is Yvon Heemstra-van der Neut. In 1955 kwam ik als 7-jarige met ons gezin in Huizen wonen. Ons gezin bestond uit mijn moeder en 5 kinderen vanaf 7 jaar (mijn tweelingzus en ik) tot 21 jaar. Wij komen uit Alkmaar en daar ben ik geboren. Mijn ouders hadden daar een hotel, hotel TRIO. Ze zijn helaas gescheiden. Moeder zette het hotel voort, maar met 5 kinderen allemaal in een leeftijd waarin ze veel aandacht nodig hadden, was dat erg moeilijk. Ze kon toen in Huizen Hotel Promenade overnemen. De reden waarom ze voor Huizen koos, was omdat het hotel op zondag gesloten was.

Uitnodiging waarmee voor ons alles begon!
Zes dagen werken was in die tijd natuurlijk heel gewoon, maar als je er alleen voorstaat en je moet zeven dagen in de week werken, is dat eigenlijk niet te doen. Wij waren niet ProtestantsOrthodox-Christelijk maar de reden dat moeder hierheen kwam was dus zuiver praktisch. Nu hoor je wel eens het woord ‘cultuurschok’ vallen maar dat is wat ons betreft eigenlijk zwak uitgedrukt. Het verschil was gigantisch en dat was wel even wennen. Wij gingen b.v. op zondag naar 

Mevrouw Rol in het café. Dame links onbekend.
de bioscoop, maar in Huizen was niet eens een bioscoop. Nou ja, een zaaltje in de Doolholstraat waar wel films werden vertoond maar uiteraard niet op zondag. Nu was dat echt niet allemaal ellende en treurigheid, want het was al heel mooi dat moeder ‘s zondags alle tijd voor ons had. Verder ligt Huizen midden in de natuur en we wandelden en fietsten veel in de omgeving. Dat was iets wat er in de omgeving van Alkmaar nauwelijks was. De zee en de duinen waren weliswaar niet al te ver maar dat was het dan ook.
Mijn tweelingzus en ik waren de enige twee die nog naar de lagere school moesten; de anderen 

Op het terras. V.l.n.r. Willem, Yvon, mevrouw Rol, Carla, Tiny en 2 gasten.


14    DE RATEL / FEBRUARI 2018

DE RATEL / FEBRUARI 2018    15


16    DE RATEL / FEBRUARI 2018


Yvon achter de bar.
waren die leeftijd al voorbij, want wij waren nakomertjes. Een leuk voorbeeld van verschillen: wij gingen knikkeren en hier in Huizen maakten ze een knikkerpotje met je hak in het zand. In Alkmaar zochten wij naar een goeie plek waar je een straatklinker er uit kon halen voor een knikkerpotje, ‘kloet’ genoemd op z’n Alkmaars.
Zo ver gelezen denkt nu iedereen: we hebben het toch wel over de familie Rol van Promenade? Dat klopt slechts ten dele want dat is de meisjesnaam van mijn moeder! Mijn zus en ik kwamen op de Koningin Wilhelminaschool. (Wie weet nog, dat die in de oorlog De Zuiderschool heette?) Een voordeel was, dat die wel heel dicht bij ons hotel was. Het was niet de bedoeling, want moeder wilde ons eigenlijk op de Openbare Lagere School, Trompstraat 1, plaatsen. Die was echter vol. Dan had je toen nog De Nieuwe School, Driftweg 121, ook openbaar onderwijs. Of er al sprake van is geweest weet ik niet, maar dat was zeker anderhalve kilometer vanaf ons huis en voor ons te ver. Zodoende werd het de Christelijke Wilhelminaschool. Ik zal daar niet over uitweiden maar ik kan wel zeggen, dat die zes jaren voor ons geen leuke jaren waren.

Hotel Hendriks ca. 1915. Tram op de achtergrond.

Irving – roepnaam Irv – achter de bar.
Onchristelijke kinderen, alleenstaande moeder met een hotel/café! Aan kinderen, ouders en onderwijzend personeel bewaar ik geen goede herinneringen. Wel wil ik even vermelden dat meester Van Dijk en juffrouw Bossinga lieve mensen waren. We hadden één vriendinnetje met wie ik nog altijd contact heb. Daarna gingen we naar de Huishoudschool in Bussum.
Hoe ging dat nou allemaal in Promenade? Er waren 6 hotelkamers en een badkamer op de gang. 

Hoofdingang aan de zijkant van het hotel. 
V.l.n.r.: Duitse gast, mevrouw Rol, 2 Duitse gasten. Meisjes ervoor: links Carla, rechts Yvon.

Receptie in Promenade ter gelegenheid van de trouwerij van Yvon en Irving. In klederdracht: mevrouw Kos, vrouw van Slager Kos aan de overkant van Promenade.
Verder een café-restaurant en een zaal voor bruiloften en partijen. Het hotel was niet altijd volgeboekt maar het liep toch wel. We hadden gasten uit het hele land en af en toe ook uit Duitsland. Voor een heel groot deel betrof het echter zogenaamde handelsreizigers, vertegenwoordigers van een fabriek of handelsfirma, die hier in de buurt hun waar aan de man moesten brengen. Die kwamen vaak van ver en hadden - zonder auto - geen mogelijkheid meer om ‘s avonds naar huis te gaan. Die gebruikten ook wel een lunch en avondeten bij ons, maar ik moet zeggen, dat ‘de kaart’ vrij beperkt was! Het bleef bij een broodje biefstuk waarvoor wij gauw bij slager Kos aan 

Nog eens de receptie: v.l.n.r. Anuschka van der Neut, een nicht, een tante, mevrouw Rol en een zwager.
de overkant een biefstuk gingen halen. Tijdens lunchtijd was de slagerij gesloten; achterom dus. De slager was daar niet blij mee maar hielp ons toch! Een grote koelkast vol met biefstukken hadden we natuurlijk niet, wel een groot kolenfornuis. Henk Teeuwissen, de kolenboer van de Langestraat, bracht altijd de kolen in grote zakken op zijn schouder. Een zwart gezicht dat hij dan had! ‘t Was een aardige man.
Als kleine kinderen hielpen mijn zus en ik ook wel aardig mee in de zaak. In het begin waren er op de kamers nog kolenkachels en wij vulden de kolenkitten en brachten die naar boven. Eens verbleef er een langere tijd een familie Holle in ons hotel. Man, vrouw en een dochtertje. Hij was kunstschilder. Met het dochtertje speelden we veel. Met Sinterklaas hingen ze chocolaatjes aan de kolenkit en dat vergeet je natuurlijk nooit. In de zomer kwam er verscheiden jaren een schooljuffrouw, die dan haar hele zomervakantie bij ons doorbracht. Ze zocht rust en kwam dus kennelijk uit een stad. Ik zie haar nog zo liggen in de appelgaard achter het hotel, in een ligstoel. Als ze dan wegging, kregen wij cadeautjes (speelgoed) uit het Bussums Warenhuis op de Voorbaan in Huizen.
Promenade was het enige hotel in Huizen. ‘Als je dan ‘s zondags dicht was, moest je dan de gasten wegsturen tot maandagochtend’, vroeg iemand? Nee, dat zou te gek zijn. De gasten werden wel met het nodige verzorgd maar we mochten op zondag geen nieuwe gasten opnemen. Of moeder een toevallig op zondag langskomende gast wegstuurde? Dat is me te veel gevraagd!
Wij kwamen dus, zoals gezegd, met vijf kinderen in Huizen aan, maar niet veel jaren erna waren alleen mijn zus en ik nog thuis. In het café was het altijd gezellig. Nog onlangs zei een vroegere gast tegen me, dat hij er altijd zo leuk gebiljart had. Anekdote: 1 biljart was gratis bij gebruik van consumptie. Later kwam er een biljartklok, een dubbeltje voor een half uur. De klanten kwamen er achter dat als je in het geldgleufje blies, de klokwekker een half uur vooruitsprong, tot mijn moeder het door had en toen was het spel uit! 
Dan wil iedereen nog wel eens weten, hoe dat nu allemaal ging met die buitenlanders. De eerste gastarbeiders in Huizen! Dat begon kort na 1960. Eerst kwamen er 12 Italianen. Allemaal vrijgezellen en ze werkten bij de Balatum, zoals die toen heette. Moeder is toen al gauw gestopt met het hotel, om ze allemaal onder te kunnen brengen. Kort erna werden er een soort motels rond het hotel gebouwd. De bezorgde Huizer ouders van jonge meiden probeerden hun dochters van Promenade weg te houden! Dat lukte kennelijk behoorlijk want er zijn, bij mijn weten, slechts twee met een meisje uit Huizen getrouwd en nog één met een Amsterdams meisje. Het hotel werd toen gesloten. Het café bleef wel bestaan. Er is een contract afgesloten met de Balatum over de huisvesting van hun buitenlandse werknemers. Natuurlijk was dat wel positief voor mijn moeder omdat het financiële zekerheid gaf. In totaal waren er op een gegeven moment wel 60 Italianen bij ons gehuisvest. Een aantal van hen kwam uit Noord-ltalië en een aantal uit Zuid-ltalië. Dat botste wel eens een beetje hoewel het nooit zo erg werd, dat de politie erbij moest komen. Uiteindelijk verdwenen veruit de meeste Italianen weer naar ltalië. Al met al zijn er maar 4 of 5 in Nederland gebleven. In die tijd werkte er ook een Italiaanse kok bij ons.
Daarna kwamen er nog 30 à 40 Spanjaarden. Dat waren vrijwel allemaal getrouwde mannen. Er waren ook enkele vrouwen bij voor de verzorging, vooral wat eten betreft. Ik mag wel zeggen dat moeder Rol de zaak goed in de hand had. Dat is niet iedereen gegeven, het moest ook wel met zoveel ‘gasten’!
Toen de grote zaal voor bruiloften en partijen daar niet meer voor gebruikt werd, is er nog een discotheek in geweest, ca 1970, genaamd Paddock. Dat heeft niet lang geduurd. Eén keer heeft Massada bij ons opgetreden, voor een afgeladen overvolle zaal. Inspectie voor brandgevaar etc. bestond toen nog niet. 
Wij zijn in 1968 vanuit het hotel getrouwd en hebben daar ook nog een poosje gewoond. Onze oudste zoon is er geboren. Ik ben getrouwd met lrving Heemstra. Die kwam begin 50-er jaren in Huizen wonen,  gerepatrieerd uit Nederlands-Indië, waar hij geboren is. Hij kent veel Huizers en maakte hier ook veel mee.
Wij namen het hotel over van de familie Bos. Toen heette het al Promenade. Ik weet, dat het lang hiervoor Hotel Hendrlks heette, maar dat is dan ook alles wat ik ervan weet. Nog eerder zou er een café Bus op deze plaats gevestigd zijn geweest en dat zou verbrand zijn. Dat alles van horen zeggen.
Uiteindelijk werd de hele zaak aan Slokker Bouwmaatschappij verkocht, die er tot op heden het hoofdkantoor heeft. Moeder verhuisde naar de Melkweg waar ze nog een aantal jaren woonde in een oude verbouwde boerderij. Daarna woonde ze nog een korte tijd in Voor Anker. Zij overleed in 1998. 
Ten slotte vind ik het wel prettig om te laten weten, dat ik in ’t dorp nooit iets negatiefs over Hotel Promenade en zijn bewoners heb gehoord uit de tijd dat het ons tehuis was. Ik woon nog steeds met heel veel plezier in Huizen.
                          
juli 2019
Y. Heemstra – van der Neut


Ca. 1925. Nu Hotel Promenade nog wel met letter en cijfer-adres. Moeilijk te lezen, maar op het soort uithangbord staat ook: met auto-garage! Dat was in die tijd het vermelden wel waard.
DE HISTORIE VAN DE POSTVERZORGING IN HUIZEN  (deel 4) (laatste deel)

Janine van der Hulst-Veerman
Rectificatie: in het vorige deel werd genoemd dat Elly Molenaar de klok van het postkantoor gedoneerd had gekregen, maar oplettende lezers meldden dat ze Emmy Moolenaar heet en dus ook de achternaam van vader Gerrit met dubbel o is. 
Dergelijke correcties worden zeer op prijs gesteld, daar we/ik ernaar streven/streef correcte informatie over te brengen. 

Woon- en werkverkeer Postkantoor        
In de Post- en Telegraafwereld van december 1917 wordt er (omdat de functie voor directeur wederom vacant is) over het Post- en Telegraafkantoor geschreven: 
“Rijksgebouw. Ruim en doelmatig kantoorlokaal. Woning bevat boven vijf kamers en keuken (kleine bijkeuken beneden, gezamenlijk gebruik voor woning en kantoor). Kelder ruim en droog; grote zolder. Kleine tuin met prieel. De woning is mooi, de kamers zijn ruim en hoog. De trap naar de woning (boven) is zeer smal zodat de meubels door de ramen in de woning gebracht moeten worden. Ingang woning is aan de achterkant van het gebouw. Vier der kamers op het noorden gelegen. Het gebouw is 1 september 1911 door het Rijk van de gemeente overgenomen. De gemeente heeft echter het gedeelte, waarin het Raadhuis is gevestigd, voorlopig voor een jaar weer gehuurd (een nieuw gemeentehuis moet nog gebouwd worden). Plannen staan voor verbouwing nadat de gemeente het gebouw ontruimd zal hebben. Dan zal vermoedelijk het grootste gedeelte der woning van den Directeur beneden komen terwijl ook de tuin dan groter zal worden. [..] De verlichting geschiedt door gas. Waterpomp in keuken boven. Beneden dus bij het kantoor in ‘t geheel geen water.” 
Verder volgt er een opsomming van de openingstijden en is het aantal bestellers toegenomen: van drie naar vier. Ook het aantal behandelde telegrammen is ten opzichte van 1915 meer dan verdubbeld. In 1915 behandelde men nog 6462 en in 1916 waren dat er 13643. Ook het aantal behandelde telefoongesprekken is ten opzichte van 1915 flink gestegen, van 7337 in 1915 tot 13679 in 1916. Het aantal inwoners bedraagt dan ruim 6000. Het telefoneren geschiedt in die periode via een openbare spreekcel die gevestigd is in het Post- en Telegraafkantoor. 
Aanpassingen in en om het Postkantoor Er volgen aanpassingen. Als men in 1929 na een vacante periode van zes jaar weer opnieuw een directeur wil aanstellen, wordt de gasverlichting vervangen door elektrische verlichting. Van 16-11930 tot en met 31-3-1932 is A. Govers directeur van het postkantoor. 
Voor de verbreding van de weg koopt de gemeente een strook grond van 210m2 voor ƒ10,- Op 1 juli 1932 valt het Huizer PTT-kantoor onder het district van Hilversum en is vanaf dan hulppost-, telegraaf- en telefoonkantoor. 
Ten behoeve van een noodzakelijk verbouwing worden de twee ingangen teruggebracht naar één. Er komt een automatische telefooncentrale. Daarvoor moeten enkele extra voorzieningen worden getroffen en een aantal noodzakelijke verbeteringen doorgevoerd. De wachtkamer en de bestellerskamer worden verruimd. De minister keurt het geraamde bedrag van ƒ4400,- goed en in november 1933 wordt aan de Rijksgebouwendienst opdracht gegeven om de werkzaamheden uit te voeren. De verbouwing wordt gegund aan aannemer G. Seppen te Hilversum voor een bedrag van ƒ3760,- en na afloop wordt er nog eens ƒ327,85 aan meerwerk betaald. Voor de wijziging en de elektrische installatie wordt een bedrag van ƒ450,- beschikbaar gesteld. De automatische telefooncentrale wordt op 8 oktober 1935 in dienst gesteld met een capaciteit van 300 nummers voor 200 aansluitingen.
Op 1 mei 1937 wordt het hulppost-, telegraaf en telefoonkantoor omgezet in een ongeclassificeerd hulppost-, telegraaf en telefoonkantoor. 

Medewerkers Postkantoor augustus 1936 v.l.n.r.: 
Freek Visser, onbekend, Piet Veerman,
Henk Scholten, Henk Schaap, Jacob Zeeman, 
M. Schadee, onbekend, Tijmen Visser en Andries Zeeman
Postkantoor en postbodes in de Tweede Wereldoorlog 
In een interview met Jaap en Joke Visser vertelde Jaap dat zijn vader na zijn geboorte postbode werd. Jaap was tweede op rij van het 12 kinderen tellende gezin. Jaaps vader, geboren in 1906, was aan het begin van de Tweede Wereldoorlog 34 jaar oud. Begin 1943 was dit een risico-leeftijd voor mannen om verplicht te werk te worden gesteld in Duitsland. In eerste instantie werden postbodes vrijgesteld van het werken in Duitsland. Ze moesten een insigne en/of pin dragen, waarmee ze konden aantonen dat ze daadwerkelijk een postbode waren (zie foto). 

Zo konden ze niet tijdens een razzia worden opgepakt. Eind 1943 bleek er echter een daling in het aantal beschikbare postbodes, want ook zij kregen een oproep zich te melden voor werk in Duitsland in het kader van de Arbeitseinsatz. Om het tekort te ondervangen werd het aantal bezorgmomenten, met uitzondering van de drie grootste steden, teruggebracht tot één per dag. Tijdens de oorlog kreeg het postbedrijf te maken met een geringer aanbod. Het gewone leven in Nederland was immers stevig verstoord. Verder werd ook nog eens een verhoging van de portokosten doorgevoerd om de Nederlandse tarieven op hetzelfde prijsniveau als Duitsland te brengen. Dat drong het gebruik van de postdienst nog verder terug. 
Alleen het vervoer van pakketten nam toe. De bevolking van het platteland verzond namelijk geregeld voedsel per post naar hun familie in de steden. De trein uit de Achterhoek werd daarom zelfs de ‘Roggebroodexpresse’ genoemd. Vanuit Huizen werden veel voedselpakketten verstuurd naar zoons, broers en vaders die in Duitsland moesten werken. Omdat het vervoer per trein kampte met kapotte spoorwegen en spoorwegstakingen en bij het autovervoer de schaarse benzine een probleem was, konden brieven en voedselpakketten zo een eindeloze reis maken, waardoor het voedsel met een beetje pech zwaar beschimmeld aankwam. Post mee terug nemen vanuit Duitsland mocht ook niet. In een dagboek uit de Tweede Wereldoorlog las ik dat een man werd opgepakt omdat hij in de voering van zijn jas brieven had verstopt. 
Tijdens de bezetting hadden de Duitsers de PTT verzelfstandigd, wat na de oorlog onmiddellijk ongedaan is gemaakt. 
Directeur Postkantoor Wouter van Beek 
Gedurende de oorlogsperiode was Wouter van Beek directeur van het postkantoor. Hij woonde jaren met zijn gezin in de dienstwoning boven de openbare ruimte. Wouter van Beek was een gemoedelijk mens die een zekere autoriteit uitstraalde. Zijn kwaliteiten kwamen in oorlogstijd goed van pas. Aan de ene hand hield hij de vijand aan het lijntje en aan de andere hand zette hij zich in voor verzetswerk en bood onderduikers onderdak in de verborgen ruimtes van het postkantoor. De Duitsers hadden echter een sleutel van het postkantoor en ook van de woning van de directeur, waardoor er soms onverwachte huiszoekingen waren. 
Wouter van Beek kende alle schakelfiguren in het verzetswerk, maar deed in de praktijk net alsof hij nog nooit van ze had gehoord. Wanneer er op korte termijn een onderduikadres geregeld moest worden, was er op het postkantoor altijd wel plek. Piet Kos, leider van het Huizer Verzet, kon altijd bij hem terecht. Het postkantoor had vele ruimtes om te schuilen. Op de bovenverdieping zat een tussenruimte van een halve meter tussen twee kamers. Een ruimte waar zeker een man of zeven à acht bij alarm konden worden verstopt. Ze moesten dan wel hun adem inhouden anders ging de betengeling heen en weer. De andere ruimte was een kruipruimte onder het postkantoor van anderhalve meter hoog, waarvan de toegang onder het bureau van de directeur lag. De onderduikers verbleven daar ‘s nachts om, voordat het personeel de volgende ochtend weer binnenkwam, naar de zolderverdieping te verkassen. 
Ook de zoon van Wouter van Beek heeft zich daar ten tijde van de Arbeitseinsatz schuilgehouden. Hij ontdekte, samen met zijn mede-onderduiker, dat er in de buitenmuur ontluchtingsgaten zaten en ze zagen dat daar de Huizer vrouwen langs liepen, als ze naar de kerk gingen. Ze staken dan lange breinaalden door de ontluchtingsgaten, dwars door de rokken van de vrouwen in hun benen en dan hoorde hij ze zeggen: “Donder. Heb jij dat ook. Het lijkt wel of een beessie me prikt.” 
Wouter van Beek had op het postkantoor van Amerongen gewerkt ten tijde dat de in 1918 uit Duitsland gevluchte Keizer Wilhelm II in kasteel Huis Doorn zat. Een adjudant die regelmatig brieven op het postkantoor bracht, vertelde allerlei bijzonderheden over de keizer aan directeur Van Beek. Hierdoor wist hij in detail aan de Duitsers over hun Keizer te vertellen, waarmee hij hun vertrouwen won en bepaalde dingen voor elkaar kreeg. Hij wist bijvoorbeeld te vertellen dat de ene arm van de keizer korter was dan de andere en dat hij daarom steeds met een gebogen arm of met zijn hand in een broek- of jaszak op de foto wilde worden gezet. Zo bemachtigde hij via de Ortscommandant van Bussum een biljet met de tekst ‘Anstechende Krankheit’ dat hij in geval van nood op het postkantoor plakte om de Duitsers weg te houden. Directeur van Beek vernam via de Ortscommandant in Bussum dat er iets in de kelder van het postkantoor zou liggen; de Duitsers hadden springstoffen     aangebracht in de kabelkelder van het postkantoor, op de plek waar de telefoonkabels binnenkwamen. Ze hoefden maar op een knop te drukken of het hele Keizer Wilhelm II met    postkantoor zou de één hand in zijn jaszak.     lucht in vliegen. Omdat ze bang waren dat de Duitsers na de oorlog nog een daad wilden stellen, lieten ze de technische dienst de springstoffen verwijderen en vervangen door dummy’s. 
Er was ook een luisterpost van Radio Oranje, die codeberichten doorgaf. Die codeberichten werden via via doorgespeeld en alleen de laatste persoon wist wat de code betekende. De Duitsers hadden vier versterkers van de radiodistributie in een kamertje op de bovenverdieping neergezet. Deze versterkers werden stiekem voor Radio Oranje gebruikt. 
Na de oorlog bewees Wouter van Beek de Politieke Opsporings Dienst en de Binnenlandse Strijdkrachten een grote dienst, omdat hij precies wist waar de leidinggevende NSB’ers zich in Huizen bevonden. In december 1944 moesten alle telefoontoestellen, behalve die van de politie, het postkantoor en de zenderwacht buiten gebruik werd gesteld. Door deze maatregel zijn ook NSBtelefoonabonnees enige tijd zonder telefonische verbinding geweest. Op last van de Duitse Einsatzleiter Peters te Bussum, werden de NSB’ers, opnieuw aangesloten. Omdat die heraansluiting gebeurde vanuit de schakelkast in het kantoor van de directeur, ontving Wouter van Beek een lijst van Peters met 31 aansluitingen. Deze lijst overhandigde hij na de oorlog aan de P.O.D.en de B.S. die de leidinggevende NSB’ers arresteerden. 
Het leven als postbode 
‘Als postbode had je een goede baan,’ vertelde Jaap Visser. Wanneer een postbode een gehandicapt kind had, dan werden de kosten voor de inrichting door de PTT vergoed. Dit kind ontving ook met Kerst en op zijn of haar verjaardag van de PTT een attentie, bijvoorbeeld in de vorm van een fruitmand. 
De postbodes, op zijn Huizers posten, werkten in diensten. Een ‘vroege dienst’ begon om 3.00 uur en duurde tot 10.00 uur en de middagdienst duurde van 15.00 tot 17.00 uur. Als postbode werd je in die tijd goed betaald. Daarnaast mochten ze in de overige tijd ander werk doen, bij bijvoorbeeld de brandweer of bij de begrafenisondernemer. Ze mochten geen tuintjes bijhouden bij particulieren of ander werk dat niet bij een ambtenaar paste. Ze waren immers ambtenaren en die mochten geen werk van een ‘lager’ niveau doen. Maar waarschijnlijk deed men dat stiekem toch voor wat extra inkomsten. 
Een postbode had in die tijd een verantwoordelijke functie, want naast het verzorgen van de post brachten ze ook kwitanties van bedrijven rond om het geld te innen. Om die reden moest een postbode een eed afleggen, vertelde Joke Visser. Hij en zijn familie werden voordat hij werd aangenomen gescreend. Tegenwoordig is het aanvragen en overleggen van een VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag) voldoende. Reken maar dat de geïnde bedragen bij het natellen moesten kloppen. 
Het bezorgen van de post was zwaar werk. Men maakte gebruik van een eigen fiets. De belasting was loodzwaar en het gebeurde nog wel eens dat een fiets onder het gewicht bezweek. 

Postbode met fiets
De voorsorteerders sorteerden de post op wijk en de postbode sorteerde vervolgens zelf de post op straat en nummer. Als je de wijk Buiten Noord had, omgeving Oud Valkeveen, en het was slecht weer of er lag sneeuw, dan had je een extra zware kluif aan het post bestellen. Jaap Visser vertelde dat er eens een postbode was, die zich altijd met slecht weer via de vrouw van de voorman ziek meldde. De vrouw van de voorman had daarom een enorme hekel aan deze man. In de oorlog had men geen goede fietsbanden en de bewuste postbode meldde dit bij de voorman. De voorman nam de banden van zijn vrouw haar fiets en zette die op de fiets van de postbode, dit uiteraard tot groot ongenoegen van zijn vrouw die sindsdien nooit meer haar fiets heeft aangeraakt.
Het post bestellen gebeurde elke dag, van maandag tot en met zaterdag. Het gebeurde eens dat een postbezorger met een vroege dienst in plaats van rechtsom linksom om de muziektent op het Oude Raadhuisplein reed om de route af te snijden. Er was immers toch op dit vroege tijdstip geen kip op de weg. Maar de verkeersregel liet dat niet toe en helaas, om 3.15 uur snapte politieagent Plat hem en kreeg hij een bekeuring. 
In de zomer droegen de postbodes groene uniformen en in de winter een donkerblauw, bijna zwart, tenue. Men droeg ook een cape, een     zogenoemde 
pelerine, die met regenachtig weer erg veel vocht opnam en daardoor loodzwaar woog. De vader van Jaap bracht zijn cape daarom bij Bakker Honing om zijn cape ’s nachts in de warme bakruimte te laten drogen. De volgende ochtend was de cape dan zo goed als droog. In de winter droeg men ook handschoenen zonder vingers. 
Postbode met pelerine    De postbode droeg een zwarte schouder-
tas en voor de borst hing, in de periode dat er nog niet veel straatverlichting was, een soort vierkante zaklamp van ca 8 X 10 centimeter waar een kaarsje in brandde. Hiermee kon hij in de vroege ochtend het adres op de envelop lezen. 

Postbodelamp
Aanloop naar afbraak Postkantoor In de Gooi- en Eemlander van 21 februari 1958 kopt een artikel: 
‘De telefooncentrale krijgt binnenkort nieuw gebouw. Postkantoor kan dan uitgebreid worden. P.T.T. heeft het plan de eindcentrale van de telefoondienst in een nieuw gebouw onder te brengen. De verwachting bestaat dat de aan de verwezenlijking van dit plan binnen afzienbare tijd begonnen kan worden. Het bouwen van een nieuw telefoonkantoor zal betekenen dat de postdienst de beschikking zal krijgen over het gehele P.T.T.-kantoor. Reeds geruime tijd bestaan er plannen om de telefooncentrale te Huizen in een eigen gebouw onder te brengen. De verwachting dat deze plannen binnen niet te lange tijd ten uitvoer gebracht kunnen worden, zal ongetwijfeld vele Huizers verheugen. Het P.T.T.-kantoor bij de Oude Kerk wordt op het ogenblik gedeeld door de posterijen en de telefonie.’ 

Interieur postkantoor 1954 “Ook het oude postkantoor bij de Oude Kerk werd veel te klein voor het zich snel uitbreidende Huizen. Het werd geheel uitgebroken en gerestaureerd en vanochtend konden de Huizers in het geijkte glas- en staalmilieu van de moderne P.T.T. hun affaires ten postkantore afhandelen.” (bron: 
Gooienvechthistorisch.nl en De Gooi- en Eemlander) 
In Nederland zijn er in 1960 1 miljoen mensen aangesloten op het telefoonnetwerk. In 1961 is er op het terrein aan de Keucheniusstraat een telefooncentrale gebouwd met een capaciteit van 2400 nummers. Dit terrein is dusdanig groot dat er ruimte is voor 16000 aansluitingen. ‘Aan dit aantal zal men voorlopig voldoende hebben,’ bericht Het Vrije Volk, want de prognose is dat er over tien jaar 3300 abonnees zullen zijn. De nieuwe centrale was ondergebracht in een onopvallend gebouw, dat ‘door een modern aanzicht en stroken groen rondom, is aangepast aan de omgeving’. Het gebouw is ontworpen door architect ir. F.W.C. Vlaming en ir. H. Salm. Ook bevindt er zich de versterker voor de draadomroep. 
In 1971 moet de tuin van het postkantoor er aan geloven. Deze wordt omgeploegd en vervolgens wordt er een diep vierkant gat gegraven. Zoals 

Telefooncentrale 1978
we inmiddels wel weten is het postkantoor gewoonweg te klein, vooral wat betreft de postverwerking. Voor de PTT is de klant koning en hoeft deze niet in lange rijen voor hun gevraagde dienst in de rij te staan. Om meer ruimte te creëren in het postkantoor moest de loketbediening verdwijnen. Voor hen wordt er een semipermanent gebouw neergezet. Vanwege de vereenvoudiging van de administratie werd het aantal loketten niet vermeerderd. De afdeling Bestelling blijft in het stenen gebouw. Er zal een zelfbedieningsruimte komen met automaten en de toegang zal voor mindervaliden worden aangepast. 

Aanbouw Postkantoor 1971 voorkant
In de middag is het er veel drukker dan ‘s morgens omdat de AOW’ers hun geld in die tijd per cheque ontvangen en aangezien de post deze ‘s morgens bezorgt, staan ze ‘s middags in de rij. Dit vindt men een penibele zaak, omdat men 

Aanbouw Postkantoor achterkant (foto is genomen op 26-08-1980 © Jacques Stevens) 
‘s morgens bijkans niets te doen heeft, terwijl ‘s middags de mensen in lange rijen staan. Ook neemt het aantal girorekeninghouders toe, waarvan het salaris op hun rekening wordt gestort en extra drukte veroorzaakt wanneer ze geld willen opnemen. Men heeft hier gewoonweg geen oplossing voor. Men kijkt reikhalzend uit naar een nieuw postkantoor, want als het zo blijft gaat de dienstverlening haperen. De verwachting is dat de aanbouw een termijn van tien jaar moet zien te overbruggen. De besprekingen voor een nieuw gebouw zijn in die periode al in volle gang. Bovendien wordt er een belofte gedaan: het bestaande postkantoor zal niet verdwijnen en zal zijn taak in het oude dorp in de toekomst behouden… 
Op 30 januari 1976 bericht de Gooi- en Eemlander dat het college van B. en W. heeft besloten om medewerking te verlenen aan de plannen van de PTT om in de oude dorpskern van Huizen een nieuw kantoor te bouwen. Daarbij bestaat de mogelijkheid om het huidige kantoor, dat niet meer aan de eisen voldoet, af te breken, waarbij dan op dezelfde plaats nieuwbouw gepleegd kan worden. Een tweede mogelijkheid biedt het stuk grond aan de Kerkstraat, naast rijwielhandel Veerman. Deze grond is gemeentelijk bezit, maar B en W zijn bereid om met de PTT grondruil aan te gaan. In hetzelfde artikel wordt bericht over een PTT-vestiging in de Oostermeent en zal er in de wijk Huizermaat een definitief plan om brievenbussen op te stellen komen. Uiteindelijk zal de PTT een servicepunt zijn, zoals dat ook op dat moment in de Bijvanck het geval is. 
Op 22 april 1981 wordt er door de Amsterdamse postdistrictdirecteur M.J.H. de Galan officieel een bestelkantoor geopend aan de Rokerijweg in Huizen. Op het moment van schrijven, augustus 2019, zit er geen bedrijf in het gebouw en staat het te huur. 
Ondertussen verrijst er een groot pand, tegen-

Bestelkantoor aan de Rokerijweg

Vanaf 27 oktober 1981 staat er in het oude dorp een noodgebouw. 
over de Oude Kerk, wat tegenwoordig in de volksmond de Blokkerpanden wordt genoemd. In dit KKC-blok (Keucheniusstraat-KerkstraatCeintuurbaan-blok) vestigt zich op nummer 2 het nieuwe postkantoor. Op 7 november 1984 wordt er tot groot verdriet van vele Huizers begonnen met de sloop van het Oude Postkantoor. 

Afbraak postkantoor 1984
Anno 2019 wordt ook het Blokkerblok als gedateerd bestempeld en zijn er plannen om dit gebouw eveneens tegen de vlakte te werken. Het postkantoor is al jaren geleden uit dit pand verdwenen.

Christiaan Koop van Koop & Partners Architecten werd benaderd voor een nieuw ontwerp en schetste een aantal sfeerbeelden.
Een postkantoor als van weleer zal er nooit meer komen in Huizen. Tegenwoordig gebruikt men zogenoemde ‘pakketpunten’ die zijn ondergebracht in bestaande winkels met buiten of in het pand een brievenbus.
 
Overvallen postkantoor 
Op 9 juli 1986 werd het houten noodkantoor van de PTT in de Oostermeent op klaarlichte dag overvallen. De overvallers werden bij hun poging verrast door een surveillerende politiewagen waardoor zij in allerijl in een gestolen witte BMW sprongen en zonder geld wegreden. Het postkantoortje, dat op het parkeerterrein achter het winkelcentrum stond, werd door twee lokettistes bemand, zij gingen om ongeveer halfeen lunchen. Toen een van de twee beambtes terugkeerde naar het kantoortje, duwde een onbekende man haar met een voorwerp in de rug en dwong haar in het kantoor op haar buik te gaan liggen. De overvaller eiste de sleutel van de kluis. De kluis kon alleen met twee sleutels worden geopend waarvan zij er één had en haar collega de andere. Ze wilden toen wachten op deze collega, maar een surveillerende politiewagen reed het parkeerterrein op en zijn handlanger zag dat. Hij waarschuwde de overvaller door op de deur van het kantoor te bonzen. De overvaller rende naar buiten, stapte in de BMW en samen reden ze snel weg. De politie kon de BMW helaas niet inhalen. De BMW bleek later gestolen te zijn in Nieuwegein. Van de overvallers ontbrak ieder spoor. 
Op 25 juni 1987 vond er weer een overval plaats op een bijkantoor van de PTT. In het krantenbericht wordt echter gezwegen om welke locatie het precies gaat. De beheerder van het bijkantoor werd van achteren gegrepen en met een revolver bedreigd op het moment dat hij de deur wilde openen. Eenmaal binnen moest de man op de grond liggen. De gewapende man wachtte op zijn collega’s en sloot ze op in het toilet. Vervolgens werd de chef gedwongen om de kluis te openen en de inhoud te overhandigen. 
En zo zijn we aan het eind gekomen van de geschiedenis van de postverzorging in Huizen, waar de Huizer vis- en kaashandelaren ten goede een grote invloed op hebben uitgeoefend. Er is nog veel meer over te vertellen en voldoende documentatie voor een boek, maar men moet keuzes maken. Ik heb me nooit eerder verdiept in de post, behalve dan dat ik een blauwe maandag met de fiets post heb bezorgd en aan den lijve heb ondervonden hoe zwaar het kan zijn. Omdat ik er niets van wist, maakte het de uitdaging om erover te schrijven groter. ‘Ik weet er niets van, dus ik denk dat ik het wel kan’, was mijn motto. Iiedereen die mij het vertrouwen gaf om over de historie van de Postverzorging in Huizen te schrijven, wil ik heel hartelijk danken! Met de hulp die ik van lezers en diverse werkgroepen van de HKH kreeg, voelt het als een gezamenlijk document, want zonder jullie hulp had ik dit niet met jullie kunnen delen. 
Janine van der Hulst – Veerman 
Bronnen: 
Archieven: 
Documentenarchief COMM-museum Den Haag 
Knipselkrant COMM-museum Den Haag 20 
Gooi- en Eemlander 
Het Vrije Volk 
Nieuwsblad voor Huizen 
De Telegraaf De Post- en Telegraafwereld 
Boeken: 
200 jaar Post in Nederland, Dr. G. Hogensteeger Huizen in verdrukking en verzet 1940-1945, Jady Snel 
Afbeeldingen: 
Eigen collectie Jaap en Joke Visser 
Geheugen van Nederland 
Drukkerij Bout 
Historische Kring Huizen 
Website Universiteit Utrecht (foto Keizer Wilhelm II) 
Nederlandsche Postuniformen, R.E.J. Weber 
Collectie Gelderland, postbodelamp 
Gooienvechthistorisch.nl 
Christiaan Koop Jacques Stevens 
Internet: 
https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/ dmf20181127_80683624/zorgen-over-blokkerblok-in-kerkstraatin-huizen?utm_source=google&utm_medium=organic https://www.huizen.nl/inwoner/bouwprojecten_3707/item/ontwikkeling-centrumgebied_13015.html http://www.onze-verzameling.nl/269828508?i=78665388 (foto postbode met fiets) 
Met dank aan: 
Jaap en Joke Visser 
Jady Snel 
Pieter van der Poel