De ratel gaet
Aan het eind van een jaar is het goed om even terug te kijken en alle leden die bijdroegen aan onze activiteiten hartelijk te bedanken.
Het winterseizoen begon met de excursie op 6 september, ditmaal naar Haarlem. U vindt verderop in dit nummer hiervan een verslag met foto's. De Huizer Dag/Open Monumenten-dag op 13 september had als thema Hollywood, m.i. niet echt een historisch Huizer thema. Niettemin heeft de Historische Kring die dag de beklimming van de toren van de Oude Kerk weer begeleid; in de kerk zelf was onder meer de Multitouch Tafel uit de bibliotheek tentoongesteld. Zoals u weet, is deze tafel tot stand gekomen in samenwerking tussen Drukkerij/ Uitgeverij Bout, de Bibliotheek, het Huizer Museum en de Historische Kring Huizen. Het is een leuke, moderne aanvulling op presentaties. Ook de Klederdrachtgroep was als gebruikelijk aanwezig.
Een week later waren we op het Haven Festival Huizen (voorheen de Huizer Botterdag) present met een kraam bij de Oude Haven, vlak bij het podium waar de Klederdracht-presentaties werden gegeven. Naast ons stond de Stichting Tussen Vecht en Eem en we deelden de kraam met Willemien van Wessel en haar mooie foto's. Onze eigen Klederdrachtgroep trad op als gastheer voor de vele collega klederdrachtgroepen die presentaties hielden. Het was een zonnige en zeer geslaagde dag.
Op 5 november werd in Elburg de intentieverklaring tot oprichting van de Coôperatieve Vereniging "Zuiderzee Span" ondertekend door de zogenaamde bestandsorganisaties: de Stichting tot Behoud van Elburger Botters, de Stichting Botterwerf Spakenburg en Vereniging De Bruine Vloot Spakenburg uit Bunschoten, de Botterstichting Harderwijk en de Stichting Visafslag uit Harderwijk en de Stichting Huizer Botters uit Huizen. Een belangrijk initiatief, dat wij als Historische Kring Huizen graag ondersteunen. Bij de ondertekening waren Michel Heemskerk en ik aanwezig. We kijken uit naar het programma van activiteiten dat in 2015 zal worden gestart.
Zoals u kunt lezen onder 'Van de Dialect Werkgroep', gaat het goed met het Huizer Dialect Woordenboek! In oktober volgend jaar wordt de presentatie verwacht. Tot die tijd moet er nog hard worden gewerkt aan dit grote en voor Huizen belangrijke project. Het wordt voor alle betrokkenen een spannend jaar.
De decembermaand is bij uitstek een maand van attenties. Denkt u ook eens aan het geven van een abonnement op de Ratel of een jaar lidmaatschap als cadeau. Hierbij willen wij al onze leden ook graag uitnodigen het lidmaatschapsgeld voor 2015 over te maken, onder vermelding van het lidnummer. Bij voorbaat dank.
Tenslotte wens ik u allen namens het bestuur van de Historische Kring Huizen Prettige Kerstdagen toe en alle goeds voor 2015.
Graag tot ziens bij onze activiteiten, te beginnen met de volgende ledenavond op 17 februari.
Met vriendelijke groeten,
Agenda     Ingrid Groothoff, voorzitter

17 februari 2015, 20.00 uur
19 mei 2015, 20.00 uur Ledenavond in de Boerderij, Hellingstraat 9.
Mw. Jannie van Rijn houdt een lezing over Corrie ten Boom, verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog in Haarlem. Jaarvergadering. Het programma voor na de pauze wordt nog bekend gemaakt.

Van de redactie
In de Ratel van mei 2014, blz. 9, blijkt het laatste deel van Huizen als industrieplaats te ontbreken. Dat wordt nu hersteld. We beginnen daarna met het nieuwste boek in de serie Oud Huizen in Beeld uitgegeven door Drukkerij/Uitgeverij Bout, te weten Omgeving Oude Haven. Onder de kop Dialect Werkgroep vindt u antwoord op twee reacties op het Rebellenlied dat Klaas Schipper in ons archief vond en nieuws over de voortgang van het Huizer Dialect Woordenboek. Het artikel van Rinke Tolman 'In de herfst naar Oud Valkeveen' uit 'Weer en Wind' van maart 1947 wordt vervolgd met 'Naar het IJselmeer in de winter', uit hetzelfde nummer. De wandeling gaat opnieuw langs de kust van de Oude Haven naar Oud-Valkeveen in december. Dan heeft Lies Schaap, haar herinneringen aan mensen die je vroeger veel op straat zag opgetekend. Fokko Dijkstra maakte weer een verslag van de excursie naar Haarlem op 6 september en Henriek Dijkstra-van der Sloot verzorgde de foto's. Hartelijk dank voor deze leuke bijdragen.
Veel leesplezier gewenst,
Wendy van Noppen

Toerisme en Huizen in de vorige eeuw - Huizen als industrieplaats
Vervolg van blz. 8 van de Ratel van mei 2014.
In de Ratel van mei 2014 publiceerden we het hoofdstuk 'Huizen als Industriep/aats' uit de 'Geïllustreerde GIDS voor de Gemeente HUIZEN en Omstreken' van 1923. Het laatste deel van dit hoofdstuk bleek kort geleden echter weggevallen te zijn. Hieronder vindt u dit alsnog. Red
Op onderstaande schetskaart is aanschouwelijk voorgesteld, dat de Huizer haven de eenige aan groot vaarwater gelegen aanvoerhaven van het Gooi is. We meenen nog met een enkel woord daarop te moeten wijzen. Het Gooi is ongetwijfeld een der meest vooruitgaande streken van het geheele land; voor de zeer snelle ontwikkeling dezer landstreek is een enorme aanvoer van alle mogelijke materialen en producten noodig, waarvoor, vooral in tijden van malaise en bezuiniging, als thans doorgemaakt worden, de meest voordeelige wijze moet worden gezocht. Het is buiten twijfel, dat voor nagenoeg de meeste benoodigdheden vervoer over water in zoo groot mogelijke schepen het voordeeligste is; daarom is voor het Gooi een in zeer goede conditie verkeerende haven, met uitstekende verbindingen voor de geheele streek, onmisbaar. Waar aan de verbetering der Huizer haven met kracht gewerkt wordt, zal deze door haar ligging aan de zee en door haar verbindingen over land spoedig in staat zijn, ten volle aan haar doel te kunnen beantwoorden.


Kiest Huizen als uw woonplaats
Bosch, Heide, Zee, Strand en Weide Gas, Electrisch licht en Waterleiding

Ditti/ke prondprijzen

Koopt geen bouwterrein alvorens inlichtingen te hebben ingewonnen op het Bureau Openbare Werken, telef. 20 Tenslotte willen wij er nog op wijzen, dat de Gemeente Huizen een eigen gasfabriek exploiteert, dat electrische stroom ter beschikking staat en dat het vorige jaar de waterleiding geopend is, zoodat wij in vol vertrouwen aan ieder, die zijn industrie wil verplaatsen, of die een plaats voor zijn op te richten fabriek zoekt, onze Gemeente kunnen aanbevelen.
Vestigt uw industrie derhalve te Huizen.
Oud Huizen in beeld, omgeving Oude Haven

Het is inmiddels al traditie geworden dat Drukkerij/Uitgeverij Bout op de Huizer Dag/Open Monumentendag een nieuw deel presenteert in de serie Oud Huizen in Beeld Op zaterdag 13 september was dit het vijfde boek: de Omgeving Oude Haven. De inmiddels vertrouwde indeling laat opnieuw veel onbekende foto's zien uit diverse periodes en gegroepeerd in de rubrieken: Rondom de haven, Scheepswerven, Visserij, Salonboten, Omgeving Havenstraat en 't Harde, Hoogtijdagen op 't Harde, NDOzendmasten en IJzig koud. Dit is ook weer een fraai kijkboek geworden met grote foto's en korte teksten, zowel voor Huizere minsen als voor buitenminsen interessant. Je blijft er in bladeren.
Wendy van Noppen
Oud Huizen in Beeld - Omgeving Oude Haven, uitgegeven door Drukkerij/Uitgeverij J. Bout & Zn., Ceintuurbaan 32-34, 1271 BJ Huizen (www. boutdruk.nl). Prijs 34, - euro.

Van de Dialect Werkgroep
Op het stukje van de dialectwerkgroep in het vorige nummer van De Ratel (september 2014) zijn twee reacties binnen gekomen. Het betreft het Rebellen Reünielied dat door Klaas Schipper geschikt was gemaakt voor publicatie in onze rubriek.
De eerste reactie is van Henk Veerman. "In het tweede Rebellen reünie/ied, heeft Klaas Schipper het dertiende kind geschapen. Het gezin van Gijs van Mijndert bestond echt uit twaalf kinderen. Bij het voorlaatste kind staat een komma teveel. Het moet zijn Dirk Jan en niet Dirrek, Jan. Of de verbastering tot Dirrek ook in de originele versie stond weet ik niet. "
Bij dezen willen we dit dus herstellen. De regel moet dus zijn: Nog kwam Dirrek Jan en Bets. Het klopt dat Dirrek ook in de oorspronkelijke versie stond (en dus niet Dirk).
En verder schreef de heer Veerman: "Klaas Schipper bedoelde Mijndert van Jan van Mijndert van Gijs van Mijndert te bedanken. " Ook dit is dan hiermee recht gezet.
Verder kwam er een telefoontje binnen van mevrouw Wiesenekker (weduwe van de auteur van het Rebellenlied, de heer Evert Wiesenekker). Het bevreemdde haar dat er spellingswijzigingen in de tekst waren aangebracht. Met haar is uitgebreid gesproken over het volgende.
Klaas Schipper had het gedicht gevonden in een openbaar archief (van de HKH) en met bronvermelding erbij mag iedereen een dergelijke tekst dan gebruiken. Ook als het in een andere taal omgezet wordt (voor ons doel dan in het Huizer dialect) is dat niet verboden.
De wijzigingen die zijn aangebracht betreffen uitsluitend accenten om de klank van het dialect goed weer te geven conform de spelling die in al onze dialectpublicaties gebruikt is en die ook in het Woordenboek zal komen. Deze spelling wordt in onze boekjes ook uitgelegd en verantwoord. De spelling is tot stand gekomen begin jaren zeventig in overleg met het Meertens Instituut.
Mevrouw Wiesenekker begreep dat niet, omdat haar man vroeger ook meegewerkt heeft aan het invullen van dialectlijsten voor het Meertens Instituut. Dat moet echter geweest zijn vôôr de vaste spelling is afgesproken. Op de lijsten die voor het Meertens Instituut ingevuld werden, kon iedere dialectspreker zijn eigen schrijfwijze hanteren, met het gevolg dat dezelfde woorden met dezelfde klanken op zeer veel verschillende manieren geschreven werden. Dit is voor de duidelijkheid en overdraagbaarheid en voor onderzoek niet handig. Vandaar dat in de Huizer Dialect Werkgroep afspraken zijn gemaakt over hoe welke klank geschreven zou worden. Mevrouw Wiesenekker vond het na deze uitleg niet nodig het stuk nogmaals te plaatsen. Bij dezen onze excuses voor het ongenoegen en de verwarring die ontstaan is.
Tot slot kan ik u melden dat de werkzaamheden voor het Woordenboek gestaag voortgang vinden. De Werkgroep Woordenboek Huizer Dialect bestaat uit tien personen en komt regelmatig bij elkaar om onder leiding van Stephan de Vos woorden, zinnen en teksten te bedenken of te vertalen. Als de volgende Ratel verschijnt, moet een groot deel van het Woordenboek al klaar zijn. Hoe we te werk gaan, kunt u lezen in het mooie dialectgedicht van Klaas Schipper dat hieronder volgt.
Ineke van Herwerden
't Woordenbook
't Maken van een woordenbook is ' n héël gedoo
En dat dooë je oëk zoë mar nijt
Héël vuul woordjies en da's een waarhaid as een koo
Mar in dat book kan je 't allemol kwijt
Stephan de Vos, zeg mar Steffie Dialect, dee gaet 't maken En dat dooët ie, bij wijze van spreken, vur een paar knaken
De woordjies, dee het Dien van 't Emmetjieshout al jaren Ze het welderies ëdocht, zal ik ze weggooien of bewaren
Mar nou kômmen ze goeëd van pas
Steffie Dialect is t'r danig mie in z'n sas
Hij kan ze zoë gebruiken in 't book En dat schéëlt een héël gezeuk
Hé, waarom rijmt dat nou nijt
Boek rijmt toch 6p zoek
En koek is toch oëk kook
Mar broek is weer gien brook.
Mar gelukkig hoeft 't nijt te rijmen
Aarst hadden we problemen
Toch het 't Huizers nog vuul geheimen
Mar de minsen kannen dat voortzoë uit 't woordenbook vernemen
Over Ongeveer een jaar mét 't book klaer wezen
't Is vur de dialectgroep nog flink anpezen
Mar are jaar mét de kerstdagen
Kaj-je dan wel een mooi book vragen
Mar alléënig dat book, daer hij je nijt an
Want hoo mét je dat nou zeggen
Je motten weten hoo of je 't praten kan En dat motten we oëk nog vastleggen
Je lezen 't, we hemmen nog een héële hoëp te dooën
En toch blijven we héël gewooën We dragen allemol ons stéëntjen bij En are jaar binnen we allemol blij.
Klaas van IJs van Jaap en Janne van IJzuk
Wandelingen langs de Gooise kust
(vervolg)
Het nu volgende gedeelte van de reeks artikelen geschreven door Rinke Tolman en gepubliceerd in 'IN WEER EN WIND' van maart 1947 (9e jaargang nr. f0) is het verslag van de wandeling langs de Gooise kust op 2f december 1946. Red.
door Rinke Tolman
(21-12-1946). Sinds de avond van de 14de december deed de winter zijn intrede in Nederland. Het was dadelijk bittere ernst. Als wij er vandaag weer op uittrekken, is een week voorbijgegaan, die ons zal heugen door het overrompelende karakter en de strengheid van de vorst, die, als er een briesje woei uiterst onaangenaam was. Reeds de 15de bond men de schaatsen onder. Laag daalde des nachts het kwik en ook overdag kon een flinke koude op de thermometer worden afgelezen. Nagenoeg alle dagen was de hemel strak en stonden er flonkerende sterreluchten boven de aarde gespannen.
Op de 18de scheen het, dat zich een ommekeer aftekende. Toen ik 's avonds om zeven uur brieven postte, zag ik, dat er in het Zuidwesten een wolkenbank kwam opzetten, een uur later meende ik zo iets als dooi te ruiken en te middernacht was de weg zwart uitgeslagen; er flonkerde geen enkele ster. De ergste kou hebben wij gehad, zo overwogen wij met een blij hart. De dag daarop was de vorst aanmerkelijk gemoedelijker geworden. De Bilt voorspelde, blijkens de radio, lichte dooi; het was zonnig, windstil weer en de hemel vertoonde een uitgebreide bewolking. Kinderlijk vertrouwend op de voorspellingen van het K.N.M.I., had ik de kranen niet afgesloten, wat naderhand een verzuim bleek te zijn, dat echter geen al te erge gevolgen had; de vorst was des nachts en de dag daarop juist zeer pittig; ik kwam eraf met de bevriezing van een afvoerbuis van de gootsteen, zodat het water daaruit niet weg kon lopen, welk euvel ik nog dezelfde avond kon verhelpen door een turf in petroleum te drenken, deze aan te steken en onder de buis te houden. Na een kwartier schoot eerst een ijspegel uit de buis als een zilverglanzende mitrailleurkogel en daarna een golf water. De situatie was gered.
Maar vanmorgen liep, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, die ik nam — beging ik wellicht een onhandigheid? — alleen de kraan van de wastafel op de slaapkamer boven. Ferm heeft het vannacht gebakken; als wij op reis gaan, vriest het nog om-ende-bij vijftien graden Celcius; een zware trui, die een Amerikaan mij schonk, een das, die ook tot zijn goede gaven behoorde en een ouwerwetse, degelijke overjas bieden waarborgen, dat de kou ons niet zal deren. De zware Amerikaanse legerhandschoenen uit de eerste wereldoorlog kon ik niet dadelijk vinden, maar mijn vrouw wist raad te schaffen: zij gaf mij, daar zij kleine voeten heeft, haar schapenwollen sokken; die pasten prachtig.
Hoe zal de situatie op het IJselmeer nu zijn sinds de vorige Zaterdag, toen het watergevogelte in paniek vluchtte, terwijl de dagen daarna nog steeds ganzen gakkend de wijk namen, kievitentroepjes zich haastig verplaatsten en je meer dan eens het getjak van clubjes kramsvogels hoorde?
In Huizen, waar in ons koffiehuis de stamgasten hun handen warmen bij de geestdriftig brandende kolomkachel en met toewijding hun hartversterkinkje nemen, blijkt de haven bevroren te zijn en als wij op de pier staan, is het één uitgestrekt ijsveld, dat onze ogen aanschouwen; er lopen alleen een paar donkere, dampende waterbaantjes doorheen daar, waar een paar riolen in "zee" uitmonden; het is ook daar, dat zich wat kokmeeuwen, roeken, zwarte en bonte kraaien concentreren.
Verdwenen zijn de statige zwanen, de kwieke talingen, de bonte bergeenden; hun voedselbronnen zijn volkomen afgesloten. Geen samenscholingen meer van die indrukwekkende horden eendachtigen. Ook het slib en het slijk is keihard geworden; dit betekent natuurlijk, dat ook de watersnippen en bokjes dit terrein de rug hebben toegekeerd; hun snavels kunnen niet meer in de bodem doordringen. Er zwieren nu schaatsenrijders over de verre bevroren watervlakten en ijszeilers liggen gereed om over de gladde banen te snellen.
Van vogelsverplaatsingen zie je nu niet veel meer, alleen spoedt een eenzame eend zich voort, terwijl er tevens nog een wig ganzen passeert. Dat is alles. Boven de winterwereld koepelt een wolkenloze hemel; ondanks een zekere heiigheid, weet de zon fijne flitsen te toveren op de ijzers der schaatsen.
De vogels, die niet afhankelijk zijn van het voedsel, dat het water biedt en bijvoorbeeld zaden en dergelijke tot zich nemen, hebben van de winter, die voor sommige soorten geen genade kent, niets te vrezen. In de wildernis van harige wilgenroosjes en zulte zien wij dan ook vier rietgorzen, sommige met uitgespreide staart, heerlijk van zaden smullen. De groenlingen zijn weer in groteren getale present; op de bodem speuren zij eveneens ijverig naar zaadjes; zij zijn intussen wel veel tammer geworden, dan de vorige keren, toen wij ze geregeld ontmoetten. Het is ook tussen het riet, dat een roodborst en pimpeltjes hun kostje ophalen; één van de pimpeltjes hangt aan een zuringstengel, die


TIJD TE VERLIEZEN HEEFT
        4
   Als het om uw woning gaat gaan ze bii Hagedoorn-makelaars nét een stapie verder, lopen ze nét wat harder. Als dat nét is wat u nodig heeft bel dan 035-526 69 10
Hagedoorn
m a k e l a a r s
Eemlandweg 2 | 1271 KS Huizen
T 035-5266910 | F 035-52665 89 | Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. www.hagedoorn-makelaars.nl    NVM
Damesmode
„De Gunst"
Een vertrouwd adres in een nieuw jasyeo
Een kijkje is zeer de moeite waard.
Damesmode
„De Gunst"
Lindenlaan 7, 1271 AV Huizen, 035 - 5253747 Fra n k wa To n i S e tte r L a
    Z e r r e s    G e l c o
Kaaphoornstroom 20, Tel. (035) 526 23 15
Beursweg 16, Tel. (035) 525 38 32
HUIZEN
Donderdag op de markt in Bussum,
Wilhelminaplantsoenn
Zaterdag op de markt in Huizen,
Oude Raadhuispleinu De Meenthoeve
Meentweg 52 - 1271 PX Huizen
In een monumentaal boerderijtje geven wij 200 essen in cle Franse—, Italiaanse-, TIIaise-, Indiase-, Spaanse- en Chinese eeu een.
Verder verzorgen wij catering van:
0 Borrelhapjes
0 Buffetten
0 Schotels
0 Recepties
Ool? 1201een wij een 3— of 4-ganeen menu ij u thuis vana personen.

Voor informatie en bestelling:
Tel.: 035-5265026
E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Traditie in kwaliteit

SINCE 1734
 reoeptoes

een bron van genietingen moet zijn. Voor de patrijzen, waarvan wij de waarschuwingsroep horen, behoeven wij evenmin in zorgen te zitten, doch wij houden ons hart vast, wanneer wij denken aan het lot van de waterral, die wij in de ruige oevervegetatie opstoten. Hij is nog nauwelijks in staat een paar decimeters op te vliegen, als hij voor ons de vlucht neemt; wij zetten onze pogingen om het door honger uitgeputte dier te vangen, dan ook niet langdurig voort, daar het nauwelijks aan twijfel onderhevig is, of de dood zal zich over hem hebben ontfermd, voordat wij een etmaal verder zijn.
De torenvalk en de buizerd, die oudergewoonte weer ten tonele verschijnen, zullen het, dunkt ons, voorlopig ook nog wel kunnen bolwerken; misschien gaat het nog wel met hun muizenmenu en, mogen de kleine knagers in hun vilten pakje wellicht wat minder vaak dan met zacht weer hun onderaardse woningen verlaten, daar staat tegenover, dat verscheiden vogels nu meer of minder verzwakt zijn, zodat zij gemakkelijker dan onder normale omstandigheden aan de rovers, die anders niet in de eerste plaats vogeljagers zijn, ten prooi vallen.
Op het strandweitje waggelen een dertigtal spreeuwen bedrijvig rond; zij hadden, naar het ons wil voorkomen, er eveneens "verstandiger"aan gedaan tijdig luwer oorden op te zoeken, maar hun ijverig pikken wijst er niettemin op, dat zij nog allerlei eetbaars voor hun snebben weten op te sporen.
Al is het nog gevoelig koud, nochtans stellen wij vast, dat de heiigheid toeneemt en de wind neiging vertoont naar het Westen te lopen.
In de gelachkamer van de ontspanning Oud-Valkenveen scheppen wij iedere keer opnieuw behagen in 't aanschouwen van een schilderij, dat een der muurvlakken "siert". Het zijn geen aesthetische vreugden, die wij dan beleven; eerder hebben wij uitbundig plezier, als wij het kapitale doek bekijken: het stelt een mannelijk persoon op leeftijd voor, een heer met blozende wangen, een zoete glimlach, witte haren en witte knevel; hij zit achter het stuurrad van een motorbootje; nevens hem is een kleiner persoon gezeten, die, wat de afmetingen betreft, een knaap zou moeten zijn, maar deze prille jongeling, die vermoedelijk een mondharmonica bespeelt, welke veel op een banaan lijkt, heeft ook reeds zilverwitte haren, weshalve wij hemsteeds plegen aan te duiden als „den ouwen heer in larvale toestand". Het forse bijschrift op het schilderstuk luidt: Motor Scooter Vijver.
Maar vandaag wordt de plas bij de uitspanning niet bevaren, doch bereden door een mensenschare, die hoofdzakelijk uit kinderen bestaat. Er worden tot verhoging van ijsvreugde gramophoonplaten bij afgedraaid, die zeer barbaars de vredige winterlucht stukrijten: wilde jazzachtige deunen, waardoor een rechtschapen mens aan de drank zou kunnen geraken.
Er gloeit, als wij door de Valkenveenselaan naar de halte wandelen, een oranje zon, groot en fantastisch, achter het kale geboomte. Houtduiven trekken naar hun slaapplaatsen, vinken en kepen roepen tjuup-tjuub en kleèp-kleèp. In de beek met de vele kronkels, die onder de weg dooroopt, hebben twee kittige, pittige waterhoentjes een wak ter grootte van enkele vierkante decimeters opengehouden. Tezamen passen zij nauwelijks in die donkere opening temidden van het ijs.
In de stammen van de beuken bij de stopplaats zijn honderdennamen gesneden en talloze harten met en zonder pijlen, sommige niet groter dan een halve cent. Dit alles ter ere van Tiny en Tonny, Tilly en Annie, van alle schonen van A — X, Xantippe natuurlijk uitgezonderd. Wat zijn er een lieve meisjes in de wereld!
Om tien uur vanavond is de lucht fantasieloos grijs; het licht van alle sterren is ineens geblust. Wisseling van het weer op komst? Thuis zijn ze vandaag allemaal prikkelbaar geweest, alles was zo ongerieflijk en zij konden niet opschieten, dat kwam van de "bevroren kranen". En ik was er, of er niets aan de hand was, de hele dag maar zorgeloos op uitgetrokken: "Je hebt geen greintje verantwoordelijkheidsgevoel". lk voorspelde wat anders het officieel privilege van het K.N.M.I. is, een spoedige dooi en het spoedig einde der waterleiding ellende.
(Wordt vetvolgd)

Door het dorp
Op vakantie in Griekenland gebeurde het elke dag Elke dag reed er een vrachtwagentje door de straatjes van ons dorpje, terwijl de chauffeur zijn waren — onder andere groente en fruit - met behulp van een luidspreker vrijmoedig aanprees. Achter elkaar door...
Dit bracht mij mijn kinderjaren in gedachten, toen er in ons dorp Huizen ook zo dikwijls handelaren en venters door het dorp reden, al of niet roepend zich bekendmakend. En ik liet ze

in mijn herinnering passeren.
- Om te beginnen dan ook een groenteboer, die met zijn paard en wagen door de straten reed. De wagen was vol geladen met groente, fruit en aardappelen. lk weet niet meer hoe hij zich bekend maakte. Misschien met een bel? De mensen kwamen naar de kar toe om uit te zoeken wat ze wilden kopen.
- dan de melkboer. Die had een bakfiets waar melkbussen op stonden. De melkboer tapte de melk uit een bus in zijn emmer en daarmee ging hij naar de huizen toe. lk zie nog voor me hoe hij met zijn litermaat melk uit die emmer schepte en in het melkemmertje van mijn moeder goot. En altijd een scheutje extra. Om vooral toch een 'goede maat' te geven.
- uiteraard de bakker. Je ging ook wel naar de bakkerswinkel toe maar de bakker kwam ook dagelijks aan huis. Netjes gekleed met bakkersbroek en -buis. Broodmandje onder zijn arm, een bekende verschijning die vÔÔr op zijn fiets een grote mand torste, die volgeladen was met broden. Zowel de bakker als de melkboer riepen bij de deur: "de bakker...!" of "de melkboer...!" Veel huizen hadden nog niet eens een bel en men kondigde zich aan met een roep.

- de visboer. Die kwam niet elke dag, maar meestal op vrijdag of zaterdag. Ook met een bakfiets. Of, zoals de Spakenburger visboer op de fiets! Voorop een houten bak met paling.
- een kaas- en boterboer. Omdat mijn vader zelf een kaashandel had kocht mijn moeder regelmatig alleen boter.
- nog weer een andere figuur: de voddenboer! Hij kwam niet venten, maar opkopen: vodden, oud ijzer etc. Steeds door de straten roepend: "vodduh, vodduh, hazen- en konijnenvelluhh"
- een bijzondere verschijning was 'de scharensliep'. Die kwam met een speciaal fietskarretje waarop een slijpmachine stond die hij met zijn voet al trappend moest aandrijven. Dat vond ik altijd interessant en leuk om naar het slijpen van messen en scharen te kijken Echter, ze waren niet allemaal even vakkundig, bv. als het om de behandeling van een schaar ging, die soms met een extra tik erop zogenaamd weer goed vast gezet was maar juist daarmee bedorven werd. Ook de scharensliep kondigde zich al roepend aan.
- af en toe kwam er een zogenaamde marskramer aan de deur. Die had een soort koffer met een band om zijn nek hangen, waarin alIerlei zaken als garen en band. Hij klapte dan de deksel open en vertoonde zo een en ander,


- en zeker niet te vergeten, 's zomers, de ijscoman! Met zijn ijscokar, al bellend! En natuurlijk moest je dan toch even bedelen: "moeder, moeder, mag ik een ijsje ....? "
 nog weer een andere venter was de petroleumboer. Die kwam maar af en toe langs, met petroleum voor de petroleumstellen, waarop bij ons thuis de vis werd gebakken. In de schuur..., vanwege de baklucht! Maar ook de pannenkoeken. En de stoofpeertjes werden daar bereid.
- en niet te vergeten: de schillenboer. Die haalde schillen op. Voor de varkens.... ?
Ben ik nog iemand vergeten? De omroeper  met zijn ratel was geen venter, maar wel iemand om goed naar te luisteren. Wat voor boodschap had de man? Steeds liep hij een stukje verder door de straat en gebruikte weer zijn ratel en riep opnieuw zijn boodschap.
Lange tijd kwam ook geregeld nog een aanspreker aan de deur. Met een doodsbericht en uitnodiging voor het bijwonen van de begrafenis. Dit werd gedaan door aansprekers van de begrafenisonderneming: vroeger twee voor het hele dorp! Mijn moeder vertelde: 'Het aanspreken gebeurde zo gauw mogelijk na het sterven.
De formule luidde: "Je wordt bekend gemaakt dat overleden is (naam voluit) (echtgenoot van....), in de ouderdom van. ...jaar, a.s. . ...dag begraven'. Bij een derde klas begrafenis werd tegelijk "vrômverzocht', d.w.z. aansluitend op bovenstaande zin: " en 'vrôm'op de thee". Bij een tweede en eerste klas begrafenis: één dag voor de begrafenis 'vrômverzeuken'. De formule luidde dan: bijvoorbeeld 'Klaas Koeman en zijn vrouw worden morgenmiddag op het steffhuis verzocht om de overledene de laatste eer te bewijzen en terug op de thee". Bij een eerste klas begrafenis had de aanspreker een sluier (=voile) aan de steek die hij als hoofddeksel droeg, het onderste puntje vastgemaakt aan de knoop van zijn jas. Later droegen deze mannen hoge hoeden en pakken met tressen
- eerste klas: zilveren tressen  tweede klas: zilver en zwarte tressen  derde klas: zwarte tressen
Bij het aanspreken van jonge, ongehuwde mensen werden witte handschoenen gedragen.
Tenslotte noem ik dan de postbode. Elke werkdag post bezorgend, vroeger wel vaker dan eenmaal per dag. In uniform. De postbode is er nog altijd, al mag hij/zij niet altijd meer zo heten, niet meer elke dag bezorgen en heeft hij/zij een moderne outfit gekregen. Hoe lang nog?
Verslag van de excursie naar Haarlem Lies Schaap, juni 2014

"Ga verder naar Barte/jorisstraat.. ."
Dat staat er op één van de Kanskaarten uit het Monopoly spel. Ten tijde van de wandeling in Haarlem kwam het aan de orde maar ook op andere plaatsen in die stad is er een verbinding    te vinden met het spel. De Historische Kring Huizen is op de jaarlijkse excursie geweest: naar Haarlem dus, op 6 september 2014.
De Ontvangst
Om te zorgen dat
we voldoende energie zouden hebben voor de hele dag werden we door een enthousiaste Ria Westland in de morgen ontvangen in restaurant "De nieuwe Karmeliet". We lieten ons de koffie met appelgebak goed smaken en gebruikten de tijd om met de Huizers bij te praten en weer op de hoogte te zijn van de laatste nieuwtjes. De wandeling vanaf het NS-station de Haarlemse binnenstad in had de nieuwsgierigheid al gewekt naar die gebouwen en plaatsjes waarlangs we liepen. Gelukkig kwam daar onze gids Rob voor de stadswandeling en dan zou er een hoop duidelijk worden.
De Wandeling
Er kwam direct een groot aantal aspecten van Haarlem aan de orde: de eerste spoorlijn in Nederland, de eerste elektrische tram, de oudste

voetbalclub, de oudste papieren courant, het Algemeen Beschaafd Nederlands dat Haarlem kenmerkt... Gids Rob merkte op dat in de 17e eeuw het Haarlems juist een Vlaamse tongval kende. Haarlem als meest Vlaamse stad van het noorden. Veel gevluchte Vlamingen hebben in Haarlem hun plaats gevonden: schilder Frans Hals, bouwmeester Lieven de Key. Gids Rob wees op de Vleeshal, een renaissance gebouw dat net zo goed wat bouwstijl en versiering betreft in Gent had kunnen staan. De grote St. Bavo kerk daarnaast geeft een heel andere indruk, de verticale lijnen, grote hoogte van schip en even grote koor, de toren, eikenhout met lood bekleed.
Na deze inleiding bezochten we diverse plaatsen van betekenis voor de recente en iets minder recente historie van Haarlem. Wat bij de wandeling duidelijk werd gemaakt is dat de stad Haarlem diverse rollen kent en gekend heeft.
Een paar bijzondere kenmerken:
Haarlem aan zee
Haarlem ligt aan zee heeft de gids uitgelegd. Met zee wordt dan de voormalige Zuiderzee bedoeld. Via Spaarndam had en heeft Haarlem een goede verbinding en er bestond een levendige handel in onder meer hout met de landen rond de Oostzee. Ook vandaag de dag is het Spaarne nog steeds van economisch belang, De rondvaart na de wandeling liet dat goed zien.
Haarlem als bierstad
Haarlem kende als zo veel steden in de late middeleeuwen een grote cultuur in het brouwen van bier. Bier was immers veiliger te drinken dan het meestal vervuilde oppervlaktewater. Ook in later eeuwen bleef het exporteren van bier een belangrijke bron van inkomsten. Kleine brouwerijen werden overgenomen door grotere maar het. stadsbestuur had wel een maatregel tegen het ontstaan van een monopolie: de eigenaar moest zelf bij de brouwerij wonen en dat kon maar op één plaats.
Haarlemse Hofjes
De stad telt momenteel 22 hofjes. Van oorsprong zijn dit plaatsen waar alleenstaande oudere vrouwen konden wonen. Oude mannen konden niet zelfstandig wonen dacht men lang geleden en voor hen was het "ouwemannenhuis". Van die 22 hofjes stammen de oudste uit de middeleeuwen maar de jongste twee zijn nog maar een paar jaar geleden gebouwd.

Haarlem bloemenstad
De stad heeft niet echt veel grote zware vervuilende industrie gekend. Dit en daarbij geteld de relatieve welvaart en de geschikte grond voor de bloementeelt in de omgeving van Haarlem heeft ervoor gezorgd dat de stad ook een naam heeft als bloemenstad.
Haarlem als cultuurstad
Haarlem als stad van schilders, schrijvers en boekdrukkers. Naast de al genoemde schilder Frans Hals zijn Jan van Scorel en Maarten van Heemskerck vertegenwoordigers van de Haarlemse school. Dat Haarlem een stad van schrijvers is (Hildebrand, Bilderdijk, Godfried Bo-

mans, Harry Mulisch) valt niet los te zien van Haarlem als stad van boekdrukkers: Laurens Jansz. Coster vond dit proces eind 15e eeuw uit en tijdgenoten in Aalst en Mainz deden dat misschien ook. Het is niet onwaarschijnlijk dat de snellere verspreiding van kennis door deze revolutionaire vinding, zetten van losse letters, de Reformatie aanzienlijk geholpen heeft.
De wandeling met gids Rob eindigde op een kade van het Spaarne want het was tijd voor:
De Lunch
Wat die tijd betreft werd het een beetje krapjes maar er is in restaurant "Nobel" gelegen aan het Spaarne een meer dan volledige lunch genoten. Vanaf de muur keek een galerij van Nobelprijswinnaars op ons neer.
De Rondvaart
Aan de andere oever van het Spaarne lag de boot klaar. Vanuit "Nobel" staken we via een mooi steile ophaalbrug het water over en gingen aan boord van de "Adriaan Pauw". Schip-

per Paul heette ons welkom aan boord en verzorgde ook het verhaal voor onderweg.
Gezeten in de lounge kajuit zagen we nog twee andere gezichten van Haarlem, beide vanaf het water. Het eerste deel van de vaart ging in zuidelijke richting en dat is het gebied waarin er aan de oevers woonarken gemeerd liggen. Als gevolg van de woningnood van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw werd er aanvankelijk uit armoede op een (oud) schip gewoond. In de jaren daaropvolgend is de situatie gelegaliseerd en gereguleerd en 50 jaar verder is een ligplaats onderhand evenveel waard als een gemiddeld huis. Met hypotheek bezwaard staat er dan op het Monopoly kaartje.
Na het zwaaien van het schip voeren we verder in de noord richting en voorbij de binnenstad laat Haarlem het bedrijfsgezicht zien. We voeren langs verbouwde oude - en juist nieuwe  bedrijfsgebouwen, de Droste chocolade fabriek met de verpleegster op de gevel en een scheepssloperij. Onze schipper/gids, die zelf op een schip woont, liet weten dat hij wel heeft moeten wennen aan de aanblik van schepen, binnenvaart en zeegaand, in stukken geknipt,


maar indrukwekkend is het wel. De brokken staal gaan voor recycling naar de complexen met hoogovens in onder meer IJmuiden.
Tot slot zagen we (niemand van de aanwezigen had gelukkig de "Ga direct naar..." Kans of Algemeen Fonds uit het spel getrokken) de koepel van het Huis van Bewaring in Haarlem. De cliënten aldaar verblijven in voorarrest, voorbijvarend waren wij slechts op bezoek.
Tot Slot
Na het afmeren was dat het einde van de excursie van dit jaar. Ria Westland dankte iedereen voor deelname en zij kreeg een applaus voor de organisatie van deze fraaie dag.
Bij het schrijven van dit stukje, zo een week na het bezoek bleek het voor uw schrijver lastig om Haarlem te vangen in een paar kenmerken. Haarlem is daarvoor in heden en verleden te veelzijdig gebleken en dat hebben de gidsen goed duidelijk gemaakt.
Voorburg, september 2014
Tekst: Fokko Dijkstra
Foto's: Henriek Dijkstra - van der Sloot