2    DE RATEL / DEcEmbER 2010

Op 14 december vindt onze eerstvolgende ledenavond plaats, als vanouds in de Boerderij. Graag nodig ik u uit om in groten getale te komen luisteren naar de heer Gert Jan Schaap, secretaris van de Stichting Huizer Botters. Hij zal ons vertellen over de bijzondere reis met de Huizer botter HZ 108 naar New York in het najaar van 2009. Deze reis vond plaats in het kader van 400 jaar vriendschap Holland – Amerika. Met de beelden erbij zal dit een boeiende avond worden.
Vooruitkijkend naar het komende jaar is de Historische Kring Huizen actief betrokken bij de voorbereidingen van een speciale themadag van de Stichting Tussen Vecht en Eem in oktober 2011. Er zal een symposium worden georganiseerd en verder wordt op dit moment al een speciaal (dik!) nummer van het tijdschrift TVE voorbereid, geheel gewijd aan Huizen. We houden u op de hoogte, het belooft een interessante en leuke dag te worden.
Terugkijkend genieten we nog na van het zeer geslaagde jaarlijkse uitstapje op 2 oktober 2010 naar de Zaanse Schans. Verderop in dit nummer vindt u een verslag. Ria Westland had de organisatie weer tot in de puntjes verzorgd. Een compliment is dan ook zeer op zijn plaats. Dank je wel!
Dit is al weer de laatste Ratel van een bewogen jaar voor de Historische Kring. Namens het bestuur wens ik u allen een goede afronding van 2010 en een voorspoedig nieuw jaar. Graag tot ziens op 14 december.
Met een vriendelijke groet namens het bestuur,
           
Ingrid Groothoff


In deze Ratel ziet u een verslag van het bezoek aan de Zaanse Schans op 2 oktober (geschreven door Henny Hannaart met foto’s van Willemien van Wessel-van As), het vierde deel van de geschiedenis van Naerdincklant, Gooiland en de Erfgooiers van Harmen Kos, en het tweede en laatste deel van een artikel over Huizen in de Groene Amsterdammer van 1958. De bijdrage van de Dialectwerkgroep gaat deze keer over een uitzending van radio 6FM, die regelmatig dialectsprekers aan het woord laat. (U vindt deze zender op de kabel op FM 92.3 (stereo) en in de ether op 92.0 en 105.1.) Bert van Soest leverde een fotoserie aan over de laatste dagen van het pand Kos, Kerkstraat 17 (waar nu het winkelcentrum met de HEMA staat). Wij houden ons aanbevolen als u soortgelijke foto’s hebt en die zou willen insturen. Verder doen Sandra Scholtz en Henk Schipper een oproep voor informatie over gevelstenen in verband met een nieuw project. Met de recensie van het nieuwe fotoboek Oud Huizen in Beeld, omgeving Lindenlaan is dit nummer weer gevuld. 
    Veel leesplezier gewenst,            
Wendy van Noppen  
    DE RATEL / DECEMBER 2010    3
OUD HUIZEN IN BEELD Omgeving Lindenlaan
Op 11 september 2010, de jaarlijkse Huizerdag/Open Monumentendag, werd het fotoboek Oud Huizen in Beeld, Omgeving Lindenlaan offi cieel gepresenteerd. Het is een dik boek, 154 pagina’s, met foto’s die groot zijn afgedrukt. De bijbehorende tekst is minimaal gehouden.
In de Huizer Courant verschijnt al jaren wekelijks de rubriek Huizer Verhalen - Oud Huizen in Beeld, waarvoor lezers oude foto’s kunnen insturen. Deze rubriek is zeer populair en er zijn in de loop van de tijd veel fraaie (vaak onbekende) foto’s boven water gekomen, die met behulp van de lezers voorzien konden worden van namen van personen, de plek waar de foto genomen is en dergelijke.
Het huidige boek is een met zorg samengestelde selectie uit de informatie en foto’s. Het eerste deel toont foto’s van de Lindenlaan en omgeving, het tweede is opgedeeld in rubrieken als winkeltjes, beroepen, feesten, enz.  Helaas is in de meeste gevallen de herkomst van zowel gegevens als foto’s onbekend en niet meer te achterhalen
Inderdaad vind ik het, zoals uitgever Bout in de inleiding zegt, een mooi kijkboek voor Huizere minsen èn voor buitenminsen. Daarbij is een heel belangrijk aspect voor mij persoonlijk dat het naast oudere foto’s vooral ook gaat over het hart van Huizen in de jaren vijftig, zestig en zeventig. Die jaren vallen onder ‘mensenheugenis’, met andere woorden mijn eigen herinnering, mijn eigen geschiedenis. De paarden bij de smederij, de etalages van Hoogvorst waar we onze neuzen plat tegen de ramen aan drukten, Hotel Promenade in de nadagen, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. De vele ‘buitenminsen’ die vanaf de jaren vijftig in Huizen zijn komen wonen en al dan niet hier gebleven zijn kunnen zo ook hun herinneringen in dit boek vinden. Vijftig, zestig jaar geleden is al echt verleden tijd! 
Kortom, een prachtige aanwinst voor de boeken over Huizen. 
Wendy van Noppen
Oud Huizen in beeld, Omgeving Lindenlaan. Uitgegeven door Drukkerij/Uitgeverij J. Bout & Zn., Ceintuurbaan 32-34, 1271 BJ Huizen (www.boutdruk.nl). Prijs € 34,50. 

Naar aanleiding van de oproep in de vorige Ratel kregen we een mailtje van mw. Clary Vos, met de informatie dat zij het stukje van de Burgemiester 45 jaar geleden heeft opgevoerd. Volgens haar is het stukje, evenals het stukje ‘In de wachtkamer’ van Haindruk. 
Daar Haindruk de eerste was (en heel lang ook de enige) die in Huizer dialect schreef, zou het heel goed kunnen dat alle versies van ‘de wachtkamer’ gebaseerd zijn op de oorspronkelijke versie van Haindruk’s gedicht. Laten we het daar maar op houden.
Op 5 november was er een uitzending op radio 6FM bij het programma De stem gewijd aan het Huizer Dialect. Gerrit van Jan van Goësen van Geb (Gerrit Jongerden) en ik werden geïnterviewd over het Huizer Dialect en de Historische Kring. Gerrit droeg een stukje voor in het dialect. Daar niet iedereen dit programma gehoord zal hebben, volgt hieronder de complete versie van het stuk van Gerrit. Wilt u zelf eens een poging wagen om iets te schrijven in het dialect dan ontvangen wij het graag. Maakt u zich geen zorgen over de spelling, die kunnen we netjes aanpassen voor we het publiceren.
Dien van ’t Emmetjieshout (Ineke van Herwerden)
4    DE RATEL / DECEMBER 2010 PRESENTATIE VAN GERRIT VOOR RADIO 6FM
Ik mag wat zeggen in ’t Huizers. ’n Héële eer as ‘k zoë naegae da’k as Huizer d’r vaak óm uitëlacht bin, en laeten we ’t mar gewooën zeggen: ze dochten dat we achterlijk wazzen. Mar goeëd, zangd d’r over. Nou, een héële hoep is t’r al ëzaid en ik kan wel ’n paar amparte woorden neumen mar ik zal mar ’n bietjen deurgeven hoo ik ’t Huizers zelf beleefden en wat ik m’n aigen daervan herinner van vroger.
As kijnd hem ik tot m’n vijfde/zesde levesjaar wainig aarst ëhoord as Huizers. Thuis en óp de buurt en deur alle minsen uit de pallemetasie en deur alle kennissen en kaatjies wurden d’r alléënig mar Huizers ëpraat. ‘k Bin van negetien-negen-en-dartig dus ’t was al gauw oorlog. Daerdeur bin ik kwaanug óp de bewaarschooël ëweest. De schoëlen wurden ammar deur de Duisers in beslag ëneumen en parte keren was ’t koud en dan was d’r gien of wainig brangdstof. Toch mót ik thuis oëk Nederlangds ëhoord hemmen as m’n vader nae ’t eten uit de bijbel las en oëk hemmen m’n ouwere breurs en zusters m’n vuul vurëlezen, zoë ze zaien, mar ‘k weet ’t gien meer.  Bookies in ’t Huizers wazzen d’r nijt.
In september vijf-en-veertig gung ik naer ‘de groëte schoël’. Zoë veer ik weet hem ik nooit meute ëhad om de juffrouw te verstaen. Óp éën of twee kijer nae, kónnen we allemol enkelt mar Huizers mar al gauw veunen we ’t Nederlangds gewooën, denk ik. ‘k Het wel altijd ‘miester’ ëzaid in plest van ‘meester’! 
’t Mót zoë in dee tijd ëweest hemmen dat deries buitenminsen deur de Veldweg kwammen, waar wij too wooënden. Ze vreugen de weg en m’n vader lag ’t netjies uit. Ik hoorden ’t an en vreug daernae: “Waaróm mótten wij altijd Bussums praten en praten die minsen gien Huizers?” ’t Angtwoord van vader weet ik gien meer mar mijn wereldjen hield too óp bij Bussum, waar oëme Dirk wooënden en daer praatten ze aarst, dat ha’k wel deur!
D’r binnen héël wat woorden die we zoë gewooën vijnden, dat we gien beter weten of ’t is Nederlangds. ‘k Het d’r éën aardig vurbéëld van. Ik werkten in de seuvetiger jaren óp een ketoortjen in Wezep (Weesp zeggen ze nou) en óp ’n dag was ’t nogal warm en ’n minsien die daer oëk werkten, had ’t t’r arg meuëlijk  mie. Too zai ik: “Och, lekker moeken’. ‘k Docht echt dat ‘moeken’ en ‘moekerig’ gewooën Nederlangds was. Mar ’t mins begreep m’n héël nijt en zai: “Wat zeg je?” Ik zai too: “Nou, lekker warm hoor” waaróp ze angtwoordden: “O, ik dacht dat je zei ‘lekkere moeke’”! 
Oëk wel neutig is wat m’n ouwste breur overkwam as klain kijnd. Hij was een bietjen laat óp schooël en gung as leste naer binnen, waar de juffrouw wat van zai too die bij z’n klas kwam. Nou wist ie dat ’t Nederlangdse woord ‘door’ in ’t Huizers ‘deur’ is en daeróm docht ie dat ’t Nederlangdse ‘deur’, wat oëk zoë in ’t Huizers gebruikt wurdt, oëk wel ‘door’ mos wezen en dus zai die: “Ja juffrouw, mar ik kwam als laatste door de door.” Dee is óngerlest tachtig ëwurren en hij zal ’t nou wel weten. 
Nou hem ik pas ëliejen uit de krant verneumen dat ‘kaatjen’ oëk gien Nederlangds is, mar Huizers. Nou wurdt ’t enkelt mar gebruikt mót ‘kennissen’ d’r bij dus je hemmen ’t over ‘kennissen en kaatjies’ en daer mót je dan seuvetig vur ëweest hemmen om dat te leren! Nou, minsen, ‘k vijn ’t zoë wel mooi vur heden.
Gerrit van Jan van Goësen van Geb.
    DE RATEL / DECEMBER 2010    5


e


Verslag van het uitstapje op 2 oktober 2010 
Henny Hannaart
Om kwart voor tien word ik opgehaald, we gaan wat vroeger weg want er zijn nog steeds veel fi les op de A1 richting Amsterdam. Maar tot onze verbazing valt het vanmorgen heel erg mee, we kunnen zo doorrijden en zijn dus veel te vroeg op de Zaanse Schans. Nou dan gaan we toch vast wat rondkijken! Op de parkeerplaats heb je al een prachtig uitzicht op de molens in de verte. En de lucht breekt, er komt hier en daar al wat blauw tevoorschijn en dan kun je prachtige foto’s met ‘Hollandse luchten’ maken, niet?

Om elf uur worden we ontvangen in het Verkade museum, met koffi e en gebak; een half uur later start onze rondleiding door het buitenmuseum. De Zaanse Schans is ontstaan omdat een Zaankanter architect de oude Zaanse typische houten huizen opkocht, ze afbrak en weer gerenoveerd herbouwde op een aangekocht weiland. We lopen over de dijkjes en grindpaadjes door de weilanden met knotwilgen aan de randen, het zogenaamde slagenland. De sloten lopen niet erg recht, dat gaat niet als je ze met de hand uitbaggert. Langs het kleinste huisje en de bekende gepotdekselde groene huizen met die typische hoekramen en ’n klompenhuske naast de ingang. Natuurlijk ook naar het Albert Heijn winkeltje en de houtzaagmolen, die nu in de revisie staat, naar het begin van de dijk waarlangs de molens staan. Onder andere een mosterdmolen, ‘De Huisman’ en de verfmolen ‘De Kat’; verderop nog een houtmolen, twee oliemolens en zelfs één zonder de kap met wieken, die heet ‘De Os’. 
We slaan af naar de kaasmakerij. Hier maken ze veel nieuwe soorten kazen met kruiden en een rode en een groene met paprika. Een grappig gezicht en de buitenlandse toeristen zijn er zo te zien dol op in de zeer grote winkel achter de kaasmakerij. Door naar de klompenmaker. De klompen worden van populierenhout of van vers, nat wilgenhout gemaakt. Maar, dit valt tegen, ze doen het machinaal! Op verschillende braderieën heb ik dit nog handmatig zien gebeuren als ik op presentatiereis was met de Klederdrachtgroep. Ook hier weer een enorme uitgebreide klompenwinkel. Klompen in vele kleuren en maten.
Terug naar het hoofdplein voor een lunch in ‘De Kraai’  met soep, luxe broodjes enz. Na de lunch kon men op eigen gelegenheid nog verder kijken en ook het Verkade museum en het Zaanse oudheidsmuseum bezoeken. Het laatste museum heeft onder andere kostuums, oude klokken, sleeën, maar ook een Bruynzeelkeuken uit de jaren zestig. Zeer uitgebreid dus.
Rond half vier naar huis, nu via Utrecht en de A9, want de A1 staat vast. Het was een zeer leerzaam uitje, met mooi weer!
    8    DE RATEL / DECEMBER 2010

OVER DE GESCHIEDENIS VAN NAERDINCKLANT, GOOILAND EN DE 
ERFGOOIERS VAN 850 tot 1968 (4) Harmen Kos
De ontbinding na 1968
Na het in werking treden van de Erfgooierswet op 1 juli 1912, werd de zaken in Gooiland goed geregeld. De meenten werden onderhanden genomen en verkaveld, er werden sloten gegraven en wegen aangelegd. De waterhuishouding in de Hilversumse Meent werd verbeterd, er werden hekwerken geplaatst om het vee per boer beter bij elkaar te kunnen houden. Vanaf 1920 werd door de niet-scharende Erfgooiers onder leiding van Floris Vos een voorstel gedaan om alle leden het recht te geven om vee op de meenten te brengen. Boeren zonder vee konden dan hun rechten aan boeren met vee verhuren of verkopen. 
Dit voorstel werd verworpen; de veehouders waren bang hun invloed te verliezen en kwamen hierdoor op te hoge lasten. Wel werd besloten om gelden uit grondverkopen voor woningbouw gedeeltelijk uit te zetten op rente en gedeeltelijk uit te keren. Ook de rechtsgelijkheid van alle leden werd vastgesteld. In de loop van de tijd waren er nog verschillende regelingen en grondverkopen. Zo werd in 1932 de stichting Goois Natuurreservaat opgericht, die in 1933 1524 hectare bos en heide van Stad en Lande overnam. 
Doordat er - vooral na de Tweede Wereldoorlog – veel grond voor woningbouw en wegenaanleg nodig was, nam het grondbezit van Stad en Lande steeds meer af en kwamen veehouders in de verdrukking. Op de jaarlijkse vergadering van Stad en Lande – die in de  jaren vijftig in het sportpark in Hilversum werd gehouden - keurden de niet-scharenden de jaarrekening steeds af en drongen aan op ontbinding en uitbetaling van hun rechten. Uiteindelijk werd in 1968 bij Koninklijk Besluit Stad en Lande van Gooiland - de vereniging van Erfgooiers - ontbonden. Hiermee kwam een einde aan het 1000-jarig bestaan van een unieke situatie in het Gooiland. Alle nog in leven zijnde mannelijke personen kregen toen hun erfdeel in termijnen uitbetaald. De Erfgooiers met bouwland en vee werden schadeloos gesteld en kregen een uitkering om eventueel ergens anders een nieuw bedrijf te starten.
 
Het Erfgooiersarchief te Naarden 
Van de laatste uitkering is een bedrag ingehouden om het Erfgooiersarchief in te richten. Dit archief is inmiddels ondergebracht bij het Streekarchief te Naarden. Hier liggen de fraaie oorkonden, schaarbrieven, verslagen en ledenlijsten opgeslagen. Dit als herinnering aan een lange geschiedenis, met hoogte- en dieptepunten, van Naerdincklant, het Gooiland en de Erfgooiers. 
Ten Slotte
Maar er zijn in het Gooiland nog verschillende zaken die aan de Erfgooiers herinneren. Zoals een aantal percelen weiland in de omgeving van Bussum, de zogenoemde Hilversumse Meent. Bij Naarden de Naardermeent en bij Blaricum en Huizen de Blaricummer- en Huizermaat, waarvan een gedeelte thans het Vierde Kwadrant wordt genoemd. 
De Lantgoyers hadden al vanaf 1337 de zogenoemde Goyergracht gegraven. Deze liep vanaf de Zuiderzee langs Blaricum en Laren door tot de omgeving van Hilversum. Het begin vanaf wat nu het Eemmeer wordt genoemd is nog intact als Goyergracht-Noord tot Goyergracht-Zuid bij Laren. De Goyergracht werd gegraven om de grens tussen Goyland en het Sticht (Utrecht) vast te leggen. De gracht loopt dan ook parallel met een hardstenen grenspalenreeks. 
Verder zijn er in de Gooise dorpen en de stad Naarden nog laan- en straatnamen die aan het ‘duizendjarig rijkje’ herinneren. Onder andere in Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen en Laren zijn er de: Meentweg, Erfgooierstraat, Gemeenlandslaan, Graaf Wichman, Keizer Ottostraat, Hertog Albrechtstraat, Luitgarde en Godelinde. Langs de provinciegrens met Utrecht 
DE RATEL / DECEMBER 2010
– bij Hollandse Rading – is de Floris V weg. In Hilversum en Naarden wordt de bekende Huizer erfgooier Floris Vos met een straatnaam vereerd. En in Laren is de Harmen Vosweg, genoemd naar een bekende erfgooier/jager, die een haas schoot op grond van de Domeinen. Al deze namen houden de geschiedenis van Naerdincklant, het latere Ghoylant en Gooiland - dat wil zeggen: ‘Goedland’ - in herinnering. 
Bronnen:
? Archief Stad en Lande van Gooiland - tevens 
 Erfgooiersarchief - ondergebracht in het Stads- en streekarchief  te Naarden
? Plakaat van De Staten van Holland en Westfriesland, 31 augustus 1708 (kopie)
? Lijsten van scharende en niet-scharende Erfgooiers in de stad Naarden en de vijf Gooise dorpen. Portret Harmen Vos
 
HUIZEN: DORP VAN HET WOORD EN VAN DADEN (DEEL 2) Op 12 juli 1958 verscheen in de Groene Amsterdammer een artikel over Huizen geschreven door Jac. van der Ster. Het tweede en laatste deel hiervan volgt hieronder. Het is een beeld van een buitenstaander van Huizen in een recent verleden dat velen van ons zich nog goed zullen herinneren (redactie).
           
Het zal duidelijk zijn, dat ik het in het laatste gedeelte steeds over de mannen had. De vrouwen zijn niet in Frankrijk of Polen geweest en geloven er vermoedelijk zelfs niet aan. Althans de oudere niet. Voor hen bleef Hilversum al een fl inke uitstap, maar daar kwamen ze dan wel zo veel en veelvuldig dat men in de bus menigmaal overspoeld werd door een zeetje van wijde lange rokken en breed uitstaande mutsen, wanneer het al lukte in die bus door te dringen, want die Huizer vrouwen hebben harde en kwieke ellebogen. De zee wordt steeds kleiner, maar dat komt doordat geen Huizer vrouw beneden de veertig meer de oude kleding draagt.
Die vrouwen zijn stugger en boerser gebleven dan de mannen. Zij vormden het wezenlijke bolwerk tegen de nieuwe tijd en daar blijkt dan weer uit, dat de werkelijke macht van de vrouw zich niet alleen in kiesrecht laat uitdrukken. Het zijn die – oudere – vrouwen, die hun kinderen het fi etsen op zondag, het dansen en bioscoopbezoek blijven verbieden. De mannen halen hun schouders op. De jeugd zelf ook meer en meer, zoals dat gaat, en zoekt het in Huizen verboden vermaak in Hilversum of Amsterdam.
Wie op een zondagnamiddag door het oude dorp wandelt, kan dat alles wel vergeten. Het is er zo stil als honderd jaar geleden. Er wordt niet in tuintjes gewerkt of gezeten. Er wordt niet aan de weg getimmerd: er wordt helemaal niet getimmerd. Misschien wordt er achter de horretjes een beetje gepimpeld en zeker wordt er veel gezwegen. En tegen de aanvang van een der vele kerkdiensten schrijden de – oudere – vrouwen, in klederdracht en met het kerkboek in de hand, door de verlaten straatjes en kijken met gezichten, die het lachen nog niet geleerd lijken te hebben naar de vreemde wandelaar.
Doordeweeks zijn ze monterder. Als de gereformeerde vrouwenvereniging een dagje uit  toeren gaat,  en de burgemeester met een zoen afscheid neemt van zijn vrouw  (die presidente van de 
DE RATEL / DECEMBER 2010
vereniging is) en gul aanbiedt om ze er allemaal een te geven, dan wordt er ook onder de grote mutsen hartelijk geschaterd.
Laten we geen misverstanden wekken: vergis u in de mannen niet naar de andere kant. Meen niet, dat dat allemaal verkapte schuinsmarcheerders zijn. Een grapje op zijn tijd, een borreltje op zijn tijd, welzeker, maar het Woord blijft het Woord. Je kunt met een Huizer best tien minuten uitsluitend over de weerkansen praten en een kwartier over vis en kaas, maar je bent knap als je een half uur lang de theologie weet te ontwijken. Het Woord. De Schrift. Van de Bijbel wordt zelden gerept. En je bent nog knapper als je een theologisch dispuut weet te winnen: de teksten vliegen je om de oren als hagelstenen en het is mijn vaste overtuiging dat zelfs de Jehova’s getuigen bij de Huizers vergeleken maar beginnelingen zijn op 
het punt van Bijbelvastheid.    Twee Huizer vrouwen
Een hele zonnige morgen heb ik, gastvrij onthaald op koffie en sigaretten, gepraat met burgemeester mr. P. van Driel, in zijn lichte kamer in zijn moderne raadhuis. Burgemeesters zijn meestal aardig voor journalisten, maar burgemeester Van Driel is bovendien werkelijk een hartelijke, en vooral ook een eerlijke en energieke man. Hij is zelf gereformeerd en tracht dat niet onder vriendelijke neutraliteit te verbergen. Maar hij doet je wel beseffen, dat we ook in dit kleine Nederland, waar we zo dicht opeengehoopt zitten, zo bitter weinig van elkander weten en begrijpen.
Persoonlijk heb ik nog wel de neiging om gereformeerden voor starre en behoudzuchtige lieden aan te zien. Ik wil ook niet beweren, dat ze dat op sommige punten niet zijn. Jawel, de raadsvergaderingen worden met gebed geopend, en ook de burgemeester wiedt op zondag zijn onkruid niet. De cafés zijn op zondag gesloten en het zwembad ook. (De postzegelautomaten eveneens, was me verteld, maar dat is niet waar.) Maar dat zwembad is er mede door het ijveren van de burgemeester gekomen en er wordt gemengd gezwommen. Niet alleen een zwembad is er gebouwd, niet alleen een nieuwe gereformeerde kerk (door de architecten Meijer en Van der Zee, en het is een verrassend mooie en moderne kerk), maar ook en vooral woningen. Het aantal woningen werd in 1956 door nieuwbouw vermeerderd met 235 en in 1957 met 224. (Het totaal aantal woningen bedroeg op 1 januari 1958 3892). Ik heb er verscheidene van gezien en hoewel ze niets revolutionairs hebben, zijn het frisse, lichte woningen en zijn de huren relatief laag. Er waren op die eerste januari 130 woningen in aanbouw. Van die 224 in 1957 werden er 72 gebouwd in de z.g. vrije sector, dus zonder rijkssteun en 152 met rijkssteun.
Wie voor het gemeentehuis met zijn royale gazons en voorplein, zijn autootje neerzet is verbluft van de keurig aangegeven ruime parkeerruimte. Op dat plein, waar ook het busstation is, lopen brede, riante straten uit, dat alles lijkt op alles behalve op klein dorpse benepenheid. 
Met de steun van de gemeente, zij het met de Ned. Hervormde kerk als eigenares, is het fraaie moderne gebouw Het Visnet gebouwd. Behalve voor vergaderingen en min of meer stichtelijke bijeenkomsten, is daar plaats voor ontspanning. Er wordt gezongen, veel gezongen en gemusiceerd. Er worden ook films vertoond. Het is waar dat die filmvertoningen sterk aan banden zijn gelegd en dat de strekking er veel toe doet, maar door elkaar genomen is het peil er niet lager dan in Hilversum, Bussum of Laren. Vrolijk zijn de films lang niet altijd, dat niet.
Huizen is ook een welvarende gemeente. De werkloosheid is er in 1957 met 150% gestegen, waardoor het aantal werklozen op 5 kwam! Het aantal in inrichtingen verzorgden bedroeg op 
DE RATEL / DEcEmbER 2010
1 januari 1958 44, van wie 27 geheel of ten dele ten laste van sociale zaken kwamen. Dat was dan in het bejaardencentrum Voor Anker. Een blijk van solidariteit en offervaardigheid: de collecte voor dat bejaardencentrum bracht in 1957 ruim f. 17.000, - op.
Het gaat trouwens in zo’n dorp niet kinderachtig toe met de financiën: kort geleden is er nog een lening gesloten van acht ton voor de bouw van scholen. Er zijn momenteel: 1 openbare, 1 gereformeerde, 1 humanitaire en 5 hervormde lagere scholen. 1 herv. school voor v.g.l.o. en 1 herv. m.u.l.o. Op 1 september wordt er een openbare kleuterschool in gebruik genomen. Verder zijn er nog een openbare en een r.k. lagere school op komst.
Voorlopig kunnen de protestanten dus nog gerust zijn. Er is trouwens wat dat betreft een Ned. Hervormde Kerk met 4 predikanten, een Gereformeerde kerk, een Evangelisatie binnen de Herv. Kerk, en een Christelijk gereformeerde kerk, elk met 1 predikant. De Protestantenbond heeft een predikante, maar die heet voorgangster en de Chr. gereformeerde gemeente heeft geen eigen dominee. Er staat 1 pastoor tegenover, als ik het zo zeggen mag en voor zover ik weet geen Baälpriesters.
Toen er voor die openbare kleuterschool een hoofd benoemd moest worden, kon De Huizer Courant in het raadsverslag weer mooie dingen schrijven:
“Dhr. Hamburg (PvdA) vond de sollicitatie van mej. Rootliep niet prettig, om na enkele maanden, ze is thans in Harderwijk, weer te gaan solliciteren en zodoende deze school weer te verlaten. De duur van deze benoeming is veel te kort en hij achtte het daarom beter de namen om te ruilen en de tweede genoemde, mej. G. Vosman te Schagen als nummer 1 te plaatsen. Het vertrouwen in mej. Rootliep achtte hij niet groot, daar hij bang is dat misschien na enkele maanden weer uit Huizen zal willen vertrekken.
“Dhr. C. Vos  (s.g.p.) was het met dhr. Hamburg eens, dat mej. Rootliep nu niet bepaald een serieuze sollicitante is om reeds binnen een maand van betrekking te veranderen. Voorts merkte hij op dat volgens art. 36 van de Geloofsbelijdenis de overheid Gods dienaresse is en er nu een onderwijzeres wordt benoemd, die geen godsdienst heeft. Hij vroeg zich af wat er van terecht moet komen, vond dit niet de juiste weg en wenste om principiële redenen tegen te stemmen.”
De burgemeester ging daar met veel beleid en strikt rechtvaardig tegenin, zodat mej. Rootliep toch benoemd werd, en hij besloot blijkens het verslag: “En wat het andere voorstel betreft om het college van B. en W. bevoegdheid te geven een leidster of hoofdleidster te benoemen, vond hij praktisch, daar dan de raad niet speciaal hiervoor behoeft te vergaderen, terwijl ook niet veel tijd daarmee verloren gaat.” Tot slot wierp hij nog een onthutsende stelling op: “Zoals men weet is het kleuteronderwijs aan mutaties onderhevig door huwelijk e.d. Hij zou het daarom wenselijk vinden, dat het college van b. en w. hierover kan beslissen.”
Men zij gerust: burgemeester Van Driel heeft veel zorg voor het wel en wee van zijn gemeentenaren, maar zover gaan zijn bemoeienissen niet. Hij kan het met iedereen goed vinden, de onderlinge verhoudingen in de raad zijn uitstekend en men eerbiedigt elkanders opvattingen – al geschiedt dat voorlopig nog vanuit de zekerheid die een meerderheid altijd geeft – en ik geloof zeker dat dit mede te danken is aan zijn ruim beleid – zo ruim als misschien alleen een man met een vaste overtuiging maar kan zijn.
Van veel dingen heb ik nog niet verteld. Niet van de enorme, moderne fabriekscomplexen en van de verdere industrialisatieplannen. Niet van de stank van de visconservenfabriek, die al tot een proces geleid heeft en waarover de Koningin zal moeten beslissen. Niet  van het gebrek aan eenheid tijdens de verkiezingen, toen een prot.-chr. manifest nog uitriep  dat de eenheid van alle richtingen in één partij, zoals de P.v.d.A. die propageert niet mogelijk is, want  “ieder die enigszins thuis is in de Bijbel weet dat uit eenzelfde bron geen bitter en zoet water kan wellen!”
DE RATEL / DEcEmbER 2010
Wèl van de eenheid die tot uitdrukking komt in een waarlijk breed en energiek en vooruitziend beleid, al wordt dat nog veel over geharreward in de raad. Maar dat is meer omdat het toch gezegd moest worden, en omdat het echte Huizers zijn: eindeloos wikkend en pratend over bijkomstigheden en afwijkingen van de letter, maar als het moet nuchter en slim.
En die onenigheden worden weer mooi goed gemaakt als er een jubileum is. Toen wethouder Bout zijn wethouderschap trouw 12 ½ jaar vervuld had, werden hem enige romans geschonken, betaald uit alle beurzen van links tot rechts. Het was een plezierig feest en De Huizer Courant schreef dan ook: “Wethouder Bout dankte op enthousiaste wijze en hij voelde zich in het bijzonder erkentelijk voor de historische romans, waarbij hij opmerkte dat hij chr.-historisch is.” 
Een dood dorp? In 1945 telde het nog geen 11.000 inwoners; eind 1958 zal men er ….hoopt men er, behoor ik hier te schrijven, 16.000 te hebben.
 
HET PAND KOS, KERKSTRAAT 17 TOT 1988
Op bijgaande foto’s ziet u het ‘Pand Kos’, Kerkstraat 17, van volop in bedrijf zijnde winkel in granen en diervoeding tot en met de afbraak in 1988, toen plaats gemaakt moest worden voor nieuwbouw aan het Oude Raadhuisplein. Op deze plek staat nu het nieuwe winkelcentrum met onder meer de HEMA. Dergelijke series worden door de Historische Kring in het archief bewaard en wij houden ons aanbevolen voor inzendingen van onze lezers.  Red.

DE RATEL / DECEMBER 2010

Henk Schipper
In de gevel van de praktijkruimte voor Tandheelkunde op de hoek van de Magdaleenweg en de Botterstraat  bevindt zich een eerste steen. Het inschrift luidt: “DE EERSTE STEEN | GELEGD DOOR | HENDRIK MOLL | OUD 4 JAAR 10 FEBR. 1928”.  Naspeuringen in het archief leverden op dat Hendrik Moll geboren is op 13 augustus 1923. Hij was dus inderdaad 4 jaar toen hij de steen inmetselde. Waarom moest deze kleine jongen dat doen? Hendrik, roepnaam Henk, was de oudste zoon van de schilder Tijmen Moll (1890-1975).  Tijmen was getrouwd met Cornelia Wouda (1894-1980). Het gezin woonde bij haar ouders in aan de Hellingstraat. Haar vader heette Hendrik Wouda (1855-1939), hij was aannemer. Het zal wel zijn idee geweest zijn om zijn naar hem vernoemde kleinzoon de eerste steen van het pand te laten leggen.
Tijmen en Corrie erfden het rijtje huizen dat er aan vast gebouwd is. In de winkel was een slagerij gevestigd. De slager, Piet Honing (1911-1999), betaalde huur aan hen. Nog later werd Piet eigenaar. In 1977 deed hij de zaak over aan Gerbert Rebel; nu is er een praktijk voor tandheelkunde van Vlasblom en Cath. 
Henk Moll studeerde later theologie, werd dominee en diende in diverse gemeenten. Na zijn emeritaat woonde hij weer in Huizen. Hij is in 1999 overleden.

    Pand Botterstraat/Magdaleenweg    Eerste steen
Zie: Vastenhoud en Schokker: Tijmen Moll, Huizen 1996      Huizer Courant 28-04-1977
Gevelstenen vertellen vaak een stukje van het verleden van het dorp en van mensen. Enkele leden van de Historische Kring zijn een project begonnen om de stenen te beschrijven en te fotograferen. Dat is soms best lastig, want ze zijn niet altijd van de weg af te zien. Vandaar deze
OPROEP
om even te berichten als er in uw huis een steen gemetseld is of als u er een weet ergens in Huizen.
Telefoon: 5241594 e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Sandra Scholtz
Henk Schipper DE RATEL / DECEMBER 2010