Dit is alweer het laatste nummer van 2008. Wanneer deze Ratel bij u thuis op de mat ligt, kijken we terug op de ledenavond van 25 november 2008; de derde succesvolle activiteit voor onze leden dit najaar na de excursie op 7 september naar het Zuiderzeemuseurn in Enkhuizen en de avond op 7 oktober met verhalen en liederen over Rembrandt. De wandeling door het Amsterdam van Rembrandt omlijst met liederen en verhalen van Martin Dôbelman en Martin Ribbens smaakte naar meer, bij voorbeeld in de vorm van een excursie naar Amsterdam onder leiding van beide gidsen. We houden u op de hoogte.
Op de avond van 25 november werd het boekje "De HZ 45 weer thuis" officieel gepresenteerd in de Boerderij en werd het eerste exemplaar aan de burgemeester van Huizen overhandigd door de schrijver, de heer Dick Schaap. In de vorige Ratel kon ik de verheugende mededeling doen dat de uitgifte van dit boek mede is mogelijk gemaakt door de toekenning van de Rabobank Noord Gooiland van een bedrag van € 2.475,00. "De HZ 45 weer thuis" is verkrijgbaar bij boekhandel Flevo, Bruna Oostermeent, en het Huizer Museum het Schoutenhuis en kost € 5,00. Leuk om te hebben en om cadeau te geven.
Een geheel ander onderwerp betreft de kleding van de Klederdrachtgroep. Tot nog toe waren deze Huizer kleren opgeslagen bij leden van de groep, maar dat is geen ideale situatie. Inmiddels is daar is een oplossing voor. De Historische Kring had zich opgegeven voor het zogenaamde Maatschappelijk Diner, waar bedrijven en organisaties aan deelnemen. Het is de bedoeling dat een probleem wordt aangedragen en dat tijdens het diner wordt geprobeerd dit op te lossen met wat men een 'match' tussen een bedrijf en een organisatie noemt. De Historische Kring heeft een dergelijke match kunnen maken met de zorginstelling De Bolder aan de Akkerweg. Wij krijgen daar opslagruimte voor onze kleding en als tegenprestatie zal de Klederdrachtgroep eenmaal per jaar een presentatie verzorgen voor de bewoners. U begrijpt, wij zijn hier heel blij mee.
Rest mij nog u allen goede feestdagen toe te wensen en een voorspoedig en gezond Nieuwjaar.
    Met vriendelijke groeten namens het bestuur,    B.J. van Geenen, voorzitter

24 februari 2009 20.00 uur
12 mei 2009    20.00 uur 'De meidenkist', een voorstelling van Cees Prinsen over de dienstmeisjes van vroeger met een kist vol spullen uit grootmoeder's tijd in de Boerderij, Hellingstraat 9
Jaarvergadering in de Boerderij. Na de pauze een diapresentatie door Gert Jan Schaap over de Huizer botters NAN DE REDACTIE     In dit nummer treft u diverse reacties aan op de vorige Ratel: namelijk over het Oranje Weeshuis en over de onbekende boerderij, die een lang woonhuis bleek te zijn. Verder een bijdrage met foto's van Joost Veerman over een 'drenkeling op Texel' en een vraag over een ziekenhutje voor in de tuin dat wij in Enkhuizen tegenkwamen. Harmen Kos gaat verder met de geschiedenis van Gooiland en vooral het aandeel van Lambert Rijksz. Lustig daarin. Met de bijdrage van de Dialectwerkgroep en de puzzel is dit nummer weer vol. Veel leesplezier gewenst,
Wendy van Noppen
"HEVQRANJEAWEESHUIS - EEN HUIZER MONUMENT Van ds. Klaas Schaap uit Dalfsen ontvingen wij de volgende reactie. Hij wijst er op dat in het archief van de Historische Kring is het 'Gedenkschrift van het Vijf-en-Twintigjarig Bestaan' van het Gereformeerd Oranje-Weeshuis te Huizen aan zijne vrienden en begunstigers aangeboden door het Bestuur der "Vereeniging tot opneming van Weezen uit de Gemeente Huizen" (ten voordeele van het Weeshuis). Dit sgedenkschrift werd in 1894 in Amsterdam uitgegeven door de firma Scheffer & Co. De heer Schaap kent ook uit zijn familiegeschiedenis voorbeelden van wezen die uitbesteed werden en die later goed terechtgekomen zijn.
Bovendien heeft de Kring een fraaie ingelijste plaat ter gelegenheid van dit 25-jarig jubileum in het archief. In het eerste deel (Stad en Land) van de nieuwe serie over de geschiedenis van het Gooi, te weten 'Het Gooi toen & nu', is de plaat afgedrukt op blz. 55 als illustratie bij het hoofdstuk 'Oranje Weeshuis in Huizen'. De serie Het Gooi toen & nu omvat 18 delen en is een uitgave van Waanders Uitgevers in samenwerking met Museum Hilversum en het Streekarchief voor het Gooi en de Vechtstreek. Losse delen zijn verkrijgbaar bij de boek- en tijdschriftenhandel en kosten € 6,95 per deel.


Op deze foto in de Ratel van september 2008 kwamen veel reacties. Hartelijk dank aan alle leden die schriftelijk of mondeling informatie gaven. Hieronder volgt een samenvatting.
Wendy van Noppen
(1) Metha en Henk van der Hulst schreven: 'De kopgevel stond aan de Langestraat en de zijgevel aan de Plaveenseweg. Nadat dit pand gesloopt is, is er nieuwbouw gepleegd. De vrouw onder de boom in de tuin is zeer waarschijnlijk mevrouw Johanna Vlaanderen — van der Hulst; zij was getrouwd met de heer Klaas Vlaanderen. Zij woonden in de rechterzijde van de kopgevel. In de linkerzijde van de kopgevel woonde een petroleumboer. De bomen rechts van de foto staan aan de Vijfhoekstraat. Mevrouw Vlaanderen is nog 100 jaar geworden in Voor Anker; zij was een tante van ons.'
(2) De heer en mevrouw D. Rebel schreven: 'Dit huis stond aan de Plaveenseweg tussen de Langestraat en de Vijfhoekstraat, maar het is geen boerderij geweest. In de westgevel waren twee woningen, evenals in de oostgevel. Daartussen waren drie of vier woningen welke via een steeg aan de achterzijde bereikbaar waren. Het pand is gesloopt in het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw. Er is daarna een nieuw pand gebouwd van dezelfde lengte met zesonder-één-kap woningen dat goed in de omgeving past.'
Mede omdat zij in de directe omgeving aan de Plaveenseweg wonen, hadden de heer en mevrouw Rebel nog drie krantenknipsels bewaard. De tekst van deze knipsels is ongeveer gelijk, hieronder volgt de meest uitgebreide versie. Helaas staat er niet bij uit welke kranten de knipsels komen.
Omwonenden van pand Plaveense — weg in brief:
"Leegstaand pand zo snel mogelijk slopen"
HUIZEN — De omwonenden van het leegstaande pand aan de Plaveenseweg tussen de Langestraat en de Vijfhoekstraat maken zich ernstig zorgen over het uitblijven van een sloopvergunning voor dit pand. Zij vrezen dat er door brand of op een andere wijze ongelukken zullen gebeuren.
Zij, en dat zijn zo'n kleine vijftig omwonenden, hebben een brief geschreven aan het college van B. en W., waarin zij verzoeken "om met alle daartoe geëigende middelen over te gaan tot zo spoedig mogelijke afbraak van het desbetreffende pand."
Interieur
Het pand, waarin een vijftal woningen, die echter reeds enige jaren geleden zijn verlaten, staat nu al geruime tijd leeg. Een groot deel van het interieur is reeds gesloopt en het vormt sindsdien een speelobject voor de jeugd. Juist het feit, dat de jeugd het pand als speelterrein gebruikt, verontrust de omwonenden. Zij wijzen er in hun brief aan B. en VV. op, dat er nogal wat gevaren kunnen ontstaan. Aangehaald wordt daarbij dat onlangs, mede door de jeugd, brand uitbrak in het pand, die echter op tijd kon worden geblust door de brandweer.
Ze schrijven dan ook: "Aangezien het perceel een rieten dak heeft, zal het u duidelijk zijn, welke gevaren voor de omwonenden daaraan verbonden zijn." In verband daarmee wijzen zij het college er op, dat praktisch alle omliggende panden, waarvan enige als bedrijf dienst doen, een rieten dak hebben, zij het dat er enige bij zijn waar overheen dakpannen 'zijn gelegd. De kans op een overslaande brand bij krachtige wind en dan vooral 's nachts is volgens hen bepaald niet denkbeeldig.
Onbegrijpelijk
De omwonenden zeggen het onbegrijpelijk te vinden, dat na de totale ontruiming van het desbetreffende pand geen maatregelen zijn genomen om het pand af te breken. "Ook uw college weet uit ervaring dat het dichtspijkeren van deuren en ramen geen afdoend middel is om de jeugd uit een leegstaand perceel te houden. Zij verzoeken het college dan ook om snelle afbraak.
Omwonenden willen afbraak
  HUIZEN - aantal bewo- afdoend middel is om de jeugd riekort worden er ners van Vi)nvoekstraat. eruit te houden. acht woninkjes voor in plaats ke *wee. Langestraat Kronen- Een tweede gevaar zien de orn- Het bouwplan burwrstraat he•ett in een brief aan het Wonen«len Wave•ridten in het rieten is al enige tita
Collece• gevraagd. orn alte daartoe het pand. praktisch alle Vlet detinitie•ve• bouwplan wordt d" geeigende middelen over te gaan tot ornlireeru%• purule•n eveneens rieten op korte termijn een zo spoedig mozelijke Van . Bij een uitslaande brand het pand heek in de nacht rrw•t een flinke wind zijn de hoekstraat-" is ook niet overzien: zo cr na de totale ontruiming van het Staat in de brief

(3) Henk (Haindruk) Rebel herinnerde zich wie er gewoond hadden in het lange huis: Naatje Spek, Pietje Kuit, Geertje Bommel, Naatje Mikken en Lijsje Mikken. De lange zijde van het huis is aan de Langestraat en de gevel van het huis, dat was de Plaveenseweg. Naast de gezusters Mikken woonde een 'buitenmins' waarvan hij de naam niet meer wist en op het hoekje woonde een katholieke dame. Je kon zien dat ze op een gegeven moment niet meer katholiek was, want ze was haar katholieke boeken aan het verbranden...
(4) Mevrouw G. Schaap noemde ook de naam van Naatje Spek als bewoonster van dit pand aan de zijgevel. Aan de achterkant woonden drie gezinnen en met de huisdeur aan de zuidkant woonde in de oorlog een NSB'er.
(5) De heer IJ. Westland had een oom Dirk Rebel, die aan de kant van de Vijfhoekstraat woonde, naast Marja 'van de post', een vrouw in klederdracht, die volgens hem in de jaren 1950 ongeveer 75 jaar oud was. Op de plaats van het lange huis is de Langestraat nog even nauw als vroeger. Het huis links staat er nog.
P.S. In onze uitgave 'Waarde Nicht, Lieve Meutjen' komt Naatje Spek ook voor: zie brief nr. 27, blz. 100-104. Overigens is dit boek nog te verkrijgen bij de secretaris van de Historische Kring Huizen (Redactie).
MAN DE DIALECTWERKGROEP
Waarschijnlijk heeft u het in de krant gelezen: er zijn in het dorp weer twee nieuwe dialectnamen bij gekomen. Er waren vragen gekomen om ideeën voor nieuwe namen. Die hebben we ingestuurd en gekozen zijn: de Trikkert en de Krummel. Het zijn bso's, dat betekent een buitenschoolse opvang. Kinderen verblijven hier dus na schooltijd en tussen de middag. De Trikkert is gekomen in de plaats van de Koelemoes (omdat er een nieuw soort opvang bij kwam, moest de naam wijzigen). Een trikkert is een vlieger gemaakt van oude kranten, een paar spelden en een paar rietjes uit een rieten dak. Deze werd gebruikt als men geen dure boogvlieger kon betalen. Een krummel is een kruimel (van kruimeltjes brood, omdat de kinderen daar hun brood eten).
Ons erelid Haindruk (Henk Rebel) vond tussen zijn papieren een gedichtje over Huizen uit 1925. Het is geschreven door mw. C.J. Tiegelaar- Staalman, een dochter van de latere wethouder Staalman (wethouder van 1935-1939). Is bij u bekend of er nog familie van deze mensen in het dorp wonen? Het is een lofdicht over Huizen, niet in dialect, maar ik wil het u niet onthouden. Hieronder volgt het.
HUIZEN
Ziet ge daar dat dorpje liggen, al die daakjes, rood en grijs, en die slanke klokketoren die zijn fijne slag laat horen op zo vriendelijke wijs?
Ziet ge wel die grijze zeilen glijden langs de horizont?
Huizens visschersscheepjes varen, dobb'rend op de blanke baren, uit, in vroege morgenstond.
Ziet ge wel die vrucht'bre akkers waar 't gewas zo welig groeit? Velden, vol met goud-geel koren, blinkend in de zonnegloren, met gouden glanzen overspoeld?
Ziet ge wel die groene weiden met 't zo vredig grazend vee? En de lange zendermasten die naar hoge Hemel tasten aan de oever van de zee?

Ziet ge daar die zware bomen saâmgegroept om d'oude kerk, waar de vogels in de twijgen nest'len en niet kunnen zwijgen van des Heren scheppingswerk?
Komt daar niet een boerenwagen aat'lend op de dorpsweg aan? Huizens stoere boerenzonen die tesaâm met Huizens schonen welgemoed tot d'arbeid gaan?
Heere, moog' Uw zegen rusten op dit dorpje aan de zee. Blijf gij met Uw liefde omringen Huizens fiere dorpelingen.
Schenk ook hen Uw hemelvree!
C.J. Tiegelaar-Staalman, 1925
Met dank aan de inzender
Henk Rebel
Ineke van Herwerden

In de Ratel van november 2001 heeft de heer Klaas Westland een indrukwekkend verhaal geschreven over het vergaan van de HZ.234 op 8 februari 1906 bij Callantsoog.
Aan boord van dit schip waren schipper Gijsbert Veerman Azn. en zijn neef Gerbert Westland Lzn. Ondanks het slechte weer waren de neven de haven van IJmuiden uitgevaren. Op zee raakte de HZ 234 echter in een zware storm en verging op een zandbank bij Callantsoog; beide neven kwamen hierbij om het leven.
Het lichaam van Gerbert Westland is aangespoeld bij Callantsoog en daar begraven. Het lichaam van Gijsbert Veerman echter spoelde tien maanden


later aan bij Texel, op de rede van Oudeschild. Daar is het op 17 december 1906 op het drenkelingenkerkhof begraven en na identificatie door zijn broers Hendrik en Piet en zijn vrouw Evertje, op 22 december 1906 herbegraven.
Vijfentwintig jaar geleden, in 1983, heeft Jan Veerman, een achterneef van Gijsbert, het graf bij de Hoge Berg op Texel bezocht. Toen lag het nog onder een grasveld zonder enig gedenkteken. Rond het jaar 2000 heeft de gemeente Texel het drenkelingenkerkhof bestemd voor nieuwe graven. De lichamen van de drenkelingen zijn toen echter niet weggehaald, maar, volgens een ambtenaar, op dezelfde plaats dieper in de grond gelegd. De afgelopen zomer
heeft Joost Veerman, achterkleinzoon van Gijsbert zijn broer Hendrik, de begraafplaats bezocht en de bij dit stuk staande foto's genomen. De plek waar Gijsbert is begraven, is gemarkeerd met wat blokken (wrakhout?).
          Joost (van Mijnden van
  Joost van Hein — broer van Gijsbert) veerman.

Op 6 september 2008 vond een zeer geslaagde excursie plaats naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Behalve zaken die de Huizer klederdracht en visserij betreffen, bleek het museum tijdens de boeiende rondleiding nog iets bijzonders uit Huizen te hebben. En wel een ziekenhutje voor in de tuin. Wie weet waar dit ooit gestaan heeft? (Redactie).

L LAMBERT RIJKSZ. LUSTICH (1654 - 1727), SCHEPEN ÉVEN BEKEND HISTORIESCHRIJVER (VERVOLG)
Lustich als kritische kerkganger
Toen Lambert Lustich een bezoek bracht aan 'zijn eersame vroeme een seer waarde getrouwe vrient' Reijr Klaaszoon Boelhouwer 'woonende in de dorpe Hilversum' om zijn gegevens weer aan te vullen, geeft hij hiervan een kort verslag, waaruit men hem als een kritisch kerkganger leert kennen.
'Op Sondagh den 25sten October 1716 doen was ick persoenlijck tot Hilversum ende hoorde aldaer op voormiddagh in hare kercke preecken haren welgeleerden Dominee Cornelis van den Boomgaarde uijt Mattheus 17 vers 2; 'Ende sijn gedaante veranderde voor hunne oogen en sijn gelaat straelde gelijck de zon ende sijn kleederen werden wit als het licht'. 'Sijn inleijdinghe was uijt Jesia 52 vers 13 en 14; 'Siet mijn knecht sal voorspoedigh sijn, hij sal verhoogd, ja ten hoogsten verheven sijn. Zoals veelen Sich over U ontzet hebben — so seer misvormd, niet meer menschelijk was sijn verschijningh en niet meer als die der menschenkinderen sijn gestalte' Preediken en toepassen was voor dit maal tamelijck'. 'Op den namiddagh preekte haren dominee niet meer, maer vertrock na Rotterdam om alddar op Maandagh den dito op eene begrafenisse te sijn'.
Lustich krijgt nog aanvulling van gegevens.
Tijdens het bezoek in Hilversum van Reijr Klaasz. Boelhouwer ontvangt Lustich aanvullingen op zijn gegevens.
'Ten Selve dage op namiddagh doen was ick ten huijse van Reijr Klaasz. Boelhouwer dewelcke aldaer aan mij liet Sien dese navolgende orgineele sentensiën, schaarbrieven, boschbrief, keuren en privilegiebrieven en met haar uijthangende zegelen en dan noch een kleijn latijnsch briefje, welcke ick niet leesen kone'. De opgesomde stukken waren 'noch gaaf en goet', op perkament geschreven en voorzien van 'een rood uijthangend zegel van Jan van Beijren sels aan eene dubbelde francijner staert'. Als datering van de verschillende stukken vermeldt Lustich onderandere: 'Pontiaensavont 1455' en 'Sinte Benedictusdagh, maart 1521'.
Een Sententie van 'den Hove van Hollant' gedateerd 15 februari 1591, is vermeldenswaard. Het betrof een zich wederrechtelijk toeëigenen van hout uit het Goyerbos, eigendom van Erfgooiers, door niet-gerechtigden. De tekst: 'Tusschen de boschbewaarders van 't Goijerbosch geadsisteert met den Bailluw van Goijlant en hare gevougde impetranten in cas van reformatie contra Lambert Klaaszoon Pandelaar cum zoijs gedaagdens, waer bij de gedaagdens sijn gecondemeert om 9 Philips schilden tot boete te betalen, ende het grof hout dat sij uijt den bosche gevourt hadden wederom te restitueeren of die juijste waarde van dien te betalen'.
Hier eindigt het eerste deel van een serie over Lambert Rijksz. Lustich 1654-1727), schepen van Huizen en bekend historieschrijver, die begon in de Ratel van september 2007.
Het tweede deel, met geschriften uit de geschiedenis van Gooiland waarin Lambert Rijksz. Lustich voorkomt, start hierondeL
Harmen Kos
     NAERDINCKLANT, LATER GOOILAND: GEDEELTEN toeLAMBERT RIJKSZ LUSTICH VOORKOMT
Het privileges voor het houden van week- en jaarmarkten
Toen graaf Willem V in 1358 krankzinnig was geworden, zette zijn broer Hertog Albrecht I van Beieren en Holland (1358 - 1404) dit streven voort 'Om het stedekijn te vorderen'. Hij gaf Naarden op 20 maart 1376, verschillende privileges, voor het houden van een weekmarkt en twee jaarmarkten. Dat de stad zich ontwikkelde blijkt uit de bouw van de Grote Kerk die in 1388 in gebruik werd genomen en waaraan lange tijd was gewerkt. De kerkbouw werd gefinancierd uit de opbrengsten van afgegraven gronden en venen in de omgeving van Loosdrecht. De schepenen van Naarden wilden daartoe ook een stuk veengrond bij Laren verkopen. Maar dat veenland was gemeenschappelijk bezit van Naarden, Bussum en Laren. Daarom sloten de schepenen van Naarden en Laren in 1387 een overeenkomst. Er werd besloten om vier slagen veen te delen, de middelste twee slagen kwamen dan aan Naarden en Bussum toe. Een Oorkonde uit 1388 vermeldt dit gemeenschappelijk bezit. Er werd toen vastgesteld dat die van Bussum mee zullen delen. Ze kregen een slag, want Naarden verkocht een slag die eigendom was van de stad. In 1394 kregen de Naarders toestemming om turf uit het Naerdinclant te verkopen. Dit werd later weer herzien, want in 1415 werd uitvoer beboet. Lambert Rijckz. Lustich schreef over de veenverkopen van Naarden:
De van Naerden die hebben het ook wel weten te maken, dat sij niet alleen het wel stonden met verscheijden graven des lants, waarbij sij previlegien wisten te bekoemen omme vee/ veenen, gelegen bij de Loosdregtse landen te moegen verkopen en verhuijeren, ende den boedem voor haar te moegen behouden, maar sij wisten ook we/ soo te maken bij de Lantgoijers van de dorpen dat sij in den jaren 1360, f380, 138f en 1383 veele schoone boulanden a/ddar bequamen, ende al/ mettertijt die aen haer nieuwe kerk bequamen.
Opmerkingen:
1* In Naarden waren 480 woningen, waarvan 407 in de stad, 73 in Bussum dat bij Naarden behoorde
2* De lijst van Fransen en Walen, bevat 73 namen, 23 vrouwen, kinderen, vaders, et qurante escoliers
3* Dit waren Erfgooiers met woningen waaraan schaarrecht verbonden was 4* Bussum en Blaricum hadden het zelfde aantal woningen en inwoners!
Landbouw en veeteelt in de dorpen van Gooiland
De Huizers zeiden in 1494: Dat zy hem generen met bouwen, eendee/s (voor een gedeelte) up Santlant, ende behelpen metter wilderheyt (onbebouwd, onverzorgd land), daer zy heur beesten up weyen, ende met koeyen te houden, die te weyen up gemeen weye, toebehoorende te zamen Naerden, Hilferssen, Blarichem, ende hem/uyden van Huysen voorsz. Dat zy hem generen mit lantneeringhe, spitten ende delven, ende oock generen hem die mans ende wijfs mit wolle te spinnen ende te kaerden. Seggen voorts, dat Huysen ende Huysermaet, behalven Buyssem ende Buyssemermaet ende Buyssemerandrecht, groot es 150 suamaet, ende gelt e/cke suamaetjaerlicx te huyeren, teen deur tandere, 2 Rh. g/ ende te coope den penninck 20 ende worden alle landen gebruyckt bij den inwoners van Huysen soe in eygen, zoe in bruyere, ende hebben 52 suaem in eigen.
Laren en Blaricum zeiden in 1494: Dat zy hem generen metter ploech, van hem zelven ende voor heur eygen landt, ende voor andere luyden, ende oock generen hem met spinnen metter weye/e, a/ soe we/ die mannen als die vrouwen, ende oock met koeyen te melcken, ende dat nuteHijt vee/ snooder ende minder es dan zy was ten overlijden HeHoge Karel midts dat zy alle heure wey/ant al meest quyt zijn ende haer boulant zeer belast is, zodat zy geen paerden noch paerdenplooch mogen altijt becostigen, omme heure bouwerije te doen.

Hilversum en Bussum zeiden in 1494: Item angaende die neringhe zeggen, dat zy hem gheneren met spinnen, twelck die mannen alsoe wel doen die vrouwen, ende oock met paerden, met koeyen te houden, ende met wat zaeylants te zayen, ende en hebben geen off/uttel wey/ants; ende dat zelve heure neringhe bijtijden Hertoge Karel beter was. Dan zy nu is, die helft. Ze hadden wel koeien maar geen weiland. Door het proces van 1469 - 1474, was het eigendom van de meenten toegewezen aan de graaf. Het weiland waarover ze spraken zal wel particulier weiland geweest zijn, want ze hadden wel schaarrecht voor de meenten.
Uit de tweede schaarbrief blijkt dat men in Gooiland ook varkens hield. In Huizen zei men: die setten zij up een keff, ende daer es menereeckent alle dat sij hebben speck aen de balck, ende thoy staende up haeren werf.
Het aantal te weiden stuks vee op de meenten van Gooiland
In de tweede schaarbrief was bepaald hoeveel stuks vee, zogenaamde schaarbeesten, er op de meenten mochten weiden. Dit werd in de derde en vierde schaarbrief opnieuw herhaald, in de vierde schaarbrief van 1568 stond dat per gerechtigde ten hoogste zes schaarbeesten mochten weiden, namelijk drie paarden en drie koeien. Een buiten Gooiland gekocht paard werd op de meent toegelaten, maar het moest wel 12 Caroly guldens waard zijn. Een zilveren Carolus gulden van 1542 was gelijk aan f 24,24 in 1912. In 1442 was de waarde van een paard 6 Philips gulden dit was in 1912 f 25,25. De hoeveelheid zilver die het Hollandse pond van 30 gram in 1440 en 1542 had, was respectievelijk 25,91 gram en 14,25 gram.
Landbouw, de afmeting en waarde van de landerijen
Blaricum gaf op in 1512: Dat zij hem generen mit spinnen, kaernen ende wat bouwerie. Seggen vooHs, dat zij hebben omtrent 20 zwaemaets groen/ant ende 300 scepe/ zaylants, daerof de zwae maeden waerdich es omtrent 40 Rh.gl ende middelste of 3 of 4 Rh. g/, ende snootse leyt voor de conijnen ende twilt, ende dit voors. lant behoert in heur dorp thuys. Daerenboven hebben zy 55 zwaemaets, die zy hier voortijts vercoft hebben, int oorloge van Utrecht, tc/oester van Oudenaerden, ende in de stede Naerden. Blaricum had nog 300 schepels zaylants maar noemde geen kostprijs.
Laren gaf op in 1512: Seggen voorts dat heur lant niet en leyt bij der groote van den mergentaelen, maer es heye en dorre lant; ende tander dat sy sayen leyt bij den scepe/; ende een scepe/ es lanck 80 roen ende 2 roeden breet; ende teen es beter dan tandere. Daernae huere kerven gereeckent werden, want e/ck lant Staet up zijn prijs. Ende een scepe/ lants ge/t te huyere ta/derbeste 5 st., 'tmidde/ste 5 gr., ende quaste en es van geender waerden; ende te coope tbeste f pant gr. T'middelste 3 Rh. g/ ende tandere niet of niet veel. Seggen vooHs, dat tklooster van Oudenaerden ende die poorters van Naerden a/daer veel lants bruyken, die met hem luyden en gelden noch geven maer en zouden de groote van den lande niet weten te estimeren.
Laren had dus drie soorten bouwland daarvan was de kostprijs per morgen: het beste 30 Rh. g/, tmiddelste 15 gl, en het tandere niet of niet veel. De pacht kostte: 35 st., 25 gr. Ende tquaste en es van geendere
Hilversum gaf op in 1512: Dat zij hem generen meest mit spitten, delven, ende meest mit wolle te spinnen, ende caerden, ende datter een man niet en es, hy en spint ende caerdt als een wijf Ende hadde Naerden geen draperie zij moesten omme broot gaen; zy hebben oock een luttel geest teelants, ende sommigen houden coyen, ende dat 1/14 deel van heur dorp. Seggen voorts, dat heur/. Kerspel groot es in zaylant omtrent 120 mergen, ende behoert hernluyden eygen, ende wort bij hem/uyden selve gebroyct; ende soude f mergen tsjaers te huyere gelden 20 st. ende hierenboven een gemeente tot wey/ant, daerop de helft behoert tot Naerden, ende danderhelft wordt gebruyct bij hem/., ende omtrent de dorpen van Huyssem, Laeren, Blaricom ende Buyssem; ende hebben oock een heyde omtrent f my/e groot, die oock bij die van Naerden ende 5 dorpen van Goy/ant gemeen gebruyct wort; ende zouden dat teel13
ant mogen gelden in coope, deen deve tandere, de penn. 20! In Hilversum was de kostprijs van: Zay/ant of teelant per morgen 20 Rh. gl, ende pacht f Rh. GL
Bussum gaf op in 1512: Dat zy hem generen mit spinnen, spitten ende delven, ende de wagen te mennen. Seggen vooHs, dat zy niet en weten hoeveel lants dat zij hebben, al soet hooch sandich lant es, ende de beste mergen en es niet boven 2 f groten waerdich. Ende de poorters van Naerden bruyckens oock, ende en zoudent niet weten te verclaeren, a/soe zij mitten ouder de Schout van Naerden. De beste morgen land kostte in Bussum: maer f2 Rh. g/. Naarden en Huizen gaven geen kostprijs.
Over de stoestanden in de landbouw geven deze verklaringen geen duidelijk inzicht. Alleen
Blaricum en Hilversum deden opgave van de bouwlandafmetingen. Blaricum 300 schepels en Hilversum 120 morgen. Volgens Laren was een schepel lang 80 roeden en breed 2 roeden - 1 roede = 12,2 m2 . De oppervlakte land van Blaricum en Hilversum was totaal 180 morgen, is circa 180 ha. Deze toestand was in 1514 onveranderd, zodat de oppervlakte bouwland van Huizen, Laren, Bussum en Naarden 204 morgen geweest zal zijn, 204 morgen is ongeveer 1200 ha. Die van Laren hadden aan enkele burgers uit Naarden verkocht: campen lants en noch een camp.
(Wordt vervolgd).
Harmen Kos