Dit is het laatste nummer van de Ratel in 2005 en het jaar loopt op z'n eind. Als we terugblikken op het verenigingsjaar van de Historische Kring Huizen dan was het een actief jaar. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst met de werkgroepen op 23 november jl. bleek dat opnieuw.
Een treurig bericht was het overlijden van de heer G.J. Knoop op 16 oktober 2005, onze oudvoorzitter van 1986 tot 1991 en erelid. Ger Knoop was een aimabele man, die de vereniging in een moeilijke periode leidde en met wijsheid en tact naar buiten toe vertegenwoordigde. De Historische Kring Huizen is hem veel dank verschuldigd en we denken dan ook met vreugde terug aan ons jubileum op 2 oktober 2004 toen hij aanwezig was in de Boerderij en tot erelid werd benoemd. Moge hij rusten in vrede.
Van droefheid naar vreugde: wat was de Boerderij op vrijdagmiddag 28 oktober gezellig vol met alle mensen die gekomen waren voor de officiële presentatie van ons boekje 'Waarde Nicht, Lieve Meutjen' en de overhandiging van het eerste exemplaar aan de burgemeester, de heer H.J. Verdier. Een historisch moment in allerlei opzicht. Het was de afsluiting van ruim een jaar van hard (samen)werken aan teksten (brieven) in het Huizer dialect door een hechte werkgroep. Door hun inzet en verder natuurlijk dankzij de fondsen van de Rabobank Noord Gooiland, afd. Huizen, en dankzij de professionele ondersteuning van Drukkerij Bout en de Lokale Omroep Phohi, is het resultaat een boekje plus CD geworden waar de Historische Kring Huizen trots op kan zijn. Als u het nog niet in uw bezit hebt, moet u niet te lang wachten met het aan te schaffen (bijvoorbeeld via onze secretaris), want de verkoop verloopt zeer voorspoedig.
Verder heeft het bestuur een vergadering gehad met het bestuur van de Stichting Huizer Museum 't Schoutenhuis, waar gesproken is over de toekomst onder andere met betrekking tot de nieuwe locatie van het museum en de eventuele inbreng van de Historische Kring in dit geheel. Afgesproken is dat wij intensiever contact zullen onderhouden dan tot nog toe en dat gekeken zal worden waar we elkaar kunnen ondersteunen. Wij houden u op de hoogte.
Graag zeg ik tot ziens bij een van onze activiteiten. De data van de ledenavonden zijn (vaak met onderwerp) al vroeg bekend en worden dan meteen in de agenda in de Ratel (zie ook hieronder) opgenomen. Wilt u deze data van tevoren al even noteren? Soms is het namelijk niet te voorkômen dat de Ratel pas zeer kort voor een ledenavond (zoals in oktober jl. gebeurde) of zelfs erna bij u in de bus rolt (zal met dit nummer het geval zijn). Onze excuses hiervoor; wij proberen echter altijd in de week voor de avond in de regionale kranten ook nog een persbericht geplaatst te krijgen.
Met vriendelijke groeten namens het bestuur,
B.J. van Geenen, voorzitter


AGENDA
6 december 2005    20.00 uur    Lezing in 'De Boerderij', Hellingstraat 9
7 februari 2006    20.00 uur    Lezing 'De Hollandse Waterlinie' in 'De Boerderij';
16 mei 2006 20.00 uur Jaarvergadering Historische Kring Huizen, eveneens in 'De Boerderij'.

In deze Ratel treft u uiteraard nieuws van de Dialectwerkgroep aan naar aanleiding van de publicatie van het 'brievenboekje'. Dan is er het tweede deel van het verhaal van Harmen Kos over de Leeuwenpalen, de grenspalen tussen Gooi en Sticht, en besluit Andries Schaap zijn geschiedschrijving over de Textielfabriek Huizen. Met een ingezonden mededeling over een Molencursus van de Volksuniversiteit, de verslagen van de Klederdrachtgroep, en de puzzel is dit nummer weer vol. Veel leesplezier gewenst,
Wendy van Noppen
*BERICHTEN VAN.DE KLEDERDRACHTGROEP Woensdag 20 juli 2005 — Spakenburg
Zoals ieder jaar is de eerste Spakenburgse dag de 'dag van de klederdrachten' en ook dit jaar doen wij mee. Het weer is zo, zo (het regent licht) als we in Spakenburg aankomen, maar de rest van de dag blijft het droog en af en toe breekt de zon zelfs door. Na de optocht door de markt hebben we veel vrije tijd om zelf over de markt te gaan, want we presenteren pas om half vier. Een aantal van onze groep komen 's middags pas naar Spakenburg, omdat we morgen ook naar Schagen gaan en het anders twee lange dagen zijn. Na de presentaties begint het opeens te gieten van de regen, maar dan zitten wij droog in 'De Mandenmaker', waar we nog een drankje en een presentje aangeboden krijgen.
Donderdag 21 juli 2005 — Schagen
Het is zonnig en helder weer als wij 's morgens om 8 uur uit Huizen vertrekken, maar richting Amsterdam betrekt de lucht en in Schagen is het zwaar bewolkt. Als we ons opstellen voor de optocht miezert het en gaat het harder waaien. We hebben allemaal de isabee of zondagse muts opgezet in een bejaardenhuis, waar we verzamelden. En daar kunnen we niets laten liggen, dus .... Oh, help het gaat steeds harder regenen en waaien. Alle paraplu's klappen open! Er loopt nu door de markt een rij paraplu's onderbroken door paarden en wagens, toch een grappig gezicht. Maar het wordt niet meer droog, dus vluchten we na de optocht een restaurant in om de mutsen te drogen en natuurlijk koffie met appeltaart te gebruiken. Het is er ook warm. Met de presentatie is het even droog, maar het waait hard om de kerk waar we buiten presenteren, dus: plu tegen de wind houden en je muts met de handen ondersteun, moeilijk hoor! De tweede presentatie is in de kerk en daar is het behoorlijk druk, buiten niet hè! Daar hebben we ook meer tijd en dus kunnen we meer uitleggen en vertellen. Na een late lunch met soep, lekker warm, gaan we omstreeks drie uur weer naar Huizen.
3 en 4 augustus 2005 - Bennekom
Na twee jaar is de manifestatie 'Naar Buiten' verhuisd van Barneveld naar Bennekom, Kasteel Heukelom, waar we twee van de vier dagen met een kraam bij Boerengoed staan. Het weer is goed, wolkenvelden en zon, maar het dreigt ook. De eerste dag hoeven we niet te presenteren en kunnen we dus veel over het terrein scheumen. Er is een roofvogelshow, oude auto's, paarden, workshops met echte en zijden bloemen en takken, veel kledingkraampjes (wel mooie), de Landmacht, oude tractoren, een dorsmachine, enz. enz. We worden veel aangesproken over onze dracht en ook veel Huizers roepen naar ons. We verwijzen ze dan naar onze kraam, want we verkopen ook Huizer Speculaas en dat loopt best. Omstreeks half vier krijgen we een plensbui! In een mum van tijd staan er overal plassen en ontstaan er modderpoelen. Wij spannen een stuk zeildoek tussen de kraam en het hek en blijven redelijk droog. De tweede dag presenteren we om half een en om half zes. Beide keren wordt op het podium m'n zondagse

oorijzermuts opgezet. De toeschouwers vinden het prachtig. Deze dag is het veel beter weer, zelfs warm. En beide dagen krijgen we een uitstekend verzorgde lunchdoos en diner, want 'Naar Buiten' is van 10.00 tot 21.00 uur geopend. Om een uur of acht beginnen we de boel in te pakken en naar de auto's te brengen, later mag-ie het terrein op en rond tien uur rijden we Huizen weer binnen.
Henny Hannaart
MOLENS IN NEDERLAND (ingezonden mededeling van de Volksuniversiteit)
Tegenwoordig zie je ze meestal staan op een delftsblauw bordje, of ergens in een achtertuin. Vroeger was dat wel anders: toen stond Nederland er vol mee, want molens waren de machines waar de maatschappij op draaide. Het waren fabrieken waar van alles en nog wat werd geproduceerd: van olie en verf tot papier en houten planken, van leer en touw tot mosterd en cacao. Bovendien zorgden ze voor ons dagelijks brood - en hielden ze onze voeten droog.
In het programma van de Volksuniversiteit Huizen is een cursus opgenomen van twee avonden plus een excursie in Noord-Holland naar nog draaiende molens. Docent J. Veerman zal op de eerste avond behandelen welke molens er in de loop van de tijd zijn gebouwd en hoe ze werkten; tijdens de tweede avond wordt een aantal productieprocessen onder de loep genomen. Aan de molens die in het Gooi hebben gestaan wordt speciaal aandacht besteed en alle informatie wordt aangereikt aan de hand van tekeningen, foto's en leuke animaties.
Mocht u belangstelling hebben voor deze cursus, dan kunt u zich nog bij de Volksuniversiteit opgeven, Postbus 1270, 1270 BE Huizen of www.vu-huizen.nl (liefst voor 1 januari 2006). Inlichtingen kunt u verkrijgen bij mw. C. Brouwer, telefoon 035-5256151. Data: 20 april en 18 mei 2006 van 20.00 tot 22.00 uur in gebouw De Engel, César Francklaan, Huizen. Excursie: 1 1 juni 2006.
Kosten: Eur 25; materiaalkosten Eur 17 (o.a. voor de excursie).
4VAN DE DIALECTWERKGROEP
De presentatie van het boekje op 28 oktober was een groot succes. Er waren 150 genodigden aanwezig in de Boerderij. Er werden enkele toespraakjes gehouden. Hieronder vindt u het grootste gedeelte van de tekst die door mij uitgesproken is. In een volgende Ratel zullen we publiceren wat door dr. Jan Berns van het Meertens Instituut gezegd is. Hieronder vindt u een foto van het overhandigen van het boekje door Aartje Kruijning en Janny Rebel aan burgemeester Verdier (en aan Wethouder Kos, maar die staat niet op de foto). Burgemeester Verdier liet zijn voorbereide tekst voor wat het was en reageerde spontaan met Huizer woorden en uitdrukkingen in zijn verhaal. Ook werd een mix van de cd beluisterd. Die kunt u dus horen als u het boekje aangeschaft heeft. Daarna werden boekjes verkocht en uitgereikt. Er zijn meer boekjes gedrukt dan er cd's besteld waren, maar de verkoop loopt zo goed dat er cd's nabesteld worden. Graag horen we van u reacties, die dan in de Ratel samengevat kunnen worden.
Ineke van Herwerden
GEACHTE TOEHOORDERS
lk ben een buitenmins en toen ik in 1970 in Huizen kwam wonen, wilde ik het dorp en zijn inwoners leren kennen. Mijn man, toen al gemeenteambtenaar, en ik besloten de raadsvergaderingen te gaan bijwonen. Op een donderdagavond begin 1972 kwam mw. Kooyman-van Rossum naar mij toe. Zij was van 1970-1973 wethouder, met onder andere cultuur in haar portefeuille. Zij zei: "Er moeten woorden op kaartjes gezet worden in Huizer dialect. lk begreep 7000, dat lijkt me wat veel, ik denk dat het er 700 zijn. Kan jij dat niet doen?" Zij moet op dat moment gedacht hebben: als je elke maand op de publieke tribune kan zitten, heb je ook wel tijd om 700 woorden op kaartjes te schrijven. lk wilde dat wel doen, zei ik, niet wetend dat ik qrest van mijn leven druk bezig zou blijven voor het Huizer dialect.
Mw. Kooyman deed mij dit verzoek omdat haar voorgangster mw. Francken, raadslid in de gemeente Huizen voor de VVD van 1962 tot 1 966, in dialect geïnteresseerd was. Mw. Francken was neerlandica en werkzaam geweest bij de afdeling dialectologie van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen in Amsterdam, het huidige Meertens Instituut. Zij had een soort assistent nodig en ik werd haar secretaresse, zonder enig verstand van dialect overigens. Maar ook mw. Francken was een buitenmins. Ze was wel dialectdeskundige en werd voorzitter, maar er waren natuurlijk autochtone Huizers nodig die het dialect spraken. Deze werden ook door mw. Kooyman gezocht, gevonden en gevraagd. Het plan in 1972 was om "een woordenlijst samen te stellen van echt Huizer woorden". Dit zou dan alfabetisch moeten, met uitspraak en betekenis, op een kaartsysteem.
Na diverse voorbereidende besprekingen en brieven, kwam in september 1972 de Huizer Dialect Werkgroep voor het eerst bijeen. De samenstelling wisselde in het begin enkele malen. Echter Henk Rebel, onze Haindruk van 't Noorderainde, was er vanaf het begin een actief lid van. Hij had zelf al veel in dialect gepubliceerd, onder andere in de Balascoop, het personeelsblad van Balamundi Nederland. Gerrit Jongerden, Gerrit van Jan van Goësen van Geb, kwam enkele maanden later, in februari 1973, de groep versterken. Er moesten dus woorden en zinnen in het Huizers op kaartjes gezet worden. Dit klinkt eenvoudiger dan het was. Alle woordsoorten moesten apart: lidwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, werkwoordsvervoegingen, uitroepen, enzovoort. En een zin moest zo veel mogelijk verschillende woordsoorten inhouden. Een van de eerste zinnen die vertaald moesten worden in het Huizers vond ik terug in het archief. lk lees hem u voor: "Nou, toen ze dan eindelijk gingen emigreren, vonden ze voor hun twee honden en de kat direct een goed tehuis, maar voor de lastige aap slaagden ze niet." lk kan u niet vertellen wat de vertaling hiervan in het dialect werd.
Maar het bleef niet bij woorden en zinnen. Tal van onderwerpen werden beschreven, eerst in het Nederlands, en daarna omgezet naar het Huizers. Zo vertaalden de dialectleden een hoofdstuk over de botter uit een visserijboek. lk moest het tikwerk verzorgen, op een oude tikmachine op mijn werk in Amsterdam, na werktijd uiteraard. lk herinner mij de avonden dat ik daar bij het Paedologisch Instituut Huizer dialectstencils stond te draaien. Bij het tikken van zo'n botterverhaal bleek echter dat de zes heren dezelfde woorden op veel verschillende manieren schreven. Dat gaf aanleiding tot misverstanden. Daarom werd een schrijfwijze afgesproken en deze kwam tot stand in samenwerking met het Meertens Instituut, waar mw. Francken toegang had en gebruik mocht maken van allerlei faciliteiten. Mw. Jo Daan, bekend in dialectkringen, was op dat moment daar hoofd. De enige voorwaarde die zij stelde, was dat bij een publicatie de naam van het Instituut vermeld zou worden. Naast het schriftelijk vastleggen werd ook audiomateriaal verzameld, zodat klank en spelling te vergelijken zouden zijn. De bandopnames van alles wat in Huizen opgenomen is worden nog steeds bewaard op het Meertens Instituut.
Mw. Kooyman had in het begin ook nog geregeld dat wij jarenlang elk jaar 300 gulden subsidie van de gemeente ontvingen. Hiervan werden de stencils en het papier betaald, de kaartjes en postzegels, maar vooral ook de koffie met de mannetjies. Benadrukt was dat de werkgroep onbezoldigde arbeid verrichtte. Maar koffie met een mannetje verdienden wij wel. Die kregen we meestal tijdens de maandelijkse bijeenkomsten van de werkgroep die steeds bij wisselende leden thuis gehouden werden. (Voor de buitenluiers: een mannetje is Huizer speculaas.) De afspraak met de gemeente was dat de 700 woorden op kaartjes dan naar het gemeentearchief zouden gaan. Of dat gebeurd is, betwijfel ik. Het is ook niet bij 700 woorden gebleven.
Zo ontstonden de boekjes 'Huizen hoo 't vroger was' en 'Huizen zoë as het nooit meer wurdt'; het laatste met een grammofoonplaatje erbij. Vanuit de Dialect Werkgroep is ook het klederdrachtboekje over Huizen ontstaan, omdat de heren vonden dat alleen een vrouw daarover kon schrijven, dus dat moest ik dan maar doen. Daar zal ik nu niet verder op ingaan. Maar de conclusie van dit deel van mijn verhaal is dat zonder mw. Kooyman de werkgroep niet ontstaan was en zonder mw. Francken er niet zulk professioneel werk afgeleverd zou zijn. Tot mijn vreugde is mw. Kooyman hier aanwezig. Uiteraard mag en kan ik hierbij de dialectsprekers niet onvermeld laten. Haindruk en Gerrit en alle anderen die in de werkgroep zaten of op de achtergrond een bijdrage leverden om dit prachtige stukje cultuur voor het nageslacht te bewaren.
We gaan naar de jaren tachtig, de reden waarom wij nu bij elkaar zijn. Aartje Kruijning schrijft in 1983 in het Berichtenblad van de Historische Kring Huizen een brief in dialect aan een denkbeeldige Nicht die naar Ermelo vertrokken is om daar als huishoudster te gaan werken. Dit was een niet ongebruikelijke situatie in die tijd: de brief was namelijk gedateerd januari 1923. Janny Rebel vond deze brief in het blad van de Historische Kring zo leuk, kon toevallig die nacht slecht inslapen, stapte haar bed uit, en schreef een antwoord. Tot haar verbazing kreeg Aartje dus een brief terug van haar zogenaamde nicht. Hieruit ontstond een briefwisseling 'Waarde Nicht, Lieve Meutjen' die van 1983 tot 1992 verscheen in het Berichtenblad. De redacteur die dat in die tijd tikte was Wendy van Noppen, die nu nog steeds eindredacteur is van het Berichtenblad.
De brieven waren echter geschreven in een door de auteurs zelf bedachte spelling. De Historische Kring was namelijk jaren later ontstaan dan de Huizer Dialect Werkgroep en in die tijd was er nog nauwelijks contact. In 2001 werd de, op dat moment enigszins slapende, Dialect Werkgroep opgenomen in de Historische Kring. Een logische stap, want dialect valt onder historie en dat is bij de meeste Historische Kringen ook zo geregeld. Van de Dialect Werkgroep waren alleen de heren Rebel en Jongerden nog actief lid, dus de groep werd uitgebreid, onder andere met Aartje Kruijning. Er werden plannen gemaakt voor nieuwe activiteiten. We begonnen met stukjes over het dialect te schrijven in de Ratel, de nieuwe naam voor het Berichtenblad, en al gauw ontstonden de plannen om de briefwisseling tussen Aartje en Janny te gaan bundelen tot een publicatie. Dat was in 1992 al wel eens bedacht maar het was er nog nooit van gekomen.
Voor de Dialect Werkgroep was het een vanzelfsprekende zaak dat de schrijfwijze dan de wetenschappelijk vastgelegde zou zijn zodat het zou overeenkomen met de andere dialectpublicaties. Er werd een projectgroep geformeerd met de auteurs, Gerrit Jongerden en Wendy van Noppen, en ik mocht dit coôrdineren. Het werk is een heel proces geweest van ruim een jaar. Het begon met het omzetten van de oorspronkelijke brieven in de wetenschappelijke spelling door Gerrit Jongerden, die daarbij Haindruk en nog enkele dialectsprekers benaderde bij vragen of onduidelijkheden. Vervolgens werd alles in de computer gezet door Wendy van Noppen. Dit klinkt eenvoudiger dan het is, want dialect tikken met allerlei soorten accentjes om klanken aan te geven is niet zo gemakkelijk. En de spellingcontrole werkt niet bij dialect.
Daarna zijn alle brieven in de hele projectgroep besproken. Inmiddels was er contact gezocht met dr. Jan Berns van het Meertens Instituut, die ook al bij de vorige publicaties betrokken was als hoofd van de afdeling dialectologie (opvolger van mw. Daan). Zo kregen wij wetenschappelijke begeleiding en adviezen van de heer Berns. Andere meelezers van de teksten werden de heer dr. Joep Kruijsen van de Radboud Universiteit Nijmegen en dr. Harrie Scholtmeijer van de Stichting Grensoverschrijdende Streektalen uit Kampen. Ook het Nederlands Centrum voor Volkscultuur uit Utrecht en de Stichting Nederlandse Dialecten vonden het een interessant project.
Om het dialect goed te kunnen volgen ontstond het idee om er een cd bij te maken. De lokale omroep radio Phohi bleek hiervoor mogelijkheden te bieden. Het werd een geweldige samenwerking met Jos Moll, vanwege zijn eigen jubileum bij SBS helaas nu niet aanwezig. Er werd een opname gemaakt in De Baat van twee brieven die werden voorgelezen, en oud materiaal van het Meertens Instituut, eerder verschenen op een klein vinyl plaatje bij het tweede dialectboekje, werd hieraan toegevoegd. De teksten hiervan zijn als bijlage in 'Waarde Nicht, Lieve Meutjen' opgenomen. Jos Moll zorgde voor de techniek, het persen en drukken van de cd's. Bij Drukkerij Bout vonden wij in Herman Bout een geweldige meedenker voor de lay-out. Het uiterlijk van het boekje en de cd zijn op elkaar afgestemd. En dit hele project zou echter niet mogelijk zijn geweest zonder de steun van het Coôperatieve Fonds van de Rabobank, Noord Gooiland afdeling Huizen die de financiële middelen hiervoor verstrekte.
Het boekje is in vele opzichten bijzonder. Het is taalkundig bijzonder omdat het in dialect geschreven is door auteurs die nog in dialect zijn groot gebracht. Het boekje is historisch bijzonder omdat het vol met historisch juiste informatie staat. Het boekje is literair bijzonder omdat het door twee auteurs geschreven is zonder schrijfplan. Het is in illustratief opzicht bijzonder omdat het verlevendigd is met tal van foto's en oude ansichten die veelal nog niet eerder gepubliceerd zijn. Het is bijzonder omdat er een cd aan toegevoegd is waarop de uitspraak van het dialect te horen is. Tot slot is het bijzonder omdat het Huizer dialect zo'n speciale plaats inneemt binnen de Nederlandse dialecten. Om hier meer over te horen moet u bij een deskundige zijn en ik geef daarom graag het woord aan dr. Berns*. lk dank u voor uw aandacht.
Ineke van Herwerden (telefoon: 035 — 5252851)
* Zie het volgende nummer van de Ratel.


OPOE GRENS VAN NOORD-HOLLAND EN UTRECHT (vervolg) PALEN 
Harmen Kos
De Leeuwenpa/enreeks van paal naar paal.
Wij beginnen nu een tocht langs de 23 Leeuwenpalen, waarbij de tekst uit het Accoord van 1719 onze gids is. Bij de hoekpalen - de ongenummerde Leeuwenpaal, de hoekpaal nr. 16 en de vier inschinckelingen, is de tekst uit het Accoord van 1719 vermeld. We beginnen bij de Leeuwenpaal in de Byvacnk langs de Randweg, beschermd door vier houten paaltjes.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 1
Dat van nu voortaan als van ouds de Limietscheydinge tusschen den Lande van Utrecht en Goyland, syn begin sa/ nemen uyt de Zuyder Zee, lopende benoorden Truykerland westwaart aen, tot op den noordwesthoeck van Eemnes Buytendyks, daer de Leeuwenpaal pleegh te staen, en alwaar weder dierge/yken paal sa/ worden gestelt.
Hier stond tot 1963 de oude paal uit 1 71 9, maar deze werd tijdelijk verwijderd voor graafwerk aan de Goyergracht en in 1965 weer herplaatst. In 1977 moest de paal voor de uitvoering van wegenaanleg opnieuw verwijderd, waarbij de oude paal in stukken uit elkaar viel. De paal is toen vervangen door een nieuwe, die door latere ophoging van het terrein een meter minder bovengronds is. De nieuwe paal is echter niet volgens het ontwerp Odé, de provinciewapens zijn verminkt.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt: 2
Dat van Leeuwepaa/ zuydwaarts aen de scheydinghlinie recht sa/ lopen, tot aen de so genaemde zuydwind van Eemnes Buytendyks, en dat al daer de inschincke/ing sa/ b/yven, soo die nu is, nament/yck een en twintigh roeden westwaards op, daar de Grift, ofte scheyts/oot tusschen Eemnes en Goy/and tot gemeene kosten is overbrugt.
De Randweg oversteken en het pad volgen tussen de struiken door, we bereiken dan na enkele honderden meters de Goyergracht-Noord. We nemen dit hobbelige landweggetje langs de Goyergracht die aan het einde wel een stuk beter is. Aan het eind de Zuydwind, dit is nu de Eemnesserweg. Bij de rotonde staan de Palen nr. 1 en 2. De paal nr. 1 is de originele herstelde paal uit 1719. Paal nr. 2 is een in 1940 vernieuwde Odé-model. De oude paal is in bruikleen gegeven aan het Goois Museum te Hilversum. De palen staan dicht bij elkaar omdat de grens hier een inschinckeling vertoont, een dubbele knik van enkele tientallen meters, waarvan iedere hoek door een paal is gemarkeerd.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt: 3
Dat van daar de voorschreven scheydinge voort zuydwaarts aen sa/ lopen linie recht op St. Martens toorn te Utrecht, so verre het District van Eemnes binnendyks streckt.
We gaan verder langs de bebouwing van de Goyergracht en aan het eind waar de weg rechtsaf buigt, links aanhoudend, de Goyergracht-Zuid op, die weer uit komt op een bredere asfaltweg, aan de rechter kant v6Ôr huisnummer 11, staat Paal nr. 3. De oude paal uit 1719 is in 1925 vervangen door een Odé-model. We gaan verder in de richting van moteLDe Witte Bergen, vÔÔr het viaduct over de A1 , staat links in het talud van de autoweg, tegenover het motel Paal nr. 4. De oude paal uit 1719 is in 1923 vernieuwd, maar in 1968, bij aanleg van de A1 opnieuw vervangen door een Odé-model. Dan het viaduct over, en meteen linksaf naar de ingang van het parkeerterrein bij het motel, rechts de Goyergracht-Zuid vervolgen. Hierlangs staat bij een bocht naar links aan de rechterkant Paal nr. 5. De oude paal uit 1952 werd aangereden door een militair voertuig en vervangen door een Odé-model. De GoyergrachtZuid vervolgen - met links het talud van de A27. Bij ANWB-paddestoel 20002 gaan we even rechtsaf en zien dan rechts in het grasveld voor een woonhuis, Paal nr. 6 staan. Een in 1923 vernieuwde paal Odé-model, de oude paal is in bruikleen gegeven aan Museum Flehite te Amersfoort, staat daar op het voorplein.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 4
Dat de voorsz. Limietscheydinge op 't Zuyden van Eemnes binnendycks za/ inschincke/en oostwaarts, tot op twintigh roeden na aen de groep, bewesten de landen van Baren (Baarn).
Ook Paal nr. 7 stond hier dichtbij, omdat de palen nr. 6 en 7 weer een inschinckeling markeerden. Maar paal nr. 7, staat nu ongeveer tegenover paal nr. 6, aan de overkant van de A27. Wanneer we de Paal nr. 7 willen zien, kan dit alleen met de auto. Omdat er in 2004 een geluidsscherm is geplaatst, is de paal nu alleen te zien vanaf de A27 rijdend vanuit de richting Utrecht. In de berm vÔÔr het scherm, staat de bij de aanleg van de A27 vernieuwde paal, met de provinciewapens 180 0 gedraaid.
De tekstuitJ)et Accoord van 1719: punt 5
Dat van daar de voorsz. Scheydinge voorts za/ lopen parallel, langhs de landen van Baren twintigh roeden voor by den hoek van de wilde Barense veenen, ofte het gescheyd tusschen Baren en de Vuyrsch, op de hoek van Roeters wal, en aldaar een inschincke/ingh gemaakt van twintig roeden oostwaarts.
We vervolgen de Goyergracht-Zuid circa 500 m en steken de Zandheuvelweg over, linksaf onder het viaduct van de A 27 door. Na circa 100 m rechtsaf de Albert Schweitzerweg in. Tot de ingang van de Volkshogeschool Drakenburg, hier tegenover staat Paal nr. 8, een in 1923 vernieuwde paal. Aan de linkerkant ligt de Roeterswal, genoemd naar de bewoners van het niet meer bestaande kasteel Drakenburg.
Verderop passeren we de spoorlijn Hilversum-Amersfoort en langs het fietspad staat rechts de oude Paal nr. 9, die na breuk weer is hersteld. We volgen het fietspad tot de weg Hilversum-Baarn, steken deze over. Hierna rechtsaf langs het fietspad richting Hilversum staat na circa 30 meter Paal nr. 10, ook weer een herstelde paal. We zijn weer bij een inschinckeling want Paal nr. 1 1 , staat hier vlak bij! Wanneer we het fietspad volgen richting Baarn zien we de paal vôôr het hotel Groot Kivietsdal, het is een gerepareerde paal. De provinciewapens staan 180 0 gedraaid.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 6
Dat van daar de Limietscheydinge weder sa/ lopen zuydwaarts aen in een rechte linie, corresponderende van de voorsz. Hoeck van de wilde Barense veenen, tot op den zuydoosten hoeck van de hoogte daar we/ eer 't Goyer bosch pleeg te syn, tot, ende ter plaatse daar jegenwoordig drie groote keese/steenen in triangel leggen, recht over de scheys/oot tusschen de Hofsteden behorende een Duytsenhuyse, ende aen den Convente van Oudwyck respective, en gelegen in St. Martensdyck onder den Gerechte van Oostveen, tusschen we/cke 3 stenen steenen mede een scheytspaa/ sa/ worden geste/t.
We nemen vervolgens rechts het fietspad tussen de golfvelden door. Links langs het fietspad bij ANWB paddestoel 20039 staat de oude Paal nr. 12. Verdergaand op het fietspad richting Lage Vuursche, de nieuwe Palen nr. 13 en 14, die rechts van het pad staan! Ook de oude Paal nr. 15 staat langs dit fietspad. Bij paddestoel 20014 nemen we het fietspad richting Hollandse Rading en gaan steeds rechtdoor, en al snel bereiken we de Vuurse Dreef een goed berijdbare asfaltweg met fietsstroken. Precies op een hoek staat Paal nr. 16, een oud model. De laatste paal van de op de Utrechtse Dom gerichte reeks, tevens hoekpaal.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 7
Dat van de voorsz. Paal ofte drie steenen, de scheydinge linie recht sa/ worden getrocken westwaarts aen, op seekeren anderen en grooten keesse/steen, leggende op de zuydsyde van het gewesene Goyer bosch, in plaatse van seekere uytersten boom, die oudtyds aldaar gestaan hebbende, geweest is een teecken van de Limietscheydinge aen die zyde.
De drie groote kesselsteenen in triangel zijn verdwenen. We gaan de Vuurse Dreef op en zien al spoedig rechts van de weg, Paal nr. 17 staan, een vernieuwde paal Odé-model.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 8
Dat voorts de scheydinge van den voorsz. Grooten Steen linie recht sa/ lopen zuydwaarts aen, tot tegen over 't noordeynde van de Tolackersteegh, alwaar aen de westzyde van de gemeene wegh insge/ycks een scheytspaa/ sa/ worden geste/t.
De grote steen is ook hier verdwenen en het Goyersbos is al eeuwen eerder gekapt. Hier hebben de Heren Gecommiteerden een fout gemaakt, zuydwaarts moet westwaarts zijn! We gaan dus westwaarts en vervolgens passeren we de overweg bij station Hollandse Rading en steken even verder bij de verkeerslichten de Utrechtseweg over. Het laatste stuk van de route gaat over de Graaf Floris V weg, de vernieuwde Paal nr. 18 staat aan het begin bij de Utrechtseweg.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 9
Dat van daar de geme/te scheydinge door de grond van de soogenaemde Schans sa/ voort lopen, westwaarts aen tot in de groep, die aldaar tegenwoordigh gevonden word.
Nu goed opletten want Paal nr. 19 staat verscholen achter wat struikgewas, rechts bij een ingang van het landgoed Einde-Gooi, precies tegenover een zijweg naar links. De Paal nr. 20 staat verderop rechts van de weg in een greppel, tegenover de Arabianhoeve.
De tekst uit het Accoord van 1719: punt 10
Dat de voorsz. Groep verder westwaarts aanloopende, sa/ syn en b/yven de Limietscheydinge met een k/eyne inschincke/ing zuydwaarts tot in de Weer en van daar verder westwaarts tot in de Vecht. "
Bij de boerderij Vrede 't Best tenslotte staan de Palen nr. 21 en 22, die weer een inschinckeling vormen, en dus dicht bij elkaar. Omdat hier weinig bomen en andere obstakels zijn, kunnen we de beide palen gelijktijdig zien. De palen van 1719 zijn in de Tweede Wereldoorlog door een Duits vliegtuig beschadigd en in 1953 vervangen door twee palen Odé-model.
Hier eindigt de tocht langs de Leeuwenpalen. In het volgende nummer van de Ratel zal een korte fietsroute worden gepubliceerd.
Bronnen en Literatuur.
- Archief Stad en Lande van Gooiland, ondergebracht in het Streekarchief te Naarden.
- Dr. W.A.Boekelman, 'De Leeuwenpalen in het Gooi', 1985. Publicatie met zeer beperkte oplage.
 Jeroen Goudeau, 'Stenen Wachters', Monumenten, jaargang 1 1-1990 nr. 10 pag. 28-2930.
 Eugene Staffhorst, 'Grenspalen', De Gooi-en Eemlander 29-3-1986, PL+US Bijlage pagina 19.
- Anton Boender, 'Grenspalen op de Monumentenlijst'. De Gooi- en Eemlander 23-9-1989.
- Eddie de Paepe, 'Paal en Perk aan Gooi en Sticht', De Gooi- en Eemlander, Kerstbijlage 1989.
- Het onderhoud van de palen berust bij de Dienst Wegen, Verkeer en Vervoer van de Provincie Noord-Holland.
- Jaap Groeneveld, Tussen Vecht en Eem, december 2004.
IS%VANUDE BA/' TEXTIELFABRIEK HUIZEN, Havenstraat 73-75
(deel 3 en slot; het eerste deel van dit verhaal verscheen in de Ratel van mei 2005, het tweede deel in de Ratel van oktober 2005).
Andries Schaap
De laatste periode
In de zeventiger jaren werd de Kapokfabriek Fermin aan de Havenstraat door de Textielfabriek opgekocht. Dit was oorspronkelijk een visrokerij en daarachter stond een goede, voor opslag bestemde, loods. Het terrein werd geheel betegeld. In mei 1983 werd de oude visrokerij gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw dat aansloot op de genoemde loods. Momenteel is dit complex in gebruik door Coronel Kartracing. Het gebouw rechts hiervan, de oorspronkelijke Biteerfabriek, kwam begin tachtiger jaren ook in handen van de Textielfabriek. Later is daar nog een nieuwe loods bij gezet, zo rond 1985. Nu is het gebouw in gebruik van een aannemer en aan de achterkant van een tegelhandel. In 1985 werd nog een magazijn gebouwd aan de IJsselmeerstraat, en wel op het stuk grond dat jarenlang braak lag achter de Aardewerkfabriek De Driehoek. De hiervan afgeleide naam voor dit nieuwe pand werd: 'Rechthoek'!

In september 1989 werd het personeel ervan op de hoogte gesteld, dat de drie aandeelhouders binnenkort hun zakelijke belangen zouden overdoen aan de heer Klaas Dijkstra in Hilversum. Enige tijd later was dit een feit en kort daarop werd een nieuwe commerciële directeur aan de staf toegevoegd. In het voorjaar van 1990 verliet de heer Luykx de onderneming. De eerste tijd, die ik zelf nog heb meegemaakt, bleef alles ongeveer bij het oude, daarna slopen er langzamerhand wat veranderingen in de bedrijfsvoering. In 1992 heb ik zelf de zaak verlaten, na een bijna 50-jarig dienstverband waarin ik heel veel heb meegemaakt, verlaten. In mijn afscheidsspeech heb ik de directie heel veel sterkte toegewenst; ik was er namelijk niet van overtuigd dat het in de toekomst goed zou gaan met het bedrijf. Helaas werd dit ongeveer een jaar later gedeeltelijk bewaarheid en kregen verschillende medewerkers hun ontslag. Even later werd de Textielfabriek Huizen failliet verklaard en moesten er nog meer mensen uit.
Op kleinere schaal werd er doorgewerkt totdat wat er over was op een zeker moment werd verkocht aan een derde, echter uitgezonderd het vastgoed. In de zomer van 2003 werden alle machines en goederen overgebracht naar Nieuwleusen in Overijssel.


Magazijn de Baat, bijna voor de helft gesloopt. In het midden het ketelhuis (incl. PENhuis) welke het laatst gesloopt is in verband nut de stroom die er op stond. 30 oktober 2003.

Rechthoek, bouwjaar 1985. Tweede convartiment, balenopslag.

Sloop oude kantoor. Het is curieus dat van alle ruimtes die het totale complex had, de vverkkamer (rechtsboven) van de oprichter/eigenaar, de heer Th.A.H. Alofs (1895-1950) het langst intact gebleven is en zich in dat deel bevond dat als laatste gesloopt werd.

Rechthoek, bouwjaar 1985. De vvestzijde aan de IJsselmeerstraat.

In oktober 2003 werd begonnen met de sloop van de gebouwen aan de Havenstraat/Bestevaer en eind december was alles weg. Het magazijn de 'Rechthoek', bouwjaar 1985 van ca. 6000 rn2, is in zijn geheel gedemonteerd en volgens informatie overgebracht naar Oudleusen (O). Dit was ook het geval met de douaneloods aan de Havenstraat. Eind april 2004 werd het geheel, bij beslissing van de rechtbank te Amsterdam, failliet verklaard. Een roemloos einde van een eens zo prachtig bedrijf. Het terrein (erfpacht) ging over in handen van de Gemeente, die het op zijn beurt voor een deel verkocht aan een aannemer. De totale oppervlakte was naar mijn beste weten ca. 40.000 m2 ; excl. de gebouwen aan de Havenstraat van de vroegere fabriek van Fermin (nu Coronel) en de Biteer (nu Drent en een tegelhandel) had de Textielfabriek naar mijn schatting 60 tot 65% van het totale industrieterrein aan de Havenstraat in haar bezit.
Nawoord september 2005
Het bovenstaande geeft enig inzicht in wat voor bedrijf de Textielfabriek was. Vooral vanaf 1945/195() kwam de groei er flink in. Steeds meer nieuwe producten kwamen er op de markt voor vele toepassingen, zowel op vezel- als op garengebied, weefsels, vilt, etc. Wereldwijd had het bedrijf een goede naam en in Europa was het de grootste in haar soort. Wat een klant wilde, hoe speciaal ook, kon in de meeste gevallen wel gemaakt/geleverd worden. Op een gegeven moment stonden er 408 mensen op de personeelslijst, vrijwel allemaal fulltimers. De meesten werkzaam in Huizen en de anderen in de eigen magazijnen en bedrijven elders in Nederland. Dit exclusief het aantal dat werkzaam was in de eigen kantoren/bedrijVen in de U.S.A. en Antwerpen/Weelde (België). Na Philips (Lucent) en Balatum (BN) was het tientallen jaren lang de derde grootste werkgever van Huizen. Ooit is uitgerekend dat er buiten het bedrijf in loonbedrijven elders, zoals bij voorbeeld wolwasserijen, ververijen, twijnerijen, textieldrukkerijen, textureerders, garnetteerders, sociale werkplaatsen in Helmond en Nijmegen, expediteurs, enz. er zo'n 400 tot 600 man constant voor de Textielfabriek Huizen jarenlang bezig waren. Al met al was het bedrijf een grote werkverschaffer.
Zoals met alles het geval is, komt er een einde aan. Het in omvang sterk gekrompen bedrijf verdween in 2003 naar Oudleusen (O) en ik denk dat er daar weinig of niets meer van over gebleven is. Met de sloop van de gebouwen in Huizen is men begonnen begin oktober 2003 en met het opladen van wat struikgewas op vrijdag 19 december 2003 was alles verdwenen.
Inmiddels was op de zuid-oosthoek van het terrein aan de Havenstraat het aannemers/makelaarsbord geplaatst, met afbeeldingen van de op dit terrein te bouwen woningen en appartementen. Recent stond in een krantenbericht dat voor deze nieuwbouw de straatnamen al vastgesteld zijn. Er komt een IJsbaankade en verder namen uit het visserijverleden. Toen dacht ik, waarom niet eens gedacht aan het bedrijf dat op dit terrein 64 jaar lang gestaan had, dat al die tijd trouw de erfpacht betaalde en aan duizenden mensen werk verschafte? Een naam als: Wol- of Vezel- of Garenkade (eventueel —straat of -laan) had toch niet misstaan? Dit zou nog een bepaalde herinnering geweest zijn aan wat daar eens stond. Volgens het dagblad De Gooi- en Eemlander van 20 maart 2003 levert het havenplan de gemeente Huizen een bedrag op van 1.200.000 euro, toch een leuk binnenkomertje, nietwaar?
lk heb getracht naar beste weten en kunnen het verhaal van de Textielfabriek Huizen zo goed mogelijk weer te geven. Het heeft me verbaasd hoe onder het schrijven van dit verhaal zoveel zaken en voorvallen me zo scherp voor de geest kwamen, vele zelfs tot in details toe. Uiteraard heb ik er bijna een halve eeuw gewerkt en veel van dichtbij meegemaakt, maar dat er zaken naar boven kwamen drijven waaraan je zelf tientallen jaren niet hebt gedacht, had ik niet voor mogelijk gehouden. Anderzijds ben ik realistisch genoeg om te weten dat van alles wat eens was er foto's of een herinnering overblijft, tot ook die er niet meer zijn. Daarom is het goed dat verenigingen als onze Historische Kring er zijn, die dit verzamelen, zodat ook de anderen na ons weten wat er in het verleden was of plaatsgevonden heeft.
Aan allen die dit nu of later onder ogen krijgen, de hartelijke groeten van de opsteller hiervan, die in zijn jonge jaren op zijn vroegere werkplek — eerste verdieping oude kantoor aan de Havenstraat 73 in Huizen — aan de Oude Haven behalve daar aan het werk te zijn bij tijd en wijle een schitterend panorama zag van de havenbedrijvigheid, botters en zeilers op het IJsselmeer, groene weiden met koeien en paarden, en aan de horizon de kerktorens van Bunschoten en verderop die van Nijkerk.
Andries Schaap    Huizen, september 2005