De Ratel Mei 1985

15e jaargang nr. 4, december 1994 Aan de leden, Op 9 november was in de Boerderij een programma samengesteld ter viering van het 15-jarig bestaan van de Historische Kring Huizen! Begonnen werd met een drie kwartier durende show van de eigen Klederdrachtgroep. Fantastisch om te zien hoe veelzijdig de getoonde dracht was en vooral hoeveel kleuriger dan men gewoonlijk denkt. De laatste tientallen jaren ziet men de meeste dames die de Huizer klederdracht nog dagelijks dragen met de dracht "in de rouw" en dan is het gemakkelijk te vergeten hoe kleurig de gewone dracht vroeger was. De show werd begeleid door uitleg én voorzien van een praatje in Huizer dialect. Daarna werd een 7 minuten durende zwart/wit film vertoond uit het Gemeente-archief, die een amateur in 1946 maakte over de Gooische Stoomtram. Fascinerend om de tram weer te zien rijden en b.v. te zien aankomen op het station Naarden-Bussum. In de pauze was er voor alle aanwezigen een Huizer Mannetje van speculaas. Daarna ging het programma verder met de Gooische Stoomtram, nu door middel van dia's van plaatjes vanaf 1882 tot heden! De lijn Amsterdam-Laren, de lijn Laren-l-lilversum, de lijn Laren-Huizen en de lijn BussumHuizen kwamen allemaal aan de beurt. Op blz. 3 vindt u een plattegrond van het 'station Huizen' aan de Naarderstraat, met de huidige zijstraten aangegeven. Verder werd ingegaan op de plaatsen waar het materieel reed na de opheffing van de Gooise lijnen, b.v. in Leek (Groningen), Leiden en Den Haag (de blauwe tram). Sommige rijtuigen eindigden als noodwoningen b.v. in het "tramdorp" in Hilversum. Heden ten dage rijden gelukkig ook nog enkele gerestaureerde rijtuigen en een locomotief op de museumspoorlijn tussen Hoorn en Medemblik. Dit onderdeel van het programma werd gepresenteerd door ons lid, en één van de restaurateurs van het salonrijtuig in Geldermalsen, de heer H. van der Hulst. Als toegift werden nog dia's vertoond van het opblazen en omtrekken van de Phohi-zendmasten in 1958. Kortom, mede door de grote belangstelling een geslaagde viering van ons derde lustrum. We zijn verheugd u hierbij de volgende ledenavond te kunnen aankondigen: op dinsdag 17 januari 1995 komt mevrouw A. Nieuwenburg-Bron een lezing houden over Hoorn en been door de eeuwen heen. Daarnaast zal zij een tentoonstelling inrichten van diverse voorwerpen van been. Over de hele wereld en in alle tijden heeft de mens na consumptie van het vlees inventief gebruik gemaakt van hetgeen er nog van dieren overbleef. Op deze avond is er alleen sprake van het verbruik van hoorn en been in Nederland. Voorwerpen van hoorn zijn zelden in opgravingen gevonden, omdat de invloed van de bodem op dit materiaal (dat uit laagjes bestaat) funest is. Van been, een vast materiaal, worden er talloze voorwerpen, ook van duizenden jaren geleden, aangetroffen. Ook nu nog wordt been gebruikt. Plaats: De Boerderij, Hellingstraat 9. Aanvang 20.00 uur; leden hebben gratis toegang, niet-leden betalen fl. 5,-. Rest ons nog u een goed 1995 te wensen. Het Bestuur Bestuur Historische Kring Huizen voorzitter: vacature waarnemend voorzitter: Mw. A. Kruijning-Teeuwissen Driftweg 151, 1272 AC Huizen, tel. 54776 vice-voorzitter: waarnemend secretaris/ Ing. W.H.H. Groothoff Gooierserf 204, 1276 KZ. Huizen, tel. 51540 penningmeester: Drs. C. Kruijmer Botterstraat Ia, 1271 XL Huizen, tel 51713 bestuurslid: Mw. T. Kruijmer-Vos Botterstraat la, 1271 XL Huizen, tel. 51713 archivaris: M.P. Rooth Punter 13, 1276 CX Huizen, tel. 64535 ledenadministratie: Mw. T. Rooth-Piëst Punter 13, 1276 CX Huizen, tel. 64535 Klederdrachtgroep: Mw. J. W. van Geenen-van den Berg Lijzij 109, 1276 GK Huizen, tel. 52807 Redactie Berichtenblad: Mw. G.E.E. van Noppen Brede Englaan 12, 1272 GS Huizen, tel. 53783 Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen slechts toegestaan met uitdrukkelijke bronvermelding en na schriftelijke toestemming. EXCURSIE VAN TUSSEN VECHT EN Op zaterdag 22 april 1995 heeft Tussen Vecht en Eem, het overkoepelend orgaan van de historische verenigingen in Gooi en Vechtstreek, weer een historische reis georganiseerd. Deze keer is de tocht naar Zuid-Limburg, waar in Susteren een bezoek gebracht wordt aan de voormalige Abdijkerk. Deze kerk is een kruisbasiliek, vermoedelijk uit de tweede helft van de I Ie eeuw. Na de lunch in Stevensweert is er gelegenheid in dit stadje aan de Maas rond te wandelen en de monumentale panden te bekijken. Stevensweert lijkt op Thorn maar is kleiner. Tenslotte zal een bezoek gebracht worden aan de prachtige kasteeltuinen van Arcen. Het kasteel ligt iets ten zuiden van Arcen; het gebouw is 18e-eeuws, maar het poortgebouw dateert van 1653. Ook hier wordt gelegenheid gegeven om rond te wandelen. Vertrektijd: 08.00 uur van het Oosterspoorplein in Hilversum, achter het station. Terug om ca. 19.00 uur. Prijs: fl. 55,- per persoon; inbegrepen zijn koffie, lunch en toegang tot de kerk en de kasteeltuinen. Op maandag 20 februari 1995 zal Prof.Dr. P. Leupen in de Boerderij, Hellingstraat 9 in Huizen, een lezing houden over deze tocht. Aanvang 20.00 uur; toegang gratis voor leden van de Historische Kring en fl. 2,50 voor niet-leden. Tijdens deze avond kan men zich opgeven voor de bustocht op 22 april bij: mw. T. Kruijmer-Vos. Na die datum kan men zich opgeven door het overmaken van fl. 55,- op postgironummer 2423490 t.n.v. Mw. T. Kruijmer-Vos, Botterstraat 7a, Huizen onder vermelding van bustocht T.V.E. 22 april 1995. Inlichtingen: 02152-51713. Plattegrond van het 'station Huizen' van de Gooische Stoomtram aan de Naarderstraat (zie blz. l) Hierna volgt de neerslag van een onderzoek dat de Werkgroep Genealogie en Historisch Onderzoek van de Historische Kring Huizen recent uitvoerde. De heer P. Wiersma schreef ons de volgende toelichting. De moord op Adrianus Molenaar in 1850 Bij het in ons tijdschrift gepubliceerde extract-arrest van het Provinciaal Geregtshof van NoordHolland (zie de 14e jaargang, nr. 2 van mei/juni 1993) vroeg ik mij afwat de oorzaak was van de hierin genoemde manslag, wie de daders waren, wie het slachtoffer was en hoe het proces was verlopen. Bij onderzoek in de gerechtelijke stukken van bovengenoemd gerechtshof, in het rijksarchief te Haarlem, werd het procesverbaal en het dossier over deze zaak gevonden. Hierin bevinden zich een aantal stukken waaruit een beeld gevormd kan worden hoe één en ander is verlopen. Ik heb in het hiernavolgende verhaal de gebeurtenissen zoals die zich destijds hebben afgespeeld en de plaats waar het gebeurde weergegeven, aangevuld met een genealogisch onderzoekje naar de familierelatie tussen één van de daders en de vermoorde. De moord op Adrianus Molenaar in 1850 In de nacht van 15 op 16 Juni 1850 werd te Huizen een moord gepleegd op Adrianus Molenaar. Aanleiding hiertoe was een bruiloftsfeest dat in de woning van de visventer Gerrit Beekman aan de Voorbaan werd gevierd, die hiervoor de voorkamer van zijn woning had verhuurd aan Thomas Bunschoten en zijn a. s . vrouw Cornelia van der Wal . Deze zijn waarschijnlijk omstreeks, of op zaterdag 15 Juni 1850 in ondertrouw gegaan want 15 dagen later, op 30 Juni werd hun huwelijk te Huizen gesloten. 1 Om ongeveer ' s nachts half één toen het feest in volle gang was ontstond er buiten een ruzie, door een menigte zingende knapen die kwamen aanlopen en bleven staan, dit was kennelijk niet naar de zin van een aantal bruiloftsgasten, deze kwamen met knuppels gewapend naar buiten en waarvan één hunner n. l . Hendrik Bunschoten ruzie maakte met een zekere Piet Zeeman. De buren Gerrit Molenaar en zijn broer Adrianus Molenaar die op het lawaai van de zingende knapen naar buiten waren gegaan omdat zij , zoals Gerrit Molenaar later verklaarde, baldadigheden vreesden, stonden op hun erf dat grensde aan het erf van Gerrit Beekman, te luisteren. Adrianus Molenaar probeerde de ruzie met woorden te voorkomen, waarop de tot de brui loftsgasten behorende Jan Jansz Bout onder het uitten van de woorden j ij sterke Janus tegen m Ij" hem een hevige vuistslag in het gezicht gaf. Gerrit Molenaar heeft belet dat Adrianus terug sloeg door hem naar huis te brengen, terwij l zij op weg naar huis waren heeft Jan Jansz Bout Adrianus om de hals gegrepen en hem op grond gerukt zodanig dat deze er van dreunde volgens een verklaring van Gerrit Beekman. Hierop is hij op Adrianus Molenaar gaan zitten en heeft hem weer in het gezicht geslagen, waarop Adrianus riep "schei uit schei uit" en hij de hulp van zijn broer Gerrit heeft ingeroepen door te roepen "Gerrit haal hem eraf" . Toen Gerrit hem eraf gehaald had, hebben zij beiden het op een lopen gezet en daarbij zijn zij achtervolgd door Jan Jansz Bout, Gijsbert Jansz Bout en Hendrik Molenaar. Om vlugger thuis te zijn drong de eerste door de heg langs hun erf terwij l de ander er overheen stapte, op dat ogenblik schijnt Hendrik Molenaar, volgens een verklaring van getuige Dirk Honing, met een mes naar Adrianus gestoken te hebben, hij wist echter niet zeker of deze hem ook geraakt had. Ook Gerrit zegt dat zijn broer met een scherp puntig werktuig een steek is toegebracht aan de buitenhoek van de rechter oogholte. Inmiddels op hun erf aangekomen zijn ook de drie achtervolgers door de heg gedrongen, Jan Jansz Bout ongewapend doch de beide anderen gewapend met een dikke eiken knuppel . Antje Breed de moeder van beide broers Gerrit en Adrianus was inmiddels ook naar buiten gekomen en hoorde dat Jan Jansz Bout tegen haar zoon zei Ik moet eens een woordje met U spreken" , dat zij toen tegen haar zoon gezegd heeft "Janus ga in huis" en tegen de andere drie gaat weg smeerlappen, gij trapt mijnen tuin plat" en dat Adrianus toen zei , omdat hij meende dat ze het op zijn moeder gemunt hadden, indien gij mijne moeder slaat zal er meer gebeuren" Nadat hij dit gezegd had heeft Gijsbert Jansz Bout hem met zijn knuppel zo'n hevige slag op het hoofd gegeven "dat hij terstond met uitgestrekte armen bewusteloos achterover is gevallen, een roggelend -5_ geluid deed hooren en het bloed uit neus en mond stroomde" . De getuige Rijk van ' t Maliepad riep "Dat is dood" . Onmiddelijk hierna zijn door Hendrik Molenaar aan de op grond liggende Adriaan Molenaar, in het bijzijn van zijn moeder Antje Breed, nog twee slagen in het gezicht van Adriaan toegebracht . Na het toebrengen van de twee slagen heeft de dader zijn knuppel weggeworpen en is hard weggelopen, waarop de getuige Klaas van ' t Maliepad hem heeft nageroepen " loop maar niet Hendrik, het zal U toch niet helpen" . Gerrit Molenaar wilde zijn op de grond l iggende • broer helpen, waarop Jan en Gijsbert Jansz Bout terug kwamen onder het uitroepen van "daar heb _je nog zo'n bliksem" en Gijsbert Jansz Bout hem met zijn knuppel op de rechter schouder zo'n hevige slag toebracht dat hij op 26 Juni zijn werk als tuinman nog nauwelijks kon verrichten. Om zijn leven te redden is Gerrit toen opnieuw door de heg gegaan, daarbij zijn Jan en Gijsbert Jansz Bout hem op de rug gesprongen en heeft hij van één van hen, hij wist echter niet van wie, met een scherp voorwerp een snee op zijn linkerwang tussen oor en jukbeen gekregen. Terwij l Klaas van ' t Maliepad met enige anderen bezig was Adrianus in huis te dragen is Jan Jansz Bout terug gekomen op het erf en heeft toen gezegd "Ik verdom het om van de Hofstee af te gaan" aldus de getuige Jan Gerritse Schaap. Nadat men Adrianus in huis op de grond had gelegd, zei hij "Ik ben zoo misselijk, breng mij naar bed" . Hierop ging Gerrit Molenaar, die inmiddels thuis was gekomen, de plattelands heel- en vroedmeester, Anthonie Rebel ophalen. Op weg daar naar toe is hij opnieuw door Jan Jansz Bout "aangerand en geslagen" één en ander wordt bevestigd door de getuige Lammert Meijer. Om ca. 1 uur ' s nachts arriveerde Anthonie Rebel ter plaatse en trof daar de stervende Adrianus Molenaar in zijn woning aan, liggende op de grond. Het slachtoffer was geheel bewusteloos terwij l het bloed uit mond neus en oren liep. Hij constateerde naast de al eerder genoemde steekwonde bij de rechteroogholte, nog een wond aan het "voor-bovenste gedeelte van het bekkeneel 2 gepaard met sterke uitstort ing van bloed tusschen de bekkeneels-beenderen en uitwendige bekleedselen, en zooals zich ook nader bevestigd heeft, met zeer waarschijnlijke verbrijzeling van het bekkeneel " Hij heeft het slachtoffer in de bedstede laten neerleggen en zonder bij kennis gekomen te zijn is Adrianus op 16 Juny s namiddags om 1 uur overleden. Na de vechtpartij is het feestvieren kennelijk gewoon doorgegaan, want de getuige Jan Veerman verklaart dat Hendrik Molenaar in de bruiloftskamer terug is gekomen en gezegd heeft "mijn mes is kapot" en toen zij ' s morgens om 4 uur naar huis gingen zei , "Ik heb er een gestoken dat mijn mes afknapte" , hij heeft echter niet verteld wie hij had gestoken. De volgende dag wordt er inderdaad een stuk van een mes met daarop nog bloedsporen gevonden in de tuin van Antje Breed. Op 16 Juny 1850 voormiddags half zeven wordt door Gerrit Gijsbertsz Molenaar aangifte gedaan, de burgemeester van Huizen, Hendrik Rebel, maakt proces verbaal en stuurt dit met een begeleidend schrijven, een verklaring van Anthonie Rebel en de signalementen van de daders, die inmiddels voortvluchtig zijn, naar de officier van justitie bij de Arrondissements Rechtbank te Amsterdam. (Later wordt de zaak verwezen naar het Provinciaal Gerechtshof van Noord-Holland. Stukken op 22-071850 verzonden) . De burgemeester heeft een bevel tot voorlopige aanhouding uitgevaardigd en st ipte waakzaamheid aanbevolen. Hij verzoekt om de gerechtsgeneeskundige te sturen om een lijkschouwing te houden. Hiervoor komen uit Amsterdam, P. J. Ted ing van Berkhout Rechtercommissaris, H. J. van de Poll Substituut Griffier en C. H.B.Boot Officier van Justit ie. Deze oordelen het nodig om het l ijk, voor de lijkschouwing, naar het Binnengasthuis te Amsterdam te brengen. Zij hebben daarvoor aan het lijk eene etiquette gehecht, hetwelk wij door middel van een koord verzegeld met het cachet der Gemeente Huizen en na hetzelve behoorlijk te hebben geteekend aan de Regterhand van dat lijk hebben vastgemaakt" . Deze "etiquette" (zie afb. 1) is nog in het dossier aanwezig, zij hebben zich echter schromelijk vergist in de datum zij geven op als sterfdatum 16 Juny 1849 in plaats van 16 Juny 1850. Afb. 1 Voor de autopsie in Amsterdam worden door de rechtbank aangewezen en beëdigd, de hoogleraar Jan van Geuns en de Medicinae doctor Pieter Louis de Muijnck Brevet . De conclusie van de beide geleerden is, Dat de oorzaak van de dood is de splijting en verbrijzeling der schedel en de aangezichtsbeenderen. Dat bij herhal ing en wel tot drie maal toe geweldadige verwonding heeft plaatsgevonden. Dat de beensverbrijzelingen van het voorhoofd en aangezicht blijkbaar later zijn toegebracht dan die der hoofd bekleedselen in het behaarde gedeelte. 4e Dat de drie verwondingen van het hoofd ieder op zich de dood ten gevolge gehad zoude kunnen hebben. In de nacht van 17 op 18 Juni zijn de drie daders in Huizen gearresteerd en werden "onder Justitie geleide, gevankelijk naar Amsterdam vervoerd" . Zij werden opgesloten in het Huis van Arrest en Justitie te Amsterdam. Het proces vond plaats op 1, 2 en 3 October 1850 te Amsterdam. De beschuldiging was "moedwilligen manslag gevolgd ten aanzien van de beide eerste beschuldigden (Jan Jansz Bout en Gijsbert Jansz Bout) door het wanbedrijf van moedwillige verwonding". De beschuldigden verklaarden de hun ten laste gelegde feiten noch te bekennen noch te ontkennen doch zich te beroepen op de staat van dronkenschap waarin zij voorwenden verkeerd te hebben. Dit feit werd gelogenstraft door de getuigen en het overleg waarmee zij gehandeld hebben. Ook beweerden zij dat geen van hen in de bewuste nacht een mes bij zich had en ook het gevonden en getoonde stuk van een mes niet te herkennen. De eis is dat de beschuldigden "zullen worden schuldig verklaard aan moedwilligen manslag, gevolgd ten aanzien van de beide eersten hunner (Jan Jansz Bout en Gijsbert Jansz Bout) door het wanbedrijf van moedwillige verwonding dat dientengevolge de beiden eerste beschuldigden zullen worden veroordeeld tot de straffe des doods, op eene der openbare plaatsen der stad Amsterdam openlijk op een schavot uit te voeren door het ophangen aan eenen galg. De derde beschuldigde (Hendrik Molenaar) zal worden veroordeeld tot de straf van confinement in een tuchthuis voor den tijd van zoo velen achtereenvolgende jaren als het Hof zal vermeenen te behooren, na bevorens op eene der openbare plaatsen der stad Amsterdam openlijk op een schavot met den strop om den hals aan den galg vastgemaakt, met roeden te zijn gegeseld, en daarna met een heet ijzer uitdrukkende de letters T. P. 3 op den regterschouder te zijn gebrandmerkt " . Op 3 October was de uitspraak, deze luidde als volgt, De drie beschuldigden zijn vrij gesproken van de hun ten laste gelegde verwonding van Adriaan Gijsbertsz Molenaar met een scherp snijdend werktuig, de eerste beschuldigde (Jan Jansz Bout) is ook vrijgesproken van het moedwillig toebrengen van slagen met een knuppel aan genoemde Molenaar. De tweede beschuldigde (Gijsbert Jansz Bout) is vrijgesproken van het hem ten laste gelegde moedwillig toebrengen van een slag met een knuppel op de rechterschouder van Gerrit Molenaar. De beide eerste beschuldigden zijn vrijgesproken van de hun ten laste gelegde opzettelijke verwonding van Gerrit Molenaar in het aangezicht met een scherp werktuig. Jan Jansz Bout moet onmiddelijk in vrijheid worden gesteld als hij niet om andere redenen in hechtenis moet blijven. Gijsbert Jansz Bout en Hendrik Molenaar zijn schuldig verklaard aan, "moedwilligen manslag, zonder dat het is gebleken, dat die manslag, ten aanzien des tweeden beschuldigde is gevolgd door het wanbedrijf van moedwillige verwonding" en veroordeeld ieder tot een "conf inement in een rasp of tuchthuis voor den tijd van vijftien jaren na alvorens te Amsterdam op een schavot te hebben ondergaan de straf van het zwaai jen met het zwaard over het hoofd 4 en in de kosten van het regtsgeding ten behoeve van de Staat, invorderbaar bij lijfsdwang, ieder hunner in sol idum met last tot teruggave der stukken van overtuiging aan den regthebbenden en dat extract van dit arrest 5 zal worden gedrukt en aangeplakt te Amsterdam en Huizen" Zij krijgen drie dagen om, wanneer zijn vermeenen dat er gronden aanwezig zijn, van dit arrest cassatie te vragen. Met toestemming van de Procureur Generaal wordt de vrijgesprokene op last van de President in vrijheid gesteld. De beide veroordeelden worden onder de nummers 3833 en 3834 opgesloten in de Strafgevangenis te Amsterdam. De ingangsdatum van hun straftijd was 16 December 1850 en de einddatum 16 December 1865. Bij Zijne Majesteits besluit dd. 16 December 1850 nr. 50 is aan hen kwijtschelding verleend van de straf van het "zwaai jen met het zwaard over het hoofd" . Op 23 December 1850 zijn zij op last van de Procureur Generaal in Noord-Holland overgebracht naar het Tuchthuis te Woerden. De plaats van de moord is in afb. 2 aangegeven, het was op erf van Antje Breed, op de hoek van de Lindenlaan en de Kerkstraat . c 61 7 , Woning van Gerri t Beekman. Huisnummer 273. c 621 , Woning van Antje Breed, wed. van Gi jsbert Molenaar en haar zoons Gerrit en Adrianus. Huisnummer 275. c 326-327 , Het Rechthuis van Hui zen. Plaats waar de moord werd gepleegd . Afb.2. In het onderstaande schema is de fami l ierelat ie tussen de moordenaar Hendrik Molenaar en de vermoorde Adrianus Molenaar weergegeven. Fami lierelatie tussen Hendrik en Adrianus Molenaar Hendrik Molenaar *09-02-1827 Geh. 08-04-1865 Kortenhoef Aaltje Mooy *16-03-1840 Het echtpaar woonde in Huizen Afb. 3. 6 Zie ook "Langs verboden wegen" , achtergronden van buitenechtelijke geboorten in Noord-Holland, J . Kok, Hollandse Studiën nr. 27. blz. 60. De beide veroordeelden hebben kennelijk een strafvermindering gekregen, voor het einde van hun straft ijd zijn beide namelijk al gehuwd . Op 21-08-1864 trouwt te Huizen, Gijsbert Jansz Bout (37 jaar) met Tijmentje Jans Honing en op 03-04—1865 wordt hun eerste kind Rijkje geboren, dus al voor het einde van de straftijd. Hendrik Molenaar is 38 jaar oud, ook voor het einde van zijn straft ijd, n. l . op 08—04—1865 te Kortenhoef gehuwd met de in 1840 te Hilversum geboren Aaltje Mooij , hun eerste kind Aaltje werd geboren te Huizen op 28-01-1866. Om een indruk te krijgen hoe de beide veroordeelden er uitzagen volgen hier hun signalementen zoals zij in het signalementenregister van de gevangenis te Amsterdam, onder de nummers 3672 en 3673 zijn opgenomen . Opmerk ing : Volgens de B. S. heet de moeder van Gijsbert Jans Bout , Rijkje Ruiter en is zijn geboortedatum 15—03—1827. Hij heeft ondertekend met J.G. in plaats van G. J . Bout . De lengten zijn resp 1.66 m en 1 .74 m. Wat de in het begin genoemde uitroep "Ik verdom het om van de Hofstee af te gaan" van Jan Jansz Bout betekend, wordt uit het proces niet duidelijk. Misschien is er in het verleden tussen de beide families onenigheid geweest over een hofstede of iets dergelijks, stukken hierover zijn tot op heden echter niet gevonden. NAAM DES KONINGSD De Arrondisscnncnts te AMSTERDAM, %z//c Kamer, vergaderd in den Raad. Gezien hct Requisitoir van den gyenomen in de zaak tegens Overwe «y te Amsterdam, 13cvcclt dcn Cipier van gemeld Huis, genoemde persoon e-fL in te nemen en in verzekerde bewaring te houden, en dat voorts tc dezer zaak doop den Ileel' Re os ter Commissaris zal worden gcinstruccrd als bevondcu zal worden tc bchoovcn. verder, dat dit 13evcl zal worden ten uitvoer gelegd binnen de geheele uitgestrektheid van •hct Koningrijk, en . gcbicdt dcs noods de Openbare Jurgcrlljlcc en Gewapende Magt, om hicrloe, des verzocht, dcn noodigcn bijstand tê verleenen. 4 , 72- Bronnen: Rijksarchief Haarlem. Provinciaal Gerechtshof Noord—Holland Proces verbaal rechtszitting. Toegang nr. 27, inv. nr. 9 . Dossier nr . ROL 1492. Toegang nr . 27, i nv. nr. 174. Strafgevangenis Amsterdam. Toegang nr. 313, i nv. nr. 150. Signalementenregister mannelijke gevangenen 1842-1864. Toegang nr. 313, inv . nr . 88. DTB's en Burg. stand Huizen. Streekarchief Hilversum. Burga stand en Bevolkingsregisters Hilversum en Kortenhoef, Bij lage 1, Bevel tot gevangenneming. Bij lage 2, Bewijs van in bewaringneming. P. Wiersma Hilversum. Werkgroep genealogie en historisch onderzoek Historische Kring Huizen. „BIJ DE EUPENING VAN DE NIJWE LEESZAAL" 'k Was lest in de ouwe leeszaal (hij was nog nijt esleuten,) mar, 't was wel de leste dag aarst had ik m'n neus esteuten. Ik docht: voort zit ik zônger book en daerôm hem ik ejeugen, „wat is un mins toch, dee nijt leest" hem ik m'n aigen ovvevreugen. En, wéël ik daer too teugenkwam ôp un paar schaive muilen: dat was ouwe Nielemeut, dee mòs oëk boken ruilen. Ze had, vanwegen 't slechte weer de héële margen al ewuchten, mar 't weer was kwanig ôppeklaerd too wou ze d'r gat verluchten... Ze was flussies 't darp al inneweest Ôm un zakkie briketten, want, margenôched kwam de smid Ôm de kachel ôp de déël te zetten. 'k Zeg: „Zoë Niel, oëk nog ôp de béën? En, hoo is 't môt je gestel?' ' Ze zaijt: „'k Bin zuiver ôppeknapt en 'k VUI m'n aigen wonderwel" „Mar, weet je wat t'r is ebeurd? Ik bin lest zoë evullen, m'n héële kneië was kappot ik liet m'n mar zoë sullen". „Ik gông m'n plakkegeld betalen zoë ik ut alle jaren dee, want, ik heb un halleve stooël in d' ouwe kerk, in 't A.B. C." „En, 't argste was nog, dat ut zweur, ut wou nijt dicht, mar later zaij d'r éën: prambeer deries in 'n nemmer môt droëgwater!" „En, mit dat 'k in 't droëgwater zat was m'n béën genezen, en achterof hem ik ezaijd: ut het zoë môtten wezen!' ' „Mar, môt m'n oëgen wul 't nijt arg ze beginnen echt te minnezeeren, ik krijg van de dokter droppeltjies, 'k hoop, dat ze 'n bietjen auweseeren". „Hij zaij: d'r is wainig an te dooën", nou, dat was on ônhailsbooëde want, as tie gien meer lezen kan dan raakt un mins glad uit de mooëde". „Want, ôngerlest too had ik 't oëk: 'k zag alles in un wasem, dan wur ik zuiver taijëraed dan hap ik naer m'n asem...' ' „Want, taatjen", zaijt ze, „ik lees zoë graeg vurral dee streekromannen!" Ik zeg: „Koëp dan een vergroëtglas, kijnd! dan lees je net zoë vuul je kannen!' ' Nou, daer had ze oren naer mar, ze had verneumen, lest van Appie: d'r binnen boken môt grof schrift, nou, dat leek vuur heur un happie. Want môt lezen, wees mar eerlijk verrijkt un mins z'n aigen mar, kan die gien meer zoë die wul dan begint de ouwe dag te draigen. „Mar", zaijt ze, „'k bin zoë blij as blik, (want, wist ik vuul, wat of ze wouwen) dat ze de leeszaal, as vanous, in 't ouwe darp wouwen houwen". „Zo'n ding hoort midden in ut darp as un spinnekop in z'n webbe, ik weet nog, dattie is ôppericht in de Middenweg, bij Klasie van Ebbe". Ik heb ut mins héël gooëd ekend môt d'r paerse jakkien, en, as ik welders bij d'r kwam dan drunk ik daer un bakkien. Mar, daer wurden 't gauw te klain en môzzen ze wat aarst gaen zeuken, too kwam ut ouwe Raadhuis leeg un uitkômst, naer de mins espreuken. En, too dat ovvebreuken wier (ja, 't was reddeur geld verbrassen) too göng ut naer de Havestraet mar weer öpnijw verkassen... En, too dat te klain ewurren was too binnen ze uit gaen bouwen, mar, too ut darp al groöter wier was 't weer nijt uit te houwen. 't Was vuus te klain en vuus te oud, althans, zoö veer ze zaijen, een nijw plan wurden uittebreud öm öpnijw weer uit te braijen... Dan hij je oök nog in „Dree in éön" un leeszaal, veer weg, öp de „Maeten" mar, vur un book, zö'n ainde weg dat zal je wel uit je lijf uit laeten. En, teugenover de ouwe kerk wurden un nijwe stee eveunden, vuul haeken en vuul oegen was an zö'n overgang verbeunden. 't Is kassuwéöl, want book vur book van achteren naer vurren, öpnijw weer öppestalleveerd je zouwen d'r raar van wurren... En, naer de aisen van de tijd is overal andacht an eschunken, möt man en macht is 't karrewaij nog öp tijd beklunken! Mar, 't het un hangd möt geld ekost, (ja, 'k wul m'n d'r nijt miet bemeuön) want, de hoéfdzaak is en blijft: wat t'r hier wurd annebeuön! En, weet je, waar ik oäk blij mie bin? D'r binnen hier oök boken, daerin dooön ze de Huizere taal haerfijn uit de doken. En later, kan öns naegeslacht as Wij d'r gien meer zallen wezen, en de taal nijt meer espreuken wurd, ut Huizers hier nog altijd lezen. En, an 't ainde wul 'k un wens an m'n toospraek nog verbeinden: ik hoop, dat al ut personéél vuul veurspoed hier mag öngerveinden. En, dat de leeszaal, jaar en dag, vur 't Huizer volk, in al z'n voegen, as 't wezen mag, vur jöng en oud, tot nut zal wezen en genoegen! Vurredreugen en uittespreuken öp zaeterdag IO november 1984. Haijndruk van Noorderaijnde. Uit: 111JTZDIR LDZDRS SCHRTJVENO U i t g ø ter gel egenheid van de officiéle ingebruikneming van de Bibliotheek nerkstraato M E D E D E L I N G In dit nummer was geen ruimte meer voor de herinneringen van de heer T. Kos. Het gedeelte over de visserij was in ons vorige nummer afgesloten en in het volgende nummer gaan we, als beloofd, verder met "Het boerenbedrijf in Hu i zen it 1 . Vroeger werd op de dag van aantekening de bruiloft gevierd. 2 . Bekkeneel = Hersenpan. 3 . Dit betekende eeuwige dwangarbeid. Moet niet te letterlijk worden opgevat . In Nederland kende men de dwangarbeid niet als straf. De letters stammen nog uit de Franse t ijd, zij zijn een afkort ing van travaux perpétuel . 4 . Dit is een symbolische doodstraf. 5 Gepubliceerd in het tijdschrift van de Historische Kring Huizen, 14 e Jaargang nr. 2 Mei/ Juni 1993, blz. 14. 15e jaargang nr. 4, december 1994